2 FEBRUARI 2009. - Koninklijk besluit betreffende de Begeleidingscommissie voor de hervorming van de Civiele Veiligheid

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid, inzonderheid op artikel 16;

Gelet op het advies 45.317/4 van de Raad van State, gegeven op 27 oktober 2008, op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 12 november 2008;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « commissie » : de Begeleidingscommissie voor de hervorming van de Civiele Veiligheid;2° « wet » : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

Art. 2.De commissie is samengesteld uit : 1° de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn vertegenwoordiger;2° de Voorzitster van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;3° twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;4° een vertegenwoordiger van de Minister van Volksgezondheid;5° een vertegenwoordiger van de Minister van Begroting;6° een gouverneur van elke taalrol, aangeduid door de Minister;7° een vertegenwoordiger van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten;8° een vertegenwoordiger van de « Union des Villes et Communes de Wallonie »;9° een operationele vertegenwoordiger van de operationele eenheden van de Civiele bescherming, aangeduid door de directeur-generaal van de civiele veiligheid;10° een vertegenwoordiger van de BrandweerVereniging Vlaanderen;11° een vertegenwoordiger van de « Fédération Royale des corps de sapeurs-pompiers de Belgique »;12° een vertegenwoordiger van vereniging der beroepsbrandweerofficieren van België. Elk Gewest mandateert een vertegenwoordiger aan om als waarnemer aanwezig te zijn op de vergaderingen van de commissie.

De Minister van Binnenlandse Zaken duidt de voorzitter van de commissie aan.

Art. 3.De voorzitter kan, in functie van de te bespreken onderwerpen, experten uitnodigen op de vergadering.

Art. 4.De F.O.D. Binnenlandse Zaken wordt belast met het secretariaat van de commissie.

Art. 5.De voorzitter roept de commissie ten minste één keer per trimester bijeen. Hij stuurt alle relevante documenten tenminste vijf werkdagen voor de vergadering naar de leden.

Art. 6.De commissie vergadert een eerste maal binnen de drie maanden volgend op de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 7.De commissie is ertoe gehouden een evaluatierapport op te stellen.

De commissie legt haar eerste evaluatierapport neer ten laatste één jaar na haar eerste vergadering.

Art. 8.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 februari 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT