Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 april 2017
gepubliceerd op 05 mei 2017

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de diensten enquêtes bij de vaste comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2017011467
pub.
05/05/2017
prom.
09/04/2017
ELI
eli/besluit/2017/04/09/2017011467/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 APRIL 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de diensten enquêtes bij de vaste comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit waarvan wij de eer hebben het ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen beoogt de minister van Binnenlandse Zaken de bevoegdheid te geven om aan het geheel van de operationele personeelsleden van de geïntegreerde politie de machtiging te geven hun bewapening buiten de geplande diensturen te bezitten, te dragen en te vervoeren, teneinde snel en op een veralgemeende en uniforme wijze adequaat te kunnen reageren bij bovenlokale fenomenen, waaronder kan worden verstaan een permanente dreiging voor de politiemensen of in geval van noodzaak teneinde hen, te allen tijde en in elke situatie, op een optimale manier te laten reageren, eveneens wanneer zij niet met geplande dienst zijn.

Volgens de bestaande regelgeving kunnen politiemensen worden gemachtigd hun bewapening buiten de geplande diensturen te bezitten, te dragen en te vervoeren, hetzij omdat ze de woon-werkverplaatsing in uniform maken en zo het veiligheidsgevoel van de burger helpen verhogen (`meer blauw op straat'), hetzij omdat het bezit, de dracht en het vervoer worden gerechtvaardigd door bijzondere omstandigheden verbonden aan de uitoefening van het politieambt, bijvoorbeeld wanneer het personeelslid of zijn familie bedreigd wordt of wanneer deze bereikbaar en terugroepbaar is.

De bevoegdheid voor het verlenen van die machtiging tot bezit, dracht en vervoer buiten de dienst berust momenteel bij de korpschef voor de lokale politie en de commissaris-generaal of de directeurs-generaal voor de federale politie.

De geweldpleging tegen twee politieagenten in de politiezone Charleroi van 6 augustus 2016 bevestigt dat de politiediensten een bijzonder doelwit van terroristen zijn. In Frankrijk werden politieagenten in hun woning gedood, wat aantoont dat politiemensen niet alleen op hun werkplek bedreigd worden.

In de huidige veiligheidscontext is het dus noodzakelijk dat de politiemensen hun veiligheid en die van hun omgeving op efficiënte wijze kunnen verzekeren.

Die context vereist bovendien te allen tijde een verhoogde waakzaamheid vanwege de politiediensten. Wanneer er zich dramatische gebeurtenissen zoals die van 22 maart 2016 voordoen, moet de volledige politiecapaciteit snel kunnen worden ingezet op een doelmatige en doeltreffende wijze.

Er wordt hierboven inderdaad de nadruk gelegd op deze context, doch enerzijds dient te worden opgemerkt dat het gevaar van het politiewerk zich niet beperkt tot deze situaties en anderzijds zijn er nog andere fenomenen die tevens de mogelijkheid tot verhoogde en permanente politionele reactie vereisen. Bijgevolg slaat de term "bovenlokale fenomenen" niet enkel op een terroristische dreiging.

Reeds op heden zijn een deel van de individuele machtigingen, uitgereikt door de politionele overheden, toegestaan met het oog op het tegemoet komen aan bedreigingen waaronder de politiemensen lijden ten gevolge van hun hoedanigheid van lid van de politie of omwille van handelingen die zij gesteld hebben tijdens de uitoefening van hun functie, dit terwijl deze bedreigingen los staan van de strijd tegen het terrorisme.

Hoe dan ook zal het fenomeen dat aanleiding zou geven tot de ministeriële machtiging van een zekere zwaarwichtigheid moeten zijn, zoals ook het geval is bij de machtigingen verleend door de politionele overheden, te weten een reële dreiging voor de fysieke integriteit of het leven van de personen of voor de openbare veiligheid.

In tegenstelling tot hetgeen de Raad van State zegt in zijn advies nr. 60.860/2, lijkt het ons dus niet aangewezen om een preciezere definitie te geven aan het begrip "bovenlokale fenomenen" en al zeker niet om de voorziene fenomenen op te sommen. Naast het feit dat het niet mogelijk is om toekomstige gebeurtenissen te voorspellen, noch de evolutie van de criminaliteit en de veiligheidscontext, brengt dergelijke werkwijze het risico met zich mee dat bepaalde fenomenen, die dergelijke maatregel wel zouden kunnen rechtvaardigen, zouden worden uitgesloten van de toepassing van huidig koninklijk besluit.

Het bovenlokale karakter van de bedoelde fenomenen vloeit voort uit de bedoeling van de minister van Binnenlandse Zaken om zich niet te mengen in het beheer van zuiver lokale veiligheidsfenomenen, noch in de verantwoordelijkheden van de politionele overheden voor wat betreft de bescherming van hun personeelsleden.

