Etaamb.openjustice.be
Decreet van 23 januari 2014
gepubliceerd op 11 februari 2014

Decreet tot wijziging van het decreet van 6 maart 2009 tot wijziging van Hoofdstuk II, van Titel III, van Boek II, van Deel I, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014200877
pub.
11/02/2014
prom.
23/01/2014
ELI
eli/decreet/2014/01/23/2014200877/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 JANUARI 2014. - Decreet tot wijziging van het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten tot wijziging van Hoofdstuk II, van Titel III, van Boek II, van Deel I, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, na "Hoofdstuk II - Begraafplaatsen en lijkbezorging" en vóór "Afdeling I - Begripsomschrijvingen", wordt een artikel L1232-0 ingevoegd, luidend als volgt : "Dit hoofdstuk is niet van toepassing in het Duitstalige taalgebied".

Art. 2.In artikel L1232-1, eerste lid, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 7°, worden de woorden "waar het stoffelijk overschot ligt" vervangen door de woorden "bestemd om het stoffelijk overschot op te vangen";2° in 9°, wordt het woord "erfgenamen" vervangen door het woord "rechthebbenden";3° in 10° vervallen de woorden "erfgenamen of";4° 15° wordt vervangen als volgt : "15° thanatopraxie : hygiënische zorgen en opmaak van een overledene kort na zijn overlijden, hetzij om diens lichaam en gezicht een natuurlijker uitzicht te geven in afwachting van de kisting, hetzij om aan sanitaire behoeften te voldoen, aan behoeften in verband met internationaal vervoer of in verband met de identificatie van het stoffelijke overschot, hetzij het verloop van onderwijs- en onderzoeksactiviteiten mogelijk te maken,"; 5° er wordt een 19° toegevoegd, luidend als volgt : « 19° rechthebbende : de echtgenoot of de wettelijke samenwonende of, in voorkomend geval, de bloed- of aanverwanten in de eerste graad of, in voorkomend geval, de bloed- of aanverwanten in de tweede graad of, in voorkomend geval, de bloed- of aanverwanten tot de vijfde graad.".

Art. 3.In artikel L1232-2, § 3, van hetzelfde Wetboek, wordt een lid ingevoegd tussen het tweede lid en het derde lid, luidend als volgt : "In afwijking van het eerste en van het tweede lid, kunnen de gemeente en de beheerder van een crematorium met aangrenzende begraafplaatsen, een overeenkomst sluiten betreffende het gezamenlijk gebruik van het urnenveld, de strooiweide en het columbarium.".

Art. 4.Artikel L1232-3 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "Article L1232-3. § 1. De beslissing van de gemeenteraad of van het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale betreffende de oprichting of de uitbreiding van een traditionele begraafplaats of een asbegraafplaats, wordt onderworpen aan de goedkeuring van de provinciegouverneur. De beslissing gaat gepaard met een dossier dat een liggingsplan, een intern plan van aanleg alsmede een ontwerp van reglement omvat.

Als de oprichting of de uitbreiding van een traditionele begraafplaats gepaard gaat met een herbestemming van de oude begraafplaats, bezorgt de gemeenteraad of het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of het bevoegde orgaan van de intercommunale ook een herbestemmingsplan ervan.

De beslissing van de provinciegouverneur wordt gegrond op de adviezen van de organen die de Waalse Regering aanwijst. Onder de aangewezen organen wijst de Waalse Regering degene aan waarvan het vereiste advies eensluidend moet zijn.

Het eerste tot het derde lid zijn van toepassing op de procedure voor de oprichting van een crematorium. § 2. De Regering stelt de criteria vast voor de oprichting en de exploitatie van de crematoria en de criteria voor de oprichting, de uitbreiding en de aanleg van de traditionele begraafplaatsen of in de asbegraafplaatsen. Ze organiseert de controle op de naleving van deze criteria.".

Art. 5.Artikel L1232-6 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "Art. L1232-6. § 1. Wanneer nieuwe voor begravingen of verstrooiing bestemde ruimten aangelegd zijn, bepaalt de gemeenteraad of het bevoegde orgaan van het autonoom gemeentebedrijf of van de intercommunale de datum vanaf welke de begravingen en verstrooiingen in de oude begraafplaatsen of gedeelten van begraafplaatsen stopgezet zullen worden.

Deze worden in de staat gelaten waarin zij zich bevinden; gedurende ten minste vijf jaar mag er generlei gebruik van worden gemaakt.

De beslissing tot staking van begravingen en verstrooiingen wordt bij de ingang van de begraafplaats en, in voorkomend geval, in de nabijheid van het betrokken gedeelte, tot zijn uiteindelijke sluiting aangeplakt. § 2. Bij het verstrijken van de in § 1 bepaalde termijn, beslist de gemeenteraad of het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale een herbestemming te geven aan de gronden van de oude begraafplaatsen of gedeelten van begraafplaatsen. Dat besluit wordt onderworpen aan de bepalingen van artikel L1232-3. § 3. Wanneer er geen beslissing is die bepaalt vanaf welke datum niet langer meer begraven wordt, kan de gemeenteraad of het bevoegde orgaan van het autonoom gemeentebedrijf of van de intercommunale eveneens beslissen een herbestemming te geven aan een oude begraafplaats of gedeelten van een begraafplaats als er ten minste vijf jaar zijn verlopen na de laatste begraving op deze begraafplaats, waarbij de inschrijving in het begraafplaatsregister als bewijs geldt.

In het geval bedoeld in het eerste lid kan het besluit van de gemeenteraad of de beslissing van het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale om een herbestemming te geven aan de begraafplaats of aan de gedeelten van de begraafplaats, pas in werking treden een jaar nadat het besluit of de beslissing is genomen en voor zover een afschrift ervan gedurende een jaar bij de ingang van de begraafplaats en bij het gedeelte ervan is aangeplakt.

De bepalingen van paragraaf 2 zijn eveneens van toepassing."

Art. 6.In artikel L1232-7 van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, wordt het punt 3° vervangen als volgt : "3° een oud graf waaraan een einde wordt gemaakt overeenkomstig de artikelen L1232-8 of L1232-12 en dat, na afloop van de aanplaktermijn, het voorwerp heeft uitgemaakt van een sanering van de gemeentelijke beheerder;"; 2° het zesde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "De rechthebbenden van de overledenen die in het geconcedeerde graf rusten, kunnen het stoffelijk overschot van verschillende lijken die sinds meer dan dertig jaar begraven zijn, in éénzelfde doodskist laten verzamelen.Ze kunnen ook as die sinds meer dan tien jaar begraven is, laten verzamelen. In beide gevallen wordt de toestemming van de Burgemeester vereist en wordt ze in het register van de begraafplaatsen overgeschreven"; 3° in het zevende lid, wordt het woord "en" ingevoegd tussen de woorden "zijn wettelijke samenwonende," en de woorden "zijn bloed- of aanverwanten";de woorden "tot de vierde graad" vervallen.

Art. 7.In artikel L1232-8 van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid van paragraaf 2, vervallen de woorden "erfgenamen of";2° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "en als het graf, bij het verstrijken van de in § 1 bepaalde termijn, niet hersteld is" toegevoegd na de woorden "op het moment van de hernieuwingsaanvraag"; 3° in paragraaf 4, wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : "Op aanvraag van enige belanghebbende die erom verzoekt vóór de vastgestelde tijd verstreken is, wordt de concessie hernieuwd vanaf elke nieuwe begraving in de concessie.".

Art. 8.Artikel L1232-10 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : "Art. L1232-10. De altijddurende concessies die vóór de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1971 pub. 19/08/2009 numac 2009000536 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op de begraafplaatsen en de lijkbezorging verleend worden, vervallen en komen aan de openbare beheerder toe, die daarover opnieuw kan beschikken, nadat een akte van de burgemeester of diens gemachtigde, of van het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale, minstens een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats wordt uitgehangen, en onverminderd een hernieuwingsaanvraag die hem moet worden gericht vóór het einde van de aanplakking. Een afschrift van de akte wordt toegezonden aan de titularis van de concessie of, als hij overleden is, aan zijn rechthebbenden.

De hernieuwingen geschieden kosteloos.".

Art. 9.In artikel L1232-11, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "in het eerste lid" vervangen door de woorden "in paragraaf 1, eerste lid, of in paragraaf 3, tweede lid".

Art. 10.In artikel L1232-13 van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, wordt het woord "balseming" vervangen door het woord "thanatopraxie";2° het derde lid vervalt.

