2 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1996 ter vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 2+, 2, 3 en 4, het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën en het koninklijk besluit van 17 december 2002 houdende invoering van overgangsbepalingen voor sommige verificateurs en landmeters van financiën

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 januari 1974, 2 juni 1975, 5 december 1978, 27 juli 1981, 30 maart 1983, 30 maart 1984, 4 november 1987, 3 december 1987, 16 augustus 1988, 27 juli 1989, 13 december 1989, 21 maart 1990, 7 augustus 1991, 6 november 1991, 18 november 1991, 20 oktober 1992, 4 maart 1993, 9 juli 1993, bij de wet van 22 juli 1993, 14 september 1994, 17 maart 1995, 31 maart 1995, 10 april 1995, 3 juni 1996, 10 september 1996, 4 oktober 1996, 6 februari 1997, 20 juli 1998, 19 april 1999, 7 mei 1999, 20 juli 2000, 27 maart 2001, 9 januari 2002, 2 augustus 2002, 5 september 2002, 3 december 2002 en 3 februari 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1996 houdende diverse geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 2+, 2, 3 en 4, gewijzigd en opgeheven bij de koninklijke besluiten van 6 juli 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1996 ter vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 2+, 2, 3 en 4, inzonderheid op artikel 3, § 4bis ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 maart 1999, 17 juni 1999, 8 juli 1999, 17 december 2002 en 12 februari 2003, en op de artikelen 19 en 21 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2002 houdende invoering van overgangsbepalingen voor sommige verificateurs en landmeters van financiën, tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1996 ter vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 2+, 2, 3 en 4 en het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën;

Overwegende dat nog een anomalie werd vastgesteld in de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot een bijzondere graad en dat deze onregelmatigheid dient te worden gecorrigeerd;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 14 februari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 27 maart 2003;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 9 december 2003 van het Sectorcomité II - Financiën;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoöordineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een anomalie ontstaan bij de implementatie van sommige loopbanen van niveau 2+, dient gecorrigeerd te worden voor de invoering van de nieuwe loopbanen, in het raam van de Copernicushervorming, zodat het derhalve leent dit besluit zonder uitstel te nemen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 10 juli 1996 ter vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 2+, 2, 3 en 4 wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 10 juli 1996 ter vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën behorende tot de niveaus 2+, 2, 3 en 4 . »

Art. 2.Artikel 3, § 4bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 december 2002, wordt vervangen als volgt : « § 4bis . In afwijking van § 4, wordt voor de ambtenaren die uiterlijk met ingang van 1 december 1996 werden bevorderd in de graad van landmeter van financiën (rang 26) of verificateur (rang 26), de anciënniteit verworven in niveau 2 beschouwd als verworven te zijn in niveau 2+. »

Art. 3.Het opschrift van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Financiën . »

Art. 4.In artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2002, worden de woorden « uiterlijk met ingang van 26 juli 1996 » vervangen door de woorden « uiterlijk met ingang van 1 december 1996 ».

Art. 5.In artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « tijdens de periode van 1 juli 1995 tot 26 juli 1996 » vervangen door de woorden « uiterlijk met ingang van 1 december 1996 »;2° in § 2 worden de woorden « tijdens de periode van 1 juli 1995 tot 26 juli 1996 » vervangen door de woorden « uiterlijk met ingang van 1 december 1996 ».

Art. 6.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 december 2002 houdende invoering van overgangsbepalingen voor sommige verificateurs en landmeters van financiën tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1996 ter vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 2+, 2, 3 en 4 en het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën, worden de woorden « 26 juli 1996 » vervangen door de woorden « 1 december 1996 ».

Art. 7.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « 26 juli 1996 » vervangen door de woorden « 1 december 1996 ».

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 1995, de artikelen 6 en 7 die uitwerking hebben van 1 juli 1995 tot 30 juni 1997 en de artikelen 4 en 5 die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 1997.

Art. 9.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE