Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 oktober 2013
gepubliceerd op 24 oktober 2013

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme voor de handelaren in diamant geregistreerd onder toepassing van artikel 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2013011538
pub.
24/10/2013
prom.
07/10/2013
ELI
eli/besluit/2013/10/07/2013011538/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme voor de handelaren in diamant geregistreerd onder toepassing van artikel 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 02/08/2002 pub. 29/08/2002 numac 2002003381 bron ministerie van financien Programmawet sluiten


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, artikel 38, § 1, ingevoegd bij de wet van 18 januari 2010;

Gelet op het advies van de Interministeriële Economische Commissie, gegeven op 27 mei 2013;

Op de voordracht van de Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme voor de handelaren in diamant geregistreerd onder toepassing van artikel 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 02/08/2002 pub. 29/08/2002 numac 2002003381 bron ministerie van financien Programmawet sluiten, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 22 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/10/2006 pub. 06/11/2006 numac 2006011448 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme voor de handelaren in diamant, die geregistreerd zijn bij toepassing van artikel 169, § 3 van de programmawet van 2 augustus 2002 sluiten tot goedkeuring van het reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme voor de handelaren in diamant, die geregistreerd zijn bij toepassing van artikel 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 02/08/2002 pub. 29/08/2002 numac 2002003381 bron ministerie van financien Programmawet sluiten, wordt opgeheven.

Art. 3.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 oktober 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE

Bijlage Reglement van 7 oktober 2013 (hierna als het « reglement ») genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (hierna genoemd « wet ») voor de diamanthandelaren geregistreerd onder toepassing van art. 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 02/08/2002 pub. 29/08/2002 numac 2002003381 bron ministerie van financien Programmawet sluiten INLEIDING De geregistreerde diamanthandelaren (zoals hieronder gedefinieerd) maken gebruik van dit reglement, zoals goedgekeurd door het koninklijk besluit van 7 oktober 2013 (hierna genoemd het KB'), en genomen in uitvoering van de wet, om als dusdanig in overeenstemming te zijn met de bepalingen van de wet.

De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie geeft er de voorkeur aan om de tekst en inhoud van dit reglement te beperken tot de essentie die van belang is voor de toepassing van de wet door de geregistreerde diamanthandelaren.

Naast haar reglementaire bevoegdheid, dient de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie doeltreffende mechanismen in te stellen ter controle van de naleving door de diamanthandelaren van de verplichtingen van hoofdstuk II van de wet en de meldingsplicht (alsook de verplichtingen opgelegd door de reglementen, koninklijke besluiten en andere maatregelen genomen ter uitvoering van de wet) (art. 39 van de wet).

De wijze waarop deze controles georganiseerd worden behoort tot de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

Onder voorbehoud van de bijzondere overgangsbepalingen van artikel 44 van de wet zijn de bepalingen van dit reglement mutatis mutandis van toepassing op de zakenrelaties die reeds bestonden op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet, met name op 5 februari 2010. HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.- Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° « Antwerp World Diamond Centre private stichting (afgekort AWDC) » : de stichting heeft tot doel de bevordering, promotie, belangenvertegenwoordiging en ondersteuning van de diamanthandel en diamantnijverheid in België en in de Antwerpse regio in het bijzonder, alsmede de bevordering van de internationale uitstraling van Antwerpen als wereldcentrum van de diamant en van edelstenen.AWDC ondersteunt tevens de diamanthandelaars bij het naleven van hun anti-witwasverplichtingen; 2° « Cel voor Financiële Informatieverwerking (afgekort CFI) » : de administratieve autoriteit met rechtspersoonlijkheid bekleed, belast met het verwerken en verstrekken van informatie met het oog op de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme zoals bepaald in artikel 22, § 1, van de wet; 3° « dienst Vergunningen » : de dienst van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie die belast is met het toezicht zoals bedoeld in artikel 169, § 1, van de programmawet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 02/08/2002 pub. 29/08/2002 numac 2002003381 bron ministerie van financien Programmawet sluiten; 4° « diamanthandelaar » : een diamanthandelaar die geregistreerd is bij de Dienst Vergunningen van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie in uitvoering van artikel 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 02/08/2002 pub. 29/08/2002 numac 2002003381 bron ministerie van financien Programmawet sluiten en het koninklijk besluit van 30 april 2004 houdendemaatregelen betreffende het toezicht op de diamantsector en dus in het bezit van een registratienummer. De geregistreerde diamanthandelaars kunnen geraadpleegd worden via www.registereddiamondcompanies.be of via een opzoeking op de website van de Kruispuntbank van Ondernemingen (http://economie.fgov.be) waar meer uitgebreide informatie terug te vinden is; 5° de « anti-witwasverantwoordelijke » : de persoon die verantwoordelijk is voor de toepassing van de wet en van dit reglement en overeenkomstig artikel 15 van dit reglement daartoe aangeduid is;6° « witwassen van geld » : - de omzetting of overdracht van geld of activa met de bedoeling de illegale herkomst ervan te verbergen of te verdoezelen of een persoon die betrokken is bij een misdrijf waaruit dit geld of deze activa voortkomen, te helpen ontkomen aan de rechtsgevolgen van zijn daden; - het verhelen of verhullen van de aard, oorsprong, vindplaats, vervreemding, verplaatsing of eigendom van geld of activa waarvan men de illegale herkomst kent; - de verwerving, het bezit of het gebruik van geld of activa waarvan men de illegale herkomst kent; - de deelneming aan, de medeplichtigheid tot, de poging tot, de hulp aan, het aanzetten tot, het vergemakkelijken van of het geven van raad betreffende een van de in de drie voorgaande punten bedoelde daden zoals bepaald in artikel 5, § 1, van de wet.; 7° « illegale herkomst » : wanneer geld of activa voortkomen uit;1. een misdrijf dat in verband staat met; - terrorisme of de financiering van terrorisme; - georganiseerde misdaad; - illegale drughandel; - illegale handel in wapens, goederen en koopwaren met inbegrip van antipersoonsmijnen en/of submunitie; - handel in clandestiene werkkrachten; - mensenhandel; - exploitatie van de prostitutie; - illegaal gebruik bij dieren van stoffen met hormonale werking of illegale handel in dergelijke stoffen; - illegale handel in menselijke organen of weefsels; - fraude ten nadele van de financiële belangen van de Europese Unie; - ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd; - verduistering door personen die een openbare functie uitoefenen en corruptie; - ernstige milieucriminaliteit; - namaak van muntstukken of bankbiljetten; - namaak van goederen; - zeeroverij; 2. een beursmisdrijf, het onwettig openbaar aantrekken van spaargelden of het verlenen van beleggingsdiensten, diensten van valutahandel of van geldoverdracht zonder vergunning;3. een oplichting, een misbruik van vertrouwen, een misbruik van vennootschapsgoederen, een gijzeling, een diefstal of afpersing, of een misdrijf dat verband houdt met de staat van faillissement.8° « financiering van terrorisme » : de verstrekking of verzameling van fondsen, op welke wijze ook rechtstreeks of onrechtstreeks, met de bedoeling of wetende dat deze geheel of gedeeltelijk zullen worden gebruikt door een terrorist of een terroristische organisatie of voor het plegen van één of meerdere terroristische daden zoals bepaald in artikel 5, § 2, van de wet;9° « zakenrelatie » : een zakenrelatie wordt aangeknoopt wanneer een cliënt zich geregeld en herhaaldelijk tot eenzelfde handelaar in diamant wendt voor het uitvoeren van een aantal afzonderlijke en opeenvolgende handelstransacties en de daaruit voortvloeiende financiële transacties zoals bepaald in artikel 7, § 1, eerste lid, 1°, van de wet;10° « occasionele verrichting » : het afsluiten van een éénmalige handelstransactie met een toevallige cliënt zoals bepaald in artikel 7, § 1, eerste lid, 2°, van de wet;11° « atypische verrichting » : een verrichting die bijzonder vatbaar is voor het witwassen van geld of voor de financiering van terrorisme in de zin van artikel 14, § 1, tweede lid, van de wet, met name wegens de aard of het ongebruikelijk karakter gelet op de activiteiten van de cliënt of omdat zij niet lijkt te stroken met de kennis die de diamanthandelaar heeft van haar cliënt, diens beroepswerkzaamheden en risicoprofiel, en, zo nodig, van de herkomst van het geld;12° « derde zaakaanbrenger » : een kredietinstelling, een financiële instelling, een bedrijfsrevisor, een externe accountant, een extern belastingconsulent, een erkend boekhouder, een erkend boekhouder-fiscalist, een notaris of een andere onafhankelijke beoefenaar van juridische beroepen beantwoordend aan de voorwaarden van artikel 10, § 1, 1° of 2°, van de wet;13° « lasthebber » : diegene die, in welke hoedanigheid ook, door de cliënt gevolmachtigd is om in diens naam op te treden;het is m.a.w. de vertegenwoordiger van de cliënt waarmee men concreet handelt; 14° « politiek prominente personen » : natuurlijke personen die in het buitenland wonen en die een prominente functie bekleden of hebben bekleed in het buitenland en hun directe familieleden of naaste geassocieerden zoals bepaald in artikel 12, § 3, van de wet;15° « trust » : een trust die is opgericht ingevolge een duidelijk geformuleerde, doorgaans op schrift gestelde (« express trust ») wilsuiting van zijn oprichter(s), met uitzondering van een trust die ingevolge de wet is opgericht zonder uitdrukkelijke wilsuiting van een oprichter;16° « uiteindelijke begunstigde » : de natuurlijke persoon (of personen) die de uiteindelijke eigenaar is (zijn) of de controle heeft (hebben) over de cliënt (bv.de aandeelhouder(s)) of voor wiens rekening een transactie of activiteit wordt verricht of voor wie de cliënt een zakenrelatie wenst aan te knopen of een verrichting wenst uit te voeren zoals bepaald in artikel 8, § 1, van de wet. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Artikel 2.- Toepassingsgebied § 1. De bepalingen van dit reglement zijn van toepassing op diamanthandelaren. § 2. Overeenkomstig artikel 6 van de wet verlenen de diamanthandelaren hun volledige medewerking aan de toepassing van de wet. Zij zetten hiertoe alle nodige middelen in om daden van witwassen van geld en van financiering van terrorisme te identificeren, en organiseren hiervoor een adequate interne controle. HOOFDSTUK 3. - Identificatie en verificatie ten aanzien van cliënten, leveranciers en hun lasthebbers

