gepubliceerd op 12 september 2002
Koninklijk besluit houdende diverse wijzigingen in de organieke bepalingen met betrekking tot sommige wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort
2 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit houdende diverse wijzigingen in de organieke bepalingen met betrekking tot sommige wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6bis , § 2, ingevoegd bij de wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 januari 1835 tot "création d'un musée national";
Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 augustus 1835 tot oprichting van een "Musée d'Armes anciennes, d'Armures, d'Objets d'Art et de Numismatique", inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 maart 1846 tot "organisation du Musée royal de peinture et de sculpture de Belgique";
Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 1913 betreffende het organiek reglement van de Koninklijke Sterrenwacht van België en van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België;
Overwegende dat in het voornoemde besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 augustus 1935, de Wetenschappelijke raad een geografische vestiging van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis over het hoofd heeft gezien en dat dat verholpen moet worden;
Overwegende dat het meest recente historische onderzoek, in het kader van de festiviteiten voor het tweehonderdjarige bestaan van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, het mogelijk heeft gemaakt met zekerheid vast te stellen dat het besluit dat de oprichting en de heroprichting van het « Musée royal de peinture et de sculpture » - later de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten - mogelijk heeft gemaakt, niet het voornoemde koninklijk besluit van 31 maart 1846 was, doch in feite dateerde van vóór het koninklijk besluit van 6 januari 1843 « de reprise du Musée par l'Etat » en dat het het koninklijk besluit betreft van 7 januari 1835 « portant création d'un musée national »;
Overwegende dat de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 april 2002 derhalve moeten worden ingevoegd in het voornoemde koninklijk besluit van 7 januari 1835 en niet in het voornoemde koninklijk besluit van 31 maart 1846;
Overwegende dat het al vermelde koninklijk besluit derhalve moet worden ingetrokken en vervangen met strikte naleving van de door de Regering goedgekeurde organieke bepalingen;
Overwegende dat in het bovenvermelde koninklijk besluit van 8 april 2002 met betrekking tot het Koninklijk Meteorologisch Instituut de door de Regering gewenste organieke bepaling betreffende de samenwerking met het Koninklijke Sterrenwacht van België en het Instituut voor Ruimte-aëronomie moet worden ingevoegd die er niet in is opgenomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 augustus 1835 tot oprichting van een "Musée d'Armes anciennes, d'Objets d'Art et de Numismatique"
Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 augustus 1835 tot oprichting van een "Musée d'Armes anciennes, d'Armures, d'Objets d'Art et de Numismatique", wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 3.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 2.De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis bevatten het Jubelparkmuseum, het Paviljoen der menselijke driften, het Muziek-instrumentenmuseum, de Japanse Toren, het Chinees Paviljoen, het Museum voor Japanse Kunst en de Hallepoort ». HOOFDSTUK II. - Vervanging van het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 maart 1846 tot "organisation du Musée royal de peinture et de sculpture de Belgique".
Art. 2.Het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 maart 1846 tot "organisation du Musée royal de peinture et de sculpture de Belgique", wordt ingetrokken en vervangen door de volgende bepalingen : « Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 januari 1835 tot "création d'un musée national"
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 7 januari 1835 tot "création d'un musée national" wordt vervangen door het volgende opschrift : « Koninklijk besluit houdende oprichting als wetenschappelijke instelling van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België".
Art. 2.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 1.De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België zijn een federale wetenschappelijke instelling die ressorteert onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort".
Art. 3.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 2.De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België bestaan uit het Museum voor Oude Kunst, het Museum voor Moderne Kunst, het Antoine Wiertzmuseum en het Constantin Meuniermuseum. »
Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 3.De opdrachten van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België zijn : - de verwerving en conservatie van kunstwerken met een museaal en wetenschappelijk belang, voornamelijk schilderijen, tekeningen en sculpturen uit de nationale en buitenlandse scholen van de 15e eeuw tot vandaag. Deze collecties worden in de beste omstandigheden bewaard; - een keuze uit deze verzamelingen aan het publiek voorstellen en tot hun recht laten komen; - het bijhouden van een algemene inventaris waarin elk kunstvoorwerp ingeschreven staat, met vermelding van de datum van verwerving, de herkomst en de aankoopprijs. Het inventarisnummer is definitief; - de inrichting van een archiefbewaarplaats voor de moderne kunst en van een bibliotheek gespecialiseerd in de schone kunsten; - het verzamelen van wetenschappelijke en documentaire gegevens betreffende de verzamelingen; - het verrichten van wetenschappelijk werk dat verband houdt met de verzamelingen; - de valorisatie en de verspreiding van de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek op nationaal en internationaal vlak; - de actieve deelname aan wetenschappelijke projecten en bijeenkomsten op nationaal en internationaal niveau; - de organisatie van tijdelijke tentoonstellingen; - dienstverlening aan het publiek door het verschaffen van informatie over de verzamelingen, het organiseren van didactische activiteiten, het verlenen van hulp aan vorsers; - het aanleggen van een gegevensbank met betrekking tot de kunstverzamelingen, de archieven, de bibliotheek en haar toegankelijkheid voor het publiek; - het uitgeven van publicaties zowel van wetenschappelijke aard als bestemd voor een breed publiek. »
Art. 5.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 4.De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België moeten een digitaliseringsplan opstellen dat terzelfder tijd betrekking heeft op de samenstellende delen van het patrimonium, te weten de digitalisering van de collecties en de documenten, en de informatiesystemen met betrekking tot het patrimonium door de ontwikkeling van de elektronische informatie on line en off line. »
Art. 3.Het koninklijk besluit van 23 augustus 1933 houdende organiek reglement van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te Brussel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1934 en 24 december 1936, het besluit van de Regent van 18 december 1946, de koninklijke besluiten van 8 maart 1951, 28 november 1953, 29 juni 1962, 13 augustus 1985, 13 oktober 1986 en 22 december 1994, wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 1913 betreffende het organiek reglement van de Koninklijke Sterrenwacht van België en van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België
Art. 4.In het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 juli 1913 betreffende het organiek reglement van de Koninklijke Sterrenwacht van België en het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België, wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende als volgt : « Art. 3bis . Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 3.In de uitoefening van zijn opdrachten omschreven in artikel 2, werkt het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België samen met de Koninklijke Sterrenwacht van België en met het Belgisch Instituut voor Ruimte-aëronomie".
Art. 5.In artikel 4 van hetzelfde besluit, wordt het cijfer "3" vervangen door het cijfer "4". HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 april 2002.
Art. 7.Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Punat, 2 augustus 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE