Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 08 februari 2024
gepubliceerd op 06 maart 2024

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de uitvoering van het decreet van 7 september 2023 betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2024001563
pub.
06/03/2024
prom.
08/02/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de uitvoering van het decreet van 7 september 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/09/2023 pub. 19/01/2024 numac 2023045750 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed sluiten betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 20, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 7 september 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/09/2023 pub. 19/01/2024 numac 2023045750 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed sluiten betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed, de artikelen 2, tweede lid, 11, § 1, 12, § 1, 13, §§ 1 en 2, 14, 17, §§ 1 en 2, 18, 19, 20 en 23;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 september 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 04/09/2003 pub. 11/05/2004 numac 2004201236 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de titels van levendige culturele schat en meesterwerk van het mondeling en immaterieel patrimonium en betreffende de toekenning van subsidies aan de personen die deze titel hebben gekregen en aan de operateurs die de evenementen organiseren waarvoor die titels werden toegekend sluiten betreffende de titels van levendige culturele schat en meesterwerk van het mondeling en immaterieel patrimonium en betreffende de toekenning van subsidies aan de personen die deze titel hebben gekregen en aan de operateurs die de evenementen organiseren waarvoor die titels werden toegekend;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 20/09/2019 pub. 03/10/2019 numac 2019042038 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van de werking van de regering sluiten houdende regeling van haar werking;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 03/09/2020 pub. 25/09/2020 numac 2020015525 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap sluiten houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;

Gelet op de « gendertest » uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 september 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 september 2023;

Gelet op het advies van Overlegkamer van het cultureel erfgoed, gegeven op 16 oktober 2023;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 74.944/4, gegeven op 24 januari 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 7 september 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/09/2023 pub. 19/01/2024 numac 2023045750 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed sluiten betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed;2° Minister : het lid van de Regering dat bevoegd is voor het cultureel erfgoed;3° Administratie : de Directie van het Cultureel erfgoed van de Algemene Administratie Cultuur;4° Commissie : de Commissie voor het cultureel erfgoed bedoeld in de artikelen 82 en volgende van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur;5° Workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed : elke culturele operator die voldoet aan de voorwaarden van artikel 16 van het decreet en die een of meer activiteiten uitoefent bedoeld in artikel 14 van het decreet;6° erkenning : de erkenning als emblematisch element in de zin van artikel 3 van het decreet;7° inschrijving : de inschrijving van een element van immaterieel cultureel erfgoed op de vrijwaringslijst bedoeld in artikel 7 van het decreet;8° beschermde cultuurgoederen: roerende cultuurgoederen die gerangschikt zijn als schat of die opgenomen zijn op de lijst van de goederen die van belang zijn voor het erfgoed overeenkomstig de artikelen 4 en 9 van het decreet van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2022 pub. 27/04/2022 numac 2022040592 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed sluiten de bescherming van het roerend cultureel erfgoed;9° deskundige : een natuurlijke persoon die in het kader van een of geen beroepsactiviteit blijk geeft van een bijzondere vaardigheid, kennis of ervaring op het gebied van cultuurbeleid. HOOFDSTUK 2. - Model van handvest

Art. 2.De Minister bepaalt het model van handvest bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet. HOOFDSTUK 3. - Erkennings- en inschrijvingsprocedures

Art. 3.§ 1. De beslissing om te beginnen met een erkennings- of inschrijvingsprocedure wordt genomen door de Administratie : 1° op eigen initiatief;2° of op aanvraag van een persoon bedoeld in paragraaf 2. § 2. De erkennings- of inschrijvingsaanvragen worden ingediend bij de Administratie via het door de Administratie verstrekte formulier.

De aanvraag kan ingediend worden : 1° door één of meer vertegenwoordigers van de betrokken erfgoedgemeenschap;2° door een workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed;3° door één of meer leden van de Commissie.

