gepubliceerd op 11 maart 2015
Decreet tot wijziging van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française », het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren en het gecoördineerde decreet van 26 maart 2009 betreffende de audiovisuele mediadiensten
29 JANUARI 2015. - Decreet tot wijziging van het decreet van 14 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1997 pub. 28/08/1997 numac 1997029295 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » (1) sluiten houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF) », het decreet van 9 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/01/2003 pub. 21/02/2003 numac 2003029071 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren en het gecoördineerde decreet van 26 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/03/2009 pub. 29/05/2009 numac 2009029281 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 26/03/2009 pub. 10/06/2009 numac 2009029312 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de jeugdorganisaties type decreet prom. 26/03/2009 pub. 27/07/2009 numac 2009029379 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » en van het decreet van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang type decreet prom. 26/03/2009 pub. 10/07/2009 numac 2009029291 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen inzake het alternerend onderwijs, het gespecialiseerd onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie sluiten betreffende de audiovisuele mediadiensten
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.In het decreet van 14 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1997 pub. 28/08/1997 numac 1997029295 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » (1) sluiten houdende het statuut van de " Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF)", wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 3bis.De handelsactiviteiten die gevoerd worden door het bedrijf ten opzichte van zijn opdracht van openbare dienst moeten met de volgende voorwaarden overeenstemmen : 1° deze activiteiten hebben ten doel het aanbod van het bedrijf te ondersteunen in het kader van zijn opdracht van openbare dienst, de ontwikkeling ervan te vergemakkelijken of de kosten ervan te verminderen;2° de doorzichtigheid van de uitgaven en de ontvangsten die hieraan verbonden zijn, wordt verzekerd via een afzonderlijke boekhouding;3° deze activiteiten worden uitgevoerd onder de normale voorwaarden van de markt;4° indien deze activiteiten gevoerd worden door bemiddeling van een dochtermaatschappij, moet deze over een werkelijke autonomie inzake het beheer en het prijsbeleid beschikken ten opzichte van het bedrijf. Om elke kruissubsidie te voorkomen zijn de betrekkingen tussen het bedrijf en zijn dochtermaatschappijen bedoeld in het eerste lid, 4° in overeenstemming met de normale voorwaarden van de markt.
Onder handelsactiviteiten, zoals bedoeld in het eerste lid, worden verstaan, alle activiteiten die erop gericht zijn gebruik te maken van de bekendheid van de lineaire en de niet-lineaire audiovisuele mediadiensten en, in het bijzonder, van de programma's en inhouden aangeboden aan het publiek door het bedrijf, en van diensten van de informatiemaatschappij die hieraan verbonden zijn.
Een lijst van deze handelsactiviteiten is in de beheersovereenkomst van het bedrijf opgenomen. ».
Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « Het overheidsbedrijf publiceert in zijn jaarverslag een uitvoerig overzicht van de verschillende specifieke opdrachten die het op aanvraag van de Regering uitvoert. Dit overzicht bevat inzonderheid een beschrijving van de compensatie van deze specifieke opdrachten.
Alvorens een specifieke opdracht betreffende een nieuwe belangrijke dienst aan het bedrijf toe te vertrouwen, verzoekt de Regering het bedrijf om de procedure voor de openbare raadpleging en voor de vergunning bedoeld in artikel 9bis uit te voeren.
De invoering van een specifieke opdracht betreffende een nieuwe belangrijke dienst of een aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst leidt tot een wijziging van de beheersovereenkomst door de ondertekening van een aanhangsel bij de beheersovereenkomst. Het bedrijf licht de derden in over de invoering van een specifieke opdracht op zijn website. De specifieke opdrachten zijn onderworpen aan dezelfde vereisten inzake controle en doorzichtigheid als de opdrachten voor openbare dienst bedoeld in dit decreet en de beheersovereenkomst. ».
