gepubliceerd op 26 juli 2024
Decreet tot wijziging van hoofdstuk II van titel III van boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging
11 APRIL 2024. - Decreet tot wijziging van hoofdstuk II van titel III van boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging (1)
Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:
Artikel 1.Artikel L1232-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 2 mei 2019, wordt vervangen door wat volgt: "Art. L1232-1. Voor de toepassing van hoofdstuk II van titel III van boek II van dit Wetboek wordt verstaan onder 1° de publieke beheerder: een gemeente, een autonoom gemeentebestuur of een intercommunale;2° begraafplaats: de plaats waar het stoffelijk overschot te rusten wordt gelegd gedurende de bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde termijn;3° de begraving: plaatsing in een al dan niet geconcedeerde grond van een doodskist, een lijkwade die het stoffelijk overschot bevat, of van een asurn ofwel in de aarde, ofwel in een grafkelder of in een columbariumcel ofwel in een urnenkelder;4° de crematie: handeling om de lijken in de as te leggen in een crematorium;5° de wijze van begraven: de wijze waarop het lichaam wordt vernietigd door natuurlijke ontbinding of crematie;6° traditionele begraafplaats: plaats beheerd door een openbare beheerder met als doel elke wijze van lijkbezorging bedoeld in dit hoofdstuk op te nemen;7° asbegraafplaats: plaats beheerd door een openbare beheerder en bestemd voor de verstrooiing van as en voor de inhumatie van urnen;8° intergemeentelijke begraafplaats: traditionele of asbegraafplaats die voor verschillende gemeenten gemeen is;9° begrafenis of lijkbezorging: het geheel van plechtigheden ter ere van de overledene, met inbegrip van het vervoer, het ter aarde bestellen of de crematie van het stoffelijk overschot en de verstrooiing van de as;10° stille kinderweide: het perceel van een begraafplaats dat wordt gebruikt voor het begraven van foetussen die zonder leven zijn geboren tussen de honderdzesde en de honderdtachtigste dag van de zwangerschap en van kinderen tot de leeftijd van twaalf jaar, met inbegrip van de kinderen die het voorwerp hebben uitgemaakt van de akte van levenloos kind bedoeld in artikel 58, §§ 1 en 2, van het oude Burgerlijk Wetboek, en voor het verstrooien van hun as;11° graflegging: het definitief sluiten van de kist waarin het lichaam is bijgezet, voorafgaand aan de begrafenis of crematie;12° de grafkelder: een constructie ontworpen om één of meer doodskisten, één of meer urnen en asbussen voor huisdieren te bevatten;13° de urnenkelder: een constructie ontworpen om één of meer doodskisten, één of meer urnen en asbussen voor huisdieren te bevatten;14° een grafkelder of columbariumcel in afwachting van een begrafenis: een door een openbare beheerder beheerd perceel dat wordt gebruikt als tijdelijke begraafplaats voor een of meer stoffelijke resten in afwachting van al dan niet een grafconcessie ; 15° ossuarium: door de openbare beheerder ingericht en beheerd gesloten geheugenmonument gelegen in de begraafplaats waar de beenderen, as of iedere organische en kledingrest, zoals kledingen, juwelen, en tanden, van de overledenen worden verzameld nadat hun graf beëindigd is, met uitzondering van de bergingsmiddelen, andere dan die voor de assen van huisdieren, zoals doodskist en hoes;"; 16° rechthebbende`: de echtgenoot of de wettelijke samenwonende of, in voorkomend geval, de bloed- of aanverwanten in de eerste graad of, in voorkomend geval, de bloed- of aanverwanten in de tweede graad of, in voorkomend geval, de bloedverwanten tot de vijfde graad 17° naaste verwanten: echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonenden, bloed- en aanverwanten en vrienden;18° persoon die de hoedanigheid bezit om in de begrafenis te voorzien: persoon die via testament door de overledene aangewezen is, of, zoniet, één van zijn erfgenamen of rechthebbenden of, zoniet, de persoon die gedurende de laatste periode van het leven van de overledene met hem nauwe en frequente affectiebanden heeft onderhouden zodat hij zijn laatste wil wat betreft zijn wijze van lijkbezorging heeft kunnen kennen; de houder van de concessie, zijn erfgenamen of begunstigden maar ook elke niet-verwante persoon, administraties, verenigingen betrokken bij een monument dat een historische of artistieke waarde heeft; 20° behoeftige: persoon met het statuut van behoeftige toegekend door de gemeente van inschrijving in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het wachtregister of bij gebrek aan een dergelijke inschrijving, door de gemeente op het grondgebied waarvan het overlijden plaatsvindt, wegens zijn gebrek aan middelen of voldoende middelen om zijn elementaire behoeften te dekken overeenkomstig de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie;21° opgraving voor een beter graf: wegname van een doodskist, een lijkwade of van een asurn uit de begraafplaats op verzoek van de nabestaanden of op initiatief van de openbare beheerder om te worden bewaard volgens een nieuwe wijze van teraardebestelling of begraafplaats;22° technische opgraving of sanering: wegname, aan het einde van de ontheffing van de bestemming als graf, van een doodskist of asurn, uit de begraafplaats op initiatief van de openbare beheerder, die de overbrenging van het stoffelijk overschot naar het doodsbeenderhuisje inhoudt;23° ontbrekend onderhoud: staat van een graf dat doorlopend vervuild, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is of dat niet voorzien is van de graftekens vereist in het reglement goedgekeurd door de openbare beheerder;24° aanplakking voor een jaar: aanplakking voor een periode van een jaar die twee vieringen van Allerheiligen omvat, namelijk van 1 november tot en met 1 november van het daaropvolgende jaar;25° herbestemming: handeling om een openbare bestemming opnieuw te geven;26° thanatopraxie: hygiënische zorgen en opmaak van een overledene kort na zijn overlijden, hetzij om diens lichaam en gezicht een natuurlijker uitzicht te geven in afwachting van de kisting, hetzij om aan sanitaire behoeften te voldoen, aan behoeften in verband met internationaal vervoer of in verband met de identificatie van het stoffelijke overschot, hetzij het verloop van onderwijs- en onderzoeksactiviteiten mogelijk te maken, 27° het symbolische deel van de as van de overledene: de kleine hoeveelheid as die verschilt van de as die het stoffelijk overschot vormt, genomen uit het stoffelijk overschot en bedoeld om naar analogie de aanwezigheid van de overledene op te roepen; 28° gezelschapsdier: gezelschapsdier als bedoeld in artikel D.4, § 1, 4°, van het Waalse Dierenwelzijnwetboek. ".
Art. 2.In artikel L1232-2 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en vervangen bij de decreten van 23 januari 2014 van 14 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) 2° in lid twee worden de woorden "Elke traditionele begraafplaats" vervangen door de woorden "Elke begraafplaats, traditioneel dan wel asbegraafplaats,";b) lid 4 wordt vervangen door wat volgt: "Onverminderd de voorgaande leden kan op bestaande particuliere begraafplaatsen als bedoeld in artikel L1232-18 een columbarium worden ingericht, § 2.Het onderhoud van het columbarium op een dergelijke begraafplaats valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de begraafplaats. Onder dat voorbehoud, ongeacht of het een traditionele begraafplaats, een asbegraafplaats of een privé-begraafplaats betreft, kan enkel een publieke beheerder een columbarium beheren. "; c) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid luidend als volgt: "Het in het eerste tot en met derde lid bedoelde grafveld bestaat uit een gedeelte voor ingegraven bijzetting en een gedeelte voor bijzetting in urnenkelders."; 2° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "De openbare beheerder richt een stille kinderweide in, waarbinnen standplaatsen kosteloos worden toegekend voor een periode van dertig jaar, met de mogelijkheid van opeenvolgende verlengingen voor dezelfde periode, onder de voorwaarden van de artikelen L1232-7, L1232-8, §§ 2 en 3, L1232-9, lid 1, L1232-11, L1232-12 en L1232-12/1 die mutatis mutandis van toepassing zijn.Als uitzondering op artikel L1232-12, § 2, is aanplakking wegens ontbrekend onderhoud alleen toegestaan ten minste een jaar voor de afloop van de concessie of de verlenging ervan. "; b) 2° de leden 2, 4 en 5 worden opgeheven.3° in paragraaf 5 worden de woorden "is de inhumatie, het verstrooien van as en het plaatsen in columbarium kosteloos voor de behoeftigen," vervangen door de woorden "de begraving of asverstrooiing is kosteloos voor behoeftigen".
