gepubliceerd op 22 mei 2014
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 2006 betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat
8 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/2006 pub. 08/12/2006 numac 2006009988 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat sluiten betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/2006 pub. 08/12/2006 numac 2006009988 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat sluiten betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 1 april 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Ambtenarenzaken, gegeven op 28 maart 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 28 mars 2014;
Gelet op het protocol nr. 416 van het Sectorcomité III - Justitie, gesloten op 8 april 2014;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat een nieuwe administrateur-generaal en een nieuwe adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat werden aangewezen door de Koning op 31 maart 2014;
Dat het noodzakelijk is dat de procedure voor de aanwijzing van de stafdirecteur spoedig wordt doorgevoerd zodanig dat de nieuwe administrateurs-generaal van de Veiligheid van de Staat hun functies zouden kunnen opnemen, bijgestaan door met name een stafdirecteur die ze ontlast van administratieve taken;
Gezien de bijzondere aard van deze overheidsdienst, is het van belang dat er zo snel mogelijk wordt voorzien in de nodige versterking inzake omkadering teneinde de wettelijke opdrachten van de Veiligheid van de Staat en de overheveling van de dienst Protectie naar de Federale politie naar behoren te kunnen uitvoeren;
Dat het bijgevolg noodzakelijk is om de selectieprocedure voor de stafdirecteur op zeer korte termijn te kunnen opstarten;
Gelet op het advies 56.039/2 van de Raad van State, gegeven op 16 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, van de Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Begroting, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 5 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/2006 pub. 08/12/2006 numac 2006009988 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat sluiten betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord "en" tussen "de directeur van de analyse" en "de directeur van de operaties" vervangen door ",";2° de eerste zin van het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "en de stafdirecteur";
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een Titel IIbis ingevoegd, met als opschrift "De directeur en de stafdienst".
Art. 3.In hetzelfde besluit worden de artikelen 4bis tot 4sexies ingevoegd, luidende : "
Art. 4bis.Binnen de Veiligheid van de Staat wordt een stafdienst opgericht, die de administratieve diensten, personeel en organisatie alsook het juridisch en financieel beheer omvat.
De stafdienst wordt geleid door een stafdirecteur, die onder het functionele gezag van de administrateur-generaal valt.
Art. 4ter.De procedure voor de selectie en aanwijzing van de stafdirecteur is mutatis mutandis omschreven in de artikelen 10 tot 12 van dit besluit.
De bepalingen van de artikelen 15 tot 17 en 19 van dit besluit zijn eveneens mutatis mutandis van toepassing op de stafdirecteur.
Art. 4quater.Iedere kandidaat die als stafdirecteur wenst te worden aangewezen, moet aan volgende voorwaarden voor aanwijzing voldoen : 1° vast benoemd zijn in niveau A bij de federale administratieve openbare ambt;2° zich in een toestand van dienstactiviteit bevinden;3° titularis zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau zeer geheim, toegekend overeenkomstig de voorwaarden en de procedures van de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen;4° een nuttige ervaring van minstens 10 jaar bij de diensten van de federale openbare ambt aantonen; De bedoelde voorwaarden moeten vervuld zijn ten laatste op de datum van indiensttreding.
Art. 4quinquies.1 - De stafdirecteur wordt aangewezen voor een mandaat van vijf jaar dat hernieuwbaar is. 2- De stafdirecteur wordt tijdens zijn mandaat jaarlijks geëvalueerd.
De eerste viercycli worden met een tussentijdse evaluatie afgesloten.
De laatste cyclus eindigt zes maanden vóór het verstrijken van het mandaat en wordt met een eindevaluatie afgesloten. 3- De evaluatie handelt over de persoonlijke bijdrage van de houder van de functie aan de verwezenlijking van de doelstellingen bepaald in het strategisch plan en de actieplannen bedoeld in artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 5 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/2006 pub. 08/12/2006 numac 2006009988 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat sluiten betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat.
In voorkomend geval wordt geen rekening gehouden met de doelstellingen waarvan het niet bereiken geenszins aan de geëvalueerde kan worden toegeschreven. In ieder geval houdt de evaluatie van de eigen bijdrage van de geëvalueerd rekening met wat redelijkerwijze van hem kan worden verwacht.
Hij wordt bovendien geëvalueerd op de wijze waarop hij zijn gebeurlijke taak van evaluator heeft vervuld. 4- De evaluatie wordt uitgevoerd door de administrateur-generaal. Na afloop van het evaluatiegesprek stelt de administrateur-generaal een evaluatieverslag op en formuleert een evaluatie vermelding.
Het evaluatieverslag wordt binnen dertig dagen na het evaluatiegesprek tegen ontvangstbewijs bezorgd aan betrokkene. 5- § 1. Elke evaluatie wordt afgesloten met één van de volgende vermeldingen : "uitstekend", "voldoet aan de verwachtingen", "te ontwikkelen", of "onvoldoende".
Er wordt geen rekening gehouden met de doelstellingen waarvan het niet bereiken geenszins afhing van de verantwoordelijkheid van de geëvalueerde. § 2. De evaluatie wordt besloten met de vermelding "onvoldoende" wanneer uit de evaluatie blijkt dat het functioneren van de stafdirecteur onder het verwachte niveau ligt en/of dat de doelstellingen bedoeld in artikel 4quinquies, 3-, niet bereikt werden en/of dat de wijze waarop deze doelstellingen bereikt werden niet optimaal was en/of dat de betrokkene slechts een kleine persoonlijke bijdrage heeft geleverd tot de verwezenlijking van deze doelstellingen.
De evaluatie wordt besloten met de vermelding "te ontwikkelen" als eruit blijkt dat het functioneren van de van de stafdirecteur enigszins onder het verwachte niveau ligt en/of de doelstellingen bepaald in het artikel 4quinquies, 3-, slechts gedeeltelijk zijn verwezenlijkt en/of de wijze waarop de doelstellingen bereikt werden en de persoonlijke bijdrage van de geëvalueerde aan het behalen van de doelstellingen niet volkomen toereikend zijn geweest.
De evaluatie wordt besloten met de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" als eruit blijkt dat de meeste doelstellingen bepaald in het artikel 4quinquies, 3-, werden verwezenlijkt en dat de wijze waarop de doelstellingen bereikt werden alsook de persoonlijke bijdrage van de geëvalueerde aan het behalen van de doelstellingen toereikend zijn geweest.
De evaluatie wordt besloten met de vermelding "uitstekend" als eruit blijkt dat alle doelstellingen bepaald in het artikel 4quinquies, 3-, werden verwezenlijkt en dat sommige overtroffen werden, dat de wijze waarop de doelstellingen bereikt werden optimaal is geweest en dat bovendien de persoonlijke bijdrage van de houder van de functie de verwachtingen heeft overtroffen. 6- Het evaluatiedossier bestaat uit de volgende elementen : 1° een identificatiefiche met de persoonlijke gegevens en het aanstellingsbesluit;2° de functiebeschrijving;3° het strategisch plan en het (de) actieplan(nen) evenals, desgevallend, de opeenvolgende aanpassingen die hieraan werden aangebracht;4° in voorkomend geval, ieder ander document dat inzicht verschaft in de aanpassingen, de afspraken en de schikkingen;5° de evaluatieverslagen;6° eventueel dossier van het ingestelde beroep. De betrokkene kan in zijn evaluatiedossier documenten laten toevoegen en mag zijn evaluatiedossier raadplegen.
De evaluatiedossiers worden bewaard door de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat. 7- § 1. De stafdirecteur wiens tussentijdse evaluatie resulteert in de vermelding "onvoldoende" of wiens eindevaluatie niet resulteert in de vermelding "uitstekend" kan, per aangetekende brief, beroep aantekenen, bij de Minister van Justitie, binnen vijftien dagen na de betekening van het evaluatieverslag.
Het beroepsorgaan is de Minister van Justitie. § 2. Het beroep werkt schorsend. In dat geval wordt het mandaat verlengd tot het einde van de beroepsprocedure zoals beschreven in dit artikel. § 3. De stafdirecteur wordt opgeroepen, uiterlijk zeven dagen voor de hoorzitting, ten einde zijn verweermiddelen uiteen te zetten. Hij dient persoonlijk te verschijnen. Hij mag zich laten bijstaan door een persoon naar keuze.
Indien de stafdirecteur, ofschoon behoorlijk opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt, doet het beroepsorgaan uitspraak op grond van de stukken van het dossier. Hetzelfde geldt zodra de zaak van de tweede maal ter hoorzitting komt, zelfs indien de stafdirecteur een geldige reden kan aanvoeren.
Het beroepsorgaan hoort iedereen en verzamelt alle nodige gegevens opdat het met volle kennis van zaken zich kan uitspreken. § 4. Het beroepsorgaan brengt zijn advies uit binnen de maand na het indienen van het beroep en brengt de stafdirecteur zo snel mogelijk op de hoogte van zijn beslissing. 8 - § 1. Als de eindevaluatie bedoeld in artikel 4quinquies - 2, afgesloten wordt met de vermelding "uitstekend" of "voldoet aan de verwachtingen", wordt het mandaat van de stafdirecteur hernieuwd voor een periode van vijf jaar. § 2. Wanneer de evaluatie, bedoeld in artikel 4quinquies - 2, leidt tot een vermelding "te ontwikkelen", dan wordt het mandaat niet automatisch hernieuwd en wordt een nieuwe selectieprocedure opgestart. § 3. Wanneer de evaluatie, bedoeld in artikel 4quinquies - 2, leidt tot een vermelding "onvoldoende", eindigt het mandaat van de stafdirecteur op de eerste dag van de maand na die waarin de vermelding werd toegekend en de uittredende titularis van de functie mag niet opnieuw zijn kandidatuur stellen.
Art. 4sexies.Tijdens de duur van de aanwijzing als stafdirecteur wordt de mandaathouder ingeschaald in de laatste weddeschaal van klasse A5 verbonden aan de functie van afdelingscommissaris van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat.
Na afloop van de aanwijzingsperiode wordt de mandaathouder opnieuw beschikbaar gesteld ten aanzien van zijn vroegere dienst. Hij ontvangt het loon dat is verbonden aan de laatste functie waarin hij werd benoemd en geniet aldus de bevorderingen en voordelen die zijn verbonden aan die functie alsof hij jaarlijks de evaluatievermelding "voldoet aan de verwachtingen" zou hebben behaald.
Art. 4.De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 mei 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Begroting, O. CHASTEL