Art. 3.In artikel 9 van hetzelfde decreet wordt § 3bis, ingevoegd bij artikel 2 van het decreet van 19 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2002 pub. 28/12/2002 numac 2002029628 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » (1) sluiten, vervangen als volgt : « § 3bis. Tien maanden vóór de vervaldatum van de beheersovereenkomst vraagt de Regering het advies van het Parlement over de elementen waaruit de volgende beheersovereenkomst zal bestaan, zoals voorgesteld in een omstandige intentienota met vermelding van de omvang van de opdrachten en diensten die het bedrijf zou moeten uitvoeren in het kader van zijn volgende beheersovereenkomst.
Het Parlement houdt een brede openbare raadpleging, in voorkomend geval met de hulp van wetenschappelijke deskundigen, over het belang van de opdracht van het bedrijf en zijn concretisering tijdens de nieuwe beheersovereenkomst, rekening houdend met de belangrijke ontwikkelingen op de mediamarkt en op het gebied van de technologie, de evolutie van het medialandschap en de rol die het bedrijf moet spelen. Het evalueert de mediamarkt in het licht van de veranderingen in de economische toestand van het medialandschap, het media-aanbod op de markt van de Franse Gemeenschap in het algemeen, de technologische evoluties, de internationale tendensen, de bescherming en de promotie van cultuur en de identiteit van de Franse Gemeenschap en de verwachtingen en behoeften van de mediagebruiker.
Binnen de vier maanden geeft het Parlement zijn aanbevelingen aan de Regering en maakt ze bekend op de website van het Parlement. Bij het verstrijken van deze termijn werkt de Regering de nieuwe beheersovereenkomst af met het bedrijf rekening houdend met deze aanbevelingen. Deze procedure doet geen afbreuk aan de procedure bedoeld in artikel 9bis. ».
Art. 4.In hetzelfde decreet wordt, na artikel 9, een hoofdstuk IIbis ingevoegd, luidend als volgt : « Hoofdstuk IIbis. - Voorafgaande evaluatieprocedure voor het opstarten van nieuwe belangrijke diensten en aanzienlijke wijzigingen van de bestaande diensten », met een artikel 9bis, luidend als volgt : «
Art. 9bis.§ 1. Het bedrijf mag geen nieuwe belangrijke dienst of een aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst uitvoeren zonder dat de voorafgaande evaluatieprocedure bedoeld in dit artikel uitgevoerd wordt en zonder ondertekening door het bedrijf en de Regering van een aanhangsel bij de beheersovereenkomst.
De beheersovereenkomst omvat een bepaling volgens dewelke de Regering aan het bedrijf oplegt de voorafgaande evaluatieperiode te volgen, waarvan de Regering uitsluitend de aanvullende of bijkomende nadere regels ervan bepaalt na raadpleging van het bedrijf. § 2. Een « nieuwe belangrijke dienst » of een « aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst » is een dienst of een wijziging van een bestaande dienst die de beide volgende cumulatieve voorwaarden vervult : 1° een nieuw activiteitsdomein van het bedrijf, namelijk elke dienst of elke wijziging van een bestaande lineaire of niet-lineaire audiovisuele mediadienst of van een bestaande dienst van de informatiemaatschappij, waarbij tot een andere dienst wordt geleid, dan deze die behoren tot de opdrachten van openbare dienst van het bedrijf, zoals bedoeld in de beheersovereenkomst of die niet onder de voorwaarden voor vrijstelling bedoeld in het tweede lid vallen;2° een dienst of een wijziging van een dienst waarvan de globale geraamde marginale kosten voor de drie eerste jaren van de dienst hoger zijn dan 3 percent van de subsidie die toegekend wordt aan het bedrijf voor zijn opdrachten van openbare dienst voor deze drie jaren ;een dienst waarvan de geraamde marginale kosten voor de drie jaren de drempel van 3 percent niet behalen van de subsidie die toegekend wordt aan het bedrijf, maar die tijdens de eerste drie jaren van zijn invoering ertoe gebracht wordt ze te overschrijden, zal voorafgaandelijk geëvalueerd worden overeenkomstig dit artikel.
Nochtans is geen nieuwe belangrijke dienst of geen aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst : - de uitzending of de simultane verdeling van programma's, programmafragmenten en audiovisuele werken uit lineaire audiovisuele diensten op een nieuw uitzendings- of verdelingsplatform, met toepassing van het principe van de technologische neutraliteit; - een tijdelijke dienst van minder dan achttien maanden verleend in de vorm van een innovatietest bestemd voor de verzameling van informatie over de haalbaarheid en de toegevoegde waarde van deze tijdelijke dienst ; indien beslist wordt deze tijdelijke dienst in een permanente dienst om te zetten en indien deze aan de definitie van de nieuwe belangrijke dienst of van de aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst beantwoordt, zal een voorafgaande evaluatieprocedure overeenkomstig dit artikel ingeleid worden..
In ieder geval behoort niet tot een nieuwe belangrijke dienst, een bestaande dienst van het bedrijf, bepaald in een beheersovereenkomst waarvan de inwerkingtreding vroeger is dan 1 januari 2013 en die werkelijk vóór deze datum uitgevoerd werd.
Elke wijziging van deze definitie maakt het voorwerp uit van een aangepaste openbare raadpleging bedoeld in artikel 9, § 3bis. § 3. De raad van bestuur van het bedrijf deelt onmiddellijk aan het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector elke beslissing mee die hij neemt wat betreft elke nieuwe belangrijke dienst of elke aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst, ongeacht of ze positief of negatief is, samen met de feitelijke en juridische redenen.
Indien hij van mening is dat deze beslissing de criteria bepaald in § 2 en in de beheersovereenkomst niet naleeft, kan het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector de beslissing nietig verklaren binnen een termijn van vier werkdagen vanaf haar ontvangstdatum en bij een meerderheid van tweederde van de stemmen.
Indien het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector de beslissing van de raad van bestuur van het bedrijf vernietigt, kan het bedrijf het opstarten van de nieuwe belangrijke dienst of elke aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst niet voortzetten zonder de aangepaste wijzigingen aan te brengen aan de nieuwe belangrijke dienst in voorbereiding waarbij beantwoordt wordt aan de klachten van het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en zonder het nieuwe en belangrijke karakter van deze dienst opnieuw te evalueren overeenkomstig het eerste lid van deze paragraaf.
Indien het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector de beslissing van de raad van bestuur van het bedrijf niet vernietigt, wordt deze geacht definitief te zijn. Deze termijn van vier werkdagen kan verlengd worden met vier werkdagen indien het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector het nodig vindt. Bij verlenging informeert het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector het bedrijf hierover onmiddellijk.
Het voorleggen van de bekendmaking van een nieuwe belangrijke dienst of een aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst aan het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector, alsook de beslissing van het bureau, maken het voorwerp uit van aangepaste nadere regels voor bekendmaking die bepaald worden door de Regering in de beheersovereenkomst, na raadpleging van het bedrijf. § 4. Een groep van onafhankelijke deskundigen wordt opgericht om de beslissingen genomen door de raad van bestuur van het bedrijf te evalueren wat betreft de nieuwe belangrijke diensten of de aanzienlijke wijzigingen van de bestaande diensten. Deze groep van deskundigen wordt belast met het opstarten van een voorafgaande evaluatieprocedure, met openbare raadpleging die ten doel heeft na te kijken of de nieuwe belangrijke diensten of de aanzienlijke wijzigingen aan de vereisten beantwoorden van het Protocol nr. 29 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name of ze aan de sociale, democratische en culturele behoeften van de maatschappij beantwoorden, rekening houdend met hun mogelijke gevolgen op de mededinging. § 5. De samenstelling van de groep van onafhankelijke deskundigen bedoeld in paragraaf 4 en de nadere regels voor de aanstelling van zijn leden worden door de Regering in de beheersovereenkomst bepaald, na raadpleging van het bedrijf. De aanstelling van de drie onafhankelijke deskundigen leeft de onverenigbaarheden bedoeld in artikel 12, § 1, na. § 6. Hoogstens binnen de tien werkdagen na zijn aanstelling houdt de groep van onafhankelijke deskundigen een openbare raadpleging op voorstel van het bedrijf om een nieuwe belangrijke dienst op te richten of om een bestaande dienst aanzienlijk te wijzigen.
Daartoe maakt de groep van onafhankelijke deskundigen op de website van het bedrijf en op dat van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector een advies van openbare raadpleging bekend, samen met een voldoend gedetailleerde synthese van het project van de nieuwe belangrijke dienst of van de aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst zodat de derden de draagwijdte en de inhoud ervan begrijpen. Hij verzoekt elke betrokken derde om hem schriftelijke op- en aanmerkingen te geven en dit, ten laatste vier werken na de datum van bekendmaking van het advies van openbare raadpleging op de website van het bedrijf en op dat van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector.
Hoogstens één maand na het einde van de openbare raadpleging brengt de groep van onafhankelijke deskundigen een advies uit over het project van de nieuwe belangrijke dienst of van de aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst van het bedrijf.
Indien er verschillende gelijktijdige projecten van nieuwe belangrijke diensten of van aanzienlijke wijzigingen van bestaande diensten zijn, spreekt de groep van onafhankelijke deskundigen zich individueel uit over elke nieuwe belangrijke dienst of aanzienlijke wijziging van de bestaande dienst.
Het advies van de groep van onafhankelijke deskundigen heeft ten doel : 1° de op- en aanmerkingen te verzamelen die gemaakt zijn bij de openbare raadpleging;2° ervoor te zorgen, naast de op- en aanmerkingen gemaakt bij de openbare raadpleging, dat de nieuwe belangrijke dienst of de aanzienlijke wijziging aangebracht aan een bestaande dienst, zoals bedacht bij het bedrijf, niet gebaseerd wordt op een duidelijke beoordelingsfout, gelet op de editoriale onafhankelijkheid van het bedrijf wat betreft de voldoening aan de sociale en culturele democratische behoeften in de Federatie Wallonië-Brussel;3° de globale weerslag te evalueren van deze nieuwe dienst of aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst op de markt in de Federatie Wallonië-Brussel. De groep van onafhankelijke deskundigen stelt deze globale weerslag in evenwicht met de waarde van de betrokken diensten voor de maatschappij.
De Regering kan in de beheersovereenkomst de bijkomende of aanvullende nadere regels voor de procedure bepalen, zoals bedoeld in deze paragraaf, na raadpleging van het bedrijf. § 7. De openbare raadpleging gehouden door de groep van onafhankelijke deskundigen wordt afgesloten door de bekendmaking van een advies over het project van de nieuwe belangrijke dienst of van de aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst van het bedrijf. Het advies van de groep van onafhankelijke deskundigen wordt bekendgemaakt op de website van het bedrijf en op dat van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en wordt aan de Regering en het Parlement bezorgd. § 8. Indien, op basis van de resultaten van de raadpleging, het advies van de groep van onafhankelijke deskundigen negatief is, stelt deze, indien mogelijk, de corrigerende maatregelen voor waarbij de uitvoering van de dienst mogelijk wordt. § 9. Indien het advies van de groep van onafhankelijke deskundigen positief is, kan de raad van bestuur beslissen om de nieuwe belangrijke dienst of de aanzienlijke wijziging van de bestaande dienst uit te voeren.
Indien het advies van de groep van onafhankelijke deskundigen tot de conclusie leidt dat de nieuwe belangrijke dienst of de aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst uitgevoerd kan worden mits één of meer corrigerende maatregelen, kan de raad van bestuur beslissen over de uitvoering van deze dienst of deze wijziging mits de naleving van deze corrigerende maatregelen.
Indien de raad van bestuur de nieuwe belangrijke dienst of de aanzienlijke wijziging van de bestaande dienst wenst uit te voeren, onverminderd een negatief advies van de groep van onafhankelijke deskundigen of zonder de corrigerende maatregelen te volgen die deze in zijn advies voorgesteld zou hebben, vermeldt de raad van bestuur dit advies aan de Regering door haar te verzoeken om binnen de tien werkdagen een definitieve beslissing te nemen over de mogelijkheid van het bedrijf om de nieuwe belangrijke dienst of deze aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst al dan niet uit te voeren. De beslissing van het bedrijf om de zaak bij de Regering aanhangig te maken wordt onmiddellijk bekendgemaakt op de website van het bedrijf, met de vermelding dat de definitieve beslissing van de Regering achteraf op de website van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector zal worden bekendgemaakt.