Art. 3.In artikel L1232-3, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 23 januari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/01/2014 pub. 11/02/2014 numac 2014200877 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 6 maart 2009 tot wijziging van Hoofdstuk II, van Titel III, van Boek II, van Deel I, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste en het tweede lid worden vervangen door wat volgt: De beslissing van de gemeenteraad of van het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale betreffende de oprichting, de uitbreiding of de herbestemming van een traditionele begraafplaats of een asbegraafplaats, wordt onderworpen aan de goedkeuring van de provinciegouverneur.De beslissing gaat gepaard met een dossier dat een liggingsplan, een ontwerp-reglement, een intern plan van aanleg of een herbestemmingsplan omvat. "; 2° het vierde lid, dat het derde lid wordt, wordt vervangen door wat volgt: Het eerste tot het derde lid zijn van toepassing op de procedure voor de oprichting van een crematorium.".
Art. 4.In artikel L1232-5 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 14 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2019 pub. 20/03/2019 numac 2019201258 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 : a) 1° in het vierde lid worden de woorden "of in een urnenkelder" toegevoegd na de woorden "in een columbariumcel";b) lid 5 wordt vervangen door wat volgt: "De Regering kan afwijken van paragraaf 1 voor comfort opgravingen, evenals van paragraaf 3 voor technische opgravingen, overeenkomstig de voorwaarden en procedures die zij vaststelt."; 2° in § 3, eerste lid, wordt 2° vervangen als volgt: "2° overbrenging van een niet-concessiegebied naar een concessiegebied of van een concessiegebied naar een ander concessiegebied, met behoud van de begraafmethode;".
Art. 5.In artikel L1232-7, § 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 16 november 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2017 pub. 05/12/2017 numac 2017206275 bron waalse overheidsdienst Decreet met betrekking tot de communicatie in verband met de hernieuwing en verwaarlozing van graven type decreet prom. 16/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017206316 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van artikel D.V.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling type decreet prom. 16/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017206317 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de artikelen D.II.23, D.II.64, D.VI.17, D.VI.49 en D.VII.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en waarin een artikel D.II.25bis wordt ingevoegd type decreet prom. 16/11/2017 pub. 27/02/2018 numac 2018200754 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot aanwijzing van officiers van gerechtelijke politie met toepassing van het decreet van 22 februari 2016 betreffende de bestrijding van doping in de sport type decreet prom. 16/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017206318 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van artikel D.IV.99 en Boek VII van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling met het oog om er een artikel D.VII.1bis in te voegen tot invoering van een stedenbouwkundig conformiteitsvermoeden voor sommige overtredingen type decreet prom. 16/11/2017 pub. 30/11/2017 numac 2017206134 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de erkende plaatselijke geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten, waarvan de gebiedsomschrijving het grondgebied van meer dan één gewest bestrijkt sluiten, worden de woorden "of met urnenkelder" toegevoegd na de woorden "met grafkelder".
Art. 6.In artikel L1232-8 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2019 pub. 20/03/2019 numac 2019201258 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2, lid 2, worden de woorden "minstens één van" ingevoegd tussen de woorden "als hij overleden is, aan" en de woorden "zijn rechthebbenden";2° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De hernieuwingen kunnen enkel worden geweigerd in de volgende gevallen: 1° de belanghebbende kan onvoldoende financiële waarborgen voor het onderhoud van de concessie voorleggen.2° er werd visueel een gebrek aan onderhoud vastgesteld door een akte van de burgemeester of diens afgevaardigde, van het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale, op het ogenblik van de behandeling van de aanvraag tot hernieuwing en werd niet gevolgd door het herstel, zelf visueel vastgesteld op dezelfde wijze, van de begraafplaats bij het verstrijken van de gestelde termijn.".
Art. 7.In artikel L1232-12 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2019 pub. 20/03/2019 numac 2019201258 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "bedoeld in artikel L1232-1,9° " opgeheven;2° in paragraaf 1, eerste lid : a) wordt het woord "visueel" ingevoegd tussen de woorden "Het onderhoudsverzuim wordt" en het woord "geconstateerd";b) worden de woorden "minstens één van" ingevoegd tussen de woorden "als hij overleden is, aan" en de woorden "zijn rechthebbenden".c) De zin "In geval van verbintenis om de werken uit te voeren, wordt daarvan melding gemaakt op de affiche." wordt opgeheven.
Art. 8.In het eerste deel, boek II, titel III, hoofdstuk 2, afdeling 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, wordt een onderafdeling 3 met de titel "Kelders en cellen voor wachtcolumbaria" ingevoegd.
Art. 9.In onderafdeling 3, ingevoegd bij artikel 8, wordt een artikel L1232-12/2 ingevoegd, luidend als volgt: " Art. L1232-12/2. De publieke beheerder mag wachtkelders en -cellen in de columbaria inrichten die uitsluitend en permanent bestemd zijn voor het tijdelijk deponeren van lijkkisten en urnen in geval van tijdelijke belemmering van de gekozen begrafenismethode.
De wachtkelders en -cellen in de columbaria kunnen nooit het voorwerp uitmaken van een grafconcessie zoals bedoeld in artikel L1232-2, § 4, lid1, en L1232-7 tot en met 1232-12/1. Hun onderhoud is de verantwoordelijkheid van de publieke beheerder, die ze aanduidt door middel van een duidelijke en permanente identificatie op een voor het publiek zichtbare structuur. Deze duidelijke en permanente identificatie van de structuur, de wachtkelders en -cellen in de columbaria bevatten geen persoonlijke identificatie van de overledenen.
De neerlegging in een wachtkelder of -cel in een columbarium wordt ondergeschikt gemaakt aan de toestemming van de burgemeester of diens gemachtigde, die hij afgeeft na kennis te hebben genomen van de oorzaak van de tijdelijke belemmering van de gekozen begrafenismethode.
De lijkkisten die in een wachtkelder worden geplaatst, zijn onderworpen aan de voorwaarden die door de Regering zijn vastgesteld voor het begraven van lijkkisten in grafkelders in toepassing van artikel L1232-13, lid 4. In voorkomend geval zijn de kosten om het stoffelijk overschot in de lijkkist te plaatsen of uit de kist te halen nadat de borging is voltooid, ten laste van de persoon of de publieke beheerder die de in lid 3 bedoelde toestemming heeft gevraagd.
De duur van de neerlegging in een wachtkelder of -cel in een columbarium is maximaal zeven weken. De duur van die neerlegging verlengen is verboden.
Uiterlijk vijf weken na de neerlegging in een wachtkelder of -cel in een columbarium, indien van toepassing, herinnert de openbare beheerder de persoon die bevoegd is om voor de begrafenis te zorgen of de nabestaanden van de overledene per aangetekende brief aan de verplichting om binnen de zevende week na de begrafenis over te gaan tot de gekozen begrafenismethode. Als aan het einde van de zevende week geen bijzetting is gebeurd, zorgt de beheerder ervoor dat de kist of urn van rechtswege wordt bijgezet in een niet-concessiegraf in de achtste week na de datum van de neerlegging.
De gemeenteraad of het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale bepaalt de voorwaarden voor de toepassing van dit artikel ".
Art. 10.In artikel L1232-16 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2019 pub. 20/03/2019 numac 2019201258 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 1 worden de woorden "in artikel L1232-1, 10°, bedoelde "opgeheven;2° lid 2 wordt vervangen door wat volgt : De kosten van de burgerlijke verrichtingen, onder uitsluiting van plechtigheden van erediensten of filosofische, niet-confessionele diensten voor behoeftige personen vallen ten laste van de gemeente van het Franse taalgebied waarin de overledene in het bevolkingsregister, in het vreemdelingenregister of in het wachtregister ingeschreven is.
Als de overledene in geen van deze registers is ingeschreven, worden de bovengenoemde kosten gedragen door de gemeente van de plaats van overlijden. ".
Art. 11.Artikel L1232-17 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, wordt gewijzigd als volgt: 1° in paragraaf 2 : a) in lid 1 worden de woorden " alsmede het bestaan van een uitvaartcontract" vervangen door de woorden ", het bestaan van een uitvaartovereenkomst en het plaatsen van houders met as van huisdieren of het verstrooien van deze as";b) in lid 4 worden de woorden " en van het confessionele of filosofische ceremonieel voor de bijzetting" vervangen door de woorden ", van het confessionele of filosofische ceremonieel voor de bijzetting en het plaatsen van houders met as van huisdieren of het verstrooien van deze as";2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.Foetussen die tussen de honderdzesde en de honderdtachtigste dag van de zwangerschap levenloos geboren worden, mogen op verzoek van de moeder en de vader of co-ouder of, bij gebrek daaraan, op verzoek van hun ouders begraven worden of hun as laten uitstrooien. De aanvraag moet vergezeld gaan van een verklaring van de arts waarin het overlijden wordt bevestigd.
Op de begraafplaats wordt begraven in de stille kinderweide of in een concessiegraf op een ander deel van de begraafplaats, en verstrooiing vindt plaats in de stille kinderweide of in een verstrooiingsveld op de begraafplaats.
Artikel L1232-26, § 1, § 2, eerste lid, 2°, c), en 3°, en tweede lid, en § 3, is van toepassing op de as van foetussen die levenloos geboren zijn tussen de honderdzesde en de honderdtachtigste dag van de zwangerschap.
Het vervoer van de foetussen naar de begravings- of verstrooiingsplaats gebeurt op decente wijze. "; 3° er wordt een paragraaf 4 ingevoegd, luidend als volgt: " § 4.Overeenkomstig de in paragraaf 2, eerste alinea, bedoelde laatste wensen of, bij gebreke daarvan, overeenkomstig lid 2, vierde lid, kan elke persoon die bevoegd is om de begrafenis te verzorgen, zonder toestemming van de openbare beheerder : 1° één of meer recipiënten met as van de huisdieren van de overledene plaatsen, hetzij in de kist op het moment van de kisting, hetzij in de grafkelder, het columbarium of de urnenkleder op het moment van de bijzetting;2° de as van de huisdieren van de overledene verstrooien op hetzelfde moment als de as van de overledene wordt verstrooid, met hetzelfde toestel dat voor dit doel werd ontworpen. In het geval bedoeld in lid 1, 1°, zijn de recipiënten die de as van de huisdieren bevatten gemakkelijk identificeerbaar en mogen ze niet worden geplaatst in de ruimten die zijn toegewezen aan de concessiehouder, de begunstigden of eventuele rechthebbenden. Als er in een grafkelder, columbariumcel of begraafplaats na het plaatsen van de containers geen plaats meer is voor de urnennis van de perceelhouder, een begunstigde of een rechtverkrijgende, worden de recipiënten verwijderd ten gunste van de urnennis en ofwel teruggenomen door de nabestaanden ofwel, bij gebrek daaraan, gedeponeerd in het gemeenschappelijke ossuarium.
In de gevallen bedoeld in de artikelen L123-25, § 3, L1232-12/1, § 2, en L1232-21, § 4, volgt elke recipiënt die de as van een gezelschapsdier bevat de bestemming van de kist of urn van de overledene bedoeld in paragraaf 1. ".
Art. 12.In artikel L1232-17bis van hetzelfde Wetboek, het laatst gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2019 pub. 20/03/2019 numac 2019201258 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, wordt lid 1 vervangen door wat volgt: "Voor begraving is een gratis verlof vereist, dat minimum 24 uur na het overlijden alleen mag worden verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van het overlijden, indien de persoon overleden is in een gemeente van het Franse taalgebied. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan een specifieke schriftelijke vergunning verlenen aan een of verschillende beambten van het gemeentebestuur om de begraving toe te laten. ".
Art. 13.In artikel L1232-20 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en aangevuld bij een decreet van 2 mei 2019, wordt tussen het eerste en het tweedelid een lid ingevoegd, luidend als volgt: In urnenkelders worden de urnen bijgezet op een diepte van ten minste zes decimeter. ".
Art. 14.In artikel L1232-21 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 14 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2019 pub. 20/03/2019 numac 2019201258 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en gewijzigd bij het decreet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de eerste zin vervangen als volgt: Een niet-geconcedeerd graf wordt tijdens minstens vijf jaar in volle grond voor een doodskist of een lijkomhulsel in volle grond, in een columbariumcel of in een urnenkelder bewaard."; 2° in § 2, lid 2, worden de woorden "minstens één van" ingevoegd tussen de woorden "als hij overleden is, aan" en de woorden "zijn rechthebbenden";3° paragraaf 3 wordt opgeheven; 3 in paragraaf 5, 4°, worden de woorden "in artikel L1232-1, 14°, bedoelde" opgeheven.
Art. 15.In deel I, boek II, titel III, hoofdstuk 2, afdeling 3, onderafdeling 2, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel L1232-21/1 ingevoegd, luidend als volgt: " Art. L1232-21/1. In geval van bestemmingsverlies van een geheel van minimum drie al dan niet geconcedeerde aangrenzende graven worden een liggingsplan en een intern plan van inrichting aan de door de Regering aangewezen dienst overgemaakt, die binnen vijfenveertig dagen na ontvangst ervan advies uitbrengt. ".
Art. 16.In artikel L1232-22, § 1, van hetzelfde Wetboek, het laatst gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2019 pub. 20/03/2019 numac 2019201258 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, worden lid 1 en lid 2 vervangen door wat volgt: "Onverminderd artikel L1232-24, § 2, wordt de crematie ondergeschikt gemaakt aan een gratis verlof, dat minimum 24 uur na het overlijden alleen mag worden verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van het overlijden, indien de persoon overleden is in een gemeente van het Franse taalgebied. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan een specifieke schriftelijke vergunning verlenen aan een of verschillende beambten van het gemeentebestuur om de crematie toe te laten.
Wanneer het overlijden in het buitenland plaatsvindt, verklaart de procureur des Konings van het arrondissement waar, hetzij het crematorium, hetzij de hoofdverblijfplaats van de overledene zich bevindt, of hij tegen de verbranding van het stoffelijk overschot zich verzet, of niet. ".
Art. 17.Artikel L1232-23 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, wordt gewijzigd als volgt: 1° paragraaf 3 wordt opgeheven;2° in paragraaf 4, lid 1, worden de woorden "in de zin van artikel L1232-1, 9° " opgeheven.
Art. 18.In artikel L1232-26 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 10 november 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016206122 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van verscheidene bepalingen in de wetgeving betreffende het toerisme type decreet prom. 10/11/2016 pub. 24/11/2016 numac 2016205792 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de artikelen l1523-13 en l1523-16 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie en met het oog op de verbetering van de sociale dialoog sluiten en gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2019 pub. 20/03/2019 numac 2019201258 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 : a) in lid 1: i) worden de woorden "van gecremeerde lijken" opgeheven; ii) in punt 1°, wordt b) opgeheven; b) lid 2 wordt vervangen door wat volgt: "Onverminderd de bepalingen van dit artikel kan een symbolisch gedeelte van de as van de overledene op hun verzoek aan de echtgenoot of echtgenote, de wettelijke samenwonende, de bloed- of aanverwanten in de eerste graad toevertrouwd worden.Deze as wordt in een gesloten vak neergelegd en op waardige en decente wijze vervoerd. Ze mogen niet bij naam worden genoemd en er mag geen eis worden gedaan die leidt tot het creëren van een dubbele of meervoudige begraafplaats. "; 2° in paragraaf 3 : a) in het eerste lid, worden de woorden ", in een columbarium bijgezet" opgeheven;b) in het eerste lid, wordt, in de Franse versie, het woord "paragrpahe" vervangen door het woord "paragraphe";c) lid 5 wordt vervangen door wat volgt: "Indien de bewaring van de as beëindigd wordt, wenden de persoon die de as in ontvangst had genomen of de rechthebbenden zich tot de publieke beheerder om een einde te maken aan de bewaring van de as. Bij gebrek aan document waarin de eindbestemming van de as wordt bepaald, wordt de as ofwel aan de publieke beheerder overhandigd om naar een begraafplaats gebracht te worden om er begraven of uitgestrooid te worden dan wel op zee, in het territoriale deel ervan dat aan België aangrenzend is, uitgestrooid te worden, of kan bedoelde as het voorwerp uitmaken van de in punt 3, a) en b) van dit artikel bedoelde bepalingen. "; d) paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid luidend als volgt: "In het in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde geval, wordt het symbolische deel van de as, wanneer het niet langer wordt bewaard en indien het niet is verstrooid of begraven, door de persoon die het heeft ontvangen of de rechthebbenden overhandigd aan de publieke beheerder, zodat het overeenkomstig hun keuze of, bij gebreke daarvan, op initiatief, kan worden bijgezet : i.naast de urne met de as waaruit hij werd verwijderd, op voorwaarde dat de urn werd bijgezet in een grafkelder, columbarium of urnenkelder; ii. in de kist van een overleden familielid wanneer het lichaam te ruste wordt gelegd; iii. in een ossuarium dat het beheert. ".
Art. 19.Artikel L1232-27 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, wordt gewijzigd als volgt: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : "Tenzij de overledene of, indien van toepassing, de houder van de concessie daar anders over beschikken, heeft eenieder het recht om een teken op een graf te laten plaatsen in de deze volgorde: 1° de echtgenoot of echtgenote of de wettelijk samenwonende partner van de overledene of;2° bij gebreke daarvan, zijn afstammelingen in de eerste graad of; 3° bij gebreke daarvan, zijn bloedverwanten in opgaande lijn in de eerste graad of; 4° bij gebreke daarvan, zijn bloedverwanten in de zijlijn in de tweede graad of; 5° bij gebreke daarvan, zijn andere bloedverwanten of; 6° bij gebreke, zijn aanverwanten of;7° bij gebreke, elke andere belanghebbende persoon. Als de overledene echter een foetus of een levenloos geboren kind is, hebben alleen de moeder en de vader of co-ouder of, bij gebrek daaraan, hun ouders het recht om een teken op het graf te laten plaatsen. Het teken dat op het graf van een levenloos geboren foetus wordt geplaatst, bevat geen enkel patroniem. "; 2° er wordt een vierde lid, luidend als volgt, ingevoegd : "Elke vermelding of voorstelling van de aanwezigheid van huisdieren van de overledene wordt geregeld in overeenstemming met lid 3.".
Art. 20.In Deel I, Boek II, Titel III, Hoofdstuk 2, Afdeling 3 van hetzelfde Wetboek, vervangen door het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, wordt een nieuwe onderafdeling 5 ingevoegd met als titel "Ontdekking van menselijke skeletresten buiten een in gebruik zijnde begraafplaats".
Art. 21.In onderafdeling 5, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L1232-29/1 ingevoegd, luidend als volgt: " Art. L1232-29/1. Onverminderd de bepalingen van het Waalse Erfgoedwetboek met betrekking tot toevallige vondsten en archeologische verrichtingen vergund door het Waalse Erfgoedagentschap "Agence wallonne du Patrimoine, moet de persoon die verantwoordelijk is voor de ontdekking van menselijke skeletresten buiten een begraafplaats die in gebruik is, onmiddellijk de politie verwittigen.
Graafwerkzaamheden die al aan de gang zijn, worden stopgezet, zelfs als er twijfel bestaat over de menselijke oorsprong van de gevonden resten.
De politie meldt de ontdekking: 1° aan het "Agence wallonne du Patrimoine" (Waals Erfgoedagentschap).2° de dienstaangewezen door de Regering Indien, in voorkomend geval, de persoon die verantwoordelijk is voor de ontdekking eerst het Waals Erfgoedagentschap of de door de Regering aangeduide dienst op de hoogte brengt, dan brengt Waals Erfgoedagentschap of de door de Regering aangeduide dienst de andere entiteit op de hoogte van de ontdekking alsook de politiediensten overeenkomstig de bepalingen van het Waalse Erfgoedwetboek bedoeld in lid 1. Zodra ze op de hoogte worden gebracht van de ontdekking van menselijke skeletresten buiten een in gebruik zijnde begraafplaats, brengen het Waals Erfgoedagentschap en de door de Regering aangeduide dienst elk de gemeente op wiens grondgebied de resten werden ontdekt, op de hoogte van haar bevoegdheden en verplichtingen ter zake.
De politie is verantwoordelijk voor het verwerken en beoordelen van de menselijke skeletresten.
Als het deskundigenrapport bevestigt of suggereert dat de aangetroffen menselijke skeletresten die van een of meer oorlogsslachtoffers zijn, zal de politie het beheer ervan onmiddellijk toevertrouwen aan het War Heritage Institute. De politiediensten melden de overdracht van het beheer aan het War Heritage Institute onmiddellijk aan het Waals Erfgoedagentschap, aan de dienst die door de Regering werd aangeduid en aan de gemeente op wiens grondgebied de overblijfselen werden ontdekt.
Als het deskundigenrapport bevestigt of suggereert dat de aangetroffen menselijke skeletresten van archeologisch belang zijn of als er twijfel bestaat over hun datering, vertrouwen de politiediensten het beheer ervan onmiddellijk toe aan het Waals Erfgoedagentschap en stellen ze de door de Regering aangeduide dienst en de gemeente op wiens grondgebied de resten werden aangetroffen, onmiddellijk op de hoogte: 1° wanneer de stoffelijke resten geanalyseerd zijn door het Waals Erfgoedagentschap en het blijkt te gaan om de stoffelijke resten van één of meer oorlogsslachtoffers, vertrouwt het Waals Erfgoedagentschap het beheer ervan onmiddellijk toe aan het War Heritage Institute en brengt hij de door de Regering aangeduide dienst en de genoemde gemeente onmiddellijk op de hoogte van deze toewijzing;2° wanneer de stoffelijke resten door War Heritage Institute zijn geanalyseerd en blijkt dat het niet gaat om de stoffelijke resten van één of meer oorlogsslachtoffers, zal de gemeente op het grondgebied waarvan de stoffelijke resten werden ontdekt, ze recupereren om ze te plaatsen in het ossuarium van een traditionele begraafplaats die ze beheert of in een gesloten gedenkteken dat specifiek in verband met de plaats van ontdekking wordt opgericht.Het Waals Erfgoedagentschap zal deze recuperatie onmiddellijk melden aan de door de Regering aangeduide dienst.
Behalve in de gevallen bedoeld in de twee voorgaande leden, moet de gemeente op het grondgebied waarvan het stoffelijk overschot werd ontdekt, na voltooiing van het deskundigenverslag, het stoffelijk overschot onmiddellijk bergen en het bijzetten op de begraafplaats die voldoet aan de keuze bepaald in artikel L1232-17, § 2, of, bij gebreke daaraan, in het ossuarium van een traditionele begraafplaats die zij beheert of in een gesloten gedenkmonument dat specifiek ontworpen is in verband met de plaats waar het stoffelijk overschot werd ontdekt.
De politiediensten zullen deze recuperatie onmiddellijk melden aan het Waals Erfgoedagentschap en aan de dienst aangeduid door de Regering. ".
Art. 22.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2024.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 11 april 2024.
De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, P. HENRY
Stemming.