Art. 4.§ 1. De dossiers voor de inschrijvingsaanvraag moeten de volgende informatie bevatten : 1° de identificatie van het culturele domein of de culturele domeinen waartoe het element behoort ;2° de identificatie van het grondgebied of de grondgebieden waar het element wordt uitgeoefend;3° om aan te tonen dat het element gebaseerd is op de traditie sinds verschillende generaties : a) belangrijke historische merktekens van het element;b) de evolutie, de aanpassingen en, in voorkomend geval, de ontleningen van het element aan andere praktijken in België of in het buitenland;4° om aan te tonen dat het element nog leeft en tot uitdrukking wordt gebracht door een erfgoedgemeenschap, een groep of, indien van toepassing, individuen die het erkennen als een uitdrukking van hun culturele identiteit : a) een beschrijving van de erfgoedgemeenschap in al haar componenten;b) een beschrijving van de kennis, vaardigheden en praktijken die deel uitmaken van het element, evenals de instrumenten, voorwerpen, artefacten en culturele ruimten die ermee verbonden zijn;c) de manier waarop het gevoel van identiteit, erbij horen en continuïteit van de erfgoedgemeenschap wordt uitgedrukt;5° om aan te tonen dat de erfgoedgemeenschap instemt met de procedure, toestemmingsbrieven afgeleverd door haar verschillende onderdelen en waarbij één van hen wordt gemandateerd om hen te vertegenwoordigen tegenover de Administratie;6° om aan te tonen dat de erfgoedgemeenschap de principes vermeld in artikel 2 van het decreet naleeft, het model van handvest bedoeld in artikel 2, ondertekend door de aanvrager en door de onderdelen van de erfgoedgemeenschap die instemmen met de procedure ;7° aantonen dat het element voortdurend herschapen wordt door de erfgoedgemeenschap waaruit het voortkomt, volgens de omgeving, haar geschiedenis en de evolutie van de maatschappij;8° aantonen dat de erfgoedgemeenschap van plan is om de kennis, vaardigheden en praktijken die deel uitmaken van het element, mondeling, door imitatie of op andere manieren over te dragen, en de geplande of ondernomen methodes om te leren en over te dragen. § 2. De dossiers voor de erkenningsaanvraag als emblematisch element moeten de informatie opgesomd in paragraaf 1, 1° tot 7° bevatten alsook : 1° het aantonen dat de erfgoedgemeenschap de kennis, vaardigheden en praktijken die deel uitmaken van het element leert en overdraagt, hetzij mondeling, door imitatie of op andere manieren, en een lijst van de ondernomen methodes om te leren en over te dragen alsook van de personen of organisaties betrokken bij de overdracht ;2° het aantonen dat de erfgoedgemeenschap, alleen of met de steun van een workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed, een reflectieproces heeft gedefinieerd dat gericht is op het evalueren van de risico's en bedreigingen die een impact kunnen hebben op de levensvatbaarheid van het element of op de betrokkenheid van de groepen of individuen die het element beoefenen;3° het aantonen dat de erfgoedgemeenschap, alleen of met de steun van een workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed, vrijwaringsacties uitvoert die gericht zijn op het verzekeren van de levensvatbaarheid van het element door middel van ten minste drie van de volgende vijf vormen van vrijwaring : a) identificatie, documentatie, onderzoek;b) bewaring, bescherming;c) waardering, bewustmaking, communicatie;d) overdracht, hoofzakelijk via formeel of niet-formeel onderwijs;e) de verschillende aspecten van dit element nieuw leven inblazen.

Art. 5.§ 1. De Administratie stelt voor elk dossier een verslag op dat betrekking heeft op de naleving van de erkennings- of inschrijvingsvoorwaarden. § 2. Ontvankelijke dossiers worden door de Administratie op de agenda geplaatst van de eerstvolgende vergadering van de Commissie die gewijd is aan de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed.

De dossiers die niet door de Commissie kunnen worden behandeld, worden automatisch uitgesteld tot de agenda van de volgende vergadering.

Het advies van de Commissie wordt samen met het onderzoeksverslag door de Administratie doorgestuurd naar de Minister. § 3. De beslissing over de erkenning of inschrijving wordt genomen door de minister binnen zestig dagen na ontvangst van het advies van de Commissie.

Ze wordt meegedeeld door de Administratie : 1° aan de aanvrager;2° aan de vertegenwoordigers van de betrokken erfgoedgemeenschap, indien deze gemeenschap niet de aanvrager is.

Art. 6.De erfgoedgemeenschap is ertoe gehouden de Administratie op de hoogte te brengen van elke van elke wijziging die een invloed kan hebben op de naleving van de voorwaarden voor erkenning of inschrijving van het element, onverminderd de mogelijkheid voor de Administratie om op eigen initiatief een dergelijke wijziging vast te stellen.

Om de inventaris van ingeschreven en erkende elementen bij te werken, stuurt de erfgoedgemeenschap de Administratie minstens om de 4 jaar een dossier dat minstens de volgende documenten bevat: 1° een evaluatieverslag waarin gedetailleerd wordt aangegeven in welke mate de in artikel 4 opgesomde activiteiten zijn uitgevoerd sinds de erkenning of inschrijving of, in voorkomend geval, sinds het laatste evaluatieverslag;2° in voorkomend geval, een activiteitenverslag dat de samenwerking beschrijft tussen de erfgoedgemeenschap en één of meer workshops over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed. HOOFDSTUK 4. - Procedures voor de intrekking en de uitschrijving

Art. 7.Wanneer aan één of meer van de voorwaarden voor erkenning of inschrijving niet langer wordt voldaan, kan de minister de intrekking of uitschrijving beslissen mits de naleving van de volgende nadere regels: 1° de Administratie stelt een verslag op over de naleving van de erkennings- of inschrijvingsvoorwaarden en over de opportuniteit om over te gaan tot intrekking of uitschrijving;2° de Administratie bezorgt haar verslag aan de verschillende componenten van de betrokken erfgoedgemeenschap;deze laatsten hebben het recht om schriftelijk te reageren op dit verslag binnen de 30 dagen na ontvangst ervan; 3° op basis van het verslag van de Administratie en de reacties van de betrokken erfgoedgemeenschap plaatst de Administratie het dossier op de agenda van de volgende vergadering van de Commissie voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed;4° de Commissie brengt een advies uit over de naleving van de voorwaarden voor erkenning of inschrijving en over de opportuniteit om tot de intrekking of uitschrijving over te gaan;de verschillende leden van de betrokken erfgoedgemeenschap hebben het recht om te vragen om door de Commissie te worden gehoord; 5° de minister stuurt een waarschuwing naar de betrokken erfgoedgemeenschap alvorens een definitieve beslissing tot intrekking of uitschrijving wordt genomen;6° in geval van een waarschuwing wordt voor een proefperiode van zes maanden een begeleidingscomité opgericht om de betrokken erfgoedgemeenschap te helpen de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen;dit comité is samengesteld uit een lid van de administratie, ten minste twee leden van de Commissie en, in voorkomend geval, een lid van een workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed; 7° op het einde van de proefperiode dient het begeleidingscomité een verslag in op basis waarvan de Commissie een nieuw advies uitbrengt over het al dan niet overgaan tot intrekking of uitschrijving;8° de gemotiveerde beslissing over de procedure wordt door de Administratie ter kennis gebracht van de vertegenwoordigers van de betrokken erfgoedgemeenschap. HOOFDSTUK 5. - Subsidiëring van emblematische elementen en etnologie

Art. 8.§ 1. De aanvragen voor punctuele subsidies met het oog op het behoud van een emblematisch element moeten ten laatste op 15 februari van elk jaar bij de Administratie worden ingediend door middel van het door haar ter beschikking gestelde formulier. § 2. Het aanvraagdossier bevat ten minste : 1° een nota waaruit de bijzondere ervaring of deskundigheid van de aanvrager op het gebied van immaterieel cultureel erfgoed blijkt;2° een nota die het bestaan van banden met ten minste één erfgoedgemeenschap aantoont en de mate van betrokkenheid bij het project specificeert;3° een beschrijving van het project waarvoor steun wordt aangevraagd;4° een voorlopige begroting voor het project;5° een beschrijving van de beoogde begunstigden;6° het model van handvest bedoeld in artikel 2, ondertekend door de aanvrager. Wanneer de aanvraag betrekking heeft op de aankoop, de bewaring of restauratie van uitrusting, moet ze vergezeld gaan van een risicostudie en een protocol dat ervoor moet zorgen dat de uitrusting zoveel mogelijk behouden blijft tijdens de beoefening van het element.

