Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 maart 2022
gepubliceerd op 27 april 2022

Decreet betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2022040592
pub.
27/04/2022
prom.
17/03/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MAART 2022. - Decreet betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt: Hoofdstuk 1. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° "roerende cultuurgoederen": alle roerende goederen die zich rechtmatig en permanent in de Franse Gemeenschap bevinden en die behoren tot een van de categorieën vermeld in bijlage 1, onder A, van de Verordening (EG) nr.116/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen; 2° "in de Franse Gemeenschap": in het Franse taalgebied of in een instelling gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die omwille van haar activiteiten moet worden beschouwd als uitsluitend behorend tot de Franse Gemeenschap.3° "buiten de Franse Gemeenschap": elke andere plaats dan die bedoeld in 2° ;4° "schat": elk roerend cultuurgoed dat overeenkomstig artikel 3 is ingedeeld;5° "goederen die van belang zijn voor het erfgoed": alle roerende cultuurgoederen die overeenkomstig artikel 9 zijn geregistreerd;6° "religieus erfgoed": roerend cultureel goed dat eigendom is van of in het bezit is van een publiekrechtelijke rechtspersoon die belast is met het beheer van het temporeel erfgoed van een erkende godsdienst;7° "Commissie": de Commissie voor het Cultureel Erfgoed bedoeld in de artikelen 82 tot 84 van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbestuur;8° "preventieve bewaring ": elke maatregel die wordt genomen met het oog op het voorkomen, vermijden of vertragen van de aantasting van een onroerend goed of een groep van onroerende goederen;9° "curatieve bewaring ": elke maatregel die wordt genomen met het oog op de stabilisering van de staat van een goed in staat van verval;10° "restauratie": alle handelingen die rechtstreeks op een beschadigd of in verval geraakt onroerend goed worden uitgevoerd om de integriteit ervan te herstellen;11° "transformatie": alle handelingen die rechtstreeks op een onroerend goed worden uitgevoerd en die de toestand ervan kunnen wijzigen. Voor de toepassing van dit decreet worden personen die een ander zakelijk recht dan het eigendomsrecht op roerende cultuurgoederen hebben, met eigenaars gelijkgesteld.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet, met uitzondering van de afgifte van de uitvoervergunningen bedoeld in artikel 20, eerste lid, 1°, kan de regering, na advies van de Commissie, afwijken van de anciënniteitsvoorwaarden bepaald in bijlage 1, onder A, van de Verordening (EG) nr. 116/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen.

In afwijking van artikel 1, 1°, en zonder het advies van de Commissie, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, te vragen, kan de regering het in artikel 18 bedoelde recht van voorkoop uitoefenen ten aanzien van archieven die minder dan 50 jaar oud zijn.

Hoofdstuk 2. - Beschermende maatregelen Afdeling 1. - Indeling als schat

Art. 3.De regering gaat, met het oog op hun bescherming, over tot de indeling van de roerende cultuurgoederen die wegens hun artistieke, historische, archeologische, etnologische of wetenschappelijke waarde van uitzonderlijk belang zijn voor de Franse Gemeenschap.

Goederen die overeenkomstig dit artikel worden gerubriceerd, hebben de status van "nationaal bezit" in de zin van artikel 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Art. 4.Om te worden ingedeeld, moet een onroerend goed aan minstens twee van de volgende criteria voldoen: 1° de opmerkelijke staat van instandhouding;2° zeldzaamheid;3° het verband tussen het goed en de geschiedenis of de kunstgeschiedenis;4° de hoge kwaliteit van ontwerp en uitvoering;5° de erkenning van het goed door een gemeenschap als uitdrukking van haar historische of culturele identiteit;6° het belang van het geheel of de verzameling waarvan het goed deel uitmaakt.

Art. 5.Een voorwerp dat als schat is ingedeeld, mag niet worden verplaatst, veranderd of vernietigd, noch worden gerestaureerd of geconserveerd, zonder voorafgaande toestemming van de regering.

De regering stelt het verlenen van de vergunning afhankelijk van de inachtneming van bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden hebben, naargelang het geval, inzonderheid betrekking op: 1° de duur van de reis;2° de voorwaarden van vervoer, met inbegrip van de verpakking van de goederen;3° de tijdens de reis af te sluiten verzekering;4° de conserveringsvoorwaarden op de plaats van de tijdelijke tentoonstelling;5° de beroepskwalificaties van de persoon die verantwoordelijk is voor de werkzaamheden aan het onroerend goed;6° de maatregelen die moeten worden getroffen om het goed te documenteren alvorens het wordt vernietigd.

Art. 6.De regering houdt toezicht op de staat en de voorwaarden van bewaring van voorwerpen die als schat zijn ingedeeld, volgens de procedures die zij vaststelt. Deze controle heeft inzonderheid betrekking op de temperatuur en de vochtigheidsgraad van de omgeving, de blootstelling aan licht, de veiligheidsvoorzieningen ter voorkoming van beschadiging of diefstal, de opslag, de verpakking en de wijze van vertoning, verplaatsing of gebruik van het voorwerp.

Daartoe kan de regering speciale instandhoudingsmaatregelen opleggen en bezoeken ter plaatse organiseren, met voorafgaande kennisgeving aan de eigenaar en, in voorkomend geval, de bezitter.

Art. 7.Indien een schat het uitzonderlijk belang verliest dat zijn klassering rechtvaardigde, kan de regering, na raadpleging van de Commissie: 1° ofwel het onroerend goed declassificeren en het opnemen in de lijst van goederen die van belang zijn voor het erfgoed, indien het voldoet aan de voorwaarden van artikel 9;2° of overgaan tot volledige declassificatie als het eigendom niet langer van belang is. Elke beslissing tot declassificatie volgt dezelfde procedure als een beslissing tot indeling (classificatie).

Art. 8.§ 1. Elk goed dat het voorwerp van een indelingsprocedure uitmaakt, komt vanaf het begin van de procedure in aanmerking voor de in de artikelen 5, 6 en 19 bedoelde beschermende maatregelen. § 2. In geval van dringende noodzaak die onverenigbaar is met de termijnen voor het inleiden van een indelingsprocedure, kan de regering besluiten op de door haar aangewezen goederen de in de artikelen 5, 6 en 19 bedoelde beschermingsmaatregelen toe te passen.

In dat geval legt de regering de zaak onmiddellijk aan de Commissie voor en leidt zij de indelingsprocedure in. § 3 De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde beschermende maatregelen houden op van kracht te zijn indien de procedure niet tot indeling leidt. Afdeling 2. - De lijst van goederen die van belang zijn voor het

erfgoed

Art. 9.De regering neemt op een lijst roerende cultuurgoederen op die niet voldoen aan de voorwaarden voor indeling, maar die niettemin van buitengewoon belang zijn voor de Franse Gemeenschap wegens hun artistieke, historische, archeologische, etnologische of wetenschappelijke waarde.

Om voor opneming in de lijst in aanmerking te komen, moet een onroerend goed voldoen aan minstens één van de volgende in artikel 4 genoemde criteria.

Art. 10.De eigenaar of bezitter van een goed dat op de in artikel 9 bedoelde lijst is geplaatst, is verplicht de regeringsdiensten in kennis te stellen van elke wijziging in de rechtsstatus van het goed, de ligging of de staat van instandhouding ervan, alsmede van de eventuele verdwijning ervan.

Art. 11.Indien een roerend cultuurgoed het uitzonderlijk belang verliest dat de inschrijving ervan rechtvaardigde, kan de regering, na raadpleging van de Commissie, tot de schrapping ervan overgaan.

Voor elke beslissing tot verwijdering van de lijst wordt dezelfde procedure gevolgd als voor een beslissing tot inschrijving. Afdeling 3. - Religieus erfgoed

Art. 12.Publiekrechtelijke rechtspersonen die belast zijn met het beheer van de temporele goederen van een erkende godsdienst, zijn verplicht bij de regering aangifte te doen van de roerende cultuurgoederen waarvan zij eigenaar zijn of waarvan zij bezitter zijn.

Art. 13.De regering stelt de nadere regels vast voor de opstelling, bijwerking en toezending van de in artikel 12 bedoelde verklaring. Afdeling 4. - Bekendheid en afdwingbaarheid van beschermende

maatregelen

Art. 14.De beslissingen tot indeling en opneming op de lijst van de goederen die van belang zijn voor het erfgoed, worden van kracht op de datum van kennisgeving aan de bestemmelingen ervan.

Ze worden ook bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Deze bekendmaking vormt voor derden het officiële bewijs van het bestaan van een beschermingsmaatregel en heeft tot doel: 1° bij te dragen tot de bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen;2° de rechtszekerheid van de transacties op de kunstmarkt te verzekeren. De bekendmaking bevat geen informatie over de eigenaar of bezitter van het eigendom.

Art. 15.De eigenaar van een onroerend goed dat als schat is ingedeeld of is opgenomen in de lijst van goederen die van belang zijn voor het erfgoed, is verplicht elke kandidaat-koper vooraf in te lichten over het bestaan van de beschermingsmaatregel en de gevolgen daarvan.

De beschermingsmaatregelen waarin dit decreet voorziet, zijn in elk geval uitvoerbaar tegenover de nieuwe koper en de eventuele bezitters van het onroerend goed.

Art. 16.§ 1. De regering stelt een inventaris op, en houdt deze bij, van: 1° eigendom geklasseerd als schat;2° de onroerende goederen die ingeschreven zijn op de lijst van goederen die van belang zijn voor het erfgoed;3° en de goederen die tot het religieus erfgoed behoren en bij hem zijn aangegeven. Daartoe kan zij samenwerken met elke openbare of particuliere instelling/instantie die tot deze inventaris kan bijdragen. § 2. De inventaris is bedoeld om de regering en haar diensten in staat te stellen 1° de opdrachten uit te voeren die ze bij dit decreet worden opgedragen;2° indien nodig, betrouwbare informatie te verstrekken aan de overheidsinstanties die belast zijn met de bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen. § 3. De regering stelt de volgende elementen van de inventaris ter beschikking van het publiek en maakt ze op de website van haar diensten bekend: 1° de naam van het goed;2° de datering van het goed;3° een korte beschrijving van het goed;4° een afbeelding van het goed, onder voorbehoud van de eerbiediging van de geldende intellectuele eigendomsrechten;5° de ligging van het onroerend goed, met instemming van de eigenaar en, in voorkomend geval, de bezitter;6° de van kracht zijnde beschermingsmaatregel, de datum waarop de beslissing is genomen en de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. In afwijking van het eerste lid worden de in lid 1 bedoelde elementen van de inventaris die betrekking hebben op een onroerend goed dat tot het religieus erfgoed behoort, alleen bekendgemaakt indien het goed ingedeeld of geregistreerd is.

Met de mededeling aan het publiek van de in lid 1 genoemde elementen van de inventaris wordt beoogd: 1° bij te dragen tot het recht op culturele ontplooiing, door het publiek te informeren over het bestaan van beschermde cultuurgoederen die zich in de Franse Gemeenschap bevinden;2° de rechtszekerheid van de transacties op de kunstmarkt te verzekeren, door de potentiële kopers op de hoogte te brengen van het bestaan van een beschermingsmaatregel. Hoofdstuk 3. - Subsidies

Art. 17.§ 1. De regering kan subsidies verlenen voor het behoud of de restauratie van roerende cultuurgoederen onder de voorwaarden die zij bepaalt: 1° ingedeeld als schat, overeenkomstig artikel 3;2° opgenomen in de lijst van goederen die van belang zijn voor het erfgoed, overeenkomstig artikel 9;3° het behoren tot het religieus erfgoed. In geval van een tekort aan kredieten worden deze bij voorrang aangewend voor de subsidiëring van de onder punt 1° bedoelde goederen, en vervolgens voor die van onder punt 2° bedoelde goederen. § 2. De tegemoetkoming van de Franse Gemeenschap in de kosten gedragen door de begunstigde is inbegrepen: 1° tussen 20 en 75% voor curatieve instandhoudings- of restauratiemaatregelen;2° tussen 20 en 60% voor preventieve instandhoudingsmaatregelen, met inbegrip van de conditionering van het onroerend goed;3° tussen 20 en 60% voor de wetenschappelijke analyses en onderzoeken die noodzakelijk zijn voor de instandhouding of de restauratie van het onroerend goed. De geschiktheid van de subsidie en de bepaling van het bedrag ervan worden als volgt beoordeeld: 1° de toepasselijke beschermingsmaatregel;2° het type van maatregel, analyse of onderzoek dat wordt beoogd;3° elke eerdere toekenning van subsidie voor hetzelfde goed;4° de financiële draagkracht van de aanvrager;5° of de overwogen maatregel, analyse of onderzoek reeds gedekt is door structurele of eenmalige subsidies die door de Franse Gemeenschap of een andere overheid worden toegekend;6° of het goed aan het publiek is of zal worden tentoongesteld. § 3. De regering kan aan de toekenning van de subsidie de voorwaarde verbinden dat de betrokken goederen gedurende de door haar bepaalde periode in de Franse Gemeenschap behouden blijven. § 4. Geen subsidie kan worden verleend in geval van niet-naleving van de door de regering krachtens artikel 6 opgelegde bewaringsvoorwaarden. § 5. De restauraties en bewaringsbehandelingen die op grond van dit artikel worden gesubsidieerd, mogen alleen worden uitgevoerd door personen met de door de regering vastgestelde beroepskwalificaties.

