Etaamb.openjustice.be
Decreet van 21 december 2022
gepubliceerd op 17 februari 2023

Decreet tot wijziging van het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2023200870
pub.
17/02/2023
prom.
21/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2022. - Decreet tot wijziging van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen (1)


Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Dit decreet regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 ervan.

Art. 2.Artikel 4 van het decreet van 8 februari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/02/2018 pub. 01/03/2018 numac 2018201006 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2018, wordt vervangen als volgt: "

Art. 4.§ 1.

Het kind heeft recht op gezinsbijslag als hij/zij cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° hij/zij heeft zijn/haar wettelijke woonplaats op het grondgebied van het Franse taalgebied of indien hij/zij geen wettelijke woonplaats heeft, hij/zij verblijft daadwerkelijk in het Franse taalgebied;2° hij/zij is van Belgische nationaliteit of is houder van een verblijfstitel in België, of zijn/haar zijn ouders staatloos. Het attest van immatriculatie vormt in geen geval een verblijfstitel in de zin van dit decreet.

Het kind uit een derde land dat gemachtigd is om in België te verblijven om onderwijs te volgen, voldoet niet aan de in het eerste lid bedoelde voorwaarden.

Een kind jonger dan twaalf jaar dat geen verblijfsvergunning in België heeft, heeft recht op gezinsbijslag als een van zijn ouders een verblijfsvergunning in België heeft. § 2. Voor de toekenning van gezinsbijslagen wordt het kind dat voldoet aan de voorwaarden van paragraaf 1, eerste lid, 1°, wanneer de sociaal verzekerde het recht op gezinsbijslagen opent krachtens de artikelen 67 en 68 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, vrijgesteld van de voorwaarden van paragraaf 1, eerste lid, 2°, wanneer de sociaal verzekerde : 1° een Europees onderdaan of een onderdaan van een derde land is, die een economische activiteit uitoefent in de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland;2° daadwerkelijk verblijft in een Franstalig gebied en een Europees onderdaan is die geen economische activiteit uitoefent in de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland, op voorwaarde dat hij een verblijfsvergunning heeft in België. Voor de toekenning van gezinsbijslagen is een kind dat voldoet aan de voorwaarden van paragraaf 1, eerste lid, 1°, waarvan een van de ouders een Europees onderdaan is die een economische activiteit uitoefent op het grondgebied van het Koninkrijk België, vrijgesteld van de voorwaarden van paragraaf 1, eerste lid, 2°. Deze vrijstelling heeft een maximale duur van zes maanden.

De Regering stelt de modaliteiten voor de toepassing van de in de leden 1 en 2 bedoelde vrijstellingsvoorwaarden vast.

In de niet in het eerste en het tweede lid bedoelde gevallen is de niet-begeleide minderjarige vrijgesteld van de voorwaarden van lid 1, eerste lid, 2°. § 3. Het kind dat weliswaar zijn wettelijke woonplaats heeft in een Franstalig gebied, maar feitelijk buiten de Europese Economische Ruimte of Zwitserland verblijft, voldoet niet aan de voorwaarde van § 1, eerste lid, 1° De Regering kan evenwel vrijstelling verlenen van de in lid 1, eerste lid, 1°, bedoelde voorwaarden in gevallen of categorieën van gevallen die van belang zijn. § 4. Wanneer het kind geen woonplaats in België heeft, kan de sociaal verzekerde binnen de perken bedoeld bij de toepasselijke supranationale regelingen, ten gunste van de kinderen, die lid zijn van zijn familie, een recht op de gezinsbijslagen openen.

Indien de verzekerde die daadwerkelijk in het Franse taalgebied woont, geen economische activiteit uitoefent in de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland en het recht op gezinsbijslagen krachtens de artikelen 67 tot en met 69 van voornoemde Verordening (EG) nr. 883/2004 van 29 april 2004 opent ten gunste van een kind dat niet daadwerkelijk in het Franse taalgebied woont, dient deze verzekerde over een verblijfsvergunning in België te beschikken. § 5. Dit artikel is van toepassing onverminderd de bepalingen van het samenwerkingsakkoord van 6 september 2017Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 06/09/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018010056 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen sluiten tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen die prevaleren.".