Wanneer de aanvraag betrekking heeft op een restauratie of een conserveringsbehandeling, moet ze ook vergezeld gaan van een verslag over de staat van het goed waarin de noodzaak ervan wordt gerechtvaardigd. In het geval van beschermde cultuurgoederen moet dit verslag worden opgesteld door een persoon met de beroepskwalificaties bepaald in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 december 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/12/2022 pub. 24/02/2023 numac 2023030240 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de uitvoering van het decreet van 17 maart 2022 betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed sluiten betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed. § 3. De restauraties en conserveringsbehandelingen die krachtens dit artikel worden gesubsidieerd en die betrekking hebben op beschermde cultuurgoederen, mogen enkel worden uitgevoerd door personen die de beroepskwalificaties hebben die bepaald zijn door het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 december 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/12/2022 pub. 24/02/2023 numac 2023030240 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de uitvoering van het decreet van 17 maart 2022 betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed sluiten betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed.

Art. 9.De aanvragen voor punctuele subsidies met het oog op de steun van enquête-, onderzoeks- en publicatieprojecten van welke aard ook op het gebied van de etnologie worden ingediend ten laatste op 15 februari van elk jaar bij de Administratie door middel van het door haar ter beschikking gestelde formulier.

Het aanvraagdossier bevat ten minste : 1° een nota waaruit de bijzondere ervaring of deskundigheid van de aanvrager op het gebied van immaterieel cultureel erfgoed blijkt;2° een beschrijving van het project waarvoor steun wordt aangevraagd;3° een voorlopige begroting voor het project;4° een beschrijving van de beoogde begunstigden;5° het model van handvest bedoeld in artikel 2, ondertekend door de aanvrager.

Art. 10.De weging van de prioriteitscriteria bedoeld in artikel 13, § 2, van dit decreet is als volgt : 1° projecten voor het behoud van een emblematisch element (5 punten);2° projecten voor het versterken van inclusiviteit en sociale cohesie, met inachtneming van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen en de waarden van interculturaliteit (10 punten);3° projecten voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling, in het bijzonder door nieuwe technologieën op een relevante manier te integreren (5 punten);4° projecten die bijdragen tot de doelstellingen, strategieën en prioriteiten van het traject van culturele en artistieke vorming (5 punten);5° weinig gewaardeerde gebieden (5 punten);6° naar ondergewaardeerde grondgebieden (5 punten).

Art. 11.§ 1. De Administratie controleert de ontvankelijkheid van de aanvraag binnen de 30 dagen na ontvangst ervan. Indien nodig wijst zij de aanvrager op de ontbrekende documenten in het dossier die binnen de 15 dagen moeten worden ingediend. Na deze termijn wordt de aanvraag van rechtswege als onontvankelijk beschouwd.

Voor elke aanvraag stelt de Administratie een verslag op over de naleving van de toekenningsvoorwaarden en, als de aanvraag ontvankelijk is, over de wenselijkheid om de gevraagde subsidie toe te kennen. § 2. Ontvankelijke aanvragen worden door de Administratie op de agenda geplaatst van de eerstvolgende vergadering van de Commissie die gewijd is aan de analyse van de subsidies bedoeld in de artikelen 11 en 12 van het decreet.

Het advies van de Commissie wordt samen met het onderzoeksverslag door de Administratie doorgestuurd naar de Minister. § 3. De beslissing op de aanvraag wordt door de Administratie ter kennis gebracht van de aanvrager.

Art. 12.De subsidies bedoeld in de artikelen 11 en 12 van het decreet worden in twee schijven uitbetaald. 1° een eerste schijf, die 85% van de subsidie vertegenwoordigt, wordt als voorschot uitbetaald zodra de subsidie in de begroting is vastgelegd;2° het saldo wordt betaald na ontvangst, verificatie en aanvaarding van de bewijsstukken van de gedane uitgaven, vergezeld van een betalingsbewijs. In afwijking van het eerste lid mag de uitbetaling in één schijf geschieden als de administratie over alle bewijsstukken beschikt op het moment dat het besluit tot toekenning wordt genomen. HOOFDSTUK 6. - Subsidiëren van workshops over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed Deel 1. Eenmalige subsidies

Art. 13.Aanvragen voor eenmalige subsidies voor de organisatie van workshops over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed moeten uiterlijk op 15 februari van het jaar waarin het project plaatsvindt, bij de Administratie worden ingediend met behulp van het door de Administratie ter beschikking gestelde formulier.

Het aanvraagdossier moet ten minste: 1° een nota waaruit de bijzondere ervaring of expertise van de operator op het gebied van immaterieel cultureel erfgoed blijkt;2° een nota die het bestaan van banden met ten minste één erfgoedgemeenschap aantoont en de mate van betrokkenheid bij het project specificeert;3° een beschrijving van het project waarvoor steun wordt aangevraagd;4° een voorlopig budget voor het project;5° een beschrijving van de beoogde begunstigden;6° het modelhandvest bedoeld in artikel 2, ondertekend door de operator.

Art. 14.De weging van de prioriteitscriteria bedoeld in artikel 17, § 1, tweede lid, 2°, van het decreet is als volgt: 1° projecten gericht op het verstevigen van inclusiviteit en sociale cohesie, met respect voor de gelijkheid onder vrouwen en mannen en de waarden van interculturaliteit (10 punten);2° projecten die duurzame ontwikkeling bevorderen, in het bijzonder door de relevante integratie van nieuwe technologieën (5 punten);3° projecten die bijdragen tot de doelstellingen, strategieën en prioriteiten van het traject culturele en artistieke vorming (5 punten);4° gebieden met een lage waarde (5 punten);5° naar ondergewaardeerde grondgebieden (5 punten).

Art. 15.§ 1. De Administratie verifieert de ontvankelijkheid van de aanvraag binnen de 30 dagen na ontvangst ervan. Indien nodig wijst zij de aanvrager op de ontbrekende documenten in het dossier die binnen de 15 dagen moeten worden bezorgd. Na deze termijn wordt de aanvraag van rechtswege als onontvankelijk beschouwd.

Voor elke aanvraag stelt de Administratie een verslag op over de naleving van de subsidievoorwaarden en, als de aanvraag ontvankelijk is, over de wenselijkheid om de gevraagde subsidie toe te kennen. § 2 De ontvankelijke aanvragen worden door de Administratie op de agenda geplaatst van de eerstvolgende vergadering van de Commissie die gewijd is aan de analyse van de eenmalige subsidies bedoeld in artikel 15, § 1, eerste lid, 1° van het decreet.

Het advies van de Commissie wordt samen met het onderzoeksrapport door de Administratie doorgestuurd naar de Minister. § 3 De beslissing op de aanvraag wordt door de Administratie ter kennis gebracht van de aanvrager.

Art. 16.De subsidie wordt in twee schijven betaald: 1° een eerste schijf, die 85% van de subsidie vertegenwoordigt, wordt als voorschot betaald zodra de subsidie in de begroting is vastgelegd;2° het saldo wordt betaald na ontvangst, controle en aanvaarding van de volgende bewijsstukken: a) de bewijsstukken van de gedane uitgaven, samen met het betalingsbewijs;b) een verslag over de voortgang van het gesubsidieerde project. Deel 2. Structurele subsidies

Art. 17.§ 1. De aanvragen om structurele subsidies voor de organisatie van workshops over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed worden uiterlijk op 31 mei van het jaar voorafgaand aan het aanvangen van het project bij de Administratie ingediend door middel van het door de Administratie ter beschikking gestelde formulier. § 2 Het aanvraagdossier bevat ten minste: 1° de documenten bedoeld in artikel 13, tweede lid, 1°, 2° en 6° ;2° een vierjarenplan met: a) een beschrijving van het project waarvoor steun wordt aangevraagd;b) het financieringsplan betreffende het project;c) een beschrijving van de beoogde begunstigden;3° het organogram van het team dat belast is met het project;4° indien van toepassing, reeds geproduceerde publicaties met betrekking tot immaterieel cultureel erfgoed, in digitaal formaat. Tenzij ze al in het bezit zijn van de Administratie als gevolg van een andere structurele subsidie: 1° het gecoördineerd statuut van de operator;2° de bijgewerkte samenstelling van zijn bestuursorgaan;3° de rekeningen, de balans en het activiteitenverslag van het laatste boekjaar dat aan de aanvraag voorafgaat;4° de voorlopige begroting en het activiteitenprogramma voor het boekjaar dat loopt op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. § 3 De operator die structurele subsidies aanvraagt voor de organisatie van een workshop over de uitwisseling en het netwerken van immaterieel cultureel erfgoed verbinden zich ertoe om tijdens de duur van hun overeenkomst, naast de opdrachten vermeld in artikel 14 van het decreet, de volgende activiteiten uit te voeren: 1° het uitvoeren van een vierjarig programma voor documentair onderzoek naar immaterieel cultureel erfgoed, dat openstaat voor externe onderzoekers;2° minstens één publicatie produceren, op papier of digitaal, met artikelen die immaterieel cultureel erfgoed in de kijker zetten, en met bijbehorend educatief materiaal;3° een programma van educatieve activiteiten presenteren om jongeren bewust te maken van het belang van de bescherming van immaterieel cultureel erfgoed;4° een communicatiebeleid voeren over de projecten die worden uitgevoerd ten voordele van het immaterieel cultureel erfgoed, minstens op regionale schaal, gericht op alle doelgroepen, en optimaal gebruik maken van verschillende informatiemiddelen, waaronder een website.

Art. 18.De weging van de voorrangscriteria bedoeld in artikel 17, § 2, vierde lid, 2°, van het decreet is als volgt: 1° projecten gericht op het verstevigen van inclusiviteit en sociale cohesie, met respect voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en de waarden van interculturaliteit (10 punten);2° projecten die duurzame ontwikkeling bevorderen, in het bijzonder door nieuwe technologieën op een relevante manier te integreren (5 punten);3° projecten die bijdragen tot de doelstellingen, strategieën en prioriteiten van het traject culturele en artistieke vorming (5 punten);4° gebieden met een lage waarde (5 punten);5° naar ondergewaardeerde grondgebieden (5 punten).

Art. 19.§ 1. De Administratie verifieert de ontvankelijkheid van de aanvraag binnen de 30 dagen na ontvangst ervan. Indien nodig wijst zij de aanvrager op de ontbrekende documenten in het dossier die binnen de 15 dagen moeten worden ingediend. Na deze termijn wordt de aanvraag van rechtswege als onontvankelijk beschouwd.

Voor elke aanvraag stelt de Administratie een verslag op over de naleving van de subsidievoorwaarden en, als de aanvraag ontvankelijk is, over de wenselijkheid om de gevraagde subsidie toe te kennen. § 2 De ontvankelijke aanvragen worden door de Administratie op de agenda geplaatst van de eerstvolgende vergadering van de Commissie die gewijd is aan de analyse van de eenmalige subsidies bedoeld in artikel 15, § 1, eerste lid, 2° van het decreet.

Het advies van de Commissie wordt samen met het onderzoeksrapport door de Administratie doorgestuurd naar de Minister. § 3 De beslissing op de aanvraag wordt door de Administratie ter kennis gebracht van de aanvrager.

Als de beslissing positief is, wordt er een overeenkomst opgesteld met de begunstigde. Deze bevat de volgende informatie: 1° de periode waarop de overeenkomst betrekking heeft;2° het doel van de subsidie en in het bijzonder: a) een beschrijving van het gesteunde project, aangepast aan het daadwerkelijk toegekende bedrag;b) de doelstellingen voor de betrokken periode;3° de voorwaarden van de subsidie en in het bijzonder: a) het jaarlijks toegekende bedrag;b) liquidatievoorwaarden;4° de nadere regels voor de evaluatie van het project, en in het bijzonder de inhoud en de nadere regels voor de indiening van de bewijsstukken en het definitieve evaluatieverslag;5° de verbintenissen van de operator in termen van financieel evenwicht;6° de procedures voor financiële controle uitgeoefend door de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de procedures voor het opstellen van een saneringsplan indien nodig;7° de procedures voor opschorting, wijziging, beëindiging en vernieuwing van de overeenkomst. § 4 Voor de toepassing van artikel 15, § 2, van het decreet: 1° de basisindex is: a) met ingang van november 2023, wat de maxima betreft;b) de maand november voorafgaand aan het begin van de subsidie of de verlenging ervan, in het geval van meerjarige subsidies;2° de nieuwe index is die van de maand november die aan de indexering voorafgaat.