Art. 11.In paragraaf 2 van artikel L1232-17 van hetzelfde Wetboek, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin : "In de akte van de laatste wilsbeschikking kan worden vermeld of, na afloop van de concessie, de as in de urn, die in een columbarium geplaatst is of die begraven is, in het daartoe bestemde perceel wordt verstrooid, in plaats van een overbrenging naar het doodsbeenderhuisje."; 2° in het vierde lid, worden de woorden ", van de bestemming van de as na afloop van de concessie" ingevoegd tussen de woorden "as na de crematie" en de woorden "en van het confessionele".

Art. 12.In artikel L1232-17bis van hetzelfde Wetboek wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "Wanneer het overlijden in een gemeente van het Franse taalgebied plaatsvindt, wordt een kosteloze vergunning voor de begraving van het stoffelijk overschot verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het overlijden vastgesteld is. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan een specifieke schriftelijke vergunning verlenen aan een of verschillende beambten van het gemeentebestuur om de begraving toe te laten.

Wanneer het overlijden in het buitenland plaatsvindt, verklaart de procureur des Konings van het arrondissement waar, hetzij het graf, hetzij de hoofdverblijfplaats van de overledene zich bevindt, of hij zich tegen de begraving van het stoffelijk overschot verzet of niet.".

Art. 13.In artikel L1232-21 van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, worden de woorden ", aan het einde van voornoemde periode van vijf jaar" ingevoegd vóór de woorden "gedurende één jaar bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt is."; 2° een nieuw lid, luidend als volgt, wordt ingevoegd tussen het tweede en het derde lid : "Bij gebruik van niet-geconcedeerde grondpercelen voor nieuwe begravingen en als er ten minste vijf jaar zijn verlopen na de laatste begraving op deze begraafplaats, wordt dan gedurende een jaar een bericht aangeplakt aan de toegangen tot die gronden en aan de ingang van de begraafplaats.Dit bericht geeft kennis aan de belanghebbenden van de termijn gedurende welke zij de graftekens mogen wegnemen; bij het verstrijken van die termijn of van de verlenging besloten door het gemeentecollege, het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale, worden de materialen eigendom van de openbare beheerder.".

Art. 14.In artikel L1232-22 van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Voor crematie is een verlof vereist, dat wordt verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand die het overlijden heeft vastgesteld, indien dat overlijden in een gemeente van het Franse taalgebied heeft plaatsgehad. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan een specifieke schriftelijke vergunning verlenen aan een of verschillende beambten van het gemeentebestuur om de begraving toe te laten. Wanneer het overlijden in het buitenland plaatsvindt, verklaart de procureur des Konings van het arrondissement waar, hetzij het crematorium, hetzij de hoofdverblijfplaats van de overledene zich bevindt, of hij tegen de verbranding van het stoffelijk overschot zich verzet of niet."; 2° in paragraaf 2, tweede lid, vervallen de woorden "om verlof" die zich bevinden tussen de woorden "gemotiveerde aanvraag" en de woorden "tot crematie"; 3° in paragraaf 2, wordt het vijfde lid vervangen als volgt : "De procureur des Konings die de aanvraag tot crematie heeft ontvangen, verklaart of hij tegen de verbranding van het stoffelijk overschot zich verzet of niet.".

Art. 15.Artikel L1232-28 van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen als volgt : "Art. L1232-28. Wanneer aan een grafconcessie een einde wordt gemaakt of geen aanvraag om overbrenging als bedoeld in artikel L1232-11 is ingediend, worden de op de vervaldatum van de door de openbare beheerder bepaalde termijn niet weggenomen graftekens en de eventueel nog bestaande ondergrondse bouwwerken, eigendom van de openbare beheerder.

De termijn bepaald in het eerste lid wordt eventueel verlengd door het gemeentecollege of het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale.

Voor de graven die vóór 1945 bestonden, wordt eerst een toestemming aangevraagd aan de Directie die binnen het Waalse Gewest bevoegd is voor het funerair erfgoed.

Alleen het gemeentecollege regelt de bestemming van het aan de gemeente toevallend materiaal.".

Art. 16.In artikel L1232-29 van hetzelfde Wetboek, wordt het woord "erfgenamen" vervangen door het woord "rechthebbenden".

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 23 januari 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Waals Parlement, 909 (2013-2014). Nrs. 1 tot 8.

Volledig verslag, plenaire zitting van 22 januari 2014.

Bespreking.

Stemming.

^