De Regering kan gevolg geven aan deze aanvraag in uitzonderlijke omstandigheden en motiveert, in dit geval, haar beslissing inzonderheid : 1° over de in aanmerkingneming van de resultaten van de raadpleging en de redenen waarom ze van mening is dat de evaluatie gevoerd door de deskundigen niet correct is en dat de niet-uitvoering van deze nieuwe belangrijke dienst of de niet-wijziging van deze bestaande dienst het voortbestaan van het bedrijf in het gedrang zou kunnen brengen;2° en over de details van haar eigen evaluatie betreffende de voldoening aan de sociale, democratische en culturele behoeften van de maatschappij en de mogelijke gevolgen op de voorwaarden voor de uitwisselingen en de mededinging. De beslissing van de Regering wordt op de website van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector bekendgemaaktoHoge die, in voorkomend geval, zijn eigen advies eraan kan toevoegen. § 10. De invoering van een nieuwe belangrijke dienst of van de aanzienlijke wijziging van een bestaande dienst overwogen door het bedrijf, leidt tot een wijziging van de beheersovereenkomst door de ondertekening van een aanhangsel bij de beheersovereenkomst. ».
Art. 5.Artikel 11, § 4, van hetzelfde decreet, wordt vervangen als volgt : « § 4. Elke burger van een lidstaat van de Europese unie kan zich kandidaat stellen voor een mandaat van bestuurder bij de raad van bestuur van het bedrijf voor zover hij het bewijs levert dat hij geacht wordt Franstalig te zijn in de zin van de wet op het gebruik van de talen in bestuurszaken of dat hij een uitstekende actieve en passieve kennis van de Franse taal heeft, dat hij de burgerlijke en politieke rechten geniet en dat hij de leeftijd van 65 jaar niet bereikt heeft bij de indiening van zijn kandidatuur.".
Art. 6.In artikel 23 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld als volgt : « Zodat dit verslag aan de Regering, de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en het Parlement bezorgd wordt, wordt het op de website van het bedrijf bekendgemaakt en dit vóór 30 september van het jaar daarop.»; 2° 1° van § 2 wordt vervangen als volgt : « 1° een synthese van de jaarrekening, de inventaris, de balans en de resultatenrekening met inbegrip van : a) een synthese van de bronnen, de inkomsten en de kosten voortvloeiend uit de uitoefening van de activiteiten van het bedrijf, met onderverdeling van deze die rechtstreeks gebonden zijn aan de uitoefening van de opdracht van openbare dienst, van die betreffende de gemengde activiteiten en deze die tot de handelsactiviteiten behoren;b) een uitvoerig overzicht van de netto kosten van de uitoefening van de opdracht van openbare dienst.».
Art. 7.Artikel 24 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij artikel 57, § 2, van het decreet van 9 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/01/2003 pub. 21/02/2003 numac 2003029071 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten, wordt aangevuld als volgt : « Het College van de commissarissen der rekeningen vergewist zich ervan dat de overheidssubsidie die door de Franse Gemeenschap aan het bedrijf wordt toegewezen, de opdrachten van openbare dienst die door de Franse Gemeenschap aan het bedrijf worden opgelegd werkelijk compenseert, en dat, bij overcompensatie, deze niet hoger ligt dan 10 % van de jaarlijkse uitgaven die in de begroting worden opgenomen voor de uitoefening van zijn opdracht van openbare dienst, behoudens behoorlijk met redenen omklede uitzondering, wanneer die overcompensatie, op voorhand en op een dwingende wijze door de Regering, voor een in de tijd beperkte duur, wordt bestemd voor belangrijke en niet permanente uitgaven die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de opdracht van openbare dienst.
De Regering bepaalt de nadere regels voor het uitzonderlijke gebruik van een duidelijk toegewezen overcompensatie, zoals nader bepaald in dit artikel, en voor de terugbetaling van de overcompensaties die de regels vermeld in dit artikel niet naleven.
Indien blijkt uit het bijzonder verslag van de Commissarissen der rekeningen dat er een overcompensatie bestaat in de zin van dit artikel en artikel 27, zal het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector de Regering verzoeken om de werkelijke terugbetaling van de overcompensaties op te leggen of om het bedrag van de compensaties te verminderen die toegekend worden het jaar daarop volgens de nadere regels bedoeld in het vierde lid. Het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector informeert de Commissarissen der rekeningen hierover.
