7 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot verdeling van de opdrachten inzake civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van de civiele bescherming

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, inzonderheid op artikel 2bis, § 2, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 maart 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, met name gezien de internationale context en de toegenomen waarschijnlijkheid van interventie van de openbare hulpdiensten, het onontbeerlijk is dat deze hulpdiensten, zowel de federale als de lokale, hun interventiebevoegdheden nauwkeuriger zouden kennen;

Overwegende dat het dringend is enerzijds de opdrachten van de brandweerdiensten, en anderzijds deze van de diensten van de civiele bescherming vast te stellen in een reglementaire tekst met het doel het beheer van deze hulpverleningsdiensten snel en doeltreffend te rationaliseren;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Van de opdrachten bedoeld in artikel 2bis van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, worden de interventies van de openbare brandweerdiensten opgesomd in de kolommen 1 en 2 van de bij dit besluit bijgevoegde tabel.

De in de eerste kolom van de tabel opgesomde interventies worden uitgevoerd door de brandweerdiensten die territoriaal bevoegd zijn krachtens artikel 10 van de wet van 31 december 1963.

De in de tweede kolom opgesomde interventies worden uitgevoerd door de openbare brandweerdiensten die ter versterking van de territoriaal bevoegde brandweerdienst, bedoeld in het tweede lid, opgeroepen worden.

Art. 2.Van de opdrachten bedoeld in artikel 2bis van de wet van 31 december 1963, worden de interventies van de diensten van de civiele bescherming opgesomd in kolom 3 van de bij dit besluit bijgevoegde tabel.

Art. 3.De in de punten I en III van de eerste kolom van de bij dit besluit bijgevoegde tabel bedoelde interventies van de openbare brandweerdiensten kunnen tijdelijk worden uitgevoerd door de diensten van de civiele bescherming tot op het moment waarop zij terug overgenomen worden door de territoriaal bevoegde openbare brandweer-diensten.

Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld