Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 december 2000
gepubliceerd op 21 december 2000

Koninklijk besluit betreffende voedingsgelatine

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022892
pub.
21/12/2000
prom.
05/12/2000
ELI
eli/besluit/2000/12/05/2000022892/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit betreffende voedingsgelatine


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid op de artikelen 10, 13 en 14;

Gelet op de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op de artikelen 2, 3,3° en 6°;

Gelet op de Beschikking 99/724/EG van de Commissie van 28 oktober 1999 tot wijziging van de bijlage II bij de Richtlijn 92/118/EEG van de Raad tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat zonder uitstel de voorwaarden voor de productie van en de handel in gelatine bestemd voor de menselijke voeding dienen in overeenstemming gebracht met de bepalingen van de Beschikking 99/724/EG teneinde de Belgische handelspositie te vrijwaren en zonder onderbreking aan de behoeften te kunnen voldoen;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° gelatine : natuurlijk oplosbaar eiwit, gelerend of niet gelerend, verkregen door gedeeltelijke hydrolyse van collageen uit beenderen, huiden, ligamenten en pezen van dieren;2° huid : alle cutaan en subcutaan weefsel;3° looien: het harden van huiden met gebruikmaking van plantaardige looistoffen, van chroomzouten of andere stoffen zoals aluminiumzouten, ijzerzouten, siliciumzouten, aldehyden en chinonen, of van andere synthetische hardingsstoffen.

Art. 2.Behoudens het bepaalde in artikel 4, is dit besluit alleen van toepassing op gelatine voor menselijke consumptie, hierna voedingsgelatine genoemd, evenals op de grondstoffen ervoor, met uitzondering van gelatine voor gebruik in de farmaceutische en de cosmetische sector of voor andere technische doeleinden, alsmede voor gebruik in medische hulpmiddelen. HOOFDSTUK II. - De inrichting

Art. 3.Voedingsgelatine moet worden vervaardigd in inrichtingen die beschikken over een vergunning als bedoeld in het koninklijk besluit van 4 december 1995 tot onderwerping aan vergunning van plaatsen waar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de uitvoer behandeld worden.

Deze inrichtingen moeten voldoen aan de voorwaarden van de hoofdstukken 1, 2 en 3 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygiëne.

Art. 4.Op voorwaarde dat de voorschriften voor de vervaardiging en de aangewende procédés voor niet voor menselijke consumptie bestemde gelatine exact dezelfde zijn als deze voor voedingsgelatine, mogen beide producten in dezelfde inrichting worden vervaardigd en opgeslagen.

Art. 5.§ 1. De exploitant van de inrichting dient een programma inzake interne controles uit te voeren overeenkomstig artikel 4 en hoofdstuk I van de bijlage III van het koninklijk besluit van 4 juli 1996 betreffende de algemene en bijzondere exploitatievoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen. § 2. De exploitant van de inrichting dient alle relevante gegevens betreffende de oorsprong van alle binnenkomende grondstoffen en alle uitgaande producten te registreren en deze registratie gedurende twee jaar te bewaren. Daarbij dient hij een systeem toe te passen aan de hand waarvan voor elke verzonden partij voedingsgelatine het verband kan worden aangegeven met de binnenkomende partij grondstoffen waaruit de voedingsgelatine is vervaardigd alsmede met de productieomstandigheden en het productietijdstip. HOOFDSTUK III. - De grondstoffen

Art. 6.§ 1. Voor de vervaardiging van voedingsgelatine mogen alleen de volgende grondstoffen worden gebruikt: - beenderen; - ligamenten en pezen; - huid van als huisdier gehouden herkauwers; - huid van varkens; - huid van pluimvee; - huid van wild; - huid en graten van vis.