In het geval dat de Regering geen aanvraag om terugbetaling bij het bedrijf indient of dat het bedrijf geen gevolg hieraan geeft, legt het College voor vergunning en controle van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector aan het bedrijf de terugbetaling van een bedrag op dat gelijk is aan het bedrag van de overcompensaties die niet effectief terugbetaald worden, met inbegrip van de interesten berekend met toepassing van de verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van de verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-verdrag. ».
Art. 8.Artikel 27 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij artikel 2, 1°, van het decreet van 19 juli 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2007 pub. 14/09/2007 numac 2007029227 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord gesloten op 1 februari 2007 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de uitrusting die ter beschikking wordt gesteld in het kader van de herwaardering van het kwalificatieonderwijs en betreffende de samenwerking tussen de centra voor geavanceerde technologieën en de professionele referentiecentra sluiten, wordt vervangen als volgt : «
Art. 27.§ 1. De ontvangsten van het bedrijf zijn : 1° de subsidie die jaarlijks door de Franse Gemeenschap wordt toegekend als tegenprestatie voor de uitvoering van zijn opdracht van openbare dienst overeenkomstig de beheersovereenkomst;2° de ontvangsten uit de commerciële mededelingen, met inbegrip van de ontvangsten uit reclame, sponsoring, handelsreclame, steun ter bevordering van de productie, spelen en wedstrijden, en andere reclameverrichtingen en handelsactiviteiten met inachtneming van de bepalingen bedoeld in de beheersovereenkomst;3° de ontvangsten uit de rechten verkregen voor de uitzending van sommige programma's bepaald in de beheersovereenkomst;4° de schenkingen en de legaten in zijn voordeel;5° de dividenden en ontvangsten, in welke vorm ook, uit maatschappijen of instellingen waarin het deelneemt;6° de ontvangsten van alle aard die verenigbaar zijn met zijn maatschappelijk doel. De subsidie bedoeld in het eerste lid 1°, mag de netto kosten niet overschrijden die voortvloeien uit de opdracht van openbare dienst van het bedrijf, rekening houdend met al zijn andere inkomsten met inbegrip van de commerciële, directe of indirecte inkomsten. Ingeval van reserves voortvloeiend uit zijn opdracht van openbare dienst die herhaaldelijk 10% overschrijden van de jaarlijkse kosten gebonden aan de opdracht van openbare dienst, houdt de Regering er rekening mee om bij de hernieuwing van de beheersovereenkomst het bedrag van de subsidie te bepalen dat het best aangepast is aan de werkelijke financiële behoeften van het bedrijf om de opdrachten van openbare dienst die aan het bedrijf toevertrouwd worden, uit te voeren. § 2. Het bedrijf leeft de volgende boekhoudkundige principes na : 1° het rekent de netto winsten van zijn handelsactiviteiten integraal aan op de financiering van de netto kosten van zijn opdrachten van openbare dienst;2° zijn handelsactiviteiten en deze van zijn dochtermaatschappijen kunnen niet door de overheidssubsidie gefinancierd worden;3° het legt zich het verbod op elke kruissubsidie betreffende de overheidsinkomsten van het bedrijf, enerzijds, en de inkomsten uit zijn handelsactiviteiten en die van zijn dochtermaatschappijen, anderzijds, aan te wenden.».
