gepubliceerd op 29 december 2004
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de gemeenteambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119bis, § 6, tweede lid, 1° van de nieuwe gemeentewet
5 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de gemeenteambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119bis, § 6, tweede lid, 1° van de nieuwe gemeentewet
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 17 juni 2004 houdende wijziging van de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op artikel 119bis, § 6, tweede lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 mei 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting van 6 mei 2004;
Gelet op het advies 37.268/2 van de Raad van State, gegeven op 16 juni 2004, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister belast met het Grootstedenbeleid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Onverminderd de bijzondere wettelijke of reglementaire bepalingen moeten de in artikel 119bis, § 6, tweede lid, 1°, van de nieuwe gemeentewet bedoelde ambtenaren voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° ten minste 18 jaar oud zijn, 2° nog geen enkele strafrechtelijke veroordeling hebben opgelopen, 3° minstens beschikken over : - ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs, - ofwel een getuigschrift van het lager secundair onderwijs en een ervaring van 5 jaar ten dienste van een gemeente, die nuttig is voor het uitoefenen van de functie 4° voldoen aan de voorwaarden inzake opleiding zoals bepaald in artikel 2.
Art. 2.De gemeenteambtenaar moet gedurende een maximale periode van 10 dagen een opleiding volgen van 40 uur.
De opleiding zal verstrekt worden door erkende opleidingsinstellingen voor de vorming van hulpagenten en omvat vier onderdelen : 1° de wetgeving met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties, met bijzondere aandacht voor de verplichtingen van de vaststeller, diens bevoegdheden en verantwoordelijkheden, en de rechten en plichten van burgers op voor het publiek toegankelijke plaatsen en heterdaadsituaties;2° conflictbeheersing;3° het vaststellen van de overtredingen en de redactie van de vaststelling;4° de werkingsbeginselen van de politiediensten.
Art. 3.De bevoegde gemeentelijke overheid bezorgt aan de gemeenteambtenaren die voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in de artikelen 1 en 2, een legitimatiekaart die volgende vermeldingen bevat : a) naam en voornaam van de gemeentelijke ambtenaar;b) geboortedatum van de gemeentelijke ambtenaar;c) foto van de gemeentelijke ambtenaar;d) stempel van de gemeente;e) de vermelding « de titularis van deze kaart is bevoegd om vaststelling van feiten te doen conform artikel 119bis, § 6, tweede lid, 1° van de nieuwe gemeentewet.»; f) de handtekening van de burgemeester en gemeentesecretaris. Het model van de legitimatiekaart wordt bij dit besluit gevoegd in bijlage.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2005.
Art. 5.Onze Minister die bevoegd is voor het Grootstedenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 december 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse zaken, P. DEWAEL De Minister belast met het Grootstedenbeleid, C. DUPONT
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Om toegevoegd te worden aan ons koninklijk besluit van 5 december 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister belast met het Grootstedenbeleid, C. DUPONT