Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juni 2007
gepubliceerd op 14 juni 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 65 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot wijziging van artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007201782
pub.
14/06/2007
prom.
03/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/03/2007201782/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 65 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot wijziging van artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, § 1, derde lid, m, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 1996, § 1, derde lid, p, ingevoegd bij de wet van 30 december 2001 en gewijzigd bij de wet van 23 december 2005 en § 1, derde lid, q, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 65;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 29 maart 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 25 april 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 9 mei 2007;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de reglementering inzake overlevingspensioenen gewijzigd werd vanaf 1 januari 2007 door binnen bepaalde limieten de cumul van deze te versoepelen of toe te laten met een inkomen als loontrekkende of met een vervangingsinkomen; na de inwerkingtreding van deze wijziging is gebleken dat er zich binnen de werkloosheidsreglementering directe implicaties voordeden die niet voorzien waren; ten einde te vermijden dat er discrepanties ontstaan tussen de verschillende sociale reglementeringen, moeten er binnen de werkloosheidsreglementering dringend zekere bepalingen gewijzigd worden; zo kan aan de sociaal verzekerde rechtszekerheid gegeven worden door hem toe te laten met volledige kennis van zaken eventuele beslissingen te nemen inzake al dan niet cumuleerbare activiteiten;

Gelet op advies 43.093/1 van de Raad van State, gegeven op 15 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 65 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) § 2 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 2. De werkloze die een onvolledig pensioen of een overlevingspensioen geniet kan uitkeringen genieten binnen de beperkingen van artikel 130.

Het genot van de uitkeringen wordt evenwel slechts toegekend op voorwaarde dat het stelsel op grond waarvan het pensioen wordt toegekend : 1° de cumulatie van het pensioen met de uitkeringen niet verbiedt;2° het genot van het pensioen of het bedrag van het pensioen niet afhankelijk stelt van voorwaarden die de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt beperken. De voorwaarden van het tweede lid gelden eveneens indien de werkloze vrijstelling geniet van de vereiste beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt. » B) er wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 2bis. In afwijking van § 2, tweede lid, 2°, kan de werknemer die een overlevingspensioen geniet, waarvan het genot of het bedrag afhankelijk is van voorwaarden die de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt beperken uitkeringen genieten gedurende een eenmalige periode van twaalf al dan niet opeenvolgende kalendermaanden indien navermelde voorwaarden gelijktijdig worden vervuld : 1° de werkloosheid vindt niet haar oorsprong in de stopzetting of de vermindering van de arbeid met het oog op het verkrijgen van het overlevingspensioen;2° de regeling op grond waarvan het overlevingspensioen wordt toegekend, voorziet een beperking van het pensioenbedrag in geval van cumulatie met uitkeringen. Het dagbedrag van de uitkering wordt, in geval van toepassing van deze paragraaf, niet verminderd in toepassing van artikel 130.

Deze paragraaf doet geen afbreuk aan de verplichtingen opgelegd in dit besluit, inzonderheid de verplichting om, behoudens vrijstelling, beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt, actief te zoeken naar werk en ingeschreven te zijn als werkzoekende.

C) er wordt een § 2ter ingevoegd luidend als volgt : « § 2ter. Deze paragraaf regelt het recht op de werkhervattingstoeslag bedoeld in artikel 129bis of van de activeringsuitkering bedoeld in artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

De werknemer die op het tijdstip van de aanvraag van het voordeel bedoeld in het eerste lid, een overlevingspensioen in de zin van § 2bis, eerste lid, geniet, kan dit voordeel slechts verkrijgen indien hij zich op dat tijdstip bevindt in de periode van 12 kalendermaanden bedoeld in § 2bis, eerste lid. In dit geval kan het voordeel, binnen de perken van de betreffende regelgeving, toegekend worden tot het einde van zijn tewerkstelling.

De toekenning van een overlevingspensioen in de zin van § 2bis, eerste lid, aan een werknemer die op het tijdstip waarop het voordeel bedoeld in het eerste lid werd toegekend, geen dergelijk overlevingspensioen genoot, leidt niet tot het verlies van voordeel. Het voordeel kan, binnen de perken van de betreffende regelgeving, toegekend worden tot het einde van zijn tewerkstelling. ».

Art. 2.Artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders, wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van het eerste lid kan de onthaalouder die een overlevingspensioen, dat een beperking voorziet van het pensioenbedrag in geval van cumulatie met werkloosheidsuitkeringen, geniet, opvanguitkeringen genieten gedurende een eenmalige periode van twaalf al dan niet opeenvolgende kalendermaanden. ».

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

De werkloze die in toepassing van voormeld artikel 65, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, zoals van kracht tot 31 december 2006, uitkeringen cumuleerde met een onvolledig pensioen of een overlevingspensioen, kan evenwel verder aanspraak maken op de toepassing van deze bepaling.

Art. 4.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944; Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961;

Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996;

Wet van 30 december 2001, Belgisch Staatsblad van 31 december 2001;

Wet van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 31 december 2002;

Wet van 23 december 2005, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005;

Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991;

Koninklijk besluit van 26 maart 2003, Belgisch Staatsblad van 8 april 2003.

^