gepubliceerd op 21 mei 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer
7 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 20 juli 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 27 april 1976, 23 juni 1978, 8 juni 1979, 14 december 1979, 15 april 1980, 25 november 1980, 11 mei 1982, 8 april 1983, 21 december 1983, 1 juni 1984, 18 oktober 1984, 25 maart 1987, 17 september 1988, 22 mei 1989, 20 juli 1990, 28 januari 1991, 1 februari 1991, 18 maart 1991, 18 september 1991, 14 maart 1996, 29 mei 1996, 11 maart 1997, 16 juli 1997, 23 maart 1998 en 9 oktober 1998;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de maatregelen die in dit besluit tot wijziging van het koninklijk besluit zijn voorzien, onverwijld moeten genomen worden om, inzonderheid voor groepen voetgangers van bejaarden en gehandicapten, het pakket maatregelen dat in de loop van 1998 werd uitgevaardigd om het verkeer van zwakke weggebruikers aantrekkelijker en veiliger te maken, te vervolledigen; dat deze categorieën van weggebruikers bijzonder kwetsbaar zijn in het verkeer; dat uit de laatst gekende ongevallenstatistieken blijkt dat bejaarden 50 % van alle dodelijke slachtoffers van voetgangers uitmaken; dat in het bijzonder, wanneer deze categorieën zich als groep op de openbare weg begeven, zij evenzeer moeten kunnen genieten van de begeleiding door gemachtigde opzichters zoals dit het geval is voor andere groepen met name voor kinderen en scholieren, dat deze personen onmiddellijk zouden moeten kunnen een beroep doen op de mogelijkheid van begeleiding door gemachtigde opzichters, dat dit onverwijld moet kunnen gebeuren en nog voor deze zomer van kracht moet zijn, zodat deze groepen, die precies in deze periode veel van de openbare weg gebruik maken, onmiddellijk van de beschermings- maatregel kunnen genieten; dat tevens onmiddellijk een grotere veiligheid moet gegarandeerd worden aan het personeel bij werken op de openbare weg door aan de werfopzichters, zowel van de openbare overheid als van de privé ondernemingen, de bevoegdheid te geven om gepaste veiligheidsmaatregelen te nemen; dat dit personeel, door hun bijzondere taak op de openbare weg, onderhevig is aan zeer grote risico's, die al tot menige zware ongevallen aanleiding hebben gegeven; dat deze risico's onverantwoord zijn; dat dit personeel bijgevolg door de werfopzichters onverwijld beter beschermd moeten worden; dat het bijgevolg verantwoord is dat onderhavig besluit dringend van kracht wordt;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 40bis ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart 1987 in het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het opschrift van het artikel wordt vervangen als volgt : « Artikel 40bis.- Gedrag tegenover groepen kinderen, scholieren, personen met een handicap en bejaarden. »; 2° In de artikelen 40bis 1 en 40bis 2, worden de woorden « of scholieren » vervangen door de woorden « , scholieren, personen met een handicap of bejaarden.».
Art. 2.In artikel 41 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 maart 1987 en 20 juli 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het opschrift van artikel 41 worden de woorden « en groepen ruiters » vervangen door de woorden « , groepen ruiters en werfopzichters op de openbare weg.»; 2° Het artikel 41.3.1. wordt aangevuld als volgt : « d) van het personeel van de werken op de openbare weg door de werfopzichters. »; 3° In artikel 41.3.2. worden de woorden « en groepsleiders » vervangen door de woorden « , groepsleiders en werfopzichters. ».
Art. 3.Het tweede lid van artikel 59.13 van hetzelfde besluit gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 oktober 1998, wordt vervangen door het volgend lid : « In die gevallen moeten de bestuurders van deze voertuigen evenmin de snelheidsbeperking opgelegd door het verkeersbord C43, in voorkomend geval met zonale geldigheid conform artikel 65.5., in acht nemen. ».
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Veiligheid, J. PEETERS