Hoofdstuk 4. - Recht op voorkoop

Art. 18.§ 1. De regering heeft het recht een recht op voorkoop uit te oefenen tegenover de prijs van het laatste bod in het geval van: 1° elke openbare verkoop van een goed dat als schat is ingedeeld of is opgenomen in de lijst van goederen van erfgoedbelang;2° elke openbare verkoop van roerende cultuurgoederen die niet onder punt 1° vallen: (a) die wordt georganiseerd in een verkoophuis dat in het Franse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad is gelegen;(b) die betrekking heeft op een goed dat zich vóór zijn aankomst in het veilinghuis wettig en duurzaam in de Franse Gemeenschap bevond;(c) waarvoor de regering het veilinghuis in kennis heeft gesteld van haar belangstelling voor het goed. De regering is ook gemachtigd een recht van voorkoop uit te oefenen tegen de tussen de verkoper en de potentiële koper overeengekomen prijs, in geval van onderhandse verkoop van een goed dat als schat is ingedeeld of is opgenomen in de lijst van goederen van erfgoedbelang.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen goederen die tot het openbare of particuliere gebied van de Staat, een gewest of een gemeenschap behoren, niet worden onderworpen aan een recht van voorkoop. § 2. Het in paragraaf 1 bedoelde recht van voorkoop kan ook worden uitgeoefend voor rekening van: 1° elk museum dat door de Franse Gemeenschap is erkend;2° elk particulier archiefcentrum dat door de Franse Gemeenschap is erkend;3° elke museumondersteuner die vierjaarlijkse exploitatiesteun geniet;4° elke stichting die erkend is als stichting van openbaar nut: a) gevestigd in het Franse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;b) en met als een van haar doelstellingen de bewaring en de opwaardering van het cultureel erfgoed. Onroerende goederen die met voorkooprecht zijn verkregen voor rekening van de in lid 1 bedoelde instellingen, mogen niet worden doorverkocht zonder voorafgaande toestemming van de regering. § 3. In het in de eerste paragraaf, eerste lid, 1°, bedoelde geval is de veilingmeester verplicht de overheidsdiensten minstens dertig dagen voordat de veiling plaatsvindt, daarvan in kennis te stellen.

Art. 19.§ 1. In de gevallen bedoeld in artikel 18 mag het goed niet worden verkocht zonder dat de regering in de gelegenheid is gesteld haar recht van voorkoop uit te oefenen.

Daartoe maakt de verkoper of zijn gemachtigde de koopakte op onder de opschortende voorwaarde van niet-uitoefening van het recht van voorkoop en geeft hij aan de regering bij aangetekende brief kennis van een afschrift van de akte, samen met de identiteit van de koper.

Deze kennisgeving staat gelijk met een verkoopaanbod. § 2. De regering beschikt over een termijn van zestig dagen, te rekenen vanaf de in § 1 bedoelde kennisgeving, om het aanbod te aanvaarden.

Indien de regering niet binnen de in lid 1 bedoelde termijn reageert, kan het betrokken goed niet tegen een lagere prijs of op gunstiger voorwaarden worden verkocht zonder dat de regering opnieuw in de gelegenheid is gesteld haar recht van voorkoop uit te oefenen.

Indien na verloop van een termijn van een jaar, te rekenen vanaf de in § 1 bedoelde kennisgeving, het goed nog steeds niet is verkocht, kan de verkoper het goed niet opnieuw te koop aanbieden zonder de regering opnieuw in de gelegenheid te hebben gesteld haar recht van voorkoop uit te oefenen. § 3 In geval van verkoop van roerende cultuurgoederen met miskenning van dit artikel, kan de regering de subrogatie van de Franse Gemeenschap of van de instelling in naam waarvan zij optreedt, ten opzichte van de koper vorderen.

In geval van subrogatie vergoedt de regering of de instantie in naam waarvan zij optreedt, de koper de door hem betaalde koopprijs, zonder jegens hem tot enige andere verplichting of schadevergoeding gehouden te zijn.

De in lid 1 bedoelde vordering tot subrogatie verjaart tien jaar na het tijdstip waarop de regering van het bestaan van de verkoop kennis heeft gekregen.

Hoofdstuk 5. - Verkeer van roerende cultuurgoederen

Art. 20.§ 1. De regering is bevoegd om volgens de door haar te bepalen procedure de volgende documenten af te geven: 1° de uitvoervergunningen bedoeld in Verordening (EG) nr.116/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen; 2° een attest, waarvan de geldigheidsduur wordt bepaald door de regering, waarin wordt vastgesteld dat een bepaald roerend cultuurgoed niet onderworpen is aan beschermingsmaatregelen van de Franse Gemeenschap. § 2. De regering kan bepalen dat de afgifte van de in de eerste paragraaf, eerste lid, 2°, bedoelde documenten afhankelijk is van de betaling van een vergoeding door de aanvrager.

Art. 21.De definitieve verwijdering van een ingedeelde schat uit de Franse Gemeenschap is verboden.

Art. 22.In afwijking van artikel 5 kan de regering toestaan dat de door haar aangewezen ingedeelde goederen binnen een door haar te bepalen termijn verscheidene malen worden verplaatst zonder dat voor elke verplaatsing een machtigingsaanvraag moet worden ingediend.

Hoofdstuk 6. - Straffen

Art. 23.§ 1. Eenieder wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en een geldboete van 100 tot 100.000 euro, of met slechts één van deze straffen: 1° bij een in artikel 5 bedoelde handeling verricht zonder voorafgaande vergunning, of in strijd met de voorwaarden van de vergunning;2° als hij nalaat de regering in kennis te stellen in de gevallen bedoeld in de artikelen 10, 12 en 19;3° als hij niet voldoet aan de in artikel 6 vastgestelde eisen inzake bewaring. Eenieder die opzettelijk de in artikel 27 bedoelde ambtenaren en personeelsleden hindert of belemmert bij de uitoefening van hun opdracht, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en een geldboete van 26 tot 200 euro, of met slechts één van deze straffen, onverminderd de straffen bepaald in de artikelen 271 tot en met 274 van het strafwetboek. § 2. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, 1°, wordt eenieder die, in strijd met dit decreet, handelt, doet handelen of medewerkt aan de onttrekking van een schat aan de Franse Gemeenschap, gestraft met een gevangenisstraf van vier maanden tot vijf jaar en een geldboete van 300 tot 100.000 euro of met één van deze straffen.

De in lid 1 bedoelde straffen worden verdubbeld indien het strafbare feit is gepleegd door een persoon die uit hoofde van zijn beroep of activiteit 1° zich gewoonlijk bezighoudt met commerciële activiteiten die betrekking hebben op roerende culturele goederen, of 2° gewoonlijk als tussenpersoon optreedt bij de in 1° bedoelde verrichtingen, of 3° een beroep uitoefent dat gewoonlijk verband houdt met het beheer of de bewaring van roerende culturele goederen.

Art. 24.§ 1. Schatten die in strijd met dit decreet worden vervoerd of uitgevoerd, kunnen het voorwerp uitmaken van conservatoire inbeslagneming door de regering.

Voor de toepassing van deze bepaling wordt een poging tot verwijdering of uitvoer geacht verwijdering of uitvoer te zijn. § 2. In geval van ernstige of herhaalde overtreding van dit decreet, kan de bevoegde rechter, op verzoek van de regering, de verbeurdverklaring van deze goederen bevelen ten gunste van de Franse Gemeenschap.