Indien evenwel eenzelfde dreiging bestaat voor het geheel van de Belgische politiemensen, dan wel voor de politiemensen van eenzelfde provincie of eenzelfde arrondissement of zelfs van eenzelfde dienst (speciale eenheden, federale gerechtelijke politie,...), dan is het noodzakelijk dat dezelfde veiligheidsmaatregelen genomen worden voor het geheel van de bedreigde politiemensen. De ministeriële tussenkomst hierbij garandeert de uniformiteit.

Bovendien, indien een bedreiging voor de openbare veiligheid een bovenlokaal karakter verkrijgt, dan is de minister van Binnenlandse Zaken, in zijn hoedanigheid van overheid van bestuurlijke politie, gehouden om de passende maatregelen te nemen teneinde een adequate en efficiënte politionele reactie te voorzien.

In zijn advies nr. 60.860/2 haalt de Raad van State enkele bezorgdheden aan betreffende de verzoenbaarheid van de ministeriële machtiging met de beslissingen die inzake genomen zijn door de politionele overheden (CG, DG en korpschefs), en, desgevallend, wat er dient te gebeuren in geval van een eventuele tegenstrijdigheid tussen deze verschillende beslissingen.

Vooreerst dient te worden benadrukt dat de ministeriële machtiging niet kan ingaan tegen een door de politionele overheid genomen beslissing tot ontneming van de bewapening van één van zijn personeelsleden, dit als veiligheidsmaatregel, ordemaatregel of wegens een gebrek aan opleiding of training.

De ministeriële machtiging is dan ook enkel van toepassing op de personeelsleden die niet het voorwerp uitmaken van een maatregel van ontneming van wapen.

Bij de personeelsleden die reeds genieten van een machtiging om hun reglementaire bewapening buiten de diensturen te bezitten, te dragen en te vervoeren, zal de ministeriële machtiging voorrang hebben in zoverre deze laatste voor het dragen een algemenere draagwijdte heeft (bijvoorbeeld het voorhanden hebben, dragen en vervoeren buiten de woon-werkverplaatsing), dan wel zal de ministeriële machtiging het overnemen nadat de individuele machtiging is komen te vervallen.

Ten slotte, voor wat betreft de personeelsleden wiens verzoek tot machtiging werd geweigerd door hun politionele overheid : - ofwel stemmen de weigeringsgronden overeen met de mogelijke motivering voor het nemen van een maatregel van ontneming, waardoor het toekomt aan de betrokken politionele overheid om dergelijke maatregel te nemen; in dat geval zal de maatregel van ontneming voorrang hebben op de ministeriële machtiging; - ofwel zijn de redenen die het personeelslid heeft aangebracht ter ondersteuning van zijn verzoek tot machtiging volslagen vreemd aan het fenomeen dat de ministeriële machtiging rechtvaardigt, waardoor er geen tegenstrijdigheid is tussen de weigering van de politionele overheid en de ministeriële machtiging, aangezien beide beslissingen twee verschillende situaties betreffen; - ofwel zijn de redenen die het personeelslid heeft aangebracht ter ondersteuning van zijn verzoek tot machtiging dezelfde als deze die de ministeriële machtiging rechtvaardigen, waardoor de meerwaarde van huidig koninklijk besluit wordt aangetoond, aangezien deze juist tot doel heeft ervoor te zorgen dat het geheel van de personeelsleden die onderworpen zijn aan eenzelfde dreiging dezelfde bescherming kunnen genieten.

De Raad van State meent tevens dat de bijzondere richtlijnen die het voorhanden hebben, het dragen en het vervoeren van de bewapening buiten de diensturen moeten regelen, zouden moeten gespecifieerd worden in het dispositief van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie (hierna genoemd "KB Bewapening"). Wij delen evenwel niet de mening van de Raad van State.

Het toelaten aan de minister, als uitreikende overheid, om zelf en aangepast aan de omstandigheden - rekening houdende met de specifieke kenmerken van het fenomeen dat aanleiding heeft gegeven tot de maatregel - de modaliteiten terzake te bepalen doet geen afbreuk aan het reeds bestaande systeem dat van toepassing is op de machtigingen uitgereikt door de politionele overheden op grond van de artikelen 13 en 14 van het KB Bewapening. Inderdaad, de omzendbrief GPI 62 van 14 februari 2008 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus heeft reeds enkele algemene richtlijnen met betrekking tot de veiligheidsmaatregelen voor wapens. De bijzondere richtlijnen betreffende het voorhanden hebben, dragen en vervoeren buiten de diensturen worden echter steeds bepaald door de uitreikende politionele overheid in de machtiging zelf.

Bovendien wordt de minister van Binnenlandse Zaken reeds belast met het bepalen van de modaliteiten voor het voorhanden hebben, het dragen en het vervoeren van de reglementaire bewapening van de politiediensten, dit in zowel het KB Bewapening als in het koninklijk besluit van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2002 pub. 29/06/2002 numac 2002009610 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht sluiten betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht.

We benadrukken dat het hier slechts een machtiging betreft en geen verplichting voor de personeelsleden om hun bewapening voorhanden te hebben, te dragen en te vervoeren buiten hun geplande diensturen.

Hoewel de Raad van State meent dat dit niet duidelijk zou blijken uit de tekst van het koninklijk besluit, lijkt het ons dat de term "machtiging", die expliciet en ondubbelzinnig is, voldoende is teneinde elke twijfel te vermijden.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

ADVIES 60.860/2 VAN 15 FEBRUARI 2017 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 JUNI 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten BETREFFENDE DE BEWAPENING VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE, GESTRUCTUREERD OP TWEE NIVEAUS, ALSOOK DE BEWAPENING VAN DE LEDEN VAN DE DIENSTEN ENQUETES BIJ DE VASTE COMITES P EN I EN VAN HET PERSONEEL VAN DE ALGEMENE INSPECTIE VAN DE FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE' Op 17 januari 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Regie der gebouwen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 15 februari 2017.

De kamer was samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, kamervoorzitter, Luc DETROUX en Wanda VOGEL, staatsraden, en Anne- Catherine VAN GEERSDAELE, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Véronique SCHMITZ, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wanda VOGEL. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 15 februari 2017.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Algemene opmerking Artikel 1 van het ontwerp strekt ertoe in het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten `betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie' een artikel 14bis in te voegen.

Zoals de ontworpen tekst gesteld is, doet hij de volgende vragen rijzen. 1° Wat de ministeriële machtiging betreft die gegeven kan worden "onverminderd andersluidende gemotiveerde individuele beslissingen getroffen door de ambtenaren bedoeld in artikel 16" De vraag rijst of die "op eenvormige wijze" gegeven ministeriële machtiging verenigbaar is met de beslissingen genomen met toepassing van artikel 13, eerste en tweede lid (de machtiging om de individuele bewapening buiten de dienst te dragen), en artikel 14, tweede zin (de uit bijzondere richtlijnen voortvloeiende machtiging om de individuele bewapening te dragen tijdens het traject van huis naar de plaats van tewerkstelling en vice versa), van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten, aangezien die beslissingen respectievelijk voorzien in "een geldigheidsperiode [en] praktische modaliteiten" of in "bijzondere richtlijnen" die zouden kunnen verschillen van de "bijzondere richtlijnen" uitgevaardigd door de minister met toepassing van het ontworpen artikel 14bis. Volgens de gemachtigde ambtenaar moeten de verschillende modaliteiten en bijzondere richtlijnen naast elkaar bestaan.

Uit de ontworpen tekst blijkt niet duidelijk genoeg dat hij in die zin geïnterpreteerd zou moeten worden.

Bovendien staat het aan de steller van het ontwerp om daarin te bepalen welke bijzondere richtlijnen op de betrokken personeelsleden van toepassing zijn, wanneer zij op basis van het ontworpen artikel 14bis gemachtigd worden om hun individuele bewapening buiten de dienst te dragen.

De ontworpen tekst moet op dat punt aangevuld worden.

In verband met de individuele beslissingen genomen met toepassing van artikel 16, wordt verwezen naar de opmerking die hierna, onder 4°, gemaakt wordt over het feit dat de ministeriële machtiging "bij voorrang" gegeven wordt. 2° Wat het begrip "bovenlokale fenomenen" betreft Het begrip "bovenlokale fenomenen" wordt niet gedefinieerd in de ontworpen tekst, wat ertoe zal leiden dat het ontwerp een ruime strekking zal kunnen hebben, aangezien heel wat "fenomenen" niet lokaal van aard zijn. Men kan zich afvragen of het nodig is om een dergelijke machtiging tot het dragen van de individuele bewapening buiten de dienst te geven voor alle soorten bovenlokale fenomenen en of men er niet beter aan zou doen in de ontworpen tekst een typering van die fenomenen te geven, gelet op het feit dat afgeweken wordt van het principieel verbod dat vervat is in artikel 14, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten. Daarbij moet de steller van het ontwerp erop toezien dat de aldus beschreven "fenomenen" ernstig genoeg zijn opdat afgeweken kan worden van artikel 13, eerste lid, van het koninklijk besluit dat, aangezien het steunt op een regeling van tijdelijke individuele machtiging door de meerdere van het betrokken personeelslid, aangepast lijkt te zijn aan het feit dat rekening gehouden moet worden met de specifieke omstandigheden die aan de basis liggen van een dergelijke machtiging en aan het feit dat degene die de machtiging verleent de begunstigde van de machtiging goed moet kennen. 3° Wat het feit betreft dat de ministeriële machtiging "op eenvormige wijze" gegeven wordt, maar betrekking heeft op "het geheel" of "een deel van de personeelsleden van de geïntegreerde politie" Naar aanleiding van een vraag over die mogelijke tegenstrijdigheid heeft de gemachtigde ambtenaar uitgelegd dat "op eenvormige wijze" aldus begrepen dient te worden dat de machtiging bijvoorbeeld geldt voor het voltallige personeel of voor een deel van het personeel op een welbepaald grondgebied, zoals het grondgebied van een stad of een gemeente. Een precisering in die zin moet in de ontworpen tekst opgenomen worden. 4° Wat het feit betreft dat de ministeriële machtiging "bij voorrang" gegeven wordt De vraag rijst of die ministeriële machtiging verenigbaar is met de individuele weigeringsbeslissingen genomen op basis van artikel 13, eerste en tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten. Naar aanleiding van een vraag over de betekenis van "bij voorrang" heeft de gemachtigde ambtenaar uitgelegd dat de ministeriële machtiging, in zoverre zij een algemene machtiging is, opweegt tegen eventuele negatieve individuele beslissingen die genomen zouden zijn op basis van artikel 13 van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten.

De ontworpen tekst moet in die zin duidelijker gesteld worden.

De gemachtigde ambtenaar heeft daarentegen bevestigd dat de individuele beslissingen tot ontneming van de bewapening bij wijze van veiligheidsmaatregel genomen op basis van artikel 16 van hetzelfde besluit, van toepassing blijven, zelfs wanneer de minister een machtiging verleent op basis van het ontworpen artikel 14bis.

Teneinde die bedoeling beter weer te geven, kan het begin van de bepaling als volgt gesteld worden mede gelet op het feit dat niet herinnerd behoort te worden aan de verplichting tot uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen : "Onverminderd de beslissingen tot ontneming genomen krachtens artikel 16,". 5° Over de vraag of de ministeriële machtiging voor de betrokken personeelsleden de verplichting inhoudt om hun individuele bewapening te dragen Op die vraag heeft de gemachtigde ambtenaar ontkennend geantwoord en zij heeft eraan toegevoegd dat het om een machtiging gaat en niet om een verplichting. Ze heeft gepreciseerd dat het onderscheid aldus begrepen dient te worden dat de machtiging verleend wordt op initiatief van het personeelslid op basis van artikel 13 van het gewijzigde koninklijk besluit, op initiatief van de korpschef, de commissaris-generaal of de directeur-generaal op basis van artikel 14, tweede zin, en ten slotte op initiatief van de minister op basis van het ontworpen artikel 14bis.

Het besluit is dan ook dat het aan de steller van de tekst staat om artikel 1 ervan (ontworpen artikel 14bis) te herzien.

Gelet op de strekking van het ontwerp en het groot aantal in het vooruitzicht gestelde machtigingen, zou de bevoegdheid ter zake hoe dan ook door de Koning uitgeoefend moeten worden in plaats van door de minister van Binnenlandse Zaken alleen.

Bovendien zouden die aangelegenheden behandeld moeten worden in een verslag aan de Koning.

De griffier, A-C. VAN GEERSDAELE. De voorzitter, P. VANDERNOOT

9 APRIL 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de diensten enquêtes bij de vaste comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 141, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie;

Gelet op het advies van de Minister van Justitie van 16 augustus 2016;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 395/1 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 28 september 2016;

Overwegende dat het advies van de Raad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn is gegeven en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op advies nr. 60.860/2 van de Raad van State, gegeven op 15 februari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, artikel 27;

Overwegende het koninklijk besluit van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2002 pub. 29/06/2002 numac 2002009610 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht sluiten betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht, de artikelen 1 en 2;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie wordt een artikel 14bis ingevoegd, luidende : "

Art. 14bis.Onverminderd andersluidende gemotiveerde individuele beslissingen getroffen door de ambtenaren bedoeld in artikel 16, kan de Minister, bij bovenlokale fenomenen, de machtiging bedoeld in artikel 13, eerste en tweede lid, en de bijzondere richtlijnen bedoeld in artikel 14 op éénvormige wijze en bij voorrang geven en uitvaardigen voor het geheel of een deel van de personeelsleden van de geïntegreerde politie.".

Art. 2.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 april 2017.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^