Art. 3.In artikel 13, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Een toeslag van 10 euro" vervangen door de woorden "Een toeslag gelijk aan het bedrag van de toeslag bedoeld in artikel 14, eerste lid, verminderd met het bedrag van de toeslag bedoeld in paragraaf 1, 1°,".

Art. 4.Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "

Art. 16.De in artikel 9 bedoelde maandelijkse basisbijslag wordt verhoogd met een maandelijkse toeslag ten gunste van de rechtgevende kinderen met een handicap. Deze toeslag varieert naargelang de ernst en de gevolgen van de aandoening als volgt: 1° 60 euro;2° 79,91 euro;3° 186,47 euro;4° 307,81 euro;5° 350 euro;6° 375 euro;7° 400 euro. De in het eerste lid bedoelde bedragen worden aan de spilindex 103,04 (basis 1996=100) gekoppeld.

De voorwaarden voor de toekenning van de in het eerste lid bedoelde toeslag worden door de Regering vastgelegd.

Art. 5.In artikel 20 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd: "De in lid 1 bedoelde vermindering is niet van toepassing indien aanspraak kan worden gemaakt op uitkeringen van dezelfde aard ten behoeve van een rechtgevend kind krachtens de statutaire regels van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie, indien de ouder van het kind of diens echtgenoot of samenwonende in België al dan niet in loondienst werkzaam is. 3° Lid 2, thans lid 3, wordt vervangen door de volgende tekst: "De Regering bepaalt de volkenrechtelijke inrichtingen waarvan de op hun personeel toepasselijke statutaire regels gelijkgesteld wordt met de in lid 2 bedoelde statutaire regels.

Art. 6.Artikel 22, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met volgende zin : "De Regering kan wegens bijzondere omstandigheden van de betrokkenen besluiten dat het kraamgeld aan een andere persoon wordt uitgekeerd.".

Art. 7.In artikel 25, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet worden de woorden "zoals bedoeld in de artikelen 7 tot 20" opgeheven.

Art. 8.Artikel 61, § 2, van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2021 pub. 30/11/2022 numac 2022034344 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022. - Addendum type decreet prom. 22/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043653 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022 sluiten, wordt vervangen als volgt : § 2.

De Regering bepaalt de berekeningsmodaliteiten van het deel van elk privé-kinderbijslagfonds in de globale subsidie rekening houdend met: 1° een kwantitatief criterium gebonden aan de werklast van de privé-kinderbijslagfondsen;2° een kwalitatief criterium gebonden aan de evaluatie van de kwaliteit van de prestaties van de privé-kinderbijslagfondsen. In afwijking van het eerste lid wordt de globale subsidie ter financiering van de administratieve kosten tot en met 31 december 2023 over de privé-kinderbijslagfondsen verdeeld op basis van het enige kwantitatieve criterium.".

Art. 9.Artikel 63 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2021 pub. 30/11/2022 numac 2022034344 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022. - Addendum type decreet prom. 22/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043653 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022 sluiten, wordt vervangen als volgt : "Art. 63. § 1.De privé-fondsen vormen een reservefonds. § 2. Het reservefonds wordt bevoorraad door: 1° het aandeel van het vermogen van het reservefonds overgedragen van de federale kinderbijslagfondsen de dag voor de datum bepaald door de Regering krachtens artikel 136, eerste lid;2° de interesten opgebracht door de bankrekening(en) bestemd voor de gezinsbijslagen;3° het deel van de overschotten van de beheersrekening dat eventueel wordt overgedragen overeenkomstig artikel 67, § 5;4° de overdrachten afkomstig van de administratieve reserve;5° elk ander door de Regering bepaald middel;6° 1,5 procent van het bedrag van de teruggevorderde onverschuldigd betaalde gezinsbijslagen. § 3. Het reservefonds van het privé fonds bedraagt op 31 december van het boekjaar, niet meer dan 1,5 percent van het bedrag van de gezinsbijslagen betaald door het privé fonds tijdens datzelfde boekjaar.

Als deze limiet wordt overschreden, wordt het overschot in het volgende jaar aan het Agentschap betaald. Een particulier fonds dat zijn overschot niet tijdig heeft uitgekeerd, is wettelijke rente verschuldigd.

De Regering kan het percentage bedoeld in dit paragraaf wijzigen na advies van het Comité van de afdeling "Gezinnen" van het Agentschap. § 4. Op 31 december van elk boekjaar, dekt het reservefonds: 1° onverschuldigd betaalde gezinsbijslagen die niet worden teruggevorderd wegens verjaring als bedoeld in de artikelen 96 en 97, alsmede overeenkomstig artikel 82, tweede lid, van hetzelfde decreet;2° onverschuldigde betalingen vóór 1 januari 2014;3° de verliezen die veroorzaakt zijn door elke andere oorzaak, mits het voorafgaand akkoord van het Agentschap, op voorstel van het Comité van de afdeling "Gezinnen" van het Agentschap;4° de vereffeningskosten van het privé fonds, na uitputting van de administratieve reserve bedoeld in artikel 68. § 5. De middelen van het reservefonds mogen in geen geval worden gebruikt ter dekking van administratieve kosten of ter financiering van investeringen in roerende en onroerende goederen die nodig zijn voor de goede werking van het kinderbijslagfonds.".

Art. 10.Artikel 64 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 11.In artikel 70 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 1 vervangen als volgt : " § 1. Voor 1 juli van elk jaar maken de privé-fondsen aan het Agentschap de balans van de algemene rekeningen over, alsook de balans en de winst- en verliesrekening van het vorige jaar volgens de modellen die door de Regering moeten worden bepaald.

Het Agentschap brengt verslag uit aan het financiële en budgettaire monitoringscomité .

Art. 12.In artikel 72, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij artikel 9 van het decreet van 11 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/02/2021 pub. 17/02/2021 numac 2021030368 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen sluiten worden de woorden "minder dan vijftien dagen voor het einde van bedoeld kwartaal" vervangen door de woorden "vanaf de eerste dag van de laatste maand van het kwartaal".

Art. 13.Artikel 74 van hetzelfde decreet, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt: "In afwijking van lid 1 verwerkt het kinderbijslagfonds, wanneer het nieuwe gegevens ontvangt die nodig zijn voor het beheer van een gezinsbijslagdossier, deze vanaf de datum van ontvangst binnen de door de Regering vastgestelde termijnen indien het geen nieuwe aanvraag betreft.".

Art. 14.Artikel 84 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "

Art. 84.§ 1.De toekenning van de gezinsbijslagen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het recht op gezinsbijslagen ontstaat.

In afwijking van lid 1 begint de toekenning van gezinsbijslagen, in het kader van de export van het recht op gezinsbijslagen voor een kind dat in een andere lidstaat woont, op de eerste dag van de maand waarin het recht op gezinsbijslagen ontstaat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, op voorwaarde dat de verzekerde een van de volgende arbeidsovereenkomsten van korte duur van minder dan een maand vervult: 1° arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd;2° tijdelijke arbeidsovereenkomst;3° arbeidsovereenkomst voor een duidelijk omschreven functie. Dit geldt ook voor kinderen van werknemers met woonplaats in een land buiten de Europese Economische Ruimte die onder een bilaterale overeenkomst inzake sociale zekerheid vallen en een van de in lid 2 bedoelde kortlopende arbeidsovereenkomsten van minder dan een maand uitvoeren.

Voor de in lid 2 bedoelde overeenkomsten wordt per kalenderkwartaal minimaal 240 uur gewerkt. Indien dit niet het geval is, moet worden nagegaan of de maandelijkse arbeid ten minste tachtig uur bedraagt.

De toekenning van de gezinsbijslagen dooft uit op het einde van de maand waarin dit recht eindigt.

Voor de gevallen die niet onder de leden 2 en 3 vallen, stelt de Regering de modaliteiten voor de toepassing van de in de leden 1 en 3 bedoelde regels vast. § 2. Iedere gebeurtenis die een wijziging van het bedrag van de gezinsbijlsagen impliceert, geeft aanleiding tot de toekenning van het gewijzigd bedrag van kinderbijslag vanaf de eerste dag van de maand die volgt op deze tijdens welke deze gebeurtenis zich heeft voorgedaan.

In afwijking van het eerste lid vangt de toekenning van de gezinsbijslagen aan vanaf de eerste dag van de maand waarin een indexering plaatsvindt of een nieuw voordeel ingesteld wordt bij of krachtens een decreet.".

Art. 15.Hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 91/1, luidend als volgt : "

Art. 91/1.§ 1. De kinderbijslagfondsen delen onverschuldigde betalingen in als A, B of C volgens de volgende regels: 1° ° een onverschuldigde betaling wordt aangemerkt als A wanneer zij te wijten is aan een feitelijke of juridische fout van een kinderbijslagfonds, op voorwaarde dat de begunstigde te goeder trouw was op het ogenblik van de betaling;2° onverschuldigde betalingen worden ingedeeld als B in alle situaties die niet onder de indelingen A en C vallen;3° een onverschuldigde betaling wordt ingedeeld als C wanneer gezinsbijslagen zijn betaald in plaats van een ander orgaan. § 2. De goede trouw van de verzekerde wordt verondersteld. Het fonds moet dit vermoeden weerleggen als bij het onderzoek van het dossier blijkt dat de verzekerde wist of redelijkerwijs had moeten weten dat hij ten onrechte uitkeringen ontving. Een sociaal verzekerde die ervan afziet zijn fonds informatie te verstrekken die het onverschuldigde karakter van de uitkering vaststelt en die ten onrechte een uitkering ontvangt als gevolg van een aan het fonds toe te rekenen fout, moet de onverschuldigde uitkering terugbetalen indien hij wist of had moeten weten dat hij er geen recht op had.

Indien de sociaal verzekerde aan zijn fonds gegevens heeft meegedeeld die het onverschuldigde karakter van de uitkering aantonen of indien deze gegevens, bedoeld in artikel 3, leden 1 en 2, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, bij de behandeling van het dossier in het nationale register van natuurlijke personen beschikbaar zijn, kan het vermoeden van goede trouw niet worden weerlegd.

Art. 16.In artikel 95 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid wordt de zin "De kinderbijslagfondsen kunnen hetzij van het navorderen van die sommen door een gerechtelijke procedure, hetzij van de invordering van die sommen door gedwongen ten uitvoerlegging, afzien" vervangen door de volgende zin: "De kinderbijslagfondsen kunnen afzien van de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen."; b) In het eerste lid, 1°, worden de woorden "en mits de schuldenaar te goeder trouw is" vervangen door de woorden "behalve in geval van fraude, bedrog of misleiding";c) het eerste lid wordt aangevuld met een punt 4°, luidend als volgt: "4° in gevallen waarin het kinderbijslagfonds een certificaat van oninbaarheid ontvangt dat is afgegeven door de Federale Overheidsdienst Financiën of het Agentschap.Dit certificaat kan worden afgegeven in geval van fraude of bedrog indien het terug te vorderen bedrag lager is dan vijftig euro. Het terug te vorderen bedrag kan hoger zijn dan vijftig euro indien de schuldenaar naar het buitenland is gegaan."; d) het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin : "In geval van fraude of bedrog wordt slechts afgezien indien het kinderbijslagfonds in het bezit is van een door de FOD Financiën of het Agentschap afgegeven certificaat van oninbaarheid, of indien de erfgenaam de erfenis weigert, na de in artikel 97 bedoelde verjaringstermijn van vijf jaar."; e) het artikel wordt aangevuld met volgend lid, luidend als volgt: "De kinderbijslagfondsen laten de bedragen van de oninvorderbare betalingen of waarvoor van terugvordering wordt afgezien, ten laste van het Waalse Gewest in de volgende gevallen: 1° wanneer afgezien wordt van terugvordering omdat die uit sociaal oogpunt niet raadzaam is;2° bij toepassing van het eerste lid; 3° wanneer terugvordering technisch onmogelijk blijkt.".

Art. 17.Artikel 101 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2021 pub. 30/11/2022 numac 2022034344 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022. - Addendum type decreet prom. 22/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043653 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022 sluiten, wordt vervangen als volgt : "Art. 101. De kinderbijslagfondsen maken het Agentschap op gewoon verzoek alle inlichtingen, informatie of documenten over die het nodig acht om zijn opdrachten uit te oefenen, die bepaald zijn in artikelen 2/2, 5°, 4/1, § 1, lid 2, 4°, 5/4 en 21/1 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid. Het gaat om het rijksregisternummer, gegevens over de aansluiting, uitbetaling van kinderbijslag, kinderbijslagsupplement of geboorte- of adoptietoelage, verblijfplaats, gezins- of huishoudsituatie, sociaal-professionele gegevens, maar ook belasting- of inkomensgegevens, of communautaire gegevens over het statuut van het begunstigde kind dat student is, inschrijvingen in het onderwijs, of het geplaatste kind. Het kan ook gaan om gegevens betreffende de gezondheid in het kader van een ziekte, een invaliditeit of een handicap, of de erkenning van een recht dat voortvloeit uit een ziekte, invaliditeit of handicap krachtens een andere Belgische wetgeving, een buitenlandse wetgeving of een regeling die van toepassing is op het personeel van een instelling van internationaal publiekrecht. Het gaat alleen om relevante en noodzakelijke gegevens voor de analyse van de situaties die overeenkomen met de opening of handhaving van het recht. Deze gegevens worden alleen meegedeeld in een vorm die adequaat en geschikt is voor de doeleinden waarvoor zij zijn bestemd.

De Regering vermeldt de gegevens die onder de in lid 2 bedoelde categorieën vallen.".

Art. 18.In artikel 103, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet worden de woorden "aan elke persoon die erom verzoekt, raad geven" vervangen door de woorden "spontaan of op verzoek aan elke persoon raad geven".

Art. 19.Artikel 106 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2021 pub. 30/11/2022 numac 2022034344 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022. - Addendum type decreet prom. 22/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043653 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022 sluiten, wordt vervangen als volgt : "Art. 106. De kinderbijslagfondsen: 1° verlenen en betalen de gezinsbijslagen waarbij ze de elektronische gegevens van authentieke bron zo veel mogelijk gebruiken en een minimale bijdrage van de gezinnen vragen;2° voeren gegevens in het repertorium bedoeld in artikel 6 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid in en zorgen voor de bijwerking ervan. De gegevens betreffende de inschrijvingen in het hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, voor kinderen tussen 18 en 25 jaar, die nodig zijn voor het onderzoek van het recht op kinderbijslag krachtens dit decreet, worden aan de Kruispuntbank van de sociale zekerheid meegedeeld via de "Banque Carrefour d'Echange de Données" (Kruispuntbank voor gegevensuitwisseling). De integriteit, vertrouwelijkheid en evenredigheid van de gegevens over de rechthebbende bevolking worden gewaarborgd door de routing van berichten uitsluitend bestemd aan de fondsen die bevoegd zijn om de informatie te verwerken, op basis van het register van personen bedoeld in artikel 6 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. Deze routing is gebaseerd op de identificatie van de relevante actoren in het kinderbijslagkadaster bedoeld in artikel 4 van het Samenwerkingsakkoord van 24 december 2021 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap inzake samenwerking tussen de deelgebieden inzake gezinsbijslagen.

Art. 20.Artikel 109 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2021 pub. 30/11/2022 numac 2022034344 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022. - Addendum type decreet prom. 22/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043653 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022 sluiten, wordt vervangen als volgt : "Art. 109. De verantwoordelijken voor de verwerking zijn de kinderbijslagfondsen en het Agentschap.Hun verantwoordelijkheden zijn individueel.

Voor de kinderbijslagfondsen zijn de verwerkte gegevens de persoonsgegevens die nodig zijn voor de toepassing van dit decreet.

Voor het Agentschap zijn de verwerkte gegevens de persoonsgegevens die nodig zijn voor de toepassing van dit decreet en voor de toepassing van de artikelen 2/2, 5°, 4/1, § 1, lid 2, 4°, 5/4 en 21/1 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid voor de opdrachten van het Agentschap. Het gaat om de gegevens bedoeld in artikel 101, tweede lid.

In het kader van de opdracht bedoeld in artikel 5/4 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid worden de gegevens, onder de verantwoordelijkheid van het Agentschap, verwerkt met het oog op de evaluatie van het gevoerde beleid overeenkomstig artikel 2/2, 5°, van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid en het formuleren van aanbevelingen en voorstellen om de doeltreffendheid van het overheidsoptreden te verbeteren, strategieën aan te passen of te heroriënteren.

De Regering of haar gedelegeerde stelt de lijst van de in de leden 2 tot en met 4 bedoelde verwerkingen vast.

De gegevens van de dossiers betreffende de aanvragen voor gezinsbijslagen die geen aanleiding hebben gegeven tot een betaling moeten, voor zover de verjaring niet door de belanghebbenden geschorst is, gedurende vijf jaar bewaard worden te rekenen van de laatste dag van het kwartaal waarin de adoptieakte ondertekend is of waarin de aanvraag van kinderbijslagen ingediend is of waarin de geboorte plaatsgevonden heeft.

