gepubliceerd op 28 oktober 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer
9 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 20 juli 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 april 1976, 23 juni 1978, 8 juni 1979, 14 december 1979, 15 april 1980, 25 november 1980, 11 mei 1982, 8 april 1983, 21 december 1983, 1 juni 1984, 18 oktober 1984, 25 maart 1987, 17 september 1988, 22 mei 1989, 20 juli 1990, 28 januari 1991, 1 februari 1991, 18 maart 1991, 18 september 1991, 14 maart 1996, 29 mei 1996, 11 maart 1997, 16 juli 1997 en 23 maart 1998;
Overwegende dat de Gewestregeringen zijn betrokken bij het ontwerpen van dit besluit;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 3 juli 1998 over de adviesaanvraag binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 16 september 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van de Staatssecretaris voor Veiligheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 juni 1978, 25 maart 1987, 20 juli 1990, 18 september 1991 en 16 juli 1997, wordt aangevuld met de volgende bepalingen : « 2.34. "Weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters", een openbare weg waarvan het begin aangeduid is met het verkeersbord F99a of F99b en het einde met het verkeersbord F101a of F101b. 2.35. "Voetgangerszone", een of meer openbare wegen waarvan de toegang aangeduid is met het verkeersbord F103 en de uitgang met het verkeersbord F105. 2.36. "Speelstraat", een openbare weg waar tijdelijk en tijdens bepaalde uren aan de toegangen een hek geplaatst is met het verkeersbord C3 voorzien van een onderbord met daarop de vermelding "speelstraat". ».
Art. 2.In artikel 3.2° van hetzelfde besluit worden de woorden "en het Hoog Comité voor Toezicht" geschrapt.
Art. 3.In artikel 22ter van hetzelfde besluit, in dit besluit gevoegd bij koninklijk besluit van 8 april 1983 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 september 1988, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het opschrift van het artikel 22ter wordt vervangen door het volgende opschrift : « Verkeer op openbare wegen voorzien van verhoogde inrichtingen ».2° Het artikel 22ter 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Op de openbare wegen voorzien van verhoogde inrichtingen, die aangekondigd zijn door de verkeersborden A14 en F87 of die, op de kruispunten, alleen aangekondigd zijn door de verkeersborden A14, of die gelegen zijn binnen een zone afgebakend door de verkeersborden F4a en F4b.1° moeten de bestuurders deze inrichtingen dubbel voorzichtig en met matige snelheid naderen, zodat zij erover rijden met een snelheid die niet meer bedraagt dan 30 km per uur;2° is elk links inhalen verboden op deze inrichtingen;3° is stilstaan en parkeren verboden op deze inrichtingen, behoudens plaatselijke reglementering.». 3° In artikel 22ter 2, wordt het woord "verkeersdrempels" vervangen door de woorden "verhoogde inrichtingen".».
Art. 4.Een artikel 22quinquies, luidend als volgt wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Artikel 22quinquies.Verkeer op wegen voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters. 22quinquies 1. Op deze wegen is alleen het verkeer toegestaan van de categorieën van weggebruikers waarvan het symbool afgebeeld is op de verkeersborden die bij de toegang geplaatst zijn.
Deze wegen mogen evenwel ook gevolgd worden door : - de minder-validen die een voertuig besturen dat zijzelf voortbewegen of dat uitgerust is met een motor waarmee niet sneller dan stapvoets kan worden gereden; - de prioritaire voertuigen als bedoeld in artikel 37, wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt; - op basis van een vergunning afgegeven door de beheerder van deze wegen of zijn gemachtigde, onder de door hem vastgestelde voorwaarden : - de voertuigen voor toezicht, controle en onderhoud van deze wegen; - de voertuigen van de aanwonenden en van hun leveranciers; - de voertuigen voor het wegruimen van vuilnis. 22quinquies 2. De gebruikers van deze wegen mogen elkaar niet in gevaar brengen en niet hinderen. Zij moeten dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen en ze mogen het verkeer niet nodeloos belemmeren.
Het spelen is toegestaan. 22quinquies 3. Wanneer verkeersborden F99b en F101b aangebracht zijn, moeten de gebruikers het deel van de weg volgen dat hun aangewezen is.
Zij mogen evenwel het andere deel van de weg volgen op voorwaarde dat ze de doorgang vrij laten voor de gebruikers die er zich op regelmatige wijze op bevinden. ».
Art. 5.Een artikel 22sexies, luidend als volgt wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Artikel 22sexies.Verkeer in de voetgangerszones. 22sexies 1. Tot voetgangerszones hebben alleen voetgangers toegang.
Evenwel : 1° hebben toegang tot die zones : a) de minder-validen die een voertuig besturen dat zijzelf voortbewegen of dat uitgerust is met een motor waarmee niet sneller dan stapvoets kan worden gereden;b) de voertuigen voor toezicht, controle en onderhoud van deze zone en de voertuigen voor het wegruimen van vuilnis;c) de prioritaire voertuigen als bedoeld in artikel 37, wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt;d) de voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer;e) de bestuurders van voertuigen waarvan de garage binnenin die zones is gelegen en slechts toegankelijk is via die zones;f) in geval van absolute noodzaak, de voertuigen van handelsondernemingen die in die zones gevestigd zijn en slechts via die zones toegankelijk zijn, wanneer deze voertuigen bestemd zijn voor leveringen en indien die leveringen een hoofdactiviteit van deze ondernemingen uitmaken;g) in geval van absolute noodzaak, de voertuigen die dienen voor een werk in die zones. In de gevallen bedoeld onder e) tot g) moeten de begunstigden aan de binnenkant van de voorruit van hun voertuig een vrije doorgangskaart aanbrengen die door de burgemeester of zijn gemachtigde is afgegeven. 2° tot die zones hebben toegang, indien verkeerstekens het voorschrijven en volgens de beperkingen die daarop vermeld staan : a) de voertuigen die in die zones moeten laden of lossen;b) de taxi's, die binnen die zones een welbepaalde bestemming hebben om personen te laten in- en uitstappen;c) de fietsers. 22sexies 2. In die zones mogen de voetgangers de volledige breedte van de openbare weg volgen.
