gepubliceerd op 19 december 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende koninklijke besluiten met betrekking tot de geldelijke rechten van de militairen
3 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende koninklijke besluiten met betrekking tot de geldelijke rechten van de militairen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op de artikelen 9bis en 10bis, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003, artikel 12, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003, en artikel 13;
Gelet op de wet van 25 mei 2000 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 10, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 1964 betreffende de toekenning van een premie aan bepaalde militairen, na het verstrijken van hun dienstneming of wederdienstneming;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1969 tot regeling van de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten in geval van overlijden van sommige militairen en sommige van hun familieleden, inzonderheid op de artikel 2, § 1, artikel 3, en artikel 5bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 oktober 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 november 1974 tot regeling van de voordelen verleend aan de leden van de militaire technische samenwerking, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1987;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 september 1984 houdende toekenning van premies aan sommige militairen van het tijdelijk kader;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1992 houdende toekenning van een reclasseringspremie aan bepaalde militairen van het tijdelijk kader;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 houdende toekenning van een verhuisvergoeding aan de militairen bij overbrenging van de gewone plaats van het werk, inzonderheid op de artikelen 1, 5, en 6, en de bijlage, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 juli 1993 houdende toekenning van toelagen voor leeropdrachten en aan bekleders van bepaalde betrekkingen in bepaalde scholen voor vorming en voortgezette vorming van de officieren, inzonderheid op de artikelen 2, 3 en 8, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juli 1997 betreffende de procedure van in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, inzonderheid op de artikelen 5 en 6;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 2000 houdende toekenning van een toelage aan militairen belast met informaticataken, inzonderheid op de artikelen 1, § 2, en 2, § 6;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot toekenning van een vergoeding aan militairen voor de verzorging van een erkende hond, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 2001 betreffende het verlenen van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische functie uitoefenen, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de Krijgsmacht, afgesloten op 8 december 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 december 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven op 5 mei 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken gegeven op 31 maart 2003;
Gelet op het advies nr. 35.803/4 van de Raad van State, gegeven op 24 september 2003;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Aanpassing van verschillende koninklijke besluiten aan de eenheidsstructuur
Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 november 1974 tot regeling van de voordelen verleend aan de leden van de militaire technische samenwerking, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1987, worden de woorden "chef van de generale staf" vervangen door de woorden "directeur-generaal human resources".
Art. 2.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 juli 1993 houdende toekenning van toelagen voor leeropdrachten en aan bekleders van bepaalde betrekkingen in bepaalde scholen voor vorming en voortgezette vorming van de officieren, worden de woorden "Chef van de Generale Staf" vervangen door de woorden "directeur-generaal vorming".
Art. 3.In artikel 3, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden "afdeling alle wapens bij" vervangen door de woorden "faculteit sociale en militaire wetenschappen van".
Art. 4.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "Chef van de Generale Staf" vervangen door de woorden "directeur-generaal vorming".
Art. 5.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 29 juli 1997 betreffende de procedure van in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3, worden de woorden "chef van de Divisie Personeel van de Generale Staf" vervangen door de woorden "directeur-generaal human resources";2° in § 5, eerste lid, worden de woorden "chef van de Divisie Personeel van de Generale Staf" vervangen door de woorden "directeur-generaal human resources".
Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit, worden de woorden "chef van de Divisie Begroting van de Generale Staf" vervangen door de woorden "directeur-generaal budget en financiën".
Art. 7.In artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 2 juni 2000 houdende toekenning van een toelage aan militairen belast met informaticataken, worden de woorden "Chef van de Generale Staf" vervangen door de woorden "directeur-generaal human resources".
Art. 8.In artikel 2, § 6, van hetzelfde besluit worden de woorden "Chef van de Generale Staf" vervangen door de woorden "directeur-generaal human resources".
