gepubliceerd op 14 maart 2018
Koninklijk besluit tot regeling van de overplaatsing van bepaalde militairen naar het kader van beveiligingsagenten van politie en het kader van beveiligingsassistenten van politie
1 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot regeling van de overplaatsing van bepaalde militairen naar het kader van beveiligingsagenten van politie en het kader van beveiligingsassistenten van politie
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2002 pub. 30/04/2002 numac 2002000334 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Wet houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten sluiten;
Gelet op de wet van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2007 pub. 10/04/2007 numac 2007007077 bron ministerie van landsverdediging Wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht sluiten tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, de artikelen 144 tot 146 en 157 tot 162/4;
Gelet op de wet van 30 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/08/2013 pub. 04/10/2013 numac 2013007199 bron ministerie van landsverdediging Wet tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur sluiten tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur, de artikelen 32 tot 34;
Gelet op de wet van 12 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017040824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie sluiten betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie, artikel 6;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 13/05/2008 numac 2008000428 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten ("RPPol");
Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 415 van het onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 1 maart 2017;
Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 409/1 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 10 maart 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën voor de federale politie, gegeven op 16 november 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën voor Defensie, gegeven op 10 november 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, d.d. 21 november 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 24 november 2017;
Gelet op het advies van de Raad van burgemeesters, gegeven op 14 februari 2018;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 18 december 2017 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Defensie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de militairen die vallen onder de bepalingen van de wet van 12 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017040824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie sluiten betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie en die zich kandidaat stellen voor de overplaatsing naar het kader van beveiligingsagenten van politie of het kader van beveiligingsassistenten van politie. HOOFDSTUK II. - De selectie
Art. 2.De minister van Binnenlandse Zaken bepaalt, per taalstelsel, hoeveel vacante betrekkingen van beveiligingsagent van politie en van beveiligingsassistent van politie worden opengesteld voor de in artikel 1 bedoelde overplaatsing.
Art. 3.De directeur-generaal van de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie van de federale politie deelt de vacante betrekkingen bedoeld in artikel 2, evenals de uiterste datum voor de kandidaturen, mede aan de Minister van Landsverdediging, die verder instaat voor de oproep tot kandidaatstelling en eveneens voor de mededeling van de aanvaarde militairen.
Art. 4.De militairen die bekleed zijn met een graad van vrijwilliger hebben toegang tot de in artikel 2 bedoelde betrekkingen van beveiligingsagent van politie.
De militairen die bekleed zijn met een graad van onderofficier hebben toegang tot de in artikel 2 bedoelde betrekkingen van beveiligingsassistent van politie.
Art. 5.De kandidaatstelling van een militair voor de selectie voor de overplaatsing is evenwel slechts ontvankelijk indien hij voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 12 tot 14 van de wet van 26 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2002 pub. 30/04/2002 numac 2002000334 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Wet houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten sluiten houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten.
Art. 6.De selectieprocedure voor de overplaatsing naar de in artikel 1 bedoelde kaders verloopt zoals bedoeld in de artikelen IV.I.15, eerste lid, 2°, 3° en 4° tot IV.I.27 RPPol.
In afwijking van het eerste lid, worden de militairen die beschikken over een brevet dat hun slagen bevestigt in de "physical evaluation fitness" in het jaar voorafgaand aan het indienen van hun kandidatuur, vrijgesteld van de fysieke geschiktheidsproef bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 3°, RPPol.
Art. 7.De vacante betrekkingen worden prioritair, in chronologische volgorde van datum van indiening van hun kandidatuur, toegekend aan de militairen BDL bedoeld in artikel 2 van de wet van 30 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/08/2013 pub. 04/10/2013 numac 2013007199 bron ministerie van landsverdediging Wet tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur sluiten tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur, die zich bevinden in de eindeloopbaanperiode bedoeld in artikel 26, eerste lid, 2°, van dezelfde wet.
De vacante betrekkingen die niet werden toegekend bij toepassing van de prioriteit bedoeld in het eerste lid komen toe aan de andere militairen in chronologische volgorde van de datum van indiening van hun kandidatuur. HOOFDSTUK III. - De overplaatsing
Art. 8.Het Ministerie van Landsverdediging deelt aan de federale politie het saldo van de dagen vakantieverlof van elke overgeplaatste beveiligingsagent van politie en beveiligingsassistent van politie, vastgesteld op het ogenblik van de overplaatsing, mee.
Voor het lopende jaar komt dit saldo in de plaats van het in artikel VIII.III.1 RPPol bedoelde jaarlijkse vakantieverlof.
Vanaf het volgende kalenderjaar wordt het jaarlijkse vakantieverlof vastgesteld overeenkomstig de artikelen VIII.III.1 en volgende, RPPol.
Art. 9.Het Ministerie van Landsverdediging deelt aan de federale politie het saldo van de dagen ziekteverlof van elke overgeplaatste beveiligingsagent van politie en beveiligingsassistent van politie, vastgesteld op het ogenblik van de overplaatsing, mee.
De overgeplaatste beveiligingsagent van politie en de beveiligingsassistent van politie behouden hun aldaar opgebouwde saldo dat na hun overplaatsing overeenkomstig artikel VIII.X.1 RPPol jaarlijks wordt aangevuld op de datum waarop zij eertijds bij het Ministerie van Landsverdediging in dienst zijn getreden.
Voor de toepassing van artikel VIII.X.1, eerste lid, tweede zin, RPPol worden de overgeplaatste beveiligingsagenten van politie en beveiligingsassistenten van politie beschouwd als personeelsleden die op zijn minst al zesendertig maanden in dienst zijn.
Art. 10.De overgeplaatste militairen aangesteld in de graad van aspirant-beveiligingsagent van politie worden ingeschaald in de aan hun graad verbonden loonschalengroep volgens de anciënniteit waarover zij beschikken sinds hun eerste benoeming in een graad van vrijwilliger.
Zij verwerven de volgende loonschaal : a) HAU1 indien die anciënniteit minder dan zes jaar bedraagt;b) HAU2 indien die anciënniteit tenminste zes maar minder dan twaalf jaar bedraagt;c) HAU3 indien die anciënniteit tenminste twaalf jaar bedraagt. Hun loonschaalanciënniteit wordt dan vastgesteld op de in het tweede lid bedoelde anciënniteit, verminderd met zes of twaalf jaar indien zij respectievelijk de loonschaal HAU2 of HAU3 verwerven.
Zij behouden de geldelijke anciënniteit verworven bij de Krijgsmacht, tenzij de geldelijke anciënniteit berekend overeenkomstig de artikelen XI.II.4 tot XI.II.9 RPPol voor hen voordeliger is.
De loonschaal genoten voor de maand vóór hun overplaatsing, met inbegrip van de tussentijdse verhogingen daarin, en vermeerderd met, in voorkomend geval, de haard- of standplaatstoelage en een twaalfde van de meesterschapstoelage bedoeld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/2003 pub. 02/04/2003 numac 2003007090 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier sluiten houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, indien zij deze genoten bij de Krijgsmacht in de maand vóór hun overplaatsing, vormt de gevrijwaarde wedde.
Elke maand dat de wedde van de overgeplaatste militairen, vermeerderd met de samen met de wedde betaalde toelagen, lager is dan de volgens het vorige lid gevrijwaarde wedde, genieten zij die gevrijwaarde wedde.
Telkens als de wedde van de overgeplaatste militairen niet volledig is verschuldigd, wordt de gevrijwaarde wedde in dezelfde mate verminderd.
Art. 11.De overgeplaatste militairen aangesteld in de graad van aspirant-beveiligingsassistent van politie worden ingeschaald in de aan hun graad verbonden loonschalengroep volgens de anciënniteit waarover zij beschikken sinds hun eerste benoeming in een graad van onderofficier.
Zij verwerven de volgende loonschaal : a) BASP1 indien die anciënniteit minder dan zes jaar bedraagt;b) BASP2 indien die anciënniteit tenminste zes maar minder dan twaalf jaar bedraagt;c) BASP3 indien die anciënniteit tenminste twaalf maar minder dan achttien jaar bedraagt;d) BASP4 indien die anciënniteit tenminste achttien jaar bedraagt. Hun loonschaalanciënniteit wordt dan vastgesteld op de in het tweede lid bedoelde anciënniteit, verminderd met zes, twaalf of achttien jaar indien zij respectievelijk de loonschaal BASP2, BASP3 of BASP4 verwerven.
Zij behouden de geldelijke anciënniteit verworven bij de Krijgsmacht, tenzij de geldelijke anciënniteit berekend overeenkomstig de artikelen XI.II.4 tot XI.II.9 RPPol voor hen voordeliger is.
De loonschaal genoten voor de maand vóór hun overplaatsing, met inbegrip van de tussentijdse verhogingen daarin, en vermeerderd met, in voorkomend geval, de haard- of standplaatstoelage en een twaalfde van de toelage voor geselecteerde bedoeld in artikel 30 van het koninklijk besluit van 18 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/2003 pub. 02/04/2003 numac 2003007090 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier sluiten houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier en de vormingstoelage bedoeld in artikel 32 van hetzelfde besluit, indien zij deze genoten bij de Krijgsmacht in de maand vóór hun overplaatsing, vormt de gevrijwaarde wedde.
Elke maand dat de wedde van de overgeplaatste militairen, vermeerderd met de samen met de wedde betaalde toelagen, lager is dan de volgens het vorige lid gevrijwaarde wedde, genieten zij die gevrijwaarde wedde.
Telkens als de wedde van de overgeplaatste militairen niet volledig is verschuldigd, wordt de gevrijwaarde wedde in dezelfde mate verminderd.
Art. 12.Het niveau van talenkennis van de overgeplaatste militair wordt bepaald door de toepassing van de bijlage 14 RPPol. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 13.De artikelen 6 en 50 tot 53 van de wet van 12 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017040824 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie sluiten betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Art. 14.De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken en de minister bevoegd voor Defensie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 maart 2018.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Defensie, S. VANDEPUT