Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 15 december 2022
gepubliceerd op 24 februari 2023

Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de uitvoering van het decreet van 17 maart 2022 betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2023030240
pub.
24/02/2023
prom.
15/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 DECEMBER 2022. - Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de uitvoering van het decreet van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2022 pub. 27/04/2022 numac 2022040592 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed sluiten betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 20, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2022 pub. 27/04/2022 numac 2022040592 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed sluiten betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed, de artikelen 6, eerste lid, 13, 17, § § 1 en 5, 20 en 26;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 20/09/2019 pub. 03/10/2019 numac 2019042038 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van de werking van de regering sluiten houdende regeling van haar werking;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 03/09/2020 pub. 25/09/2020 numac 2020015525 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap sluiten houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het ministerieel besluit van 17 november 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 17/11/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014029800 bron ministerie van de franse gemeenschap Ministerieel besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot verlening van delegatie aan de Administrateur-generaal van Cultuur om uitvoervergunningen voor cultuurgoederen te verlenen buiten het douanegebied van de Europese Unie sluiten tot verlening van delegatie aan de Administrateur-generaal van Cultuur om uitvoervergunningen voor cultuurgoederen te verlenen buiten het douanegebied van de Europese Unie;

Gelet op de gendertest uitgevoerd op 23 mei 2022 met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 juni 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 1 juli 2022;

Gelet op het advies van de Kamer van overleg van het cultureel erfgoed, gegeven op 25 augustus 2022;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 72.407/4, gegeven op 28 november 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de Gegevensbeschermingsautoriteit in haar advies nr. 183/2022 van 9 september 2022 heeft geoordeeld dat artikel 22 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 8 van het EVRM en artikel 6.3 van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG), vereist niet dat voor elke gegevensverwerking een specifieke norm voor alle betrokkenen geldt; bij gebreke van een specifiek risico voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen kan de voorzienbaarheid van een verwerking van persoonsgegevens die noodzakelijk is voor de vervulling van een opdracht van algemeen belang worden gewaarborgd door de norm die deze opdracht aan de verantwoordelijke voor de verwerking en de AVG toewijst;

Overwegende dat de norm die de opdracht van algemeen belang die het voorwerp uitmaakt van dit besluit, het decreet van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2022 pub. 27/04/2022 numac 2022040592 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed sluiten, aan de Gegevensbeschermingsautoriteit is voorgelegd; dat deze in haar advies nr. 222/2021, uitgebracht op 3 december 2021, heeft overwogen: - dat het decreet de verschillende procedures voldoende duidelijk en nauwkeurig bepaalt, zodat de betrokkenen bij lezing van de bepalingen kunnen zien welke gegevensverwerkingen in het kader van deze procedures moeten worden uitgevoerd; - dat de voor de uitvoering van het decreet noodzakelijke gegevensverwerking slechts in zeer beperkte mate inbreuk maakt op de rechten en vrijheden van de betrokkenen; - dat de doeleinden van de inventaris, alsmede de categorieën van gegevens die erin zijn opgenomen, in het decreet moesten worden gespecificeerd - wat is gebeurd;

Overwegende dat aangezien dit besluit geen aanvullend normatief kader voor gegevensverwerking bevat, en daartoe ook niet verplicht was; dat derhalve geen aanvullend advies van de gegevensbeschermingsautoriteit noodzakelijk was;

Overwegende dat dit besluit het aan de administratie overlaat om formulieren op te stellen en praktische procedures voor de indiening van verzoeken vast te stellen; dat het niet gaat om wettelijk bekrachtigde normatieve bepalingen, maar om praktische uitvoeringsprocedures die bedoeld zijn om verzoekers te helpen en de behandeling van verzoeken te vergemakkelijken; dat het regelgevende karakter van deze delegaties derhalve niet vaststaat;

Op de voordracht van de minister van Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet: het decreet van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2022 pub. 27/04/2022 numac 2022040592 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed sluiten betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed;2° delegatiebesluit : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 03/09/2020 pub. 25/09/2020 numac 2020015525 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap sluiten houdende delegatie van bevoegdheden en handtekeningen aan algemene ambtenaren en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;3° minister: het lid van de regering dat verantwoordelijk is voor het cultureel erfgoed;4° Administratie: de Directie Cultureel Erfgoed van de Algemene Administratie van Cultuur;5° indeling: de beschermingsmaatregel bedoeld in artikel 3 van het decreet;6° inschrijving: de beschermingsmaatregel bedoeld in artikel 9 van het decreet;7° wegneming van de indeling: de beslissing om de indeling te beëindigen;8° schrapping van de inschrijving: de beslissing tot beëindiging van de inschrijving;9° intra-muros verplaatsing: elke verplaatsing van een goed binnen het gebouw waarin het zich bevindt;10° extramurale beweging: elke verplaatsing van een voorwerp buiten het gebouw waarin het zich bevindt;11° onderhoud en instandhouding: alle regelmatige preventieve instandhoudingswerkzaamheden, met inbegrip van de daarvoor noodzakelijke handelingen. De in artikel 27 van het decreet bedoelde ambtenaren zijn die van de Directie Cultureel Erfgoed. HOOFDSTUK 2. - Indelings- en lijstprocedures

Art. 2.§ 1. De beslissing tot inleiding van een indelings- of inschrijvingsprocedure wordt genomen door de minister of zijn afgevaardigde: 1° op eigen initiatief of op voorstel van de administratie;2° op verzoek van een in § 2 bedoelde persoon. § 2. Aanvragen om indeling of inschrijving worden bij de administratie ingediend met behulp van het door haar verstrekte formulier.

De aanvraag kan worden ingediend: 1° door een lid van de Commissie;2° door de eigenaar van het goed;3° door het college van de gemeente op het grondgebied waarvan het goed is gelegen;4° door ten minste vijfhonderd meerderjarige ondertekenaars woonachtig in het Franse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. § 3. Ontvankelijke verzoeken om indeling worden onderworpen aan het voorafgaande advies van de Commissie, behalve in dringende gevallen die onverenigbaar zijn met de termijnen voor voorlegging aan de Commissie.

Na verificatie van hun ontvankelijkheid worden zij door de administratie op de agenda geplaatst van de volgende zitting van de Commissie die gewijd is aan de bescherming van het roerend cultureel erfgoed.

Behalve in geval van met redenen omklede spoed worden de aanvragen door de Commissie behandeld in de volgorde van ontvangst.

Verzoeken die niet door de Commissie konden worden behandeld, worden automatisch overgedragen naar de agenda van de volgende vergadering. § 4 Voorstellen van de administratie om de indelingsprocedure in te leiden, kunnen vooraf voor advies aan de Commissie worden voorgelegd. § 5. Verzoeken en voorstellen tot inleiding van de inschrijvingsprocedure worden rechtstreeks door de administratie behandeld of geformuleerd, zonder voorafgaand advies van de Commissie. § 6. De beslissing tot inleiding van de procedure wordt door de administratie meegedeeld: 1° aan de aanvrager;2° indien ze positief is, aan de houder en de vermoedelijke eigenaar van het goed indien deze laatste niet de verzoeker is. Indien de administratie niet weet wie de eigenaar is, vermeldt zij dit in haar kennisgeving aan de houder, die verplicht is de identiteit van de eigenaar onverwijld mee te delen indien hij deze kent.

Wanneer de beslissing besluit tot inleiding van de procedure op eigen initiatief wordt genomen, wordt het tegelijk met de kennisgeving ter informatie aan de Commissie toegezonden.

Art. 3.De houder en de eigenaar van het goed beschikken over een termijn van zestig dagen vanaf de kennisgeving van de besligging tot inleiding van de procedure om hun opmerkingen te laten gelden.

Wanneer de datum van ontvangst van de kennisgeving kan worden bewezen, is de eerste dag van de termijn de dag volgende op de dag van ontvangst.

Anders wordt de eerste dag van de termijn geacht de derde werkdag na de verzending van de kennisgeving te zijn.

Als bewijs van verzending en ontvangst geldt de datum van het postkantoor, alsmede elk elektronisch proces waarmee een bepaalde datum kan worden opgegeven. Voor de toepassing van dit artikel wordt een weigering van ontvangst gelijkgesteld met ontvangst.

Art. 4.Na ontvangst van de opmerkingen of na het verstrijken van de in artikel 3 bedoelde termijn wordt het volledige dossier door de administratie om advies aan de Commissie toegezonden.

Het advies wordt door de administratie binnen vier maanden na de verwijzing door de Commissie aan de minister toegezonden. Na deze termijn kan de minister beslissen zonder het advies van de Commissie af te wachten, overeenkomstig artikel 63, § 2, van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbestuur.

Art. 5.§ 1. De beslissing over de indeling of inschrijving wordt door de minister genomen binnen zes maanden na het verstrijken van de in REF _Ref100659782 /r /h /* MERGEFORMAT artikel 3 termijn.

Anders wordt de indeling of inschrijving geacht, geweigerd te worden. § 2. De beslissing tot indeling of inschrijving wordt door de administratie meegedeeld: 1° aan de aanvrager;2° aan de houder en de vermoedelijke eigenaar van het goed indien deze laatste niet de aanvrager is.

Art. 6.§ 1. De minister neemt de indeling op eigen initiatief of op verzoek van de in artikel 2, § 2, bedoelde personen een schat in de volgende gevallen weg: 1° indien na de indelingsbeslissing wordt vastgesteld dat de aanwezigheid van het goed in de Franse Gemeenschap niet wettig en duurzaam was;2° indien het goed wordt vernietigd of indien, na advies van de Commissie, blijkt dat het goed het uitzonderlijke belang dat de indeling rechtvaardigde, heeft verloren. In het geval, bedoeld in het eerste lid, onder 2°, kan de minister besluiten: 1° ofwel het goed te declasseren en het inschrijven op de lijst van goederen van belang voor het erfgoed, indien het voldoet aan de voorwaarden van artikel 9 van het decreet;2° of overgaan tot volledige wegneming van de indeling indien het goed is vernietigd of niet langer van belang is. § 2. De minister schrapt, op eigen initiatief of op verzoek van de in artikel 2, § 2, bedoelde personen, van de lijst, een roerend goed dat van belang is voor het erfgoed: 1° indien wordt vastgesteld dat het goed de Franse Gemeenschap definitief heeft verlaten;2° indien het goed wordt vernietigd of indien, na advies van de Commissie, blijkt dat het goed het uitstekende belang dat de inschrijving ervan rechtvaardigde, heeft verloren. § 3. De beslissing tot inleiding van de procedure wordt door de administratie meegedeeld: 1° aan de aanvrager;2° indien het positief is, aan de houder en de vermoedelijke eigenaar van het goed indien deze laatste niet de verzoeker is. De houder en de eigenaar van het goed beschikken over een termijn van zestig dagen vanaf de in lid 1 bedoelde kennisgeving om hun opmerkingen te laten gelden. § 4. Na ontvangst van de opmerkingen of na het verstrijken van de in § 3 bedoelde termijn wordt het volledige dossier door de administratie om advies aan de Commissie toegezonden.

Het advies wordt door de administratie binnen vier maanden na he aanhangig maken bij de Commissie aan de minister toegezonden. Na deze termijn kan de minister beslissen zonder het advies van de Commissie af te wachten, overeenkomstig artikel 63, § 2, van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbestuur. § 5. De beslissing tot wegneming van de indeling of schrapping wordt door de administratie meegedeeld: 1° aan de aanvrager;2° aan de houder en de vermoedelijke eigenaar van het goed indien deze laatste niet de aanvrager is. HOOFDSTUK 3. - Beschermingsmaatregelen

Art. 7.§ 1. De schatten moeten in goede staat worden gehouden en zodanig worden bewaard dat hun veiligheid en integriteit gewaarborgd zijn.

Daartoe worden ambtenaren gemachtigd aanbevelingen te doen aan eigenaars en houders van schatten, inzonderheid over: 1° temperatuur en vochtigheid, 2° de blootstelling van het goed aan licht, 3° beveiligingen om schade of diefstal te voorkomen, 4° de voorwaarden voor de opslag van het goed in de reserves;5° de verpakking van het goed;6° de wijze waarop het goed aan het publiek zal worden tentoongesteld, 7° de nadere regels voor de verplaatsing van het goed, 8° de gebruiksvoorwaarden van het goed. Het indelingsbesluit kan bijzondere voorwaarden voor de instandhouding voorschrijven. § 2. De ambtenaren van de administratie kunnen ter plaatse de staat van het goed en de staat van bewaring komen inspecteren. Zij kunnen worden vergezeld door leden van de Commissie of door onafhankelijke deskundigen.

Behalve in het geval van een domicilie in de zin van artikel 15 van de Grondwet behoeven zij geen toestemming van de houder, mits zij de houder en, in voorkomend geval, de eigenaar van de schat ten minste achtenveertig uur van tevoren in kennis hebben gesteld.

In geval van weigering van toegang tot een woning in de zin van artikel 15 van de Grondwet mogen zij de woning slechts betreden nadat een onderzoeksrechter toestemming voor een huisbezoek heeft gegeven.

Zij kunnen de politie om assistentie vragen. § 3. Bij niet-naleving van de aanbevelingen van de administratie kan de minister bijzondere instandhoudingsmaatregelen opleggen.

De beslissing wordt van kracht vanaf de datum van kennisgeving ervan aan de houder of de vermoedelijke eigenaar van het roerend goed. § 4. Indien een schat wordt vernietigd of beschadigd, is de eigenaar of houder verplicht de administratie daarvan onmiddellijk in kennis te stellen. § 5. De eigenaars of houders van een schat zijn verplicht een noodevacuatieplan voor de schat op te stellen en dit aan de administratie toe te zenden.

Art. 8.§ 1. Zonder voorafgaande toestemming van de minister of zijn afgevaardigde mogen schatten niet worden verplaatst, omgevormd of vernietigd, noch worden gerestaureerd of geconserveerd.

De volgende handelingen worden niet beschouwd als handelingen waarvoor voorafgaande toestemming vereist is: 1° Intramurale reizen binnen: a) het Museum van de Franse Gemeenschap;b) een federale wetenschappelijke instelling;c) een door de Franse Gemeenschap erkend museum of archiefcentrum;2° onderhoudswerkzaamheden die worden uitgevoerd volgens een vooraf door de minister of zijn afgevaardigde goedgekeurd protocol, waarin inzonderheid de interventies worden omschreven die mogen worden uitgevoerd door personeel dat niet over de in § 2 bedoelde kwalificaties beschikt, alsmede de beperkingen van deze interventies;3° verplaatsingen en conserveringsbehandelingen die worden uitgevoerd volgens het noodplan bedoeld in artikel 7, § 5, om het goed voor dreigend gevaar te behoeden. In het in lid 2, 1°, bedoelde geval stelt de houder of eigenaar de administratie daarvan ten minste vijftien dagen tevoren in kennis.

In het in lid 2, 3°, bedoelde geval brengt de houder of eigenaar de administratie zo spoedig mogelijk op de hoogte.

De ontvangen informatie over de verplaatsingen en de eventueel uitgevoerde behandelingen wordt door de administratie aan de Commissie toegezonden tijdens de volgende zitting die gewijd is aan de bescherming van het roerend erfgoed. § 2. De in § 1, lid 1, bedoelde conserverings- en restauratiebehandelingen kunnen, na advies van de Commissie, slechts worden toegestaan indien zij worden uitgevoerd door een persoon met de volgende kwalificaties: 1° houder zijn van een diploma van de tweede cyclus van het hoger onderwijs, afgegeven door een Europese universiteit of hogeschool, waarvan het hoofdvak betrekking heeft op de praktijk van de conservatie-restauratie in de specialiteit die overeenstemt met het betrokken roerend goed, en ten minste 5 jaar ervaring hebben met de behandeling van soortgelijke goederen;2° of het bewijs leveren van een ernstige opleiding in de specialiteit die overeenstemt met het betrokken roerend goed en een relevante ervaring van minstens 12 jaar in de behandeling van gelijkaardig roerend goed. Bij wijze van afwijking kan de minister of zijn afgevaardigde, na advies van de Commissie, toestemming geven voor het uitvoeren van conserverings- of restauratiebehandelingen door een persoon die niet over de in lid 1 bedoelde kwalificaties beschikt, indien hij deel uitmaakt van een team dat onder toezicht staat van een persoon die wel over deze kwalificaties beschikt. § 3. De aanvragen worden ten minste drie maanden tevoren bij de administratie ingediend op het door haar verstrekte formulier.

Zij worden ondertekend door de eigenaar of houder van het roerend goed, of door een gevolmachtigde die gemachtigd is hem te vertegenwoordigen. § 4. De ontvankelijke aanvragen worden door de administratie op de agenda geplaatst van de volgende zitting van de Commissie voor de bescherming van het roerend cultureel erfgoed.

Behoudens in geval van met redenen omklede hoogdringendheid worden de aanvragen door de Commissie behandeld in de volgorde van ontvangst.

Verzoeken die niet door de Commissie konden worden behandeld, worden automatisch overgedragen naar de agenda van de volgende vergadering. § 5. De beslissing op de aanvraag wordt ter kennis van de aanvrager gebracht.

Zij vermeldt de voorwaarden waaraan de vergunning is onderworpen, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van het decreet. § 6. Schatten die bij herhaling worden gebruikt, kunnen voor een vergunningsperiode van ten hoogste drie jaar worden toegelaten.

In dat geval gaat de aanvraag vergezeld van een risicobeoordeling en een protocol om het behoud van de schat tijdens de praktijk zoveel mogelijk te waarborgen.

Art. 9.§ 1. Wanneer een extramurale verplaatsing van een schat wordt toegestaan, wordt uiterlijk op de dag van de verhuizing door de administratie, of door de persoon die zij daartoe delegeert, een verklaring opgesteld.

Een tweede conditierapport wordt opgesteld bij teruggave van de goederen, die alleen mogen worden uitgepakt in aanwezigheid van de administratie of de persoon die zij daartoe delegeert.

In geval van verwijdering voor restauratie is het restauratieverslag gelijk aan een tweede conditierapport. § 2. Indien uit een vergelijking van beide vaststellingen blijkt dat het goed niet in zijn oorspronkelijke staat is hersteld of dat de ingrepen aan het goed niet volgens de regels van de kunst zijn uitgevoerd, kan de minister, na advies van de Commissie, de uitvoering van de noodzakelijke conservatie- of restauratiebehandelingen opleggen.

De eigenaar en de houder zijn jegens de Franse Gemeenschap hoofdelijk aansprakelijk voor de uitvoering van de vereiste behandelingen.

Art. 10.§ 1. De ambtenaren van de administratie zijn gemachtigd om eigenaars en houders van roerend goed van belang aanbevelingen te doen voor de instandhouding, met name wat betreft de elementen vermeld in artikel 7, § 1er, lid 2. § 1. Elke wijziging van de juridische status, de locatie of de staat van instandhouding van een voorwerp van belang voor het erfgoed, alsook de eventuele verdwijning ervan, moet door de eigenaar of houder zo spoedig mogelijk aan de administratie worden gemeld.

Wanneer de wijziging in de staat van instandhouding van het goed het resultaat is van een behandeling of restauratie, dient de eigenaar of houder bij de kennisgeving een verslag van de ingreep in.

De overeenkomstig lid 2 door de administratie ontvangen interventieverslagen worden systematisch aan de Commissie toegezonden tijdens de volgende zitting die gewijd is aan de bescherming van het roerend erfgoed.

Art. 11.De inventaris van de roerende cultuurgoederen waarvan een rechtspersoon die belast is met het beheer van de tijdelijke goederen van een erkende cultus eigenaar of houder is, moet aan de administratie worden overhandigd volgens het door haar verstrekte model: 1° in het jaar van de oprichting van de betrokken rechtspersoon of van de fusie van verschillende rechtspersonen;2° of binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, indien de betrokken rechtspersoon eerder is opgericht. Wijzigingen in de in lid 1 bedoelde lijst moeten binnen een jaar aan de administratie worden meegedeeld. HOOFDSTUK 4. - Subsidies

Art. 12.§ 1. De subsidies bedoeld in artikel 17 van het decreet kunnen worden verleend: 1° instandhoudingsbehandelingen of restauraties uitgevoerd door de personen bedoeld in artikel 8, § 2 ;2° de aankoop van materiaal, of het uitvoeren van analyses of onderzoeken, die bijdragen tot het behoud of de kennis van het goed. § 2. De aanvragen worden bij de administratie ingediend met behulp van het door haar verstrekte formulier.

Zij worden ondertekend door de eigenaar of houder van het roerend goed, of door een gevolmachtigde die bevoegd is hem te vertegenwoordigen. § 3. De ontvankelijke subsidieaanvragen worden door de administratie op de agenda geplaatst van de eerstvolgende zitting van de Commissie voor de analyse van de subsidieaanvragen bedoeld in artikel 17 van het decreet.

Bij wijze van uitzondering kunnen dringende aanvragen op de agenda van een vorige zitting worden geplaatst zonder de zitting voor de analyse van de subsidieaanvragen af te wachten. § 5. De beslissing over de aanvraag wordt ter kennis van de aanvrager gebracht.

Zij kan voorzien in meerjarige financiering, voor een periode van ten hoogste drie jaar. § 6. De jaarlijkse subsidie wordt in twee schijven betaald: 1° een eerste schijf, die 85% van de subsidie vertegenwoordigt, wordt als voorschot betaald nadat de subsidie in de begroting is vastgelegd;2° het saldo wordt betaald na ontvangst, verificatie en aanvaarding van de volgende bewijsstukken: (a) de bewijsstukken van de gedane uitgaven en de betalingsbewijzen;(b) in voorkomend geval, een verslag over de werkzaamheden die zijn uitgevoerd door degene die de werkzaamheden aan het goed heeft verricht of de resultaten van de verrichte analyses of proeven. In afwijking van lid 1 kan de betaling in één keer geschieden indien de overheid over alle bewijsstukken beschikt op het tijdstip waarop de beslissing tot toekenning van de steun wordt genomen. § 7. De begunstigde is verplicht de volledige subsidie aan de Franse Gemeenschap terug te betalen indien het gesubsidieerde goed de Franse Gemeenschap definitief verlaat binnen drie jaar na de toekenning van de subsidie. HOOFDSTUK 5. - Circulatie van roerende cultuurgoederen

Art. 13.§ 1. De getuigschriften bedoeld in artikel 20, § 1, 2°, van het decreet worden afgegeven door de minister of zijn afgevaardigde, na advies van de Commissie. § 2. De aanvragen worden bij de administratie ingediend met behulp van het door haar verstrekte formulier.

Zij worden ondertekend door de eigenaar of houder van het roerend goed, of door een gevolmachtigde die bevoegd is hem te vertegenwoordigen.

De administratie kan van de aanvrager documentatie verlangen met alle nuttige informatie of bewijsstukken over het roerend goed, zijn oorsprong en zijn rechtspositie. § 3. De behandeling van de aanvraag is onderworpen aan de voorafgaande betaling van een vergoeding van 150 €, overeenkomstig de door de administratie meegedeelde voorwaarden.