De bestuurders die er mogen in rijden, moeten stapvoets rijden; ze moeten de doorgang vrij laten voor de voetgangers en zo nodig stoppen.
Ze mogen de voetgangers niet in gevaar brengen en niet hinderen.
In die zones moeten de fietsers van hun fiets afstappen wanneer de dichtheid van het voetgangersverkeer hun doorgang bemoeilijkt.
Het spelen is toegelaten.
Het is verboden te parkeren in die zones. ».
Art. 6.Een artikel 22septies, luidend als volgt wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Artikel 22septies.Verkeer in de speelstraten. 22septies 1. In de speelstraten is de ganse breedte van de openbare weg voorbehouden voor het spelen, in hoofdzaak door kinderen.
De personen die spelen worden gelijkgesteld met voetgangers; evenwel zijn de bepalingen van artikel 42 van dit besluit niet van toepassing.
Alleen bestuurders van motorvoertuigen, die in de straat wonen of wier garage in die straat gelegen is, alsook prioritaire voertuigen als bedoeld in artikel 37, wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt, alsook fietsers, hebben toegang tot speelstraten. 22septies 2. De bestuurders die in de speelstraten rijden, moeten dit stapvoets doen; ze moeten de doorgang vrij laten voor de voetgangers die spelen, hen voorrang verlenen en er zo nodig voor stoppen.
Fietsers moeten zonodig afstappen. De bestuurders mogen de voetgangers die spelen niet in gevaar brengen en niet hinderen. Ze moeten bovendien dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen. ».
Art. 7.In artikel 24.2° van hetzelfde besluit worden de woorden "en op oversteekplaatsen voor fietsers" geschrapt.
Art. 8.Het artikel 40.1. van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1990, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 40.1. De bestuurder mag de voetgangers niet in gevaar brengen die : - zich bevinden op een trottoir, een deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers door het verkeersbord D9, een berm of een vluchtheuvel; - zich bevinden op een openbare weg gesignaleerd door de verkeersborden F99a of F99b of ingericht als speelstraat; - zich bevinden in een zone afgebakend door de verkeersborden F12a en F12b of F103 en F105; - op de rijbaan gaan onder de in dit reglement voorziene voorwaarden. ».
Art. 9.In artikel 42 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 1990 en 14 maart 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 42.1. laatste zin worden de woorden "van artikel 40" vervangen door de woorden "van de artikelen 22quinquies, 22sexies en 40"; 2° artikel 42.2.1.2°, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin : « In dit geval worden zij, voor de toepassing van artikel 40, gelijkgesteld met de voetgangers. »; 3° in artikel 42.2.1.2°, tweede lid, worden tussen de woorden "Zo er geen" en het woord "zijn" de woorden "trottoirs, delen van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers door het verkeersbord D9 of bermen" ingevoegd.
Art. 10.In artikel 43bis 1. van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 september 1991, wordt het getal "25" vervangen door het getal "15".
Art. 11.In de Franse tekst van artikel 47bis 3, eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 juli 1997, wordt het woord "minimale" ingevoegd tussen de woorden "surface" en "de 0,120 m2 ».
Art. 12.In artikel 59.13 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "artikel 11" en "gelden" de woorden "en artikel 22quater ingevoegd.
Art. 13.In artikel 66.4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 april 1983 en 18 september 1991 wordt de legende van het verkeersbord A14 vervangen door de legende "verhoogde inrichting(en) ».
Art. 14.In artikel 69.3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 juli 1990, worden de volgende verkeersborden toegevoegd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Verplichte weg voor ruiters. ».
Art. 15.In artikel 70.2.1.3° van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 juni 1978, 1 juni 1984, 20 juli 1990 en 18 september 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de legende bij het verkeersbord E9b wordt vervangen door de volgende legende : « Parkeren uitsluidend voor personenauto's, auto's voor dubbelgebruik en minibussen »;2° de legende bij het verkeersbord E9c wordt vervangen door de volgende legende : « Parkeren uitsluitend voor lichte vrachtauto's en vrachtauto's ».
Art. 16.In artikel 71.2. van hetzelfde besluit gewijzigd door de koninklijke besluiten van 23 juni 1978, 8 april 1983, 17 september 1988, 20 juli 1990, 1 februari 1991, 18 september 1991 en 16 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de legende van het verkeersbord F87 wordt vervangen door de volgende legende : « verhoogde inrichting(en) ».2° de volgende verkeersborden worden toegevoegd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art.17. In de Fanse tekst van artikel 77.8 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juli 1997, worden in lid 2 de woorden "Il délimite" vervangen door de woorden "Elles délimitent".
Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 november 1998.
Art. 19.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Veiligheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 oktober 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Veiligheid, J. PEETERS