Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2006
gepubliceerd op 22 maart 2006

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200695
pub.
22/03/2006
prom.
05/03/2006
ELI
eli/besluit/2006/03/05/2006200695/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, inzonderheid op de artikelen 2, § 1, eerste lid, 3°, tweede lid, gewijzigd bij de programmawet van 22 december 2003, 2, § 2, gewijzigd bij de programmawet van 22 december 2003, en 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 januari 2004, 5 februari 2004, 31 maart 2004, 14 juli 2004, 10 november 2004, 17 september 2005, 10 november 2005 en 17 januari 2006;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening gegeven op 1 december 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 oktober 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 9 december 2005;

Gelet op het advies nr. 39.651/1 van de Raad van State, gegeven op 19 januari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 januari 2004, 31 maart 2004, 14 juli 2004 en 10 november 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid, 2°, b) wordt vervangen als volgt : « b) activiteiten verricht buiten het huis van de gebruiker : boodschappen doen, begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit, strijken met inbegrip van kleine occasionele verstelwerken;»; 2° in het tweede lid van de Nederlandse tekst worden de woorden « De boodschappendienst bedoeld in het eerste lid, 2°, b), bestaat uit het doen van » vervangen door de woorden « De boodschappen bedoeld in het eerste lid, 2°, b), zijn »;3° in het derde lid worden de woorden « De mindermobielencentrale bedoeld in het eerste lid, 2°, b), is een dienst » vervangen door de woorden « Begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit bedoeld in het eerste lid, 2°, b), is een activiteit ».

Art. 2.In artikel 2quater, § 4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 maart 2004 en 10 november 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld als volgt : « 9° de onderneming die activiteiten uitoefent in het kader van begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit verbindt zich ertoe te controleren dat voor die activiteiten enkel prestaties worden geleverd ten gunste van gebruikers bedoeld in artikel 1, derde lid;10° de onderneming verbindt zich ertoe om in het kader van de buurtwerken of -diensten alleen activiteiten uit te voeren die toegelaten zijn in de beslissing tot erkenning;11° de onderneming verbindt zich ertoe om reeds tijdens de periode van twaalf maanden die ingaat op de ingangsdatum van de erkenning, dienstencheques voor betaling over te maken aan het uitgiftebedrijf en om na afloop van deze periode tijdens elke nieuwe periode van twaalf maanden dienstencheques voor betaling over te maken aan het uitgiftebedrijf.»; 2° in het tweede lid van de Franse tekst worden de woorden « de savoir » ingevoegd tussen de woorden « du fait » en de woorden « si le ».

Art. 3.In artikel 2sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 maart 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4, eerste lid, worden de woorden « zes maanden » vervangen door de woorden « twaalf maanden »;2° in § 4, tweede lid, worden de woorden « drie maanden » vervangen door de woorden « negen maanden » en worden de woorden « zes maanden » vervangen door de woorden « twaalf maanden »;3° er wordt een § 5 ingevoegd, luidende : « § 5.In afwijking van artikel 2quinquies wordt de erkenning toegekend voor een duur van twaalf maanden aan ondernemingen in oprichting die een erkenning aanvragen.

De onderneming bedoeld in het eerste lid die een erkenning voor onbepaalde tijd wil bekomen bezorgt haar statuten aan het Secretariaat binnen een termijn van negen maanden na de ingangsdatum van de erkenning voor twaalf maanden.

Het Secretariaat verzendt deze statuten ter advies aan de Commissie.

Binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van deze statuten verstrekt de Commissie een advies.

Bij ontstentenis van een advies binnen de termijn vermeld in het vorig lid, is dit advies niet langer vereist en bezorgt het Secretariaat het dossier aan de Minister van Werk.

De Minister van Werk neemt een beslissing binnen een termijn van één maand die volgt op de ontvangst van het dossier.

Bij ontstentenis van een beslissing vanwege de Minister van Werk binnen de voornoemde termijn, wordt de beslissing geacht gunstig te zijn.

Het Secretariaat geeft kennis van de beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning voor onbepaalde duur aan de vragende onderneming. Het Secretariaat bezorgt de Commissie eveneens een afschrift van de beslissing. ».

Art. 4.In artikel 2septies, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004, vervallen de woorden « , op basis van de informatie bedoeld in artikel 10, § 1, laatste lid, ».

Art. 5.In hoofdstuk IIbis van hetzelfde besluit wordt een artikel 2nonies ingevoegd, luidende : «

Art. 2nonies.§ 1. Na advies van de Commissie kan de Minister van Werk overgaan tot de intrekking van de erkenning van een onderneming die niet voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 2quater, § 4, eerste lid, 11°. § 2. Het Secretariaat deelt de Minister van Werk en de Commissie mee wanneer het geval voorzien in § 1 zich voordoet.

