Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 oktober 2006
gepubliceerd op 16 oktober 2006

Koninklijk besluit tot bepaling van de berekening- en inningwijze van de bijdrage voor APETRA

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2006011438
pub.
16/10/2006
prom.
04/10/2006
ELI
eli/besluit/2006/10/04/2006011438/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit tot bepaling van de berekening- en inningwijze van de bijdrage voor APETRA


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van verplichte voorraden aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop, inzonderheid op artikel 18, § 4;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 maart 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven op 4 mei 2006;

Gelet op het advies n° 40.528/3 van de Raad van State, gegeven op 13 juni 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Economie en Energie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° De wet : de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van verplichte voorraden aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop;2° Ontvanger : de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen aangeduid door de administrateur-generaal van de Centrale Administratie der Douane en Accijnzen;3° Accijnzen : de accijns, de bijzondere accijns, de controleretributie op huisbrandolie en de bijdrage op de energie. Berekening van de bijdrage

Art. 2.§ 1. De bijdrage bedoeld in artikel 18, § 1, van de wet wordt ten laatste vijftien kalenderdagen voor de eerste dag van elk kwartaal door de Algemene directie bepaald op basis van een automatische formule gebaseerd op : 1° de kost voor het huren en/of afschrijven van opslagcapaciteit, 2° de kost voor het vernieuwen van het product, 3° de kost voor de financiële lasten op de waarde van het product, 4° de kost voor het toezicht, georganiseerd door de Algemene directie, op de voorraden bij de voorraadplichtigen, 5° de kost voor interne voorraadcontrole georganiseerd door APETRA en de werkingskosten van APETRA. § 2. Deze berekening vindt plaats volgens de volgende formule : CSi = C1 + Cr,i + Cc,i + Cm,i + Cf,i waarbij CSi =de bijdrage voor de verplichte voorraad voor categorie i;

C1 = de kost voor het huren en/of afschrijven van opslagcapaciteit in euro/1000 liter voor de categorieën 1 en 2 of in euro/ton voor de categorie 3;

Cr,i = de kost voor het vernieuwen van het product van categorie i in euro/1000 l of in euro/T;

Cc,i = de kost van de controle van de voorraden van de voorraadplichtigen en die toegewezen wordt aan categorie i Cm,i = de kost van de interne voorraadcontrole door APETRA en de werkingskosten van APETRA, dat toegewezen wordt aan categorie i;

Cf,i = de kost voor de financiële lasten op de waarde van het product i in euro/1000 liter voor de categorieën 1 en 2 of in euro/ton voor de categorie 3 en bepaald op de volgende wijze : Cf,i = CPi x It x OS/365 x densi Met de termen in deze subformule wordt wat volgt bedoeld : * CPi = de gemiddelde CIF-prijs, in euro/T, van het kwartaal, gevormd door de gemiddelde prijzen van de 2de, 3de en 4de maand voorafgaand aan de herziening van de referentieproducten van de drie categoriën, met name : o Categorie I = super benzine zonder lood; o Categorie II = gasolie; o Categorie III = Extra zware stookolie 1% S; * It = de financiële lasten, in %, in het midden van het kwartaal, gevormd door de 2de, 3de en 4de maand voorafgaand aan de 1ste van de herzieningsmaand, gepubliceerd door de financiële instelling erkend door de Minister onder de naam "Afficherentevoeten voor Investeringskredieten" met een looptijd van 3 jaar; * OS = het aantal dagen in te dekken door de verplichte voorraad; * Densi = de dichtheden van het product i voor de categorieën 1 en 2 gedefinieerd in de technische bijlage tot de programma-overeenkomst.

De waarden van deze termen zijn deze zoals vastgesteld in de tabel in bijlage. § 3. Voor de kerosine met GN code 2710 19 21 gebruikt door de reguliere luchtvaart en de vrachtluchtvaart wordt de bijdrage bepaald conform de bepalingen in §§ 1 en 2. De aldus bepaalde bijdrage is evenwel nooit hoger dan 4 euro/1 000 liter. § 4. De nieuwe berekeningswijze dient ten laatste 15 dagen voor de aanvang van een kwartaal gepubliceerd te zijn en geldt vanaf de eerste dag van dat nieuw kwartaal.

Art. 3.De geldende bijdragen worden door de Algemene directie ten minste vijftien dagen voor het begin van het kwartaal vermeld op de website van de Algemene directie Energie. Op eenvoudig verzoek kunnen de accijnsplichtige ondernemingen een kopij per fax of per mail van deze bijdragen bekomen.

Inning van de bijdragen

Art. 4.Ter inning van de bijdrage stort de accijnsplichtige onderneming, op het moment van de indiening van een aangifte ten verbruik bij de ontvanger, de bijdragen die betrekking hebben op de hoeveelheden van deze aangifte op de rekening van APETRA. Toezicht op de gestorte bijdragen

Art. 5.§ 1. Teneinde het toezicht op de door de accijnsplichtige bedrijven gestorte bijdragen mogelijk te maken, heeft de Algemene directie inzicht in de door APETRA ontvangen bijdragen en de overeenstemmende in verbruik gestelde hoeveelheden. § 2. Vanaf 1 januari 2007 dienen de accijnsplichtige bedrijven het vak A van de maandelijkse petroleumbalans binnen de maand volgend op de maand waarin de producten in verbruik werden gesteld in te vullen en te bezorgen aan de Algemene Directie. § 3. Indien de Algemene Directie, bij de verificatie van de in verbruik gestelde hoeveelheden, niet op tijd over de benodigde gegevens van de maandelijkse petroleumbalans beschikt, kunnen de hoogste gegevens van de laatste drie geconsolideerde maanden gebruikt worden.

Art. 6.§ 1. Indien de Algemene directie vaststelt, dat het door een accijnsplichtig bedrijf gestort bedrag niet overeenstemt met de hoeveelheden die het voorwerp hebben uitgemaakt van een aangifte voor in verbruikstelling gemeld door de Administratie der Douane en Accijnzen of met de gegevens van de maandelijkse petroleumbalans, dan brengt zij het betrokken bedrijf hiervan schriftelijk op de hoogte binnen de twee weken nadat deze vaststelling. § 2. Het accijnsplichtig bedrijf heeft twee weken de tijd om met een gemotiveerd schrijven op het bezwaar vanwege de Algemene directie te reageren, die op haar beurt binnen de week de definitieve bijdrage vastlegt. § 3. Te veel betaalde bijdragen zullen in mindering worden gebracht van de eerstvolgende bijdrage. § 4. Te weinig betaalde bedragen moeten binnen de week na de definitieve vastlegging vereffend worden. Indien deze bedragen niet vereffend worden, zal een verwijlinterest gelijk aan de wettelijke interest aangerekend worden.

Art. 7.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van artikel 2, § 3.

Art. 8.Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Economie en Energie zijn, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 oktober 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie en Energie, M. VERWILGHEN

BIJLAGE C1 = 2,48 euro per 1000 liter of per ton Cr,i = 0,5 euros per 1000 liter of per ton Cc,i = 0 euros per 1000 liter of per ton Cm,i = 0 euros per 1000 liter of per ton OS = 80,4 Voor de categorieën 1 en 2 worden de bijdragen uitgedrukt per 1 000 liter, voor de categorie 3 per ton.

^