gepubliceerd op 20 maart 2019
Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging
14 FEBRUARI 2019. - Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging (1)
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:
Artikel 1.In artikel L1232-1, eerste lid, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en gewijzigd bij het decreet van 23 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) punt 6° wordt vervangen door wat volgt: "6° comfortopgraving: wegname van een doodskist of van een asurn uit de begraafplaats op verzoek van de nabestaanden of op initiatief van de openbare beheerder om te worden bewaard volgens een nieuwe wijze van teraardebestelling of begraafplaats;"; b) punt 11° wordt vervangen door hetgeen volgt: "11° doodsbeenderhuisje: door de openbare beheerder ingericht en beheerd gesloten geheugensmonument gelegen in de begraafplaats waar de beenderen, as of iedere organische en kledingsrest, zoals kledingen, juwelen, en tanden, van de overledenen worden verzameld nadat hun graf beëindigd is, met uitzondering van de bergingsmiddelen, zoals doodskist en hoes;"; c) punt 16° wordt vervangen door wat volgt: "16° behoeftige : persoon met het statuut van behoeftige toegekend door de gemeente van inschrijving in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het wachtregister of bij gebrek aan een dergelijke inschrijving, door de gemeente op het grondgebied waarvan het overlijden plaatsvindt, wegens zijn gebrek aan middelen of voldoende middelen om zijn elementaire behoeften te dekken overeenkomstig de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie;"; d) punt 18° wordt vervangen door wat volgt: "18° onderhoudsverzuim: staat van een graf dat doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is of dat niet voorzien is van de graftekens vereist in het reglement goedgekeurd door de openbare beheerder;"; e) het artikel wordt aangevuld met een punt 20°, luidend als volgt: "20° technische sanering of opgraving: wegname, aan het einde van de ontheffing van de bestemming als graf, doodskist of asurn, uit de begraafplaats op initiatief van de openbare beheerder, die de overbrenging van het stoffelijk overschot naar het doodsbeenderhuisje inhoudt.".
Art. 2.In artikel L1232-2 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, wordt paragraaf 4 vervangen als volgt: " § 4. De openbare beheerder legt een stille kinderweide voor tussen de 106e en de 180e dag van de zwangerschap doodgeboren foetussen en voor kinderen tot twaalf jaar, waarin de ruimten niet-geconcedeerd zijn.
Artikel L1232-21 is niet van toepassing op die ruimten.
De openbare beheerder bewaart het e-mailadres en het adres van de woonplaats van de persoon die de grafaanvraag ingediend heeft.
Alleen een herbestemming van het geheel van het perceel is toegelaten, waarbij de openbare beheerder de ruimten weer overneemt nadat een afschrift van de beslissing tot wegname tijdens één jaar bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats is aangeplakt en een afschrift van de akte per post en per e-mail aan de rechthebbenden is gezonden.
Voorafgaandelijk worden een liggingsplan en een intern plan van aanleg aan de door de Regering aangewezen dienst overgemaakt, die binnen vijfenveertig dagen na ontvangst ervan advies uitbrengt.
De nabestaanden mogen de graftekens wegnemen na de aanplakkingsperiode en mits een schriftelijke vergunning van de openbare beheerder of diens afgevaardigde, die op basis van een schriftelijke aanvraag ingediend tijdens de aanplakkingsperiode wordt toegekend. De openbare beheerder neemt de overblijvende graftekens weg na eventuele terugname door de nabestaanden en na ontvangst van de vergunning van de door de Regering aangewezen dienst.
De openbare beheerder kan eveneens een perceel inrichten voor het naleven van het ceremonieel van begrafenissen en lijkvorming van de erediensten en van de niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties.
De beslissing om begraven te worden in een aldus opgericht perceel vloeit voort uit de enigeuitdrukkelijke wilsuiting ofwel, door de overledene, ofwel door de persoon gekwalificeerd om voor de uitvaart in te staan.
De in deze paragraaf bedoelde percelen worden in de begraafplaats opgenomen; er mag geen fysieke scheiding tussen hen en de rest van de begraafplaats bestaan.
Elke begraving of crematie geschiedt met inachtneming van de bepalingen van dit decreet.".
Art. 3.Artikel L1232-5, gewijzigd bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, wordt vervangen als volgt: "Art. L1232-5. § 1. Gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria vallen onder het gezag, de ordehandhaving en het toezicht van de gemeenteoverheden, die erop toeziet dat er geen wanorde heerst, dat er geen handelingen in strijd met de eerbied voor de doden worden verricht en dat er geen comfortopgraving plaatsheeft zonder verlof van de burgemeester, overeenkomstig artikel 133, tweede lid, van de nieuwe gemeentewet.
Op de intergemeentelijke begraafplaatsen en in de intergemeentelijke crematoria worden de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden uitgeoefend door de overheid van de gemeente waar de begraafplaats of het crematorium ligt. § 2. Iedere opgraving, ongeacht of het gaat om een comfortopgraving of een technische opgraving, wordt uitsluitend tussen 15 november en 15 april uitgevoerd. Ze is verboden binnen een sanitaire termijn van acht weken tot vijf jaar na de begraving.
In afwijking van het eerste lid kunnen de opgravingen die binnen de eerste acht weken na de begraving zijn verricht, tijdens het hele jaar uitgevoerd worden.
Het eerste lid is niet van toepassing op de comfortopgraving van uren geplaatst in een columbariumcel.
De burgemeester of diens afgevaardigde kan een comfortopgraving alleen in de volgende gevallen toelaten: 1° ofwel, in geval van latere ontdekking van een akte van de laatste wilsbeschikking;2° ofwel in geval van overbrenging, met handhaving van de begraafwijze, van een niet-geconcedeerde ruimte naar een geconcedeerde ruimte of van een geconcedeerde ruimte naar een niet-geconcedeerde ruimte of, voor tussen de 106e en de 180e dag van de zwangerschap doodgeboren foetussen en voor kinderen tot twaalf jaar, van een stille kinderweide naar een andere stille kinderweide, 3° in geval van internationale overbrenging. De nieuwe wijze van teraardebestelling of begraafplaats voor een doodskist of een urn ten gevolge van de comfortopgraving stemt overeen met de akte van de laatste wilsbeschikking indien hij bestaat.
De comfortopgravingen van doodskisten kunnen alleen door privé-ondernemingen verricht worden.
Ze leven de veiligheids- en gezondheidsnormen alsook de nagedachtenis van de overledenen na.
Op verzoek van de nabestaanden wordt de crematie na opgraving door de burgemeester of diens afgevaardigde toegelaten in geval van latere ontdekking van een akte van de laatste wilsbeschikking waarin om die wijze wordt verzocht, of in geval van internationale overbrenging.
In geval van comfortopgraving op initiatief van de openbare beheerder neemt de in het vierde lid bedoelde toelating de vorm aan van een besluit waarbij akte wordt genomen van de overwogen verrichting en het is niet verplicht een beroep te doen op een privé-onderneming.".
Art. 4.In artikel L1232-7, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 16 november 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017206317 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de artikelen D.II.23, D.II.64, D.VI.17, D.VI.49 en D.VII.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en waarin een artikel D.II.25bis wordt ingevoegd type decreet prom. 16/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017206316 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van artikel D.V.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling type decreet prom. 16/11/2017 pub. 05/12/2017 numac 2017206275 bron waalse overheidsdienst Decreet met betrekking tot de communicatie in verband met de hernieuwing en verwaarlozing van graven sluiten, wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 5.In artikel L1232-8 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en gewijzigd bij het decreet van 23 januari 2014 en 16 november 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen als volgt: "Indien de titularis van de concessie of, als hij overleden is, zijn rechthebbenden, binnen de maand, het verschuldigde bedrag voor de verlenging van de concessie niet heeft betaald, wordt een afschrift van de akte minstens een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt.De affiche wordt verwijderd binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst door de openbare beheerder van de verschuldigde betaling."; 2° in paragraaf 2, vierde lid, worden de woorden "het antwoord of het gebrek aan antwoord" vervangen door de woorden "de uitvoering van de verschuldigde betaling voor de verlenging of het gebrek aan antwoord";3° in paragraaf 3, lid 2, worden de woorden "de verwaarlozing" vervangen door de woorden "het onderhoudsverzuim";
Art. 6.In artikel L1232-12, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 16 november 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017206317 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de artikelen D.II.23, D.II.64, D.VI.17, D.VI.49 en D.VII.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en waarin een artikel D.II.25bis wordt ingevoegd type decreet prom. 16/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017206316 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van artikel D.V.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling type decreet prom. 16/11/2017 pub. 05/12/2017 numac 2017206275 bron waalse overheidsdienst Decreet met betrekking tot de communicatie in verband met de hernieuwing en verwaarlozing van graven sluiten, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het onderhoudsverzuim wordt geconstateerd in een akte van de burgemeester of zijn afgevaardigde, of van het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale. Een afschrift van de akte wordt per post of e-mail toegezonden aan de titularis van de concessie of, als hij overleden is, aan zijn rechthebbenden. Zelfs in aanwezigheid van een schriftelijke verbintenis tot herstel binnen de door de openbare beheerder vastgestelde termijn, die door een belanghebbende wordt overgemaakt, wordt een afschrift van de akte binnen één maand na de zending ervan een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. In geval van verbintenis om de werken uit te voeren, wordt daarvan melding gemaakt op de affiche.
De affiche wordt verwijderd binnen een termijn van vijftien dagen na de uitvoering van de werken.".
Art. 7.In het eerste deel, Boek II, titel III, afdeling 2, onderafdeling 2, wordt een artikel L1232-12/1 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. L1232-12/1. § 1. De openbare beheerder neemt akte in een beraadslaging van de graven weer overgenomen bij het verstrijken van de aanplakking: 1° wegens afloop van de termijn, overeenkomstig artikel L1232-8 en artikel L1232-10;2° bij het verstrijken van de aanplakking wegens onderhoudsverzuim, overeenkomstig artikel L1232-12. § 2. Aan het einde van de concessie worden de stoffelijke resten en de as in een ossuarium bijgezet. De openbare beheerder vermeldt deze verrichtingen in het register van de begraafplaatsen.".
Art. 8.In artikel L1232-16 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met volgende zin: "Bij gebrek aan akte van de laatste wilsbeschikking van de overledene rust de keuze van de wijze van teraardebestelling, van de bestemming van de as na de crematie, van de bestemming van de as na afloop van de concessie en van het confessionele of filosofische ceremonieel voor de bijzetting op de in artikel L1232-1, 10°, bedoelde persoon gekwalificeerd om voor de uitvaart in te staan."; 2° het wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : "Als er in een reeds bestaande concessie geen ruimte aan hen wordt toegewezen, worden de behoeftigen in een niet-geconcedeerde zone begraven.".
Art. 9.I artikel L1212- 17, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten en gewijzigd bij het decreet van 23 januari 2014, wordt de zin : "In de akte van de laatste wilsbeschikking kan worden vermeld of, na afloop van de concessie, de as in de urn, die in een columbarium geplaatst is of die begraven is, in het daartoe bestemde perceel wordt verstrooid, in plaats van een overbrenging naar het doodsbeenderhuisje." opgeheven
Art. 10.In artikel L1232-17bis van hetzelfde Wetboek wordt de eerste zin van het eerste lid vervangen door wat volgt: "Voor begraving is een gratis verlof vereist, dat minimum 24 uur na het overlijden alleen mag worden verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van het overlijden, indien de persoon overleden is in een gemeente van het Franse taalgebied.".
Art. 11.In artikel L1232-18, § 3, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt aangevuld met volgende zin: "Alleen de begravingen in grafkelder mogen het voorwerp uitmaken van een afwijkingsaanvraag."; 2° de twee volgende leden worden toegevoegd, luidend als volgt: "De Regering weigert de afwijking als het gaat om een begraving in een gebouw dat binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit lid, geen voorwerp heeft uitgemaakt van een registratie door zijn eigenaar bij de gemeente die de afstemming ervan en zijn perfecte staat van onderhoud controleert. De artikelen L1232-4, L1232-5 en L1232-20 zijn van toepassing op de begravingen waarvoor een afwijking is toegekend.".
Art. 12.In artikel L1232-19 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 6 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/03/2009 pub. 26/03/2009 numac 2009201372 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van Hoofdstuk II van Titel III van Boek II van Deel I van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging sluiten, wordt het eerste lid vervangen als volgt: "De basis van iedere doodskist die in volle grond wordt begraven, bevindt zich horizontaal in een afzonderlijke kuil, op een diepte van ten minste vijftien decimeter onder het maaiveld. Wanneer meerdere doodskisten boven elkaar begraven worden, is de basis van de hoogste doodskist vijftien decimeter onder het maaiveld.
De basis van iedere urne die in volle grond wordt begraven, bevindt zich in een afzonderlijke kuil, op een diepte van ten minste zes decimeter onder het maaiveld. De urne die voor een begraving in volle grond wordt gebruikt, is biologisch afbreekbaar.".
Art. 13.Artikel L1232-21 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 16 november 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017206317 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de artikelen D.II.23, D.II.64, D.VI.17, D.VI.49 en D.VII.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en waarin een artikel D.II.25bis wordt ingevoegd type decreet prom. 16/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017206316 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van artikel D.V.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling type decreet prom. 16/11/2017 pub. 05/12/2017 numac 2017206275 bron waalse overheidsdienst Decreet met betrekking tot de communicatie in verband met de hernieuwing en verwaarlozing van graven sluiten, wordt vervangen als volgt: "Art. L1232-21. § 1. Een niet-geconcedeerd graf wordt tijdens minstens vijf jaar in volle grond voor een doodskist en in een columbariumcel of in volle grond voor een urne bewaard. Geen wijziging in het wettelijke stelsel van de ruimte wordt op individuele basis toegekend.
De openbare beheerder bewaart het e-mailadres en het adres van de woonplaats van de persoon die de grafaanvraag ingediend heeft.
Elke wijziging van deze informatie in de gemeentelijke registers gebeurt op initiatief van de persoon die de grafaanvraag heeft ingediend of, indien hij overleden is, van zijn rechthebbenden. § 2. Ten vroegste bij het verstrijken van de in § 1 bedoelde termijn, maakt de burgemeester of diens afgevaardigde, of het bevoegde orgaan van het autonome gemeentebedrijf of van de intercommunale een akte van beslissing tot wegneming op.
Een afschrift van de akte wordt per post of e-mail toegezonden aan de persoon die de grafaanvraag heeft ingediend of, als hij overleden is, aan zijn rechthebbenden. In geval van opgraving betaalt de persoon die deze aanvraag heeft ingediend, het verschuldigde bedrag binnen de maand. Bij gebreke daarvan wordt een afschrift van de akte minstens een jaar lang bij het niet-geconcedeerd graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. In geval van opgraving wordt daarvan melding gemaakt op de begraafplaats.
De nabestaanden mogen de graftekens wegnemen na de aanplakkingsperiode en mits een schriftelijke vergunning van de openbare beheerder of diens afgevaardigde, die op basis van een schriftelijke aanvraag ingediend tijdens de aanplakkingsperiode wordt toegekend. De openbare beheerder neemt de overblijvende graftekens weg na eventuele terugname door de nabestaanden en na ontvangst van de vergunning van de door de Regering aangewezen dienst.
Het niet-geconcedeerde graf wordt na het verstrijken van de in § 1 bedoelde termijn gevolgd door het aanplakkingsjaar gesaneerd. Na afloop van die termijn wordt de openbare beheerder eigenaar van de materialen.
Worden in het register van de concessies vermeld : 1°de zending van het afschrift van de akte alsook de uitvoering van de voor de opgraving verschuldigde betaling; 2° het gebrek aan antwoord van de persoon die de grafaanvraag heeft ingediend of, indien hij overleden is van zijn rechthebbenden. § 3. In geval van desaffectatie van een geheel van minimum drie niet-geconcedeerde aangrenzende graven worden een liggingsplan en een intern plan van aanleg aan de door de Regering aangewezen dienst overgemaakt, die binnen vijfenveertig dagen na ontvangst ervan advies uitbrengt. § 4. Aan het einde van het aanplakkingsjaar worden de stoffelijke resten en de as in een ossuarium bijgezet. De openbare beheerder vermeldt deze verrichtingen in het register van de begraafplaatsen. § 5. Het onderhoud van een niet-geconcedeerd graaf behoort tot: 1° de openbare beheerder wanneer de overledene bij zijn overlijden als behoeftige is erkend; 2° de in artikel L1232-1, 14°, bedoelde nabestaanden in de andere gevallen.".
Art. 14.In artikel L1232-22 van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "Voor crematie is een gratis verlof vereist, dat minimum 24 uur na het overlijden alleen mag worden verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van het overlijden, indien de persoon overleden is in een gemeente van het Franse taalgebied."; 2° in het vierde lid van paragraaf 2 worden de woorden "het in artikel 77 of in artikel 81 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde attest" vervangen door de woorden "de overlijdensakte".
Art. 15.Artikel L1232-25 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 16.Artikel L1232-26 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 10 november 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/11/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016206122 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van verscheidene bepalingen in de wetgeving betreffende het toerisme type decreet prom. 10/11/2016 pub. 24/11/2016 numac 2016205792 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de artikelen l1523-13 en l1523-16 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie en met het oog op de verbetering van de sociale dialoog sluiten, wordt gewijzigd als volgt: 1° in paragraaf 2, eerste lid, 1° a), worden de woorden "de verwaarlozing" vervangen door de woorden "het onderhoudsverzuim"; 2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "de in punt 3 bedoelde bepalingen" vervangen door de woorden "de in paragraaf 2, eerste lid, 3°, c), bedoelde bepalingen".".
Art. 17.In artikel L1232-28 van hetzelfde Wetboek wordt het derde lid vervangen als volgt: "Voor de graven die vóór 1945 bestonden, wordt eerst een toestemming aangevraagd aan de door de Regering aangewezen dienst.".
Art. 18.Dit decreet treedt in werking op de door de Regering bepaalde datum en uiterlijk op 15 april 2019.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 14 februari 2019.
De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. GREOLI De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, J.-L. CRUCKE De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastucturen, V. DE BUE (1) Zitting 2018-2019. Stukken van het Waals Parlement, 1256 (2018-2019) Nrs. 1 tot 3.
Volledig verslag, plenaire zitting van 13 februari 2019.
Bespreking.
Stemming.