De gegevens van de dossiers betreffende de aanvragen van gezinsbijslagen die aanleiding hebben gegeven tot minstens een betaling, de gegevens in de geopende dossiers, de boekhoudkundige stukken en daarmee gelijkgestelde stukken moeten, voor zover de verjaring niet door de belanghebbenden geschorst is, gedurende zeven jaar bewaard worden te rekenen van 31 december van het jaar waarin de adoptieakte ondertekend is of waarin de aanvraag van kinderbijslagen ingediend is of waarin de geboorte plaatsgevonden heeft.".

Art. 21.Het opschrift van hoofdstuk 12 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Controle en bemiddeling".

Art. 22.Artikel 111 van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2021 pub. 30/11/2022 numac 2022034344 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022. - Addendum type decreet prom. 22/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043653 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022 sluiten, wordt vervangen als volgt : "Art. 111. § 1.Op voorstel van het Agentschap wijst de Regering personeelsleden van het Agentschap aan als sociale inspecteurs belast met de controle op de toepassing van de reglementaire bepalingen betreffende het beheers- en betalingssysteem van de kinderbijslagen.

De sociale inspecteurs: 1° houden toezicht op de uitvoering van dit decreet;2° gaan tot de verschillende soorten terugkerende en ad hoc controles die door het Agentschap worden uitgevoerd, over, namelijk de controle op het administratieve beheer van de dossiers door de kinderbijslagfondsen, de controle op het financieel beheer van de ter beschikking gestelde middelen van de kinderbijslagfondsen, de controle op de gezinnen op hun woonplaats, de kwantitatieve en kwalitatieve controle van de gegevens van authentieke bron, de controle op het bedrog inzake gezinsbijslagen. Voor de toepassing van dit artikel worden onder toezicht op de gezinnen thuis de volgende specifieke taken verstaan: 1° de gezinnen informeren over hun rechten;2° nagaan of zij het juiste bedrag aan kinderbijslag ontvangen;3° onderzoeken of aan de voorwaarden voor toekenning van kinderbijslag is voldaan In het kader van de bestrijding van fraude met gezinsbijslagen onderzoeken, registreren en bestraffen de sociale inspecteurs misdrijven in verband met fraude met gezinsbijslagen.Onverminderd andere bepalingen wordt onder fraude met gezinsbijslagen verstaan: elke inbreuk op de wetgeving inzake gezinsbijslagen die onder de bevoegdheid van het Franse taalgebied valt.

De Regering bepaalt de modaliteiten van deze verschillende soorten controles die door het Agentschap worden uitgevoerd, alsook het model voor de mededeling van de financiële en statistische rapportage. § 2. De inbreuken op de bepalingen van dit decreet en van zijn uitvoeringsbesluiten worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het sociaal strafwetboek.

De in § 1 bedoelde sociale inspecteurs beschikken over de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 23 tot 42 van het sociaal strafwetboek wanneer ze op eigen initiatief of op verzoek handelen in het kader van hun informatie-, adviesverlenings-, en toezichtopdracht betreffende de naleving van de bepalingen van dit decreet en van zijn uitvoeringsbesluiten.

In het kader van hun opdracht inzake informatie, advies en toezicht met betrekking tot de naleving van de bepalingen van dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten, geven de sociale inspecteurs, wanneer zij kennis krijgen van een misdrijf of overtreding, de relevante informatie door aan de procureur des Konings van de bevoegde rechtbank overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering. § 3. De kinderbijslagfondsen maken het Agentschap uitsluitend op eigen kosten en binnen de door het Agentschap bepaalde termijnen alle inlichtingen, informatie of documenten over dat het aanvraag om zijn opdrachten uit te oefenen, volgens de door de Regering bepaalde modaliteiten.