De grondstoffen moeten uitsluitend zijn bekomen van geslachte dieren, van vis of van gedood wild die bij het gezondheidsonderzoek voor de slachting, indien het verplicht is, en bij de keuring geschikt zijn bevonden voor menselijke consumptie en die komen van slachthuizen, uitsnijderijen, vleesverwerkingsinrichtingen, vrijwildverwerkingsinrichtingen, beenderontvettingsbedrijven, bedrijven waar voor menselijke consumptie bestemde visserijproducten worden vervaardigd, leerlooierijen, verzamelcentra, detailhandelszaken, aan verkooppunten grenzende lokalen waar het uitsnijden en het opslaan van vlees en vis uitsluitend plaatsvinden voor rechtstreekse levering aan de eindverbruiker of zijn ingevoerd overeenkomstig artikel 13. § 2. Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen wensen te leveren voor de vervaardiging van voedingsgelatine moeten daartoe speciaal zijn gemachtigd en geregistreerd. Ze moeten aan volgende voorwaarden voldoen : - beschikken over opslaglokalen met een harde vloer en gladde wanden die gemakkelijk kunnen worden gereinigd en ontsmet; - in voorkomend geval, voorzien zijn van koelinstallaties; - de opslaglokalen moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat ze geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen; - wanneer grondstoffen die niet aan de vereisten van dit artikel voldoen, in deze inrichtingen worden opgeslagen en/of verwerkt, moeten deze grondstoffen in elk stadium van ontvangst, opslag, verwerking en verzending gescheiden worden gehouden van grondstoffen die daar wel aan voldoen; - alle boekhoudkundige en/of gezondheidscertificaten aan de hand waarvan de oorsprong van de grondstoffen kan worden bepaald voor controle ter beschikking houden.

Art. 7.§ 1. Het gebruik van huiden die een looiprocédé hebben ondergaan, is verboden. § 2. Het gebruik van beenderen van herkauwers die zijn geboren, gehouden of geslacht in een land of een regio dat is aangemerkt als land of regio met een hoog risico ten aanzien van BSE, is verboden.

De Minister die de Volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft, bepaalt op grond van de communautaire wetgeving of een land of regio tot één van volgende categorieën behoort: - categorie 1 : BSE-vrij land of regio; - categorie 2 : voorlopig BSE-vrij land of regio; - categorie 3 : land of regio met een laag risico ten aanzien van BSE; - categorie 4 : land of regio met een hoog risico ten aanzien van BSE. HOOFDSTUK IV. - Vervoer en opslag van grondstoffen

Art. 8.§ 1. Het vervoer van grondstoffen voor de vervaardiging van voedingsgelatine moet plaatsvinden onder hygiënische omstandigheden in daarvoor geschikte vervoermiddelen.

Tijdens het vervoer naar en bij de levering in een verzamelcentrum, een leerlooierij of een inrichting voor de vervaardiging van voedingsgelatine moeten de grondstoffen vergezeld gaan van een handelsdocument volgens het model in de bijlage I bij dit besluit. § 2. Grondstoffen moeten gekoeld of bevroren worden vervoerd en opgeslagen, tenzij ze worden verwerkt binnen 24 uur na verzending.

Evenwel mogen ontvette en gedroogde beenderen of beenderlijm, gezouten, gedroogde en gekalkte huiden, en met een base of een zuur behandelde huiden bij omgevingstemperatuur worden vervoerd en opgeslagen. § 3. De opslaglokalen moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. HOOFDSTUK V. - De vervaardiging van voedingsgelatine

Art. 9.§ 1. Bij de vervaardiging van voedingsgelatine moet een procédé worden toegepast dat de volgende garanties biedt: alle grondstoffen worden behandeld met een zuur of een base en worden vervolgens één of meer keren gespoeld, waarna de pH wordt aangepast; de gelatine wordt geëxtraheerd door één keer of verschillende keren na elkaar te verhitten, waarna het extract wordt gezuiverd door middel van filtrering en sterilisatie.

Evenwel, moet alle beendermateriaal van herkauwers die zijn geboren, gehouden en geslacht in landen of regio's van categorie 3 worden onderworpen aan een procédé waarbij het eerst wordt fijngemalen, met heet water wordt ontvet en gedurende ten minste twee dagen met verdund zoutzuur (minimumconcentratie 4% en pH < 1,5) wordt behandeld.

Vervolgens moet het gedurende ten minste 20 dagen een behandeling ondergaan met een basische verzadigde kalkoplossing (pH g 12,5), in de loop waarvan het wordt gesteriliseerd bij 138-140 °C gedurende 4 seconden.

