gepubliceerd op 19 maart 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 46 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
9 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 46 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997 en 13 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 46, § 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 1996;
Gelet op de adviezen van het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 januari 1998;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de bestaande teksten in verband met de cumuleerbaarheid van werkloosheidsuitkeringen met voordelen toegekend bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst dienen aangepast te worden aan de sociaal-economische realiteit; dat derhalve de ter zake geldende reglementaire bepalingen zo snel mogelijk in overeenstemming gebracht moeten worden met de bestaande administratieve praktijk teneinde de juridische zekerheid te beveiligen van de betrokken werknemers;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 januari 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 46, § 1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) het eerste lid, 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 5° de vergoeding waarop de werknemer aanspraak kan maken uit hoofde van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, met uitzondering van de vergoeding wegens morele schade en de vergoeding die toegekend wordt ter aanvulling van de werkloosheidsuitkering; »;
B) hij wordt aangevuld met de volgende leden : « Voor de toepassing van het eerste lid, 5°, wordt beschouwd als een vergoeding voor morele schade, de vergoeding toegekend ter compensatie van de extra-patrimoniale schade die het gevolg is van een foutief gedrag in hoofde van de gewezen werkgever, en die dus niet in de plaats kan treden van de voordelen toegekend in het kader van een normale ontslagregeling.
Voor de toepassing van het eerste lid, 5°, wordt beschouwd als een vergoeding die toegekend wordt ter aanvulling van de werkloosheidsuitkering, de vergoeding of het gedeelte van de vergoeding, toegekend ingevolge de uitdiensttreding van een onvrijwillig werkloze, indien de navermelde voorwaarden vervuld zijn : - de vergoeding werd door de partijen niet als opzeggingsvergoeding aangemerkt; - de vergoeding of het gedeelte van de vergoeding kan niet in de plaats treden van de voordelen toegekend in het kader van een normale ontslagregeling, aangezien deze laatste voordelen daadwerkelijk werden toegekend. ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 april 1999.
Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 maart 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944. Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951.
Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961.
Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963.
Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967.
Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967.
Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1978.
Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982.
Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985.
Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989.
Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992.
Wet van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994.
Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996.
Wet van 13 maart 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997.
Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998.
Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991.
Koninklijk besluit van 13 december 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996.