Elk kinderbijslagfonds is ertoe gehouden: 1° aan de in § 1 bedoelde sociale inspecteurs al de nodige inlichtingen te verstrekken, die ze voor het vervullen van hun opdracht nodig hebben, zonder dat het zichzelf kan vrijstellen of zonder dat het kan vrijgesteld worden van deze verplichting wegens om 't even welke reden, zelfs indien het deel uitmaakt van een administratief complex of indien het zijn beheer aan derden heeft toevertrouwd;2° de in § 1 bedoelde sociale inspecteurs kosteloos toegang te geven tot de databanken, staten, briefwisseling, en andere documenten, waarvan de inzage hun nuttig zou zijn in de uitoefening van hun opdrachten.

Art. 23.Hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 111/1, luidend als volgt : "

Art. 111/1.Het Agentschap voert de volgende bemiddelingstaken inzake gezinsbijslagen uit: 1° in het kader van zijn informatie- en bemiddelingsdienst: algemene vragen beantwoorden teneinde de correcte toepassing van de wetgeving door de kinderbijslagfondsen te waarborgen en klachten terzake te behandelen, met name ter voorkoming van gerechtelijke stappen in verband met de aanwijzing van de begunstigde van de gezinsbijslagen als bedoeld in artikel 22, of van geschillen in verband met gezinsbijslagen die zouden kunnen ontstaan tussen de kinderbijslagfondsen en de begunstigden of begunstigde kinderen als bedoeld in artikel 93;2° in het kader van zijn administratieve taken : a) het afgeven van de verklaringen van niet-betaling die nodig zijn voor de behandeling van individuele dossiers die bestemd zijn voor de bevoegde organen van de andere lidstaten overeenkomstig Verordening (EG) nr.883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels; b) verzoeken om individuele afwijkingen voor de betaling van gezinsbijslagen in toepassing van de bepalingen van dit besluit en zijn uitvoeringsbesluiten behandelen. De persoonsgegevens die het Agentschap verwerkt, raadpleegt en doorgeeft aan de kinderbijslagfondsen en aan de personen aan wie gezinsbijslagen verschuldigd of betaald zijn, alsmede aan de bevoegde organen, en die afkomstig zijn uit authentieke bronnen, zijn alle gegevens bedoeld in artikel 109, lid 3, die noodzakelijk zijn voor de verwerking van de dossiers inzake gezinsbijslagen in toepassing van dit decreet, met uitzondering van, in het kader van de administratieve taken van bemiddeling van gezinsbijslagen, gegevens betreffende de betaling van een aanvulling op de gezinsbijslagen of gegevens betreffende belastingen of inkomsten.

In het kader van het in lid 1 bedoelde doel kan de bevoegde dienst de sociale inspecteurs om inlichtingen verzoeken in het kader van de uitoefening van hun in artikel 111, § 1, lid 2, bedoelde functie.".

Art. 24.Hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 120/1, luidend als volgt : "

Art. 120/1.Overeenkomstig de opdracht bedoeld in artikel 25, eerste lid, 2°, onderzoekt het openbaar fonds automatisch voor kinderen geboren vóór 1 januari 2019 het recht op de door de Regering vastgestelde voorwaarden.".

Art. 25.In artikel 121, van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2021 pub. 30/11/2022 numac 2022034344 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022. - Addendum type decreet prom. 22/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043653 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2022 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "In afwijking van artikel 120 vormen voor kinderen die vóór 1 januari 2001 zijn geboren, studentencontracten waarvoor solidariteitsbijdragen moeten worden betaald en tijdelijke werkloosheid en de daarmee verband houdende inkomsten geen belemmering voor de toekenning van gezinsbijslagen. Inkomsten die in het kader van een verplichte opleidingsperiode of een voor het behalen van een diploma noodzakelijke opleidingsperiode zijn ontvangen, vormen evenmin een beletsel voor de toekenning van gezinsbijslagen" 2° het derde lid wordt opgeheven.

Art. 26.De artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 14, 15, 21, 23 en 24 hebben uitwerking op 1 januari 2019. Artikel 2 heeft uitwerking op 1 januari 2022.

De artikelen 10 en 6 hebben uitwerking op 1 juni 2022.

De artikelen 8, 9, 17, 19, 20 en 22 treden in werking op 1 januari 2023. Artikel 25 heeft uitwerking op 1 augustus 2022. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 21 december 2022.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid,Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER __________ (1) Zitting 2022-2023. Stukken van het Waals Parlement, 1140 (2022-2023) Nr. 5 Volledig verslag, plenaire vergadering van 21 december 2022.

Bespreking.

Stemming.

^