Artikel 3.- Wanneer identificeren en verifiëren § 1. Een diamanthandelaar moet de identiteit van een cliënt of diens lasthebber identificeren en verifiëren : 1° bij het aanknopen van een zakenrelatie; 2° vóór elke verrichting waarvan het bedrag 10.000 euro of meer is, ongeacht of deze wordt uitgevoerd in één of meerdere verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan; 3° wanneer wordt betwijfeld of de eerder verkregen identificatiegegevens over een reeds geïdentificeerde cliënt waarheidsgetrouw zijn;4° in alle andere gevallen dan hierboven omschreven, wanneer er een vermoeden van witwassen van geld of financiering van terrorisme bestaat; § 2. Een diamanthandelaar moet de identiteit van een diamantleverancier of, in voorkomend geval, diens lasthebber identificeren en verifiëren wanneer aankoopverrichtingen leiden tot betalingen die geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks anders worden verricht dan door overschrijvingen naar bankrekeningen gehouden bij kredietinstellingen bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, van de wet. § 3. Indien het klantenonderzoek ten aanzien van cliënten, leveranciers en hun lasthebbers niet kan plaatsvinden, kan de zakenrelatie en de uitvoering van bepaalde occasionele verrichtingen niet plaatsvinden. In deze gevallen, moet uitgemaakt worden of een melding aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) overeenkomstig hoofdstuk 9 zich opdringt.

Artikel 4.- Hoe identificeren en verifiëren § 1. De diamanthandelaar sluit in regel transacties af in de fysieke aanwezigheid van zijn cliënt. § 2. Voor een diamanthandelaar gebeurt de identificatie van zijn cliënt of diamantleverancier (wat deze laatste betreft, enkel in geval van betalingen die anders worden verricht dan bij overschrijvingen naar bankrekeningen, zoals omschreven in artikel 3, § 2) en hun lasthebbers als volgt : 1° Indien de cliënt of leverancier een geregistreerde diamanthandelaar is, via www.registereddiamondcompanies.be of via een opzoeking op de website van de Kruispuntbank van Ondernemingen (http://economie.fgov.be) waar meer uitgebreide informatie beschikbaar is.

De diamanthandelaar dient de webpagina met de identificatiegegevens van de cliënt of leverancier af te printen en te bewaren. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het nakomen van de identiteitsvereisten, alsook de actualisatie ervan, blijft evenwel berusten bij de diamanthandelaar. 2° Indien de cliënt of leverancier een natuurlijke persoon is gevestigd in België, niet geregistreerd als diamanthandelaar, via : - een geldig identiteitsbewijs;of - als deze persoon geen Belgische identiteitskaart heeft, een geldig bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister; of - als deze persoon geen geldig identiteitsbewijs en geen geldig bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister heeft, een geldig document uitgereikt door de Belgische openbare overheden waarin staat dat zijn verblijf in België gewettigd is.

Indien deze natuurlijke persoon gevestigd is in het buitenland, kan zijn identiteit worden gecontroleerd aan de hand van een geldig paspoort of enig ander officieel pertinent en geloofwaardig identificatiedocument met foto. De diamanthandelaar maakt van de documenten die voor de identificatie gediend hebben een kopie.

De identiteit betreft volgende gegevens : naam, voornaam, geboortedatum en -plaats en indien mogelijk adres. 3° Indien de cliënt of leverancier een rechtspersoon is, gevestigd in België, niet geregistreerd als diamanthandelaar, via volgende bewijsstukken : - de recentste versie van de statuten;of - het meest volledige uittreksel van de statuten die in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerd zijn : (1) Deze bewijsstukken dienen tenminste de volgende gegevens te bevatten : - maatschappelijke naam - maatschappelijke zetel - de lijst van de bestuurders van de rechtspersoon en de bekendmaking van hun benoeming in het Belgisch Staatsblad, of enig ander bewijsstuk waarvan de hoedanigheid van bestuurder kan worden bewezen (o.a. publicatie in het Belgisch Staatsblad of de jaarrekeningen bij de Nationale Bank van België of via de website van de Federale Overheidsdienst Justitie...); - publicatie van de vertegenwoordigingsbevoegdheden van de rechtspersoon in het Belgisch Staatsblad.

