8 JULI 1999. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van een forfaitaire toelage toegekend aan sommige personeelsleden van de rijkswacht die ingezet zijn in het veiligheidsdetachement van de nationale luchthaven

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

Gelet op de wet van 19 december 1980 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het protocol nr. 6 van 21 juni 1999 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 november 1998;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 20 april 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 20 april 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat huidig ontwerp in de lijn ligt van de krachtlijnen van het asielbeleid in België zoals uiteengezet in een nota voorgelegd aan en goedgekeurd door de Ministerraad op 4 en 9 oktober 1998;

Overwegende dat alles in het werk moet worden gesteld om de in deze materie genomen beslissingen binnen de kortste termijnen te concretiseren en aldus een effectieve uitvoering aan de toen vastgelegde politiek te geven;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, 1° moet onder de woorden "buiten het grondgebied van het Rijk" eveneens worden verstaan, de luchtvaartuigen, zelfs Belgische, die aan de grond gezet zijn op buitenlands grondgebied;2° moet onder het woord "pre-inschepingsinspectie" worden verstaan, de controle van de documenten die noodzakelijk zijn voor de toegang tot en het verblijf op het Belgisch grondgebied en die wordt uitgevoerd bij de inscheping, buiten het grondgebied van het Rijk, van een vreemdeling aan boord van een luchtvaartuig met bestemming België;3° moet onder het woord "escorteringsopdracht" worden verstaan, de begeleiding van een te verwijderen vreemdeling aan boord van een vliegtuig met als bestemming een vreemde Staat.De opdracht vangt aan op het ogenblik dat de deuren van het vliegtuig gesloten zijn en eindigt op het ogenblik dat de vreemdeling het vliegtuig verlaat of aan de lokale immigratiedienst van de vreemde Staat wordt overgedragen.

Art. 2.Dit besluit is toepasselijk op de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht die in het veiligheidsdetachement van de nationale luchthaven worden belast : - hetzij met de uitvoering van pre-inschepingsinspecties buiten het grondgebied van het Rijk; - hetzij met de uitvoering van escorteringsopdrachten.

Art. 3.Aan de personeelsleden bedoeld in artikel 2, wordt per dag een toelage toegekend, waarvan het eenheidsbedrag wordt vastgesteld op 600 frank.

De toelage is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 en wordt aangepast aan de schommelingen van dit indexcijfer overeenkomstig de regels bepaald bij de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald.

Art. 4.§ 1. Aan de personeelsleden die pre-inschepingsinspecties uitvoeren, wordt de in artikel 3 bedoelde toelage toegekend voor elke dag gedurende dewelke zij dergelijke inspecties uitvoeren, ongeacht het aantal uitgevoerde inspecties.

Voor sommige bestemmingen die hij bepaalt, kan de Minister van Binnenlandse Zaken voor de in het eerste lid bedoelde personeelsleden de toelage geheel of gedeeltelijk uitbreiden tot de dagen waarop ze op het buitenlandse grondgebied verblijven. § 2. Aan de personeelsleden die escorteringsopdrachten uitvoeren, wordt de in artikel 3 bedoelde toelage toegekend voor elke dag gedurende dewelke zij één of meer van deze opdrachten uitvoeren.

Voor sommige bestemmingen die hij bepaalt, kan de Minister van Binnenlandse Zaken voor de in het eerste lid bedoelde personeelsleden de toelage geheel of gedeeltelijk uitbreiden tot de dagen waarop zij op het grondgebied van het land van bestemming van de vreemdeling verblijven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8. juli 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE