gepubliceerd op 22 januari 2003
Koninklijk besluit houdende invoering van een overgangsbepaling voor de landmeters-expert van financiën en de eerstaanwezend verificateurs en tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën
17 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit houdende invoering van een overgangsbepaling voor de landmeters-expert van financiën en de eerstaanwezend verificateurs en tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 januari 1974, 2 juni 1975, 5 december 1978, 27 juli 1981, 30 maart 1983, 30 maart 1984, 4 november 1987, 3 december 1987, 16 augustus 1988, 27 juli 1989, 13 december 1989, 21 maart 1990, 7 augustus 1991, 6 november 1991, 18 november 1991, 20 oktober 1992, 4 maart 1993, 9 juli 1993, bij de wet van 22 juli 1993, 14 september 1994, 17 maart 1995, 31 maart 1995, 10 april 1995, 3 juni 1996, 10 september 1996, 4 oktober 1996, 6 februari 1997, 20 juli 1998, 19 april 1999, 7 mei 1999, 20 juli 2000 en 27 maart 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1996 houdende diverse geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 2+, 2, 3 en 4, gewijzigd en opgeheven bij koninklijk besluit van 6 juli 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 maart 1999, 17 juni 1999 en 8 juli 1999;
Overwegende dat bij de oprichting van het niveau 2+ er enkele anomalieën werden vastgesteld in de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot sommige bijzondere graden en dat deze onregelmatigheden dienen gecorrigeerd;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 april 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 7 augustus 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 oktober 2001;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van 17 april 2002 van het Sectorcomité II - Financiën;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de anomalieën ontstaan bij de implementatie van sommige loopbanen in niveau 2+ dienen gecorrigeerd voor de invoering van de nieuwe loopbanen in het raam van de Copernicushervorming, zodat het derhalve leent dit besluit zonder uitstel te nemen;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In afwijking van artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juli 1996 houdende diverse geldelijke bepalingen ten voordele van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 2+, 2, 3 en 4, opgeheven bij koninklijk besluit van 6 juli 1997, bekomen de titularissen van de graad van landmeter-expert van financiën of eerstaanwezend verificateur, die hun aanspraken op bevordering kunnen doen gelden en 9 jaar graadanciënniteit of 15 jaar niveauanciënniteit tellen, de weddenschaal 28S2 bij wege van bevordering door verhoging in weddenschaal zonder de vereiste van een vacante betrekking.
Art. 2.In artikel 2, sub A, van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 maart 1999, 17 juni 1999 en 8 juli 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 27° vervallen de woorden « en binnen de perken van de openstaande betrekkingen »;b) in de bepaling onder 28° vervallen de woorden « en binnen de perken van de openstaande betrekkingen »;c) in de bepalingen onder 29° vervallen de woorden « en binnen de perken van de openstaande betrekkingen ».
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1997, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft van 1 juli 1995 tot 30 juni 1997 en artikel 2, c , dat uitwerking heeft met ingang van 1 augustus 1999.
Art. 4.Onze Minister bevoegd voor de Begroting, Onze Minister bevoegd voor de Pensioenen en Onze Minister bevoegd voor de Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 december 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Financiën, D. REYNDERS