gepubliceerd op 29 juni 2000
Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan militairen belast met informaticataken
2 JUNI 2000. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan militairen belast met informaticataken
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 mei 1994, betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid artikel 11, §§ 2 en 3, en artikel 12;
Gelet op de protocollen van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 29 mei 1999 en op 20 maart 2000;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 september 1999;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 24 maart 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 7 januari 2000;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringendheid, gemotiveerd door de enorme druk die heerst op de arbeidsmarkt voor de in dienstneming van informaticapersoneel en de toekomstige verhoging van deze druk te wijten aan de verplichtingen tot aanpassing van de informaticatoepassingen aan de overgang naar het jaar 2000 en aan de invoering van de Europese munteenheid;
Gelet op het feit dat in de schoot van het departement aan het burgerpersoneel belast met informaticataken, reeds een eerste uitbetaling verricht werd in december 1999;
Overwegende dat het gepast is om binnen de kortst mogelijke termijnen de nodige maatregelen te treffen opdat het bedoeld personeel in dienst blijft gedurende deze periode;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Een toelage wordt toegekend aan de militairen belast met informaticataken die betrekking hebben op de conceptie en/of de coördinatie en/of de analyse en/of de programmatie en/of de productie van informaticatoepassingen, die hun functies voltijds uitoefenen en die gemiddeld 80 % van hun werktijd aan informaticataken besteden.
De Ministers van Begroting en van Landsverdediging bepalen de "informaticataken" bedoeld in het eerste lid. § 2. De lijst van de militairen die aan de voorwaarden bedoeld in § 1 beantwoorden, evenals de bijwerkingen van deze lijst, worden opgesteld door de Chef van de Generale Staf. Een motivatie is vereist voor de militairen die geen ambt van informaticus uitoefenen. Deze motivatie is gebaseerd op de criteria vastgesteld door de Minister van Iandsverdediging en de Minister van Begroting.
De lijst en de bijwerkingen bedoeld in het eerste lid, moeten voorzien worden van een visum van de Inspecteur van Financiën. § 3. Het uitoefenen van een ambt van informaticus blijkt uit de organieke tabellen van de krijgsmacht.
Art. 2.§ 1. De militair bekomt in de maand april 2000 een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 6,25 % van zijn brutojaarwedde voor zover hij informaticataken verrichtte in de periode van l september 1998 tot en met 31 december 1998. § 2. De militair bekomt in de maand april 2000 een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 18,75 % van zijn brutojaarwedde voor zover hij informaticataken verrichtte in de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999. § 3. De militair bekomt in de maand april 2002 een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 12,5 % van zijn brutojaarwedde voor zover hij informaticataken verrichtte in de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000. § 4. De militair bekomt in de maand april 2002 een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 12,5 % van zijn brutojaarwedde voor zover hij informaticataken verrichtte in de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001. § 5. Onder jaarwedde wordt verstaan de wedde, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage.
De jaarwedde die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het bedrag van de toelage is deze welke verschuldigd is voor de maand januari van het uitbetalingsjaar. § 6. De helft van de in §§ 1 tot 4 vastgestelde bedragen wordt toegekend aan de militair. De tweede helft wordt toegekend na beslissing van de Chef van de Generale Staf, op basis van de verhouding waarin de betrokken militair heeft bijgedragen in de informaticataken zoals omschreven in artikel 1, § 1, en nadat hij kennis heeft genomen van een rapport over de activiteiten uitgevoerd door de betrokken militair en na advies van de betrokken korpscommandant.
De Minister van Landsverdediging bepaalt de uiterste datum waarop dit rapport door de militair moet worden toegestuurd.
Art. 3.De toelage is onderworpen aan de bijdrage voor het stelsel van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit (sector medische zorgen) en aan de bijzondere bijdrage voor de financiering van het stelsel van de sociale zekerheid.
De toelage is evenwel niet onderworpen aan de inhouding bestemd voor het Fonds voor overlevingspensioenen.
Art. 4.§ 1. Het bedrag van de toelage bedoeld in artikel 2 is niet verschuldigd voor elke erin bedoelde periode die onderbroken wordt door: - de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek; - de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap; - een tijdelijke ambtsontheffing, behalve indien het gaat om een tijdelijke ambtsontheffing om gezondheidsredenen die het gevolg is van de dienst; - de in disponibiliteit stelling; - de beziging. § 2. Het bedrag van de toelage bedoeld in artikel 2 wordt naar verhouding verminderd wanneer het personeelslid in dienst treedt in de loop van de hierin bedoelde periode, evenals voor iedere hierin bedoelde periode die wordt onderbroken door: - de opruststelling; - eindeloopbaanverlof; - een ouderschapsverlof; - de afwezigheden om gezondheidsredenen die volgens de geneesheer hoofd van het medisch detachement bevoegd voor de eenheid van de betrokken militair, niet het gevolg zijn van de dienst. § 3. In afwijking van § 1, wordt, voor de militairen die op of voor de datum van de bekendmaking van dit besluit geopteerd hebben voor een afwezigheid of een stelsel voorzien bij diezelfde § 1, het bedrag van de in artikel 2 vastgestelde toelage naar verhouding verminderd tot op het einde van de lopende afwezigheidsperiode of van het lopende stelsel.
Art. 5.De volgende verloven en afwezigheden hebben geen invloed op de vaststelling van het bedrag van de toelage : - de verloven en vergunningen; - de compensatiedagen toegestaan door de Minister van Landsverdediging; - de spoedverloven; - de dienstvrijstelling van uitzonderlijke aard; - het opvangverlof; - het zwangerschapsverlof; - borstvoedingsverlof; - de deelname aan cursussen opgelegd door de overheid.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 1998.
Art. 7.Onze Minister van Landsverdediging wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 juni 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, FLAHAUT