Art. 20.§ 1. De jaarlijkse subsidie wordt in twee termijnen betaald: 1° een eerste schijf, die 85% van de subsidie vertegenwoordigt, wordt als voorschot betaald tijdens het eerste kwartaal van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft;2° het saldo wordt betaald na ontvangst, controle en aanvaarding van de volgende bewijsstukken: a) een activiteitenverslag met een beschrijving van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd tijdens het jaar waarop de subsidie betrekking heeft;b) de balans en de jaarrekening van de operator voor het jaar waarop de subsidie betrekking heeft c) het activiteitenprogramma en de voorlopige begroting voor het lopende jaar. § 2 De bewijsstukken moeten uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft naar de Administratie worden gestuurd.

Als de begunstigde blijft verzuimen om de bewijsstukken op de voorgeschreven manier en binnen de voorgeschreven termijn in te dienen, stuurt de administratie een herinnering.

Als de bewijsstukken niet binnen een maand na de herinnering worden ontvangen, stuurt de Administratie de begunstigde per aangetekende brief een ingebrekestelling om de genoemde bewijsstukken te verstrekken binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de derde werkdag na de datum waarop de ingebrekestelling is verzonden.

Vanaf de datum van de ingebrekestelling wordt de betaling van de volgende subsidies opgeschort in afwachting van de indiening van de gevraagde bewijsstukken.

Als de begunstigde de gevraagde bewijsstukken niet aan het einde van de ingebrekestellingstermijn verstrekt, mag de in gebreke staande begunstigde: 1° het saldo van de subsidie niet meer ontvangen, onverminderd de terugbetaling van de reeds gestorte bedragen die niet gerechtvaardigd zijn;2° geen recht hebben op andere subsidies krachtens het decreet.

Art. 21.Uiterlijk op het einde van de eerste helft van het laatste boekjaar waarop zijn overeenkomst betrekking heeft, brengt de operator de Administratie, aan de hand van het door haar ter beschikking gestelde formulier, op de hoogte van zijn wens tot hernieuwing van zijn overeenkomst.

De verlengingsaanvraag moet ten minste de volgende elementen bevatten: 1° een evaluatieverslag waarin gedetailleerd wordt uiteengezet in welke mate de activiteiten van de operator zijn uitgevoerd tijdens de door de overeenkomst bestreken periode en waarin deze worden gerelateerd aan het vierjarenplan, de financiële middelen en de bijzondere voorwaarden die in de overeenkomst zijn opgenomen;2° een bijwerking van de documenten opgesomd in artikel 17, § 2;3° kopieën van publicaties en lesmateriaal geproduceerd tijdens de duur van de overeenkomst, in digitaal formaat. Verlengingsaanvragen worden onderzocht overeenkomstig artikel 19. HOOFDSTUK 7. - Selectieprocedures voor UNESCO-aanvragen

Art. 22.§ 1. Wanneer het de beurt is aan de Franse Gemeenschap om in naam van België de inschrijving voor te stellen van een element op één van de lijsten van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid, maakt de Administratie op haar website een nationale oproep bekend tot kandidaatstelling met het oog op de selectie van het element dat aan de UNESCO zal worden voorgelegd.

De oproep vermeldt de procedures en termijnen voor het indienen van aanvragen.

In afwijking hiervan kunnen multinationale aanvragen te allen tijde bij de Administratie worden ingediend met behulp van het door de Administratie verstrekte formulier. § 2 Om ontvankelijk te zijn, moeten UNESCO-aanvragen worden ingediend door een aanvrager zoals bedoeld in artikel 3, § 2. § 3 Aanvragen moeten de volgende informatie bevatten: 1° een actualisering van de informatie bedoeld in artikel 4, §§ 1 en 2;2° een voorbereidend actieplan, waaruit blijkt dat de aanvrager zich bewust is van de problemen die gepaard gaan met de voorbereiding van de aanvraag en van de gevolgen van de erkenning door de UNESCO;3° elk document dat getuigt van de brede deelname en steun voor de kandidatuur van UNESCO binnen de erfgoedgemeenschap. In het geval van multinationale aanvragen bevat de aanvraag ook een lijst van de geïdentificeerde internationale partners en details over hun mate van betrokkenheid.