Art. 9.In artikel 49 van het decreet van 9 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/01/2003 pub. 21/02/2003 numac 2003029071 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een paragraaf 1bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd tussen de paragrafen 1 en 2 : « § 1bis.Bovendien, wat het bedrijf betreft, zal het verslag van de Commissarissen der rekeningen aangevuld worden met een bijzonder verslag dat elk jaar opgesteld zal worden en dat betrekking zal hebben op : 1° de controle op de aanwending van de openbare financiering om de overcompensatie en de kruissubsidies betreffende de openbare middelen van het bedrijf van zijn handelsactiviteiten en van zijn dochtermaatschappijen te vermijden, alsook het niveau en het gebruik van de reserves van de openbare dienst, bedoeld in artikel 24 van het decreet van 14 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1997 pub. 28/08/1997 numac 1997029295 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » (1) sluiten houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF);2° de controle op de werkelijke terugbetaling van elke mogelijke overcompensatie, volgens de nadere regels bepaald door de Regering.»; 2° paragraaf 3 wordt aangevuld als volgt : « Het bijzonder verslag bedoeld in § 1bis wordt onmiddellijk meegedeeld aan het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector.Het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector maakt het bijzonder verslag bekend, onder voorbehoud van een voorafgaande toelating van het bedrijf wat betreft de vertrouwelijke informatie die het bevat. In het geval dat het bijzonder verslag vertrouwelijke informatie zou bevatten, bezorgt het bedrijf een niet-vertrouwelijke versie van het bijzonder verslag die bekend gemaakt zal kunnen worden op de website van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector. »; 3° een paragraaf 4 wordt toegevoegd, luidend als volgt : « § 4.Indien blijkt uit het bijzonder verslag van de Commissarissen der rekeningen dat er een overcompensatie bestaat in de zin van de artikelen 24 en 27 van het decreet van 14 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1997 pub. 28/08/1997 numac 1997029295 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » (1) sluiten houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF), zal het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector de Regering verzoeken om de werkelijke terugbetaling van de overcompensaties op te leggen en om het bedrag van de compensatie toegekend het jaar daarop te verminderen volgens de nadere regels bedoeld in artikel 24, laatste lid. Het bureau van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector licht de Commissarissen der rekeningen daarover in. In het geval dat de Regering geen aanvraag om terugbetaling bij het bedrijf indient of dat het bedrijf geen gevolg hieraan geeft, legt het College voor vergunning en controle van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector aan het bedrijf de terugbetaling van een bedrag op dat gelijk is aan het bedrag van de overcompensaties die niet effectief terugbetaald worden, met inbegrip van de interesten berekend met toepassing van de verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van de verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-verdrag. ».
Art. 10.Artikel 18, § 2, tweede lid en derde lid, van het gecoördineerde decreet van 26 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/03/2009 pub. 29/05/2009 numac 2009029281 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 26/03/2009 pub. 10/06/2009 numac 2009029312 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de jeugdorganisaties type decreet prom. 26/03/2009 pub. 27/07/2009 numac 2009029379 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » en van het decreet van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang type decreet prom. 26/03/2009 pub. 10/07/2009 numac 2009029291 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen inzake het alternerend onderwijs, het gespecialiseerd onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie sluiten betreffende de audiovisuele mediadiensten wordt opgeheven en vervangen als volgt : « Nochtans, in de diensten uitgezonden door de RTBF en door de lokale televisies, kunnen de reclame en de zelfpromotie noch een werk waarvan de auteur de integriteit wil bewaren, noch een fragment van een programma onderbreken. Dit verbod strekt zich ook uit tot de fictiewerken voor de bioscoop uitgezonden door de lokale televisies. ».
Art. 11.In hetzelfde decreet wordt een artikel 136ter toegevoegd, luidend als volgt : «
Art. 136ter.In de gevallen en volgens de nadere regels bedoeld in de artikelen 24 en 27 van het decreet van 14 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1997 pub. 28/08/1997 numac 1997029295 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » (1) sluiten houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF), legt het College voor vergunning en controle aan de RTBF de terugbetaling van een bedrag op dat gelijk is aan het bedrag van de overcompensaties die niet effectief terugbetaald worden, met inbegrip van de interesten berekend met toepassing van de verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van de verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-verdrag. ».
Art. 12.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2015.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 29 januari 2015.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Onderwijs, Cultuur en Jong Kind, Mevr. J. MILQUET De Vice-President, Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen en Promotie van Brussel, R. MADRANE De Minister van Sport, R. COLLIN De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen Mevr. I. SIMONIS _______ Nota Zitting 2014-2015 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 66-1. - Verslag nr. 66-2. - Integraal verslag.- Bespreking en aanneming.- Vergadering van 28 januari 2015.