Art. 25.Worden gestraft met een gevangenisstraf van vier maanden tot vijf jaar en een geldboete van 26 tot 50.000 euro, of met slechts één van deze straffen: 1° personen die bij het aanvragen van een uitvoervergunning als bedoeld in artikel 20, 1° van dit decreet, opzettelijk onjuiste of onvolledige aangiften doen of onjuiste of onvolledige informatie verstrekken;2° de personen die een roerend cultuurgoed uit de Franse Gemeenschap buiten de Europese Unie brengen of laten brengen zonder de uitvoervergunning bedoeld in artikel 20, 1° van dit decreet. Hoofdstuk 7. - Procedure

Art. 26.De regering stelt de wijze van uitvoering van dit decreet vast overeenkomstig de volgende beginselen: 1° de procedures voor de indeling als schat of voor de plaatsing op de lijst van goederen van belang voor het erfgoed kunnen door de regering worden ingesteld: a) op eigen initiatief;b) op voorstel van de Commissie;c) op verzoek van de eigenaar;d) op verzoek van de gemeente op het grondgebied waarvan het onroerend goed is gelegen;e) op verzoek van vijfhonderd ondertekenaars die woonachtig zijn in het Franse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;2° de Commissie brengt advies uit over elke procedure voor de indeling als schat of inschrijving op de lijst van goederen die van belang zijn voor het erfgoed, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid voor de regering om alleen beschermende maatregelen te nemen;3° de Commissie brengt advies uit over elke aanvraag tot verplaatsing, omvorming, vernietiging of vervreemding ingediend met toepassing van artikel 5, alsook over elke aanvraag tot subsidie ingediend met toepassing van artikel 17, onverminderd de mogelijkheid voor de regering om op eigen initiatief beslissingen te nemen die in een noodsituatie noodzakelijk zijn;4° de eigenaar van een goed dat het voorwerp uitmaakt van een procedure tot aanwijzing als schat of tot opneming op de lijst van goederen van erfgoedbelang, alsook de bezitter van het goed, worden in de gelegenheid gesteld om binnen een termijn van minstens zestig dagen hun opmerkingen kenbaar te maken, onverminderd de mogelijkheid voor de regering om conservatoire maatregelen te nemen zonder die opmerkingen af te wachten;5° de regering beslist binnen zes maanden na het verstrijken van de termijn van zestig dagen bedoeld in 4° ;bij gebreke daarvan wordt zij geacht de indeling als schat of de opneming op de lijst van de goederen van erfgoedbelang te hebben geweigerd.

Hoofdstuk 8.- Slotbepalingen

Art. 27.Onverminderd de bevoegdheden van de gerechtelijke politie, zijn de door de regering aangestelde contractuele of wettelijke ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens dit decreet vastgestelde bepalingen en zijn zij bevoegd om inbreuken op deze bepalingen op te sporen en vast te stellen.

Voor de toepassing van dit decreet hebben deze ambtenaren de hoedanigheid van officieren van de gerechtelijke politie.

Art. 28.Artikel 1, § 1, a) tot d), en § § 2 en 3, 2, 4 tot 25 en 33, 35 en 36 van het decreet van 11 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/07/2002 pub. 24/09/2002 numac 2002029469 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de roerende culturele goederen en het immaterieel patrimonium van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de roerende culturele goederen en het immaterieel erfgoed van de Franse Gemeenschap worden opgeheven, evenals de bijlage bij datzelfde decreet.

In het opschrift van het in het eerste lid genoemde decreet worden de woorden "de roerende cultuurgoederen en" geschrapt.

Goederen die krachtens het in het eerste lid bedoelde decreet als schat zijn ingedeeld, hebben de status van schat in de zin van dit decreet.

De indelingsprocedures die zijn ingeleid krachtens het in lid 1 bedoelde decreet, worden voortgezet overeenkomstig de bepalingen van dat decreet.

Art. 29.In punt 70° van de bijlage bij het decreet van 27 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/1997 pub. 28/01/1998 numac 1997029409 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap sluiten houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het opschrift van het fonds worden de woorden "ingedeelde roerende, openbare of particuliere goederen" vervangen door de woorden "roerende, openbare of particuliere cultuurgoederen"; 2° in het vak dat de aard van de bestemmingsontvangsten omschrijft, wordt een lid 2 ingevoegd, luidend als volgt: "Vergoedingen betaald voor de afgifte van een uitvoervergunning of een certificaat van non-bescherming van een roerend cultuurgoed."; 3° in het vak dat de aard van de toegestane uitgaven omschrijft, wordt een lid 2 ingevoegd, luidend als volgt: "Verwerving, met het oog op hun bescherming, van roerende culturele goederen".

Art. 30.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2023.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 maart 2022.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, Fr. DAERDEN De Vicepresident en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2021-2022 Documenten van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 341-1 - Verslag van de commissie, nr. 341-2. - Amendement(en) in de vergadering, nr. 341-3. - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 341-4 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 16 maart 2022

^