gepubliceerd op 23 juni 2014
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten en tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten
4 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/10/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001002158 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten en tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/10/2002 pub. 09/10/2002 numac 2002002263 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 oktober 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/10/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001002158 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/10/2002 pub. 09/10/2002 numac 2002002263 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 januari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 29 januari 2014;
Gelet op het protocol nr. 693 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten van 25 februari 2014;
Gelet op advies 55.293/2 van de Raad van State, gegeven op 3 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de Regering met het invoeren van bestuursovereenkomsten en bestuursplannen de beheersfunctie van de federale overheidsdiensten en programmatorische federale overheidsdiensten verder heeft willen moderniseren;
Op voordacht van de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken en van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/10/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001002158 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten
Artikel 1.In Hoofdstuk IV, Afdeling I van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/10/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001002158 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende : "Art. 11bis § 1. In de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten bestaan het managementplan en het operationeel plan uit de bestuursovereenkomst en het bestuursplan. § 2. De bestuursovereenkomst bevat minstens volgende elementen : 1° Een beschrijving van alle toegewezen missies en opdrachten;2° Een omgevings- en belanghebbendenanalyse;3° De visie en de waarden;4° De strategische doelstellingen en de volgens het SMART-principe (Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Realistisch en Tijdsgebonden) geformuleerde operationele doelstellingen die betrekking hebben op de efficiënte en kwaliteitsvolle uitvoering van alle missies en opdrachten;5° De strategische doelstellingen en de volgens het SMART-principe (Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Realistisch en Tijdsgebonden) geformuleerde operationele doelstellingen die betrekking hebben op de verbetering van de interne werking en het beheer van de federale overheidsdienst en waarbij volgende domeinen ook aan bod komen : a) Efficiëntieverbetering en kostenreductie b) Administratieve vereenvoudiging c) Verbetering klantgerichtheid of verbetering van de relatie met de gebruiker/burger d) Duurzame ontwikkeling e) Bevordering gelijke kansen f) Verbetering interne controle en interne audit g) Dienstoverschrijdende samenwerking;6° De efficiëntiedoelstellingen van de overheidsdienst en de wijze waarop hij zich zal inschrijven in het budgettair kader dat is bepaald door de regering;7° De resultaatindicatoren die aan elke doelstelling zijn verbonden;8° De kritieke succesfactoren voor de realisatie van de doelstellingen;9° De analyse van strategische en operationele risico's;10° De toewijzing van de verantwoordelijkheid voor de realisatie van de strategische of operationele doelstellingen, zodanig dat de evaluatie van elke houder van een managementfunctie en elke houder van een staffunctie mogelijk is;11° Een beschrijving van de belangrijkste projecten, processen, initiatieven of acties;12° Het middelenschema;13° De rapportering- en opvolgingsmodaliteiten;14° De verbintenissen van de ondertekenende partijen. § 3. Bij de onderhandeling en het sluiten van de bestuursovereenkomst wordt de Staat vertegenwoordigd door de voogdijminister of voogdijstaatssecretaris en de overheidsdienst wordt vertegenwoordigd door de voorzitter van het directiecomité van de federale overheidsdienst of van de programmatorische federale overheidsdienst of desgevallend door de voorzitter wanneer geen directiecomité is opgericht in de programmatorische federale overheidsdienst.
Wanneer meerdere ministers of staatssecretarissen bevoegd zijn voor het activiteitsgebied van een voorzitter van een directiecomité of van een voorzitter, wordt de Staat bij de onderhandeling en het sluiten van de bestuursovereenkomst vertegenwoordigd door de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied.
De onderhandeling gebeurt op basis van een ontwerp van bestuursovereenkomst waarin de relevante elementen uit de regeringsverklaring, alsook de grote richtlijnen bepaald door alle ministers of staatssecretarissen die bevoegd zijn voor het activiteitsgebied, zijn opgenomen.
Het ontwerp van bestuursovereenkomst is besproken in het directiecomité en zodanig opgemaakt dat alle houders van managementfuncties of staffuncties, althans gedeeltelijk en minstens voor wat betreft de elementen die betrekking hebben op hun functie en verantwoordelijkheidsdomein, actief betrokken zijn geweest bij de opmaak ervan.
Indien geen directiecomité is opgericht in de programmatorische federale overheidsdienst, is het ontwerp van bestuursovereenkomst zodanig opgemaakt dat alle eventuele houders van managementfuncties of staffuncties, althans gedeeltelijk en minstens voor wat betreft de elementen die betrekking hebben op hun functie en verantwoordelijkheidsdomein, actief betrokken zijn geweest bij de opmaak ervan.
Wat betreft de horizontale federale overheidsdiensten, is het ontwerp van bestuursovereenkomst eveneens voorafgaand voor advies voorgelegd aan de vertegenwoordigers van hun belangrijkste klanten/gebruikers.
Het ontwerp van bestuursovereenkomst wordt bezorgd aan de voogdijminister of voogdijstaatssecretaris, of desgevallend aan de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, die op zijn beurt het ontwerp van bestuursovereenkomst onverwijld bezorgt aan de andere bevoegde ministers of staatssecretarissen. § 4. De bestuursovereenkomst treedt pas in werking na goedkeuring en ondertekening door de voogdijminister of voogdijstaatssecretaris, of desgevallend door de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied. De voogdijminister of voogdijstaatssecretaris, of desgevallend de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, waakt erover dat de bestuursovereenkomst in overeenstemming is met het economisch, sociaal en financieel beleid van de Staat.
Wanneer meerdere ministers of staatssecretarissen bevoegd zijn voor het activiteitsgebied van een voorzitter van een directiecomité of van een voorzitter, vraagt de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, voorafgaand aan de goedkeuring en ondertekening van de bestuursovereenkomst, het advies van alle andere bevoegde ministers of staatssecretarissen. Deze beschikken over een termijn van vijftien werkdagen om hun advies te formuleren. Wanneer deze termijn verstreken is, wordt het advies niet meer vereist. Bij de goedkeuring en ondertekening van de bestuursovereenkomst houdt de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, rekening met de eventuele opmerkingen van de andere bevoegde ministers of staatssecretarissen.
De ondertekende bestuursovereenkomst wordt onverwijld door de voogdijminister of voogdijstaatssecretaris, of desgevallend door de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, ter informatie voorgelegd aan de Ministerraad. § 5. De bestuursovereenkomst wordt gesloten voor een duur van drie kalenderjaren en heeft bijgevolg een strategische planningshorizon van drie jaar, die wordt geconcretiseerd in operationele planningshorizonten van één jaar. § 6. Uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van een bestuursovereenkomst, legt de overheidsdienst aan de voogdijminister of voogdijstaatssecretaris, of desgevallend aan de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, een nieuw ontwerp van bestuursovereenkomst voor.
Indien bij het verstrijken van een bestuursovereenkomst geen nieuwe bestuursovereenkomst in werking is getreden, wordt ze van rechtswege verlengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe bestuursovereenkomst in werking is getreden.
Indien geen nieuwe bestuursovereenkomst in werking is getreden binnen een termijn van één jaar na de in het voorgaande lid bedoelde verlenging, kan de voogdijminister of voogdijstaatssecretaris, of desgevallend de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, voorlopige regels vaststellen.
Deze voorlopige regels zullen als nieuwe bestuursovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe bestuursovereenkomst in werking treedt. § 7. De bestuursovereenkomst kan tijdens zijn duurtijd, in voorkomend geval, elke drie maand aangepast worden.
Elk van de onderhandelende partijen, bedoeld in paragraaf 3, alsook desgevallend alle andere bevoegde ministers of staatssecretarissen, kunnen een voorstel tot wijziging van de bestuursovereenkomst voorleggen, waarvan de impact wordt besproken door de onderhandelende partijen.
Het voorstel tot wijziging van de bestuursovereenkomst dat wordt voorgelegd door de overheidsdienst, neemt de vorm aan van een ontwerp tot wijziging van de bestuursovereenkomst dat is besproken in het directiecomité en dat zodanig is opgemaakt dat alle houders van managementfuncties of staffuncties op wiens verantwoordelijkheid het ontwerp tot wijziging een impact heeft, actief betrokken zijn geweest bij de opmaak ervan.
Indien geen directiecomité is opgericht in de programmatorische federale overheidsdienst, is het ontwerp tot wijziging van de bestuursovereenkomst dat wordt voorgelegd door de overheidsdienst zodanig opgemaakt dat alle eventuele houders van managementfuncties of staffuncties op wiens verantwoordelijkheid het ontwerp tot wijziging een impact heeft, actief betrokken zijn geweest bij de opmaak ervan.
Een wijziging van de bestuursovereenkomst treedt pas in werking na goedkeuring en ondertekening door de voogdijminister of voogdijstaatssecretaris, of desgevallend door de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied.
Wanneer meerdere ministers of staatssecretarissen bevoegd zijn voor het activiteitsgebied van een voorzitter van een directiecomité of van een voorzitter, vraagt de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, voorafgaand aan de goedkeuring en ondertekening van een wijziging van de bestuursovereenkomst, het advies van alle andere bevoegde ministers of staatssecretarissen. Deze beschikken over een termijn van tien werkdagen om hun advies te formuleren. Wanneer deze termijn verstreken is, wordt het advies niet meer vereist. Bij de goedkeuring en ondertekening van een wijziging van de bestuursovereenkomst houdt de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, rekening met de eventuele opmerkingen van de andere bevoegde ministers of staatssecretarissen. § 8. De bestuursovereenkomst wordt jaarlijks getoetst op basis van een verslag dat betrekking heeft op de uitvoering van de bestuursovereenkomst en dat is opgesteld door de voorzitter van het directiecomité, of desgevallend door de voorzitter. In voorkomend geval, wordt de bestuursovereenkomst aangepast aan de gewijzigde omstandigheden, onder de voorwaarden bedoeld in paragraaf 7 met betrekking tot de wijziging van de bestuursovereenkomst. § 9. Elke overheidsdienst stelt een bestuursplan op dat de jaarlijkse strategie beschrijft voor de concretisering van de in bestuursovereenkomst opgenomen doelstellingen, evenals de gevolgen ervan op de uitvoering van de bestuursovereenkomst. De mate waarin de doelstellingen worden bereikt, wordt gemeten aan de hand van indicatoren die periodiek worden berekend en opgenomen zijn in boordtabellen.
Een wijziging van de bestuursovereenkomst leidt tot een wijziging van het bestuursplan. § 10. De federale overheidsdienst Personeel en Organisatie zal samen met de federale overheidsdienst Budget en Beheerscontrole driejaarlijks, te tellen vanaf de ondertekeningdatum van de eerste bestuursovereenkomst van een federale overheidsdienst of programmatorische federale overheidsdienst, een globale evaluatie maken van de ontwikkeling en de toepassing van de bestuursovereenkomsten en bestuursplannen in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten.
Deze globale evaluatie betreft enkel een methodologische evaluatie.
Elke federale overheidsdienst en programmatorische federale overheidsdienst zal daartoe aan de federale overheidsdienst Personeel en Organisatie meteen na de ondertekening een kopie bezorgen van de getekende bestuursovereenkomst en een kopie van elk bestuursplan vanaf het moment dat dit beschikbaar is.
Op basis van deze globale evaluatie zal de federale overheidsdienst Personeel en Organisatie samen met de federale overheidsdienst Budget en Beheerscontrole verbetervoorstellen formuleren. Deze worden in de vorm van een rapport voorgelegd aan de Minister bevoegd voor het Openbaar ambt en de Minister bevoegd voor Begroting.". HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/10/2002 pub. 09/10/2002 numac 2002002263 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten
Art. 2.In Hoofdstuk IV, Afdeling I van het koninklijk besluit van 2 oktober 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/10/2002 pub. 09/10/2002 numac 2002002263 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de staffuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidende : "
Art. 10bis.In de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten bestaat het ondersteuningsplan uit de bestuursovereenkomst en het bestuursplan bedoeld in artikel 11bis van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/10/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001002158 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten.". HOOFDSTUK III. - Overgang-, slot- en uitvoeringsbepalingen
Art. 3.Voor de eerste bestuursovereenkomst, legt de overheidsdienst aan de voogdijminister of voogdijstaatssecretaris, of desgevallend aan de minister of staatssecretaris bevoegd voor het grootste gedeelte van het activiteitsgebied, een ontwerp van bestuursovereenkomst voor en dit ten laatste op 30 juni 2015.
In afwijking van het eerste lid, wordt het eerste ontwerp van bestuursovereenkomst uiterlijk op 30 juni 2014 voorgelegd in de volgende gevallen : 1° Na akkoord van alle houders van managementfuncties en staffuncties van de federale overheidsdienst of programmatorische federale overheidsdienst;2° Voor de houders van managementfuncties en staffuncties die deel uitmaken van het directiecomité van de federale overheidsdienst of programmatorische federale overheidsdienst, na akkoord van al deze houders.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de 1e dag van de maand die volgt op de maand waarin het gepubliceerd wordt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 avril 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, K. GEENS De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare diensten, H. BOGAERT