gepubliceerd op 16 mei 2003
Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid
21 MAART 2003. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.In artikel 8, § 1, van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 2002 en van 20 december 2002, wordt 3° vervangen door wat volgt : « 3° de centrumgemeenten in de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau, in de categorie C, met uitzondering van de gemeenten die beschikken over een cultuurcentrum, erkend in de plus-categorie II op basis van het decreet van 24 juli 1991, in de categorie B; ».
Art. 3.In artikel 22, § 1, van hetzelfde decreet worden 1° en 2° vervangen door wat volgt : « 1° een intentieverklaring laten opmaken door de gemeenteraad of de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie dat een cultuurbeleidsplan zal worden ingediend, op zijn vroegst zes maanden en uiterlijk binnen het jaar na de datum vanaf wanneer de subsidie, bedoeld in artikel 21, § 1, krachtens artikel 23, § 1, berekend wordt; 2° bevestigen dat men zal beschikken over een cultuurbeleidscoördinator, ingeschaald op minimaal het gemiddeld niveau van het leidinggevend cultuurpersoneel van de gemeente of de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die voldoet aan de voorwaarden, bepaald door de Vlaamse regering, en waarvan de taakomschrijving bepaald wordt door de Vlaamse regering;».
Art. 4.In artikel 67 van hetzelfde decreet wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Gemeenten met een cultureel centrum, erkend op basis van het decreet van 24 juli 1991, of die in 2001 nominatim waren opgenomen in de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, die niet behoren tot de categorieën van gemeenten zoals bepaald in artikel 7 van dit decreet, behouden bij het in werking treden van dit decreet hetzelfde subsidiebedrag dat zij voor hun werking 2001 uitgekeerd kregen in het kader van het decreet van 24 juli 1991 of in uitvoering van de aan het betrokken centrum nominatim in de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001 toegekende subsidie. Deze overgangsperiode eindigt op 31 december 2002. » Art.5. Artikel 74 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 74.In afwijking van artikel 39 van dit decreet, zijn voor de werkjaren 2002 tot 2004 de volgende bepalingen van toepassing : 1° de forfaitaire subsidie van 0,60 euro per inwoner wordt voor het werkjaar 2002 vervangen door een forfaitaire van 0,15 euro per inwoner.Voor de berekening van deze subsidie wordt voor wat betreft de gemeenten gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk gebied, slechts 30 % van hun bevolking in aanmerking genomen. Deze subsidie ter ondersteuning van de participatie van de gemeenten aan het streekgerichte bibliotheekbeleid zal voor het werkjaar 2002 worden toegevoegd aan de in artikel 40 van dit decreet vermelde subsidie voor het VCOB voor de verdere uitbouw van een centrale catalogus; 2° de forfaitaire subsidie van 0,60 euro per inwoner ter ondersteuning van de participatie van de gemeenten aan het streekgerichte bibliotheekbeleid zal voor de werkjaren 2003 en 2004 worden toegevoegd aan de in artikel 40 van dit decreet vermelde subsidie voor het VCOB voor de verdere uitbouw van een centrale catalogus. De voorwaarden voor de toekenning van deze subsidie worden bepaald in de beheersovereenkomst; 3° voor het werkjaar 2002 subsidieert elke provincie elke gemeente voor een bedrag van 0,80 euro per inwoner van de gemeente als rechtstreekse ondersteuning van de werking van de openbare bibliotheek en besteedt minimaal een bedrag van 0,80 euro per inwoner van de provincie voor de uitbouw van een streekgericht bibliotheekbeleid.»
Art. 6.In hetzelfde decreet wordt een artikel 77bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 77bis . In afwijking van artikel 23, § 2, wordt de supplementaire subsidie, bedoeld in artikel 21, § 2, berekend vanaf 1 januari 2003 voor de door de Vlaamse regering goedgekeurde cultuurbeleidsplannen die vóór 1 december 2002 bij de administratie worden ingediend. ».
Art. 7.In hetzelfde decreet wordt een artikel 77ter ingevoegd, dat luidt als volgt : « Artikel 77ter . Een gemeente die, of een samenwerkingsverband van gemeenten dat vóór 31 december 2002 een aanvraag heeft ingediend voor de subsidie voor de opmaak van een cultuurbeleidsplan moet, in afwijking van artikel 22, § 1, 1°, een cultuurbeleidsplan indienen op zijn vroegst zes maanden na de aanvraag, op voorwaarde dat de gemeente beschikt over een gesubsidieerde cultuurbeleidscoördinator, en uiterlijk binnen het jaar na de datum vanaf wanneer de subsidie, bedoeld in artikel 21, § 1, krachtens artikel 23, § 1, berekend wordt.
Deze gemeenten moeten geen nieuwe intentieverklaring indienen. »
Art. 8.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 21 maart 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN _______ Nota (1) Zitting 2002-2003. Stukken. - Voorstel van decreet : 1431, nr. 1. - Amendementen : 1431, nrs. 2 en 3. - Verslag over hoorzitting : 1431, nr. 4. - Amendementen : 1431, nr. 5. - Verslag : 1431, nr. 6. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1431, nr. 7.
Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 12 maart 2003.