Art. 23.De geschiktheid van een UNESCO-kandidatuur wordt beoordeeld op basis van de volgende criteria: 1° de capaciteit van het element om de zichtbaarheid van het immaterieel cultureel erfgoed te verzekeren, bij te dragen tot de bewustwording van het belang ervan en de interculturele dialoog te bevorderen, om zo de culturele diversiteit van de wereld te weerspiegelen en te getuigen van de menselijke creativiteit;2° de kwaliteit van de beschermingsmaatregelen die zijn ontwikkeld om het element te beschermen en te bevorderen;3° de kwaliteit van het participatieve proces dat gebruikt werd om de nominatie te ontwikkelen en de mate van steun ervoor binnen de erfgoedgemeenschap;4° de relevantie en coherentie van het voorbereidend actieplan en, indien van toepassing, de beoogde internationale partnerschappen.

Art. 24.§ 1. De Administratie verifieert de ontvankelijkheid van de aanvraag binnen de 30 dagen na ontvangst ervan. Indien nodig wijst zij de aanvrager op de ontbrekende documenten in het dossier die binnen de 15 dagen moeten worden bezorgd. Na deze termijn wordt de aanvraag van rechtswege als onontvankelijk beschouwd.

De administratie zal voor elke aanvraag een rapport opstellen over de vraag of ze voldoet aan de voorwaarden voor erkenning door UNESCO en, indien ze ontvankelijk is, over de vraag of de aanvraag moet worden voortgezet. § 2 Ontvankelijke aanvragen worden door de Administratie op de agenda geplaatst van de eerstvolgende vergadering van de Commissie die gewijd is aan de analyse van UNESCO-aanvragen.

Het advies van de Commissie wordt samen met het onderzoeksrapport door de Administratie doorgestuurd naar de Minister. § 3 De beslissing van de minister wordt meegedeeld door de Administratie: 1° aan de aanvrager;2° de vertegenwoordigers van de betrokken gemeenschap, indien de gemeenschap niet de aanvrager is. Als de beslissing positief is, zal de Administratie de betrokken erfgoedgemeenschap bijstaan bij het indienen van haar aanvraag bij UNESCO. HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 25.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 september 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 04/09/2003 pub. 11/05/2004 numac 2004201236 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de titels van levendige culturele schat en meesterwerk van het mondeling en immaterieel patrimonium en betreffende de toekenning van subsidies aan de personen die deze titel hebben gekregen en aan de operateurs die de evenementen organiseren waarvoor die titels werden toegekend sluiten betreffende de titels van levendige culturele schat en meesterwerk van het mondeling en immaterieel patrimonium en betreffende de toekenning van subsidies aan de personen die deze titel hebben gekregen en aan de operateurs die de evenementen organiseren waarvoor die titels werden toegekend, wordt opgeheven.

Art. 26.In artikel 13, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 20/09/2019 pub. 03/10/2019 numac 2019042038 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van de werking van de regering sluiten tot regeling van de werking van de Regering, wordt een punt 12° ingevoegd, luidend als volgt: "12° beslissingen over de erkenning, inschrijving, terugtrekking en schrapping van elementen, evenals beslissingen over de selectie van UNESCO-kandidaturen, zoals bepaald door het decreet van 7 september 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/09/2023 pub. 19/01/2024 numac 2023045750 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vrijwaring van het immaterieel cultureel erfgoed sluiten betreffende de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed.

Art. 27.In artikel 86, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 03/09/2020 pub. 25/09/2020 numac 2020015525 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap sluiten houdende delegatie van bevoegdheden en handtekening aan algemene ambtenaren en bepaalde andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het besluit van 15 december 2022, wordt een punt 11° ingevoegd, luidend als volgt: "11° de beslissing nemen om een procedure te starten voor de erkenning, opname op de lijst, verwijdering of schrapping van een item van immaterieel cultureel erfgoed.

Art. 28.Het decreet en dit besluit treden in werking op 8 februari 2024.

In afwijking van de artikelen 8, § 1, 9, § 1, en 13, § 1, is de uiterste datum voor het indienen van aanvragen voor eenmalige subsidies in 2024, 15 maart.

Art. 29.De minister bevoegd voor cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 februari 2024.

Voor de regering: De minister-president, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en het Onderwijs voor Sociale Promotie, P.-Y. JEHOLET De minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD

^