Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 december 2001
gepubliceerd op 11 december 2001

Koninklijk besluit betreffende het verlenen van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische functie uitoefenen

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2001007293
pub.
11/12/2001
prom.
06/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/06/2001007293/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende het verlenen van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische functie uitoefenen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 11, § 2, gewijzigd bij de wet van 22 maart 2001, § 3, en artikel 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 juli 1994 betreffende de bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, inzonderheid op artikel 3 en op de daarbij gevoegde tabellen 7 en 10;

Gelet op het advies 601.2/188 van de Inspecteur van Financiën, verleend op 20 november 2000;

Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 2 februari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, verleend op 15 mei 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, verleend op 20 juni 2001;

Gelet op het advies 32.135/4 van de Raad van State, gegeven op 24 september 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit worden de militairen beneden de rang van officier die de functies uitoefenen van verpleegkundige, van analist klinische biologie of van kinesitherapeut, geacht een paramedische functie uit te oefenen.

Art. 2.Er wordt aan de onderofficieren verplegers die houder zijn van het diploma van gegradueerde in de verpleegdkunde en die een wedde genieten berekend op basis van de weddenschaal hernomen in tabel 7 bijgevoegd aan het koninklijk besluit van 4 juli 1994 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het aktief kader beneden de rang van officier, een weddecomplement toegekend, ten bedrage van het verschil tussen de wedde voorzien in tabel 10 bijgevoegd aan hetzelfde besluit en deze voorzien in tabel 7 bij dezelfde graad en dezelfde baremische dienstouderdom.

Art. 3.§ 1. Onverminderd de reeds op een andere wijze vastgestelde voordelen, wordt aan de militair die een paramedische functie uitoefent en die gehouden is tot buitengewone prestaties, een weddecomplement ten bedrage van acht procent van de wedde toegekend; § 2. Onder buitengewone prestaties dient te worden verstaan : 1° nachtdienst;2° werk op zon- en feestdagen;3° wisselende dienstprestaties of onderbroken diensten. Het weddecomplement, bedoeld in § 1, wordt toegekend voor zover de betrokken militair doorlopend twee van de drie in het eerste lid vermelde buitengewone prestaties vervult.

Art. 4.§ 1. De militair die een paramedische functie uitoefent in een dienst van kritische geneeskunde heeft recht op een toelage van 9,30 EUR per gepresteerde dag.

De diensten van het militair hospitaal die kunnen beschouwd worden als diensten van kritische geneeskunde zijn de volgende : 1° de hospitalisatie-eenheden van het brandwondencentrum;2° de afdeling Intensieve Zorgen en de hospitalisatie-eenheden van het centrum voor traumatologie;3° de spoedgevallendienst. § 2. Tot 1 januari 2002 bedraagt de in § 1, eerste lid, bedoelde toelage 375 frank.

Art. 5.De in artikel 2 en 3 bedoelde weddecomplementen en de toelage bedoeld in artikel 4, § 1, zijn onderworpen aan de mobiliteitsregeling die van toepassing is op de wedden van het personeel der ministeries.

Zij worden gekoppeld aan de spilindex 138,01.

Zij worden tegelijk met de wedden en in dezelfde mate als deze uitbetaald. Zij worden in aanmerking genomen voor de toekenning van de haard- of standplaatstoelage en zijn onderworpen aan dezelfde inhoudingen als de wedde.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

^