De diamanthandelaar maakt van de documenten die voor de identificatie gediend hebben een kopie. 4° Indien de cliënt of leverancier een rechtspersoon is, gevestigd in het buitenland, niet geregistreerd als diamanthandelaar, aan de hand van gelijkwaardige bewijsstukken als vermeld in 3°, en die, indien dat nodig is voor de diamanthandelaar, in één van de landstalen of in het Engels zijn vertaald.De diamanthandelaar maakt van de documenten die voor de identificatie gediend hebben een kopie. 5° Indien de cliënt of leverancier een trust, een feitelijke vereniging, een fiducie of enige andere juridische structuur zonder rechtspersoonlijkheid is, controleert de diamanthandelaar het beheer, de vertegenwoordiging en het doel van de juridische structuur, aan de hand van alle documenten die daartoe als bewijs kunnen dienen, en maakt hij daarvan een kopie. 6° De diamanthandelaar moet de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de lasthebber controleren aan de hand van documenten (o.a. volmacht) die daartoe als bewijs kunnen dienen, en hij maakt daarvan een kopie. § 3. De diamanthandelaar verifieert de identiteit van zijn cliënt, leverancier of hun lasthebbers op basis van de bovenvermelde identificatiedocumenten en verifieert of deze identificatiedocumenten pertinent en geloofwaardig zijn. HOOFDSTUK 4. - Identificatie en verificatie van de uiteindelijke begunstigden

Artikel 5.- Wie identificeren en verifiëren § 1. De diamanthandelaar moet de uiteindelijke begunstigde of begunstigden van de cliënt identificeren en, indien mogelijk, passende en op het risico afgestemde maatregelen nemen om de identiteit te verifiëren. § 2. De diamanthandelaar moet de verplichting uit § 1 ook respecteren t.o.v. de uiteindelijke begunstigde of begunstigden van de diamantleveranciers bij aankoopverrichtingen die leiden tot betalingen die geheel of gedeeltelijk rechtstreeks of onrechtstreeks anders worden verricht dan door overschrijvingen naar bankrekeningen gehouden bij kredietinstellingen. § 3. Onder uiteindelijke begunstigden wordt verstaan de natuurlijk persoon of personen voor wier rekening of ten voordele van wie een verrichting wordt uitgevoerd of een zakelijke relatie wordt aangegaan, of die de uiteindelijke eigenaar zijn van of de uiteindelijke controle hebben over de cliënt. 1° Indien de cliënt een vennootschap is worden volgende personen beschouwd als uiteindelijke begunstigde : - de natuurlijke persoon of personen die de uiteindelijke eigenaar zijn van meer dan 25 % van de aandelen of stemrechten van die vennootschap, of die dit percentage rechtstreeks of onrechtstreeks houden; - de natuurlijke persoon of personen die op een andere wijze de feitelijke controle hebben over het bestuur van de vennootschap. 2° Indien de cliënt een rechtspersoon is, met uitzondering van een vennootschap zoals een stichting, een vereniging zonder winstoogmerk, een trust, een fiducie of een soortgelijke juridische constructie die gelden beheert of uitkeert, worden volgende personen beschouwd als uiteindelijke begunstigde : - Als de toekomstige begunstigden reeds werden aangewezen, de natuurlijke persoon of personen die 25 % of meer van het vermogen van de rechtspersoon of van de juridische constructie beheren; - Als de toekomstige begunstigden nog niet werden aangewezen,, de in abstracto gedefinieerde groep van personen in wier belang de rechtspersoon of de juridische constructie hoofdzakelijk werd opgericht of hoofdzakelijk werkzaam is - de natuurlijke persoon of personen die de controle hebben over 25 % of meer van het vermogen van de rechtspersoon of de juridische constructie. § 4. Indien de cliënt of de houder van een controledeelneming een vennootschap is die beursgenoteerd is (conform artikel 11, § 1, 2°, van de wet) moeten de aandeelhouders niet worden geïdentificeerd noch geverifieerd.

Artikel 6 - hoe identificeren en verifiëren § 1. De identificatie van de uiteindelijke begunstigde heeft betrekking op zijn naam en voornaam en in de mate van het mogelijke, op zijn geboortedatum en geboorteplaats. Daarnaast moet tevens, in de mate van het mogelijke, relevante informatie worden ingewonnen over zijn adres. § 2. De diamanthandelaar neemt passende, op het risico afgestemde maatregelen, om de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) te verifiëren, zoals bepaald in het cliëntacceptatiebeleid van de diamanthandelaar en verifieert of de door hem verzamelde inlichtingen pertinent en geloofwaardig zijn. HOOFDSTUK 5. - Tussenkomst van derden bij de identificatie van de cliënten, de leveranciers en hun lasthebbers en de uiteindelijke begunstigden

Artikel 7.- Derde zaakaanbrenger § 1. Bij het aanknopen of onderhouden van zakenrelaties met cliënten of voor het uitvoeren van occasionele verrichtingen voor cliënten kan de diamanthandelaar een beroep doen op een derde zaakaanbrenger voor de identificatie, verificatie van de cliënten en het bijhouden en actualiseren van deze gegevens. De derde zaakaanbrenger mag geen beroep doen op een andere derde zaakaanbrenger voor de identificatieverplichtingen. § 2. Indien de diamanthandelaar een beroep doet op een derde zaakaanbrenger impliceert dit dat deze laatste : 1° de diamanthandelaar onmiddellijk alle inlichtingen te bezorgen die hij bezit over de cliënten, diens lasthebbers en uiteindelijke begunstigden;2° de diamanthandelaar, van zodra hij erom verzoekt, een kopie bezorgt van de documenten aan de hand waarvan hij de identiteit van de onder 1° vermelde personen heeft geverifieerd. § 3. Wanneer een diamanthandelaar met een derde zaakaanbrenger werkt, blijft zijn persoonlijke verantwoordelijkheid voor de naleving van de bepalingen van de wet en dit reglement onverminderd gelden.

Zo nodig gaat de diamanthandelaar zelf over tot een aanvullende of zelfs volledig nieuw klantenonderzoek. HOOFDSTUK 6. - Verscherpte klantenonderzoeksmaatregelen en cliëntacceptatiebeleid

Artikel 8.- Verscherpte klantenonderzoeksmaatregelen Naargelang de risicogevoeligheid neemt de diamanthandelaar op basis van zijn cliëntacceptatiebeleid verscherpte klantenonderzoeksmaatregelen in situaties die omwille van hun aard een hoger risico op witwassen van geld of financiering van terrorisme kunnen inhouden, en ten minste in volgende gevallen : 1° wanneer hij een zakelijke relatie aangaat met of een verrichting uitvoert voor een cliënt die bij de identificatie niet fysiek aanwezig is.De diamanthandelaar neemt (één van de)volgende specifieke en passende maatregelen : - men eist van de cliënt dat hij bijkomende documenten voorlegt ter staving van zijn identiteit (bijv. elektronische identiteitskaart of gelegaliseerde kopie van identiteitskaart); beschikbare informatie wordt getoetst aan de informatie die kan worden ingewonnen via betrouwbare, van de cliënt onafhankelijke bronnen; - een procedure wordt ingevoerd waarbij de cliënt in een later stadium, maar wel zo snel mogelijk, rechtstreeks wordt geïdentificeerd; - ervoor gezorgd wordt dat geregeld post op naam wordt verstuurd naar het adres van de cliënt en dat wordt gezorgd voor een strikte opvolging van de terugkerende post.

De diamanthandelaar mag geen zakenrelatie aanknopen met of een occasionele verrichting uitvoeren met een cliënt die hij niet face-to-face heeft ontmoet : - wanneer er redenen bestaan om aan te nemen dat de cliënt een rechtstreeks contact probeert te vermijden om zijn ware identiteit gemakkelijker te kunnen verhullen; - wanneer hij vermoedt dat de cliënt voornemens is verrichtingen uit te voeren die verband houden met het witwassen van geld of de financiering van terrorisme; - wanneer de te verrichten transacties in het kader van die relatie impliceren dat met contant geld zal worden betaald. 2° wanneer hij een zakelijke relatie aangaat of een verrichting uitvoert met of voor rekening van politiek prominente personen die in het buitenland wonen, die een prominente publieke functie bekleden of hebben bekleed of met directe familieleden of naaste geassocieerden van politiek prominente personen. - Onder natuurlijke personen die een "prominente publieke functie" bekleden of bekleed hebben wordt er verstaan : - staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen; - parlementsleden; - leden van hooggerechtshoven, constitutionele hoven en andere hoge rechterlijke instanties die beslissingen nemen waartegen doorgaans geen verder beroep mogelijk is, behalve in uitzonderlijke omstandigheden; - leden van rekenkamers en van de directies van centrale banken; - ambassadeurs, zaakgelastigden en hoge legerofficieren; - leden van bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van overheidsbedrijven.

Middenkader- of lagere ambtenaren vallen niet onder deze voornoemde categorieën. - Onder "directe familieleden" van de politiek prominente personen worden verstaan : de echtgeno(o)t(e) of een partner-samenwonende; de kinderen en hun echtgeno(o)t(e)n of partners en de ouders. - Onder de "naaste geassocieerden" van de politiek prominente personen wordt verstaan : - een natuurlijk persoon van wie bekend is dat deze met een politiek prominent persoon de gezamenlijke uiteindelijke begunstigde is van juridische entiteiten en juridische constructies of met genoemde persoon andere nauwe zakelijke relaties heeft; - een juridische entiteit of juridische constructie waarvan de uiteindelijke begunstigde alleen de onder a) genoemde persoon is en waarvan bekend is dat deze is opgezet ten behoeve van de politiek prominente persoon.

Wat de transacties of zakelijke relaties met politiek prominente personen betreft, moet de diamanthandelaar : - over passende op risico gebaseerde procedures beschikken om uit te maken of een cliënt een politiek prominente persoon is; - toestemming hebben van de hoge bedrijfsleiding (eerste hiërarchisch niveau boven dat van de persoon die de toestemming vraagt) om zakelijke relaties met dergelijke cliënten aan te gaan; - adequate maatregelen nemen om de bron van het vermogen en van de fondsen vast te stellen die bij de zakelijke relatie of transactie worden gebruikt; - de zakenrelatie doorlopend verscherpt controleren.

Artikel 9.- Cliëntacceptatiebeleid § 1. De diamanthandelaar zal een aan zijn activiteiten aangepaste cliëntacceptatiebeleid en opvolgingsbeleid uitstippelen, dat hem, en in voorkomend geval zijn aangestelde(n), in staat stelt om, bij het aanknopen van een zakenrelatie met cliënten of bij een occasionele verrichting een voorafgaandelijk klantenonderzoek te verrichten naar de risico's op witwassen van geld of financiering van terrorisme die zijn verbonden aan het profiel van de cliënt en aan de aard van de zakenrelatie of de gewenste verrichting.

In toepassing van het cliëntacceptatiebeleid dient de diamanthandelaar de cliënten onder te verdelen in verschillende risicocategorieën waaraan vereisten van verschillende niveaus zijn gekoppeld. Deze categorieën worden gedefinieerd op basis van objectieve risicocriteria die onderling coherent gecombineerd zijn, om zo een passende risicoschaal te kunnen definiëren. In het bijzonder houdt deze risicoschaal rekening met : a) situaties met een verhoogd risico op witwassen van geld of financiering van terrorisme die worden gedefinieerd in artikel 12, §§ 2 en 3 van de wet en artikel 8;b) specifiek gedefinieerde risicocriteria, waarbij met name rekening wordt gehouden met; - de risicocriteria verbonden aan het land van de woonplaats of de maatschappelijke zetel; - de risicocriteria verbonden aan de cliënt; - de risicocriteria verbonden aan de door de cliënt gevraagde of gebruikte dienst.

Op basis van dit cliëntacceptatiebeleid zal de diamanthandelaar een grondig onderzoek verrichten en beslissen of hij de cliënt al dan niet aanvaardt en een melding aan de CFI zich opdringt. § 2. Indien de diamanthandelaar op gepaste wijze gebruik maakt van de procedures en tools die hem door het AWDC, opgesteld in onderling overleg met de dienst Vergunningen en de CFI, ter beschikking worden gesteld, wordt hij vermoed te voldoen aan de verplichtingen opgenomen in hoofdstuk 3 t.e.m. 10. HOOFDSTUK 7. - Gegevensbewaring, bestendige waakzaamheid en actualisering

Artikel 10.- Gegevensbewaring § 1. De diamanthandelaar bewaart, op welke informatiedrager ook, gedurende ten minste vijf jaar na het beëindigen van de zakenrelatie of na uitvoering van een occasionele verrichting, kopieën van alle bewijsstukken die voor de identificatie hebben gediend. De diamanthandelaar moet in staat zijn om deze bewijsstukken, op vraag van de bevoegde autoriteiten, onmiddellijk voor te leggen in uitvoering van hoofdstuk 10. § 2. De diamanthandelaar bewaart ook, gedurende ten minste vijf jaar na uitvoering van de verrichtingen, een kopie van de registraties, borderellen en stukken van de uitgevoerde verrichtingen om ze nauwkeurig te kunnen reconstrueren. De diamanthandelaar bewaart eveneens de schriftelijke verslagen bedoeld in artikel 11.

Artikel 11.- Bestendige waakzaamheid en schriftelijk verslag § 1. De diamanthandelaar dient een bestendige waakzaamheid aan de dag te leggen ten opzichte van zijn zakenrelaties en occasionele verrichtingen en indien nodig de oorsprong van gelden te onderzoeken om zeker te zijn dat die stroken met de kennis die zij hebben van cliënten, leveranciers en hun lasthebbers, hun beroepsactiviteiten en risicoprofiel. De diamanthandelaar dient in het bijzonder alle verrichtingen of feiten te onderzoeken die zij vatbaar achten voor witwassen van geld of financiering van terrorisme, wegens hun aard of ongebruikelijk karakter gelet op de activiteiten van de cliënt, dan wel wegens de begeleidende omstandigheden of de hoedanigheid van de betrokken personen. § 2. De diamanthandelaar stelt een schriftelijk verslag op over het onderzoek dat met toepassing van § 1 is ingesteld. Dit verslag wordt bewaard gedurende de in artikel 10 voorgeschreven termijn van 5 jaar en wordt ter beschikking gesteld van de dienst Vergunningen indien deze erom verzoekt.

Artikel 12.- Actualisering De diamanthandelaar actualiseert de identificatiegegevens die hij verzameld heeft : 1° naargelang de risicogevoeligheid;2° als blijkt dat deze niet meer actueel zijn en minstens één maal per twee jaar. HOOFDSTUK 8. - Interne organisatie

Artikel 13.- Interne procedures § 1. De diamanthandelaar stelt : 1° passende interne maatregelen en controleprocedures in werking om toe te zien op de naleving van de bepalingen van dit reglement en rekening te houden met verhoogd risico op witwassen van geld en financiering van terrorisme 2° procedures voor communicatie en informatiecentralisatie in werking om verrichtingen die verband houden met witwassen van geld of financiering van terrorisme te voorkomen, op te sporen en te verhinderen.

Artikel 14.- Opleiding en sensibilisering van het personeel § 1. De diamanthandelaar neemt passende maatregelen om zijn personeelsleden vertrouwd te maken met de bepalingen van de wet en van dit reglement. Deze maatregelen gelden voor de personeelsleden die, door de taken die zij verrichten voor de cliënten, of door de verrichtingen die zij uitvoeren, het risico lopen geconfronteerd te worden met pogingen tot witwassen van geld of financiering van terrorisme. § 2. De opleiding en sensibilisering van en de geregelde informatieverstrekking aan de personeelsleden zijn er inzonderheid op gericht : - hen te helpen de vereiste kennis te verwerven en de nodige kritische reflex te ontwikkelen om atypische verrichtingen of feiten vast te stellen; - hen te helpen de nodige kennis van de procedures te verwerven om op passende wijze te reageren wanneer zij met dergelijke verrichtingen of feiten worden geconfronteerd. § 3. De diamanthandelaar voert passende procedures in om bij de aanwerving en aanstelling van werknemers na te gaan of deze blijk geven van passende betrouwbaarheid, in functie van de risico's die gepaard gaan met de uit te voeren opdrachten en functies.

Artikel 15.- Aanduiding van de anti-witwasverantwoordelijke § 1. De diamanthandelaar wijst tenminste één persoon aan die in zijn onderneming verantwoordelijk is voor de toepassing van de wet en dit reglement, zijnde de anti-witwasverantwoordelijke. § 2. De anti-witwasverantwoordelijke moet binnen de onderneming over de beroepservaring, het hiërarchische niveau en de bevoegdheden beschikken die nodig zijn om die functie effectief en autonoom te kunnen uitoefenen. § 3. De anti-witwasverantwoordelijke moet - Toezien dat de diamanthandelaar zijn verplichtingen nakomt op het vlak van de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Erover waken dat het verbod op betaling in contanten gerespecteerd wordt - Interne procedures opstellen en invoeren om de verplichtingen van dit reglement uit te voeren. Bovendien moet hij/zij hieromtrent het personeel opleiden en sensibiliseren. - Zorgen voor de informatiedoorstroming naar de CFI voor de bijzondere verslaggeving (zoals bepaald in hoofdstuk 9), en de informatie die van de CFI komt. Hij/zij is de bevoorrechte contactpersoon voor de CFI en de dienst Vergunningen met betrekking tot alle vragen over de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. § 4. De anti-witwasverantwoordelijke moet jaarlijks een schriftelijk of elektronisch activiteitenverslag opmaken over de toepassing van de wet en het reglement binnen de onderneming. Dit verslag moet meer bepaald toelaten om een oordeel te vormen over de identificatie en verificatie, administratieve organisatie, de interne organisatie, de medewerking van de diensten van de diamanthandelaar, de voorkoming en de opleiding en sensibilisering van personeel. Dit verslag wordt opgesteld op basis van een model opgemaakt, in onderling overleg met het AWDC, door de dienst Vergunningen. Een kopie van dit jaarlijks activiteitenverslag wordt bewaard zoals bepaald in artikel 10 en het origineel wordt jaarlijks bezorgd aan de dienst Vergunningen uiterlijk op 31 maart van het volgende jaar. HOOFDSTUK 9. - Meldingsplicht aan cel financiële informatieverwerking (CFI)

Artikel 16.- Wanneer melden aan CFI ? § 1. De diamanthandelaar brengt de CFI op de hoogte wanneer hij weet of vermoedt dat een uit te voeren verrichting verband houdt met het witwassen van geld of de financiering van terrorisme en dit vooraleer hij de verrichting uitvoert. Bovendien deelt de diamanthandelaar de termijn mee binnen dewelke de verrichting moet worden uitgevoerd. § 2. In afwijking van § 1 kan de kennisgeving aan de CFI gebeuren onmiddellijk na de uitvoering van de verrichting, indien 1° het niet mogelijk is de uitvoering van de verrichting uit te stellen gezien haar aard;2° het uitstel ertoe zou kunnen leiden dat de vervolging van de begunstigden van het vermeende witwassen van geld en de vermeende financiering van terrorisme wordt belet. In dit geval wordt de reden vermeld waarom een kennisgeving, vooraleer de verrichting uit te voeren, niet mogelijk was. § 3. Binnen het kader van zijn beroepsactiviteiten, brengt de diamanthandelaar de CFI op de hoogte van feiten die zouden kunnen wijzen op witwassen van geld of op financiering van terrorisme. § 4. De meldingsplicht blijft bestaan wanneer dezelfde verrichtingen of feiten reeds het voorwerp uitmaken van een aangifte bij de gerechtelijke overheden.

De meldingsplicht blijft ook bestaan wanneer de cliënt beslist om de voorgenomen verdachte verrichting toch niet uit te voeren.

Artikel 17.- Hoe melden aan CFI ? § 1. De melding aan de CFI gebeurt schriftelijk of elektronisch. Deze kennisgeving mag eventueel ook telefonisch geschieden, maar moet onmiddellijk schriftelijk bevestigd worden. § 2. De melding aan de CFI van de in artikel 16 bedoelde informatie wordt in principe gedaan door de anti-witwasverantwoordelijke. § 3. Wanneer de anti-witwasverantwoordelijke niet is aangesteld of wanneer de anti-witwasverantwoordelijke zijn verantwoordelijkheid niet opneemt, kan de melding aan de CFI gedaan worden door elke werknemer en elke vertegenwoordiger van de diamanthandelaar.

Artikel 18.- Gevolgen van melding aan de CFI - verhoogde waakzaamheid § 1. Na melding door de diamanthandelaar, bevestigt de CFI schriftelijk ontvangst van de melding. De CFI kan zich verzetten tegen de uitvoering van elke verrichting wegens het ernstige of dringende karakter van de zaak waarvoor gemeld is. Deze beslissing tot verzet wordt onmiddellijk ter kennis gebracht per telefax, of bij gebrek daaraan, op enige andere schriftelijke manier, aan de diamanthandelaar. Als er verzet wordt aangetekend, verhindert dit de uitvoering van de transactie tijdens maximaal vijf werkdagen.

De transactie mag zonder voorafgaandelijke mondelinge of schriftelijke bevestiging van de CFI uitgevoerd worden als : 1) er geen verzet wordt gedaan binnen de termijn dewelke de transactie gepland is zoals meegedeeld aan de CFI conform artikel 16, § 1;2) er wel verzet is aangetekend, maar de verzetstermijn is verstreken. § 2. Na melding verhoogt de diamanthandelaar de waakzaamheid in zijn zakenrelatie met de personen op wie de gemelde inlichtingen betrekking hebben.

Deze verhoogde waakzaamheid wordt aangehouden - zolang dit nodig is, afhankelijk van de omstandigheden; of - om zich ervan te vergewissen dat de verdachte transactie louter een alleenstaand feit is; of - om eventuele nieuwe verdachte feiten vast te stellen.

Indien nodig, doetde diamanthandelaar een nieuwe melding aan de CFI. § 3. De diamanthandelaar mag in geen geval aan de betrokken cliënt of aan derden meedelen dat informatie werd meegedeeld aan de CFI met toepassing van de artikelen 15 tot 18, of dat een opsporingsonderzoek wegens witwassen van geld of financiering van terrorisme aan de gang is.

Dit verbod geldt niet inzake de mededeling aan de FOD Economie, noch op de mededeling aan de officieren van gerechtelijke politie of de gerechtelijke autoriteiten. HOOFDSTUK 1 0. - Toezicht en controle

Artikel 19.- Toezicht § 1. De bewijsstukken en verslagen zoals vermeld in dit reglement worden door de diamanthandelaar ter beschikking gehouden van de dienst Vergunningen en op diens eerste verzoek wordt inzage ervan verleend. § 2. De jaarlijkse activiteitenverslagen zoals vermeld in artikel 15, § 4, worden door de diamanthandelaar systematisch jaarlijks, schriftelijk of langs elektronische weg, bezorgd aan de dienst Vergunningen, samen met de bij koninklijk besluit voorgeschreven aangifte van de voorraden en de bewerking van diamant, en uiterlijk op 31 maart van het volgende jaar.

Artikel 20.- Medewerking van de diamanthandelaar Teneinde de controlerende overheden (als bedoeld in dit hoofdstuk) toe te laten de toepassing van de wet en dit reglement te controleren is de diamanthandelaar verplicht om : 1° alle informatie mee te delen, die de overheden nuttig achten voor de vervulling van haar controleopdrachten;2° in te gaan op elk verzoek om inlichtingen vanwege de bevoegde controleoverheid of diens afgevaardigde en dit binnen de in het verzoek gestelde termijn en vormen;3° in te gaan op elk verzoek tot organisatie van een controle in het kantoor of de kantoren van de diamanthandelaar;4° deze ambtenaren toe te laten alle nodige vaststellingen te doen, de documenten, stukken of boeken die zij voor hun opsporingen en vaststellingen nodig hebben op eerste vordering voor te leggen en hen daarvan afschrift te laten nemen.

Artikel 21.- Bevoegde controlerende overheden § 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie, worden voor de opsporing en vaststelling van overtredingen de verplichtingen bedoeld in de artikelen 7 tot 20, 23 tot 30 en 33 van de wet, alsook van deze bedoeld in dit reglement, en in de koninklijke besluiten, en andere maatregelen genomen ter uitvoering van dezelfde bepalingen van de wet, gedaan door de ambtenaren van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, alsook door de daartoe door de Minister van Economie aangestelde ambtenaren. § 2. De minister bevoegd voor Economie kan, op basis van in § 1 vernoemde vaststellingen, een administratieve geldboete opleggen overeenkomstig artikel 40 en volgende van de wet, na de betrokkenen te hebben gehoord of hen daartoe behoorlijk te hebben opgeroepen. De geldboete wordt ten gunste van de Schatkist geïnd door de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, der registratie en domeinen. HOOFDSTUK 1 1. - Inwerkingtreding en overgangsbepalingen

Artikel 22.- Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit dat het goedkeurt.

Artikel 23.- Overgangsbepalingen De diamanthandelaren nemen de nodige maatregelen om binnen een redelijke termijn en uiterlijk één jaar volgend op de inwerkingtreding van dit reglement : - de wijzigingen van dit reglement toe te passen; - het cliëntacceptatiebeleid uit te voeren; - de leveranciers te identificeren overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 2.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 7 oktober 2013 tot goedkeuring van het reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme voor de handelaren in diamant geregistreerd onder toepassing van artikel 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 02/08/2002 pub. 29/08/2002 numac 2002003381 bron ministerie van financien Programmawet sluiten.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) De website van de Kruispuntbank van Ondernemingen kan hier een hulpmiddel zijn, aangezien hier een directe link staat toegevoegd naar de betreffende publicaties : http://kbopub.economie.fgov.be/kbopub/zoekwoordenform.html

^