Art. 9.In artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot toekenning van een vergoeding aan militairen voor de verzorging van een erkende hond, worden de woorden "Commandant van het Intermachten Territoriaal Commando" vervangen door de woorden "onderstafchef operaties en training". HOOFDSTUK II. - Andere wijzigingen aan verschillende koninklijke besluiten
Art. 10.Artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 16 december 1969 tot regeling van de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten in geval van overlijden van sommige militairen en sommige van hun familieleden, wordt vervangen als volgt : « § 1. In geval van overlijden van een in artikel 1 bedoelde militair wordt ten bate hetzij van zijn niet uit de echt gescheiden noch van tafel en bed gescheiden echtgenoot, hetzij van de persoon met wie hij samenwoont overeenkomstig de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk wetboek, of bij hun ontstentenis, van zijn erfgenamen in rechte linie, als compensatie voor de begrafeniskosten, een vergoeding uitgekeerd die overeenstemt met het maandelijks bedrag van de laatste bruto activiteitsbezoldiging van de militair. Deze bezoldiging omvat, in voorkomend geval, de toelagen die het karakter hebben van een toebehoren van de wedde. »
Art. 11.In artikel 3, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de persoon met wie de militair samenwoont overeenkomstig de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, of " ingevoegd tussen de woorden "van de echtgenoot of" en de woorden "van de erfgenamen".
Art. 12.In artikel 5bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 oktober 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden "150 000,-frank" vervangen door de woorden "3.718,41 EUR"; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « In afwijking van de bepalingen van de artikelen 2, 3 en 5, genieten de militairen aangewezen in het buitenland of hun rechthebbenden, bij het overlijden van de militair of van één van zijn familieleden die met de militair in het buitenland verblijven, daarbij inbegrepen de persoon met wie de militair samenwoont overeenkomstig de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, de terugbetaling van de kosten opgelopen voor de behandeling van het stoffelijk overschot evenwel beperkt tot een maximumbedrag van 991,58 EUR.»
Art. 13.In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 7 december 1992 houdende toekenning van een verhuisvergoeding aan de militairen bij overbrenging van de gewone plaats van het werk, worden de woorden "en de militair die samenwoont overeenkomstig de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "de gehuwde militair" en de woorden ", maar ook".
Art. 14.In artikel 2 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de 5° wordt opgeheven;2° de 7° wordt aangevuld als volgt : « of van een tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking ».
Art. 15.In artikel 4, § 1, 1°, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "4 000 frank" worden vervangen door de woorden "99,16 EUR";2° de woorden "8 000 frank" worden vervangen door de woorden "198,32 EUR";3° de woorden "1 000 frank" worden vervangen door de woorden "24,79 EUR".
Art. 16.In artikel 5, 3°, van hetzelfde besluit, worden de woorden ", aan de samenwonende partner overeenkomstig de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "of bed gescheiden echtgenoot" en de woorden "of bij diens ontstentenis".
Art. 17.In artikel 6, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "of overeenkomstig de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek samenwonende partners" ingevoegd tussen de woorden "beide echtgenoten" en de woorden "aanspraak hebben".
Art. 18.In de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 1998 worden de tabellen I en II vervangen door de tabellen I en II van de bijlage bij dit besluit.
Art. 19.Artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 6 december 2001 betreffende het verlenen van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische functie uitoefenen, wordt vervangen als volgt : « De weddecomplementen bedoeld in artikel 2 en 3, worden tegelijk met de wedden en in dezelfde mate als deze uitbetaald. De weddecomplementen worden in aanmerking genomen voor de toekenning van de haard- of standplaatstoelage en zijn onderworpen aan dezelfde inhoudingen als de wedde. »
Art. 20.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 19 september 1984 houdende toekenning van premies aan sommige militairen van het tijdelijk kader;2° het koninklijk besluit van 5 maart 1992 houdende toekenning van een reclasseringspremie aan bepaalde militairen van het tijdelijk kader.
Art. 21.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 3 december 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT
Bijlage bij het koninklijk besluit van 3 december 2003 tot wijziging van verschillende koninklijke besluiten met betrekking tot de geldelijke rechten van de militairen TABEL I : Verhuizing in BELGIE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) De bedragen worden met 5 percent verhoogd per bijkomende persoon ten laste (10 percent voor de gehandicapte persoon ten laste).
TABEL II - Verhuizing BELGIE - Aangrenzende landen en omgekeerd (Inclusief Belgische Strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland) - Verhuizing in de aan BELGIE grenzende landen (Inclusief Belgische Strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) De bedragen worden met 5 percent verhoogd per bijkomende persoon ten laste (10 percent voor de gehandicapte persoon ten laste).
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 december 2003 tot wijziging van verschillende koninklijke besluiten met betrekking tot de geldelijke rechten van de militairen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT