4 MAART 2015. - Koninklijk besluit ter goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van arbeidsauditeurs

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 152bis, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 12 april 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2004 pub. 07/05/2004 numac 2004009321 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende verticale integratie van het openbaar ministerie sluiten;

Overwegende dat de raad van arbeidsauditeurs het huishoudelijk reglement dat bij dit besluit gevoegd is, heeft vastgesteld;

Overwegende dat het college van procureurs-generaal gedurende haar vergadering van 20 november 2014 het huishoudelijk reglement heeft goedgekeurd;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het als bijlage bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de raad van arbeidsauditeurs wordt goedgekeurd.

Art. 2.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 maart 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Koen GEENS

Bijlage bij koninklijk besluit van 4 maart 2015 ter goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van arbeidsauditeurs

Artikel 1.De Raad van arbeidsauditeurs, hierna Raad genoemd, is samengesteld uit: - de voorzitter; - de ondervoorzitter, die tot een ander taalstelsel behoort; - de secretaris, die is aangewezen uit de leden van de Raad; - alle andere arbeidsauditeurs; - de procureur des Konings van Eupen, tevens arbeidsauditeur te Eupen; - de adjunct-arbeidsauditeur te Brussel (van rechtswege).

De federale procureur kan de vergaderingen van de Raad bijwonen op eigen verzoek.

De afdelingsauditeurs kunnen de vergaderingen bijwonen op verzoek van het Bureau of van de leden van de Raad.

Art. 2.De Raad vergadert na bijeenroeping door de voorzitter of de secretaris in naam van de voorzitter, ten minste eenmaal per trimester in de lokalen van het college van procureurs-generaal en niet meer in de lokalen van de FOD Justitie.

De voorzitter of de secretaris roepen de Raad bijeen op initiatief van de voorzitter, of op verzoek van de ondervoorzitter of van ten minste twee leden, de Minister van Justitie, het college van procureurs-generaal of van de federale procureur.

De agenda wordt gezamenlijk opgesteld door Bureau, behoudens bij hoogdringendheid. In dat geval wordt hij opgesteld door een lid van het Bureau. Tijdens de vergadering kan een lid van de Raad nog steeds een agendapunt laten toevoegen.

De oproeping en de agenda worden ten minste tien kalenderdagen vóór de datum die voor de vergadering is vastgesteld, ter kennis gebracht aan de leden van de Raad. De agenda wordt tevens toegezonden aan de Minister van Justitie, het college van de procureurs-generaal en de federale procureur. Bij hoogdringendheid kunnen de oproeping of de agenda later worden verzonden.

De Raad wordt bijgestaan door het administratief secretariaat van het College van het Openbaar Ministerie en van de Steundienst. Hij beschikt niet over een eigen werkingsbudget.

Art. 3.De Raad beraadslaagt rechtsgeldig indien de helft plus een is bereikt onder de aanwezigen.

Een beslissing wordt genomen bij absolute meerderheid (de helft plus een) van het aantal geldig uitgebrachte stemmen van de aanwezige leden.

Indien de vereiste meerderheid niet is bereikt, wordt hierover opnieuw beraadslaagd op de eerstvolgende vergadering. Dan wordt geldig beslist met gewone meerderheid (meer voor- dan tegenstemmen)ongeacht het quorum of de meerderheid van de aanwezige leden.

Bij staking van stemmen is deze van de voorzitter bepalend.

De federale procureur, afdelingsauditeur of deskundige heeft slechts een raadgevende stem.

De voorzitter en de ondervoorzitter worden verkozen bij geheime stemming met gewone meerderheid.

Art. 4.Van de beraadslagingen van de Raad wordt een verslag opgesteld door de secretaris in het Nederlands en in het Frans, met medewerking van de vertaaldienst van het auditoraat te Brussel. Het verslag wordt vertaald in het Duits, voor zover de vertaaldienst van het parket-generaal te Luik hiervoor kan instaan.

De secretaris verzendt het verslag per e-mail naar de leden van de Raad binnen een maand na de vergadering. De leden die aanwezig waren op de vergadering delen hun opmerkingen mee aan de secretaris binnen de twee weken na de toezending.

De opmerkingen worden door het secretariaat ter kennis gebracht aan de leden, voor zover zij niet reeds aan allen werden meegedeeld. Het verslag wordt als goedgekeurd beschouwd indien er geen schriftelijke opmerkingen zijn ontvangen per e-mail binnen de twee weken na verzending.

De secretaris, of het administratief secretariaat op verzoek van de secretaris, verzendt een exemplaar van het definitieve verslag naar de Minister van Justitie, het college van de procureurs-generaal, de federale procureur en de Raad van de procureurs des Konings.

Art. 5.De Raad stelt uiterlijk bij de aanvang van het gerechtelijk jaar zijn Bureau samen, bestaande uit de voorzitter, de ondervoorzitter en de secretaris.

Voor zover de Raad in het College van het Openbaar Ministerie wordt vertegenwoordigd door een andere arbeidsauditeur die geen lid is van het Bureau, kan deze het Bureau eveneens bijwonen.

Binnen de perken van zijn bevoegdheid vertrouwt de Raad het Bureau de voorbereiding en het beheer toe van de uitvoering van de beslissingen van de Raad.

Het Bureau mag zich niet uitspreken over een principekwestie zonder mandaat van de Raad.

Bij hoogdringendheid kan het Bureau, na raadpleging van de leden van de Raad, desnoods per e-mail, de beslissingen nemen die behoren tot de bevoegdheid van de Raad. Het Bureau deelt deze beslissingen zo vlug mogelijk mee aan de leden van de Raad. Deze beslissingen zijn echter pas definitief, na goedkeuring door de Raad op de eerstvolgende vergadering.

Het Bureau neemt alle initiatieven voor de goede werking van de Raad.

Het Bureau organiseert de verkiezingen.

Art. 6.Indien het Bureau dit nodig acht, kan het zich laten bijstaan door de Steundienst.

Art. 7.In afwijking van artikel 3 wordt het huishoudelijk reglement slechts gewijzigd met instemming van twee derde van de leden van de Raad.

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 4 maart 2015 houdende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van arbeidsauditeurs.

Gegeven te Brussel, 4 maart 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Koen GEENS