Deze vergoeding wordt definitief verworven door de administratie, ongeacht het resultaat van de procedure.

Het is echter alleen verschuldigd als de aanvraag ontvankelijk wordt verklaard.

De aanvraag kan niet-ontvankelijk worden verklaard indien de administratie vaststelt dat: 1° dat het goed niet wettig en duurzaam in de Franse Gemeenschap is gelegen, of indien daarover gegronde twijfel bestaat;2° of dat het goed tot het publieke domein van een publiekrechtelijke rechtspersoon behoort. § 4. De ontvankelijke aanvragen worden door de administratie op de agenda geplaatst van de volgende zitting van de Commissie voor de bescherming van het roerend cultureel erfgoed.

Behalve in geval van met redenen omklede hoogdringendheid worden de aanvragen door de Commissie behandeld in de volgorde van ontvangst.

Verzoeken die niet door de Commissie konden worden behandeld, worden automatisch overgedragen naar de agenda van de volgende vergadering. § 5. De beslissing op de aanvraag wordt ter kennis van de aanvrager gebracht.

De afgifte van het getuigschrift wordt geweigerd indien het goed het voorwerp uitmaakt van een indeling of inschrijving door de Franse Gemeenschap of indien een indelingsprocedure is ingeleid.

Indien een inschrijvingsprocedure is gestart, wordt dit op het getuigschrift vermeld. § 6. Het getuigschrift doet geen uitspraak over de authenticiteit, de financiële waarde of de eigendom van het werk.

Het getuigschrift is tien jaar geldig vanaf de datum van afgifte.

Gedurende deze periode kan geen enkele indelings- of inschrijvingsprocedure worden ingeleid.

Art. 14.§ 1. De uitvoervergunningen bedoeld in artikel 20, § 1, 1°, van het decreet worden afgegeven door de minister of zijn afgevaardigde. § 2. De procedure wordt uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1081/2012 van de Commissie van 9 november 2012 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 116/2009 van de Raad betreffende de uitvoer van cultuurgoederen. § 3 Indien de minister of zijn afgevaardigde van oordeel is dat het betrokken goed van uitzonderlijk belang is in de zin van artikel 3 van het decreet, leidt hij ambtshalve de indelingsprocedure in.

De procedure voor de afgifte van de uitvoervergunning wordt opgeschort totdat de indelingsprocedure is voltooid. § 4. In geval van tijdelijke uitvoer van een voorwerp van belang voor het erfgoed of een voorwerp dat tot het religieus erfgoed behoort, moet de datum van terugkeer naar de Franse Gemeenschap aan de administratie worden meegedeeld binnen drie werkdagen na de aankomst van het voorwerp.

In geval van tijdelijke uitvoer van een schat moet de datum van terugkeer naar de Franse Gemeenschap vóór de aankomst van het voorwerp aan de administratie worden meegedeeld, zodat deze het in artikel 9 bedoelde toestandsrapport kan opstellen. HOOFDSTUK 6. - Recht van voorkoop

Art. 15.Het in artikel 18 van het decreet bedoelde recht van voorkoop wordt, binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, uitgeoefend door de houders van de in bijlage 1 van het delegatiebesluit bedoelde ambten, elk tot de voor zijn ambt vermelde drempel voor procedures van gunning via onderhandelingen zonder bekendmaking.

Art. 16.Bij een openbare verkoop als bedoeld in artikel 18, § 1, lid 1, 2°, van het decreet stelt de minister of zijn afgevaardigde het veilinghuis in kennis van het belang van de Franse Gemeenschap in het goed: 1° hetzij per aangetekend schrijven uiterlijk 3 dagen vóór de verkoop;2° of door een vertegenwoordiger ter plaatse te sturen op de dag van de verkoop, op voorwaarde dat deze verschijnt vóór de sluiting van de veiling;3° of door zich voor het einde van de veiling op het online verkoopplatform kenbaar te maken.

Art. 17.Wanneer een in artikel 18, § 2, van het decreet bedoelde instelling wenst dat de Franse Gemeenschap voor haar rekening een recht van voorkoop uitoefent bij een openbare verkoop, richt zij daartoe ten minste tien dagen vóór de verkoop een verzoek aan de administratie door middel van het door haar verstrekte formulier.

De minister of zijn gedelegeerde kan het verzoek weigeren indien hij van oordeel is dat het roerend goed niet voldoende uitzonderlijk of opmerkelijk is om het gebruik van voorkoop te rechtvaardigen.

De administratie stelt de instantie uiterlijk op de dag van de openbare verkoop in kennis van het resultaat van haar verzoek.

Art. 18.Na ontvangst van de kennisgeving bedoeld in artikel 19, § 1 van het decreet, zal de administratie : 1° het advies inwinnen van de Commissie voor het Cultureel Erfgoed of van de bevoegde instantie van het Museum van de Franse Gemeenschap, indien het recht van voorkoop wordt uitgeoefend voor rekening van de Franse Gemeenschap;2° het verkoopaanbod doorgeven aan de verzoekende instelling, indien het recht van voorkoop wordt uitgeoefend voor rekening van deze laatste. Het in lid 1 bedoelde advies wordt binnen vijfenveertig dagen na de datum van indiening bij de Commissie ingediend. Na deze termijn kan de minister of zijn afgevaardigde een besluit nemen zonder het advies van de Commissie of de bevoegde instantie af te wachten.

De instelling, bedoeld in het eerste lid, 2°, bevestigt aan de administratie zijn instemming met de voorwaarden van de verkoop binnen vijfenveertig dagen na de toezending van het aanbod.

De aanvragende instelling garandeert de Franse Gemeenschap tegen elk verhaal van de verkoper, het veilinghuis of derden als gevolg van de uitoefening van een recht van voorkoop voor rekening van genoemde instelling. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 19.In artikel 13, § 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 20/09/2019 pub. 03/10/2019 numac 2019042038 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van de werking van de regering sluiten tot regeling van de werking van de Regering, wordt punt 11° vervangen door hetgeen volgt: "11° beslissingen tot indeling, inschrijving, wegneming van de indeling of schrapping van roerende cultuurgoederen, alsmede het opleggen van sancties en de afgifte van getuigschriften en vergunningen bedoeld in het decreet van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2022 pub. 27/04/2022 numac 2022040592 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed sluiten betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed;".

Art. 20.In artikel 86, § 1, van het delegatiebesluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° het veilinghuis informeren over het belang van de Franse Gemeenschap in een roerend cultuurgoed dat openbaar wordt verkocht, met het oog op de uitoefening van een recht van voorkoop;".

In dezelfde paragraaf worden aan 4° de woorden "en getuigschriften van niet-bescherming" toegevoegd.

In dezelfde paragraaf wordt punt 8° vervangen door de volgende tekst: "8° het besluit te nemen om een procedure in te leiden voor de indeling, inschrijving op een lijst, wegneming van de indeling of schrapping van een roerend cultuurgoed;".

In dezelfde paragraaf wordt punt 9° vervangen door de volgende tekst: "9) toestemming te verlenen voor de verplaatsing, de behandeling en de restauratie van een schat, en de onderhouds- en instandhoudingsprotocollen goed te keuren;".

Art. 21.Het ministerieel besluit van 17 november 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 17/11/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014029800 bron ministerie van de franse gemeenschap Ministerieel besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot verlening van delegatie aan de Administrateur-generaal van Cultuur om uitvoervergunningen voor cultuurgoederen te verlenen buiten het douanegebied van de Europese Unie sluiten houdende delegatie aan de algemene administrateur van Cultuur om vergunningen te verlenen voor de uitvoer van cultuurgoederen buiten het douanegebied van de Europese Unie wordt opgeheven.

Art. 22.De minister bevoegd voor het culturele erfgoed is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit.

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

Brussel, 15 december 2022.

Voor de regering: De minister-president, P.-Y. JEHOLET De minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD

^