Na afloop van bovenvermelde procédés kan de voedingsgelatine worden gedroogd en vervolgens eventueel verwerkt tot poeder of tot blaadjes. § 2. Het gebruik van andere conserveermiddelen dan zwaveldioxide en waterstofperoxide is verboden. § 3. Elke productiepartij voedingsgelatine moet worden onderzocht om te garanderen dat aan de normen vermeld in bijlage II bij dit besluit wordt voldaan. HOOFDSTUK VI. - Verpakking, merken, opslag en vervoer

Art. 10.§ 1. Voedingsgelatine moet, onder bevredigende hygiënische omstandigheden, worden voorzien van een onmiddellijke verpakking en een eindverpakking en als dusdanig worden opgeslagen en vervoerd. § 2. Het materiaal voor de onmiddellijke verpakking en de eindverpakking moet worden opgeslagen in een apart lokaal.

Het aanbrengen van de onmiddellijke verpakking en de eindverpakking moet plaatsvinden in een lokaal of op een plaats die speciaal daarvoor is bestemd.

Art. 11.Bij de verzending van in België verpakte voedingsgelatine moeten de onmiddellijke en de eindverpakking : - voorzien zijn van een identificatiemerk in gedrukte hoofdletters met de volgende gegevens: B, gevolgd door het registratienummer van de inrichting en de initialen EG; - de vermelding : « Voor menselijke consumptie bestemde gelatine ».

Bij de verzending van voedingsgelatine die in een andere Lidstaat is verpakt, dient, naargelang het land van verpakking, het registratienummer voorafgegaan door één van volgende gegevens : AT, DK, D, EL, E, F, FI, IRL, I, L, NL, P, SE of UK, en gevolgd door de initialen CE, EC, EF, EG, EK of EY.

Art. 12.Voedingsgelatine moet tijdens het vervoer vergezeld gaan van een handelsdocument waarop het identificatiemerkteken van de inrichting van verzending, de datum van vervaardiging evenals de vermelding « Voor menselijke consumptie bestemde gelatine ». HOOFDSTUK VII. - Invoer

Art. 13.De invoer uit derde landen van grondstoffen voor de vervaardiging van voedingsgelatine is verboden, tenzij ze afkomstig zijn uit derde landen die zijn opgenomen in de lijst die, naargelang het geval, is vastgesteld bij een van volgende Beschikkingen : - 79/542/EEG van de Raad; - 94/85/EG, 94/86/EG of 97/296/EG van de Commissie.

Art. 14.§ 1. De invoer uit derde landen van voedingsgelatine is verboden, tenzij : - hij komt uit derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel XIII van de bijlage bij Beschikking 94/278/EG van de Commissie; - hij komt uit inrichtingen die voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk II bij dit besluit; - hij vervaardigd is met grondstoffen die voldoen aan de bepalingen van de hoofdstukken III en IV bij dit besluit; - hij is vervaardigd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk V bij dit besluit; - hij voldoet aan de normen van bijlage II bij dit besluit; - hij is verpakt, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 bij dit besluit; - op de verpakking ervan een identificatienummer is aangebracht met volgende gegevens : ISO-code van het land van oorsprong, gevolgd door het registratienummer van de inrichting; - vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model bepaald door de Commissie. § 2. In afwijking op § 1, kan de invoer eveneens worden toegelaten indien de Commissie heeft erkend dat de gezondheidsmaatregelen die door een derde land zijn toegepast bij de vervaardiging van voedingsgelatine, gelijkwaardige garanties bieden en zij daarbij de voorwaarden voor de invoer, met inbegrip van het gezondheidscertificaat heeft vastgesteld. HOOFDSTUK VIII. - Gezondheidsmaatregelen

Art. 15.Het is verboden bij de vervaardiging of bereiding van voedingsmiddelen gelatine aan te wenden die niet als voedingsgelatine overeenkomstig dit besluit is gemerkt.

Art. 16.§ 1. Voedingsgelatine, die is vervaardigd met grondstoffen die niet voldoen aan de bepalingen van de artikelen 6 en 7 of die niet zijn vervoerd of opgeslagen overeenkomstig artikel 8 of die zijn ingevoerd in overtreding van artikel 13, wordt schadelijk verklaard. § 2. Voedingsgelatine die is vervaardigd in overtreding van artikel 9 of die niet beantwoordt aan de normen van bijlage II of die is ingevoerd in overtreding met artikel 14 wordt schadelijk verklaard. § 3. Voedingsmiddelen die zijn vervaardigd of bereid met gelatine die niet overeenkomstig dit besluit is geproduceerd of ingevoerd of niet als voedingsgelatine is gemerkt of die niet aan de normen van bijlage II beantwoordt, worden schadelijk verklaard. HOOFDSTUK IX. - Overgangsbepaling

Art. 17.De voedingsgelatine die is geproduceerd en verpakt vóór de inwerkingtreding van dit besluit kan tot 31 maart 2001 als dusdanig verhandeld worden en ze kan worden aangewend bij de productie van voedingsmiddelen tot 30 juni 2001. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 18.Het koninklijk besluit van 5 oktober 1971 betreffende voedingsgelatine wordt opgeheven.

Art. 19.De overtredingen van dit besluit worden gestraft met de door de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, voorziene straffen.

Art. 20.Behoudens de bepalingen van artikel 7, § 2 en van artikel 9, § 1, tweede lid, treedt dit besluit in werking op 1 januari 2001.

De bepalingen van artikel 7, § 2 en van artikel 9, § 1, tweede lid, treden in werking op de datum die door de Minister van Volksgezondheid zal worden bepaald.

Art. 21.Onze Minister die bevoegd is voor de Volksgezondheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 december 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

Bijlage I HANDELSDOCUMENT voor grondstoffen die bestemd zijn voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine Nummer van het handelsdocument : . . . . .

I. Identificatie van de grondstoffen Aard van de grondstoffen : . . . . .

Grondstoffen van de volgende diersoorten : . . . . .

Nettogewicht : . . . . .

Identificatienummer (pallet of container) : . . . . .

II. Herkomst van de grondstoffen (1) Slachthuis Adres : . . . . .

Erkenningsnummer : . . . . .

Uitsnijderij Adres : . . . . .

Erkenningsnummer : . . . . .

Inrichting voor de vervaardiging van vleesproducten Adres : . . . . .

Erkenningsnummer : . . . . .

Andere inrichtingen voor de vervaardiging van dierlijke producten Adres : . . . . .

Erkenningsnummer/registratienummer : . . . . .

Vrijwildverwerkingsinrichting Adres : . . . . .

Erkenningsnummer : . . . . .

Inrichting voor de vervaardiging van visserijproducten Adres : . . . . .

Erkenningsnummer/registratienummer : . . . . .

Verzamelcentrum Adres : . . . . .

Registratienummer : . . . . .

Leerlooierij Adres : . . . . .

Registratienummer : . . . . .

Detailhandelszaak Adres : . . . . .

Aan een verkooppunt grenzend lokaal waar het uitsnijden en het opslaan van vlees uitsluitend plaatsvinden voor rechtstreekse levering aan de eindverbruiker Adres : . . . . .

III. Bestemming van de grondstoffen De grondstoffen worden verzonden naar de volgende inrichting verzamelcentrum/leerlooierij/gelatinebedrijf (1) Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

IV. Verklaring Ondergetekende verklaart dat hij de bepalingen van hoofdstuk 4, de delen II en III, van bijlage II bij de richtlijn 92/118/EEG (2) heeft gelezen en begrepen en dat : - de hierboven omschreven huiden van als huisdieren gehouden herkauwers, beenderen, huiden van varkens, huid van pluimvee, ligamenten en pezen verkregen zijn van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en die op grond van een antemortem- en een postmortemkeuring geschikt zijn bevonden voor menselijke consumptie (1), en/of - de hierboven omschreven huiden van vrij wild verkregen zijn van gedode dieren waarvan de karkassen geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden op grond van de in artikel 3 van Richtlijn 92/45/EEG (3) bedoelde keuringen en controles (1), en/of - de hierboven omschreven huid en graten van vis afkomstig zijn van overeenkomstig Richtlijn 91/493/EEG erkende en geregistreerde inrichtingen voor de vervaardiging van visserijproducten voor menselijke consumptie (1)(4).

Gedaan te . . . . . , op . . . . . handtekening van de eigenaar van het bedrijf of de inrichting, of van diens vertegenwoordiger (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Stemt overeen met de hoofdstukken III en IV van het koninklijk besluit van 5 december 2000 betreffende voedingsgelatine.(3) Stemt overeen met de keuring op grond van het koninklijk besluit van 9 november 1994 betreffende de keuring van en de handel in vlees van vrij wild.(4) Stemt overeen met de erkenning of registratie overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 april 1976 betreffende de keuring van en de handel in vis. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 december 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

Bijlage II Eisen inzake de voedingsgelatine Elke productiepartij voedingsgelatine moet worden onderzocht om te garanderen dat aan de volgende normen wordt voldaan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 december 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

^