Binnen een termijn van twee maanden vanaf deze mededeling, verstrekt de Commissie een advies aan de Minister van Werk, die een beslissing neemt.

Bij ontstentenis van een advies binnen de termijn vermeld in het vorig lid, is dit advies niet langer vereist en bezorgt het Secretariaat het dossier aan de Minister van Werk, die een beslissing neemt.

Het Secretariaat geeft kennis van de beslissing van de Minister van Werk aan de betrokken onderneming. Het Secretariaat bezorgt de Commissie eveneens een afschrift van die beslissing. § 3. Voor toepassing van dit artikel wordt onder de Minister van Werk verstaan de Minister van Werk of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg die hij aanduidt. ».

Art. 6.In artikel 3, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 november 2004 en 17 januari 2006, worden de woorden « Dienstencheques waarvoor reeds door het uitgiftebedrijf een fiscaal attest werd afgeleverd aan de gebruiker, » vervangen door de woorden « Dienstencheques betaald aan het uitgiftebedrijf vóór 1 januari van het lopende jaar ».

Art. 7.In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004, worden de woorden « Minstens tweemaal per maand » vervangen door het woord « Maandelijks ».

Art. 8.Artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 maart 2004, wordt aangevuld met het volgende lid : « De ondernemingen groeperen prestaties van minder dan één uur voor rekening van één gebruiker tot een volledig arbeidsuur. ».

Art. 9.In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004, worden de woorden « haar erkenningsnummer, » ingevoegd tussen de woorden « De erkende onderneming moet » en de woorden « haar identiteit ».

Art. 10.In artikel 8, derde lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004, worden de woorden « minstens tweemaal per maand » vervangen door het woord « maandelijks ».

Art. 11.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « De datum van betaling is de datum waarop de rekening van het uitgiftebedrijf gecrediteerd werd. » ingevoegd tussen de woorden « het voorgaande kalenderjaar. » en de woorden « Van dit bedrag ».

Art. 12.In artikel 10, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004, worden de woorden « de Commissie » vervangen door de woorden « het Secretariaat ».

Art. 13.Artikel 12 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juli 2004, wordt vervangen als volgt : «

Art. 12.De RVA vraagt jaarlijks aan de erkende ondernemingen gegevens op die noodzakelijk zijn voor de evaluatie zoals voorzien in hoofdstuk III van de wet van 20 juli 2001.

De RVA moet zich bij de opvraging van deze gegevens beperken tot deze gegevens die niet kunnen bekomen worden op basis van de kwartaalaangifte bij de voor de inning van de sociale zekerheidsbijdragen bevoegde instelling.

Deze gegevens betreffen inzonderheid : 1° het aantal in de loop van het vorige jaar gesloten arbeidsovereenkomsten dienstencheques, opgesplitst : - naargelang het arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur dan wel andere types arbeidsovereenkomsten betreft; - naargelang het werknemers van categorie A dan wel werknemers van categorie B betreft; 2° het op de laatste dag van het vorige jaar lopende aantal arbeidsovereenkomsten dienstencheques, opgesplitst : - naargelang het arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur dan wel andere types arbeidsovereenkomsten betreft; - naargelang het werknemers van categorie A dan wel werknemers van categorie B betreft; 3° het aantal gepresteerde uren in het vorige jaar gedekt door een arbeidsovereenkomst dienstencheques.».

Art. 14.De bijlage « Model van dienstencheque » bij hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004, wordt vervangen door de bijlage van dit besluit.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Voor de toepassing van artikel 2quater, § 4, eerste lid, 11°, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, ingevoegd bij dit besluit, wordt de ingangsdatum van de erkenning vastgesteld op de datum van inwerkingtreding van dit besluit voor de ondernemingen die vóór deze datum erkend zijn.

Art. 16.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 20 juli 2001, Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2001; Programmawet van 22 december 2003, Belgisch Staatsblad van 31 december 2003;

Koninklijk besluit van 12 december 2001, Belgisch Staatsblad van 22 december 2001;

Koninklijk besluit van 9 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 15 januari 2004;

Koninklijk besluit van 5 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 16 februari 2004;

Koninklijk besluit van 31 maart 2004, Belgisch Staatsblad van 16 april 2004;

Koninklijk besluit van 14 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 22 juli 2004;

Koninklijk besluit van 10 november 2004, Belgisch Staatsblad van 19 november 2004;

Koninklijk besluit van 17 september 2005, Belgisch Staatsblad van 26 september 2005;

Koninklijk besluit van 10 november 2005, Belgisch Staatsblad van 23 november 2005;

Koninklijk besluit van 17 januari 2006, Belgisch Staatsblad van 23 januari 2006.

Bijlage bij het koninklijk besluit van 5 maart 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques : Model van dienstencheque Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 maart 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques.

ALBERT Van Koningswege: De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^