gepubliceerd op 07 augustus 2008
Decreet tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt
17 JULI 2008. - Decreet tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt (1)
De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.In het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het letterwoord « CWAPE » wordt vervangen door het letterwoord « CWaPE »;2° de woorden « Waalse regering » worden vervangen door het woord « Regering » .
Art. 2.Artikel 1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 1.Dit decreet zet de Richtlijnen 2001/77/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt, 2003/54/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG en 2004/8/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 11 februari 2004 betreffende de bevordering van de warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG, Het is een gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 5 april 2006 betreffende de energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van richtlijn 93/76/EEG van de Raad.
Art. 3.Artikel 2 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet dient te worden verstaan onder : 1° « producent » : alle natuurlijke personen of rechtspersonen die elektriciteit produceren, inclusief de zelfopwekker;2° « zelfopwekker » : alle natuurlijke personen of rechtspersonen die hoofdzakelijk voor eigen gebruik elektriciteit produceren; 3 ° « productiesite » : in de betekenis van de hoofdstukken VI, en IX tot X, vestigingsplaats van een installatie, bestaande uit één of meerdere eenheden voor elektriciteitsproductie vanaf dezelfde energiebron en via dezelfde elektriciteitsproductiemethode »; 4° « productie-eenheid » : geheel van elementaire technische componenten die een ondeelbare groep vormen waardoor elektriciteit op basis van één of meerdere energiebron(nen) geproduceerd kan worden; 5° « hybride-installatie » : installatie die elektriciteit produceert op basis van hernieuwbare energiebronnen en van conventionele energiebronnen zoals bedoeld in artikel 2, c., van richtlijn 2001/77/EG »; 6° « warmtekrachtkoppeling » : gelijktijdige productie in één enkel proces van warmte en elektriciteit.7° « kwaliteitswarmtekrachtkoppeling » : gecombineerde productie van warmte en elektriciteit, ontworpen naargelang van de behoeften aan warmte en koude, waarbij energie wordt bespaard vergeleken bij de productie in gescheiden installaties van dezelfde hoeveelheden warmte, elektriciteit en, desgevallend, koude in moderne referentie-installaties waarvan de jaarlijkse uitbatingsrendementen jaarlijks worden bepaald en bekendgemaakt door de Commission wallonne pour l'énergie (CWaPE);8° « hoogrenderende warmtekrachtkoppeling » : warmtekrachtkoppeling die voldoet aan de criteria bepaald in bijlage III van richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 11 februari 2004, betreffende de bevordering van de warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van richtlijn 92/42/EEG.De Regering is belast met de omzetting van die bijlage; 9° « hernieuwbare energiebronnen » : elke energiebron, andere dan de brandstoffen en de splijtstoffen, waarvan het toekomstige gebruik niet wordt beperkt door het verbruik daarvan, met name hydraulische energie, windenergie, zonne-energie, geothermische energie en biomassa;10° « biomassa » : hernieuwbare stof (in een vaste, vloeibare of gasvormige vorm) die ontstaat uit de biologisch afbreekbare fractie van producten, afval en residu's uit de landbouw (plantaardige en dierlijke substanties), uit de bosbouw en uit de samenhangende industrieën, alsook uit de biologisch afbreekbare fractie van industriële en huishoudelijke afvalstoffen » 11° « groene elektriciteit » : elektriciteit voortgebracht door hernieuwbare energiebronnen of door kwaliteitswarmtekrachtkoppeling waarvan de productiebron minstens 10 % minder koolstofdioxide genereert ten opzichte van de uitstoten van koolstofdioxide, die jaarlijks bepaald en bekendgemaakt worden door de CWaPE, door een conventionele productie in moderne referentie-installaties zoals bedoeld in artikel 2, 7°;12° « certificaat van oorsprongsgarantie » : certificaat dat wordt afgeleverd aan een productiesite die bewijst dat de hoeveelheden elektriciteit geproduceerd op basis van hernieuwbare energiebronnen of van warmtekrachtkoppeling door die site duidelijk kunnen worden geïdentificeerd en gemeten, en dat die elektriciteit, desgevallend, gekwalificeerd en verkocht mag worden onder het label « électricité garantie d'origine renouvelable et/ou de cogénération à haut rendement »;13° « label van garantie van oorsprong » : label ter bevestiging van de hoeveelheid elektriciteit geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen in de betekenis van artikel 2, 9°, of uit hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in de betekenis van artikel 2, 8°;14° « groen certificaat » : overdraagbaar document toegekend aan producenten van groene elektriciteit overeenkomstig artikel 38 en, via de verplichtingen opgelegd aan de leveranciers en de netbeheerders, bestemd om de ontwikkeling van productie-installaties van milieuvriendelijke elektriciteit te bevorderen;15° « net » : geheel van lijnen voor de transmissie van elektriciteit, die gekoppeld zijn aan een groot aantal gebruikers, inclusief de transformatie-, sectioneer- en distributieposten;16° « plaatselijk transmissienet » : stukken van een net met een spanning van 1 tot 70 kilovolt dat hoofdzakelijk dient voor de transmissie van elektriciteit naar de distributienetten of gebruikt wordt voor uitwisselingsdoeleinden met naburige netten die bepaald worden door de Waalse Regering overeenkomstig artikel 4, lid 1;17° « distributienet » : de netten met een spanning lager dan of gelijk aan 70 kilovolt (kV), gebruikt voor de transmissie van elektriciteit naar eindafnemers op het gewestelijke of lokale niveau, met uitzondering van het plaatselijk transmissienet;18° « plaatselijke transmissie » : transmissie van elektriciteit op het plaatselijke transmissienet, bestemd voor uitwisseling met naburige netten of voor levering aan eindafnemers;19° « distributie » : transmissie van elektriciteit op distributienetten voor levering aan eindafnemers;20° « onafhankelijke bestuurder » : de bestuurder van de netbeheerder of van de dochteronderneming opgericht bij toepassing van artikel 16, § 2, die : a) geen enkele functie of activiteit uitoefent, al dan niet bezoldigd, ten dienste van een producent van een leverancier of van een tussenpersoon, en die zo'n functie of activiteit niet heeft uitgeoefend gedurende de 24 maanden voorafgaand aan zijn benoeming als bestuurder, en b) van geen enkel materieel voordeel geniet dat wordt toegekend door één van de personen bedoeld in a ), noch door één van hun verbonden ondernemingen, die volgens de CWaPE, zijn oordeel kan beïnvloeden;21° « gekoppelde netten » : netten die gekoppeld zijn elkaar en op die wijze de transmissie van elektriciteit van het ene naar het andere net mogelijk maken;22° « koppelingen » : uitrustingen gebruikt om de elektriciteitsnetten met elkaar te koppelen;23° « privénet » : geheel van de installaties die zijn gevestigd op één of meerdere privé-erven, en die bestemd zijn voor de transmissie van elektriciteit aan één of meerdere stroomafwaartse afnemers, en waarop de distributienetbeheerder en de plaatselijke transmissienetbeheerder, bij wie dat privénet is aangesloten, niet over een eigendomsrecht beschikt of over een recht dat hem het genot daarvan verleent in de betekenis van artikel 3;24° « directe lijn » : elke elektriciteitslijn, met een spanning lager dan of gelijk aan 70 kilovolt, die geen deel uitmaakt van het plaatselijke transmissienet of van het distributienet, die - ofwel een producent en een eindafnemer rechtstreeks met elkaar verbindt; - ofwel een producent rechtstreeks verbindt met zijn eigen vestigingen en dochterondernemingen, wanneer die producent geen eigenaar is van alle terreinen die door die lijn doorlopen worden, met het oog op de bevoorrading daarvan; 25° « netbeheerder » : de distributienetbeheerder en/of de plaatselijke transmissienetbeheerder, aangewezen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II;26° « netgebruiker » : elke natuurlijke of rechtspersoon die als leverancier het net voedt of als eindafnemer door het net wordt bediend;27° « privénetbeheerder » : natuurlijke persoon of rechtspersoon, eigenaar van een privé-elektriciteitsnet of die op dat net beschikt over een recht dat hem het genot van dat net verleent;28° « toegang » : het recht om een elektriciteitsnet te mogen gebruiken, en aan de leverancier de mogelijkheid biedt om elektriciteit te leveren, en aan de afnemer van het net om elektriciteit af te nemen of om elektriciteit te injecteren op dat net;29° « aansluiting » : geheel van de uitrustingen nodig om de installaties van de afnemer van het net te verbinden met het net, doorgaans met inbegrip van de meetinstallaties, en de daaraan gerelateerde diensten;30° « aanpassingsplan » : plan betreffende de projecten voor vervanging, rationalisering of ontwikkeling van het net, opgemaakt bij toepassing van artikel 15;31° « technisch reglement » : geheel van technische en administratieve voorschriften die de goede werking van de netten, de hun onderlinge koppelingen alsook de toegankelijkheid ervan mogelijk maken, bij toepassing van artikel 13;32° « ondersteunende diensten » : diensten nodig voor de uitbating van het net;33° « leverancier » : elke natuurlijke of rechtspersoon die elektriciteit verkoopt aan eindafnemers.De leverancier produceert of koopt de elektriciteit die hij verkoopt aan de eindafnemers; 34° « aangewezen leverancier » : leverancier die overeenkomstig artikel 8, § 3 belast is met het verzekeren van de bevoorrading van de klanten die in aanmerking zijn gekomen, maar die nog geen leverancier hebben gekozen;35° « vervangleverancier » : leverancier aangewezen door de netbeheerder, belast met de levering van elektriciteit aan de eindafnemers wanneer de leverancier met wie die afnemers een leveringscontract hebben gesloten, in gebreke blijft;36° « tussenpersoon » : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die vrij elektriciteit koopt met het oog op de doorverkoop daarvan aan een andere tussenpersoon of aan een leverancier;37° « afnemer » : elke eindafnemer, leverancier of tussenpersoon;38° « eindafnemer » : elke natuurlijke of rechtspersoon die elektriciteit koopt voor eigen gebruik;39° « residentiële afnemer » : eindafnemer van wie het grootste deel van het elektriciteitsverbruik bestemd is voor huiselijk gebruik;40° « beschermde afnemer » : eindafnemer opgenomen in een categorie zoals bedoeld in artikel 33;41° « stroomafwaartse afnemer » : eindafnemer en/of producent aangesloten op het distributienet of het plaatselijke transmissienet via een privénet;42° « in aanmerking komend » : recht verbonden met elke eindafnemer om zijn leverancier te mogen kiezen;43° « schadegeval » : al de door een eindafnemer geleden schade ingevolge een schadeverwekkende gebeurtenis;44° « schadeverwekkende gebeurtenis » : elke omstandigheid die schadelijke gevolgen heeft voor één of meerdere eindafnemers;45° « niet-conformiteit van de levering van elektrische energie » : kenmerk van de levering van elektrische energie waarvan de frequentie of de spanning de tolerantiemarges overschrijdt die bepaald worden door de technische reglementen;46° « onregelmatigheid van de levering van elektrische energie » : kenmerk van de levering van elektrische energie waarvan de continuïteit niet overeenstemt met de tolerantiemarges bepaald door de technische reglementen;47° « minister » : de Waalse minister die bevoegd is voor Energie;48° « CREG » : Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas opgericht door artikel 23 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en door artikel 15 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en van het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten;49° « CWaPE » : Commission wallonne pour l'énergie opgericht bij artikel 43;50° « Administratie » : het departement voor Energie van de Algemene Directie van Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Patrimonium en Energie van het ministerie van het Waals Gewest;51° « richtlijn 2001/77/EG » : richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van de elektriciteit die geproduceerd wordt op basis van hernieuwbare energiebronnen binnen de interne elektriciteitsmarkt « ;52° « richtlijn 2003/54/EG » : richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne elektriciteitsmarkt en tot intrekking van richtlijn 96/92/EG;53° « richtlijn 2004/8/EG » : richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 11 februari 2004 betreffende de bevordering van de warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van richtlijn 92/42/EEG « ;54° « richtlijn 2006/32/EG » : richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en de energiediensten en houdende intrekking van richtlijn 93/76/EEG van de Raad;55° « Elektriciteitswet » : wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt;56° « Gasdecreet » : Waals decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt;57° « sociaal tarief » : speciaal tarief van toepassing op de beschermde afnemers en bepaald door de bevoegde autoriteit;58° « winterperiode » : de periode tussen 1 november en 15 maart.De Regering mag die periode moduleren naargelang van de klimaatomstandigheden.
Art. 4.Aan artikel 4 van hetzelfde decreet werden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in lid 1 worden de woorden « en van de distributienetbeheerders » ingevoegd tussen de woorden « beheerder van het transmissienet « en de woorden « de Regering »;2° in lid 3 wordt het woord « Elektriciteit » ingevoegd tussen het woord « wet » en de woorden « of een dochteronderneming »;3° in lid 4 worden de woorden « en van de distributienetbeheerders » ingevoegd tussen de woorden « beheerder van het plaatselijk transmissienet » en de woorden « de Regering »;
Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 5.Het beheer van een elektriciteitsdistributienet wordt verzekerd door een distributienetbeheerder die aangewezen wordt overeenkomstig de volgende bepalingen. »
Art. 6.Aan artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden lid 3 en 4 opgeheven;2° in § 2 worden de woorden « alsook in lid 3 en 4 van paragraaf 1 » opgeheven.
Art. 7.Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 7.- § 1 - Minstens 70 % van de aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen van de distributienetbeheerder zijn in handen van de gemeenten en, desgevallend, van de provincies.
Als de distributienetbeheerder deelneemt aan activiteiten van productie, verkoop of levering van elektriciteit, in de gevallen die speciaal voorzien zijn in dit decreet, vertegenwoordigt het proportionele deel van de aandelen bedoeld in het voorgaande lid het geheel van die activiteiten.
De bepalingen van dit artikel zijn eveneens van toepassing op de kandidaat- distributienetwerkbeheerder.
De Regering bepaalt de kalender met het oog op de aankoop, door de gemeenten en, desgevallend, de provincies, van een voldoende aantal aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen zodat ze meer dan 75 % in handen hebben. Die aankoop moet gerealiseerd worden uiterlijk op 31 december 2018. Indien een gemeente en, desgevallend, de provincie niet in staat is om op de vereiste datum de aankoop van de in dit lid bedoelde aandelen te realiseren volgens de vastgestelde kalender, kan het Waalse gewest of een instelling van openbaar nut afhankelijk van het Gewest en daartoe aangesteld door de Regering, of nog elke private rechtspersoon volgens de voorwaarden vastgesteld door artikel 7bis, 3°, op vraag van die gemeente en, desgevallend, van de provincie, en met de goedkeuring van de andere vennoten, in zijn plaats de overeenstemmende aandelen die het kapitaal van de distributienetbeheerder vertegenwoordigen, aankopen.
De aankoop van de aandelen zoals opgelegd door dit artikel, geschiedt aan de door de vennoten overeengekomen waarde. De overdracht vindt pas plaats na de volledige betaling door de vennoot die ze aankoopt, onverminderd elke andere overeenkomst tussen de partijen. » § 2 - De aandelen die in handen zijn van de gemeenten en, desgevallend, van de provincie, bedoeld in § 1, lid 1, kunnen worden beperkt tot 65 %, indien de gemeenten die de meerderheid van de aandelen van de distributienetbeheerder bezitten, voor de inwerkingtreding van deze paragraaf rechtstreeks of via de zuivere financieringsintercommunale, in productie-eenheden voor groene elektriciteit of energie uit hernieuwbare energiebronnen hebben geïnvesteerd. In dat geval kan het gewest of een instelling van openbaar nut afhankelijk van het Gewest en daartoe aangesteld door de Regering, of nog elke private rechtspersoon volgens de voorwaarden vastgesteld door artikel 7bis, 3°, op vraag van deze gemeenten en, desgevallend, van de provincie, en met de goedkeuring van de andere vennoten, 5 % van de aandelen aankopen die nodig zijn om de drempel van 70 %, bedoeld in § 1, lid 1 te bereiken.
Art. 8.In hetzelfde decreet wordt een artikel 7bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 7bis.Onverminderd artikel 7 mag een producent, een leverancier of een tussenpersoon, rechtstreeks of onrechtstreeks, enkel aandelen bezitten die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen van de netbeheerder indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden : 1° de statuten van de netbeheerder bevatten geen enkele bepaling die aan zo'n producent, leverancier of tussenpersoon de mogelijkheid biedt om rechtstreeks of onrechtstreeks een beslissing te verwerpen, blokkeren of op te leggen of om een besluitname te verhinderen;2° als de netbeheerder een intercommunale is, niettegenstaande artikel L1523-12, § 2, van het Waalse Wetboek van de plaatselijke democratie en van de decentralisatie, bepalen zijn statuten dat elke statutaire wijziging, met uitzondering van de bepalingen betreffende de wettelijke bescherming van de minderheidsvennoten, de eenvoudige meerderheid vereist van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden aanwezig op de algemene vergadering en de tweederdemeerderheid van de stemmen uitgebracht door de afgevaardigden van de gemeentelijke en provinciale vennoten;3° de statuten van de netbeheerder bepalen dat zo'n producent, leverancier of tussenpersoon de maatschappelijke aandelen die hij bezit in de distributienetbeheerder enkel mag verhogen of overdragen aan personen die geen vennoten zijn, met de toelating van de Regering, na advies van de CWaPE;4° de statuten van de distributienetbeheerder voorzien geen plafond wat betreft het bezit van de aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen door de gemeenten en de provincies.»
Art. 9.Aan artikel 8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° lid 1 van § 1 wordt vervangen door het volgende lid : « De distributienetbeheerder mag geen andere productieactiviteiten uitoefenen dan die van groene elektriciteit.De aldus geproduceerde elektriciteit wordt uitsluitend gebruikt om zijn eigen installaties te voeden en/of om zijn netverliezen te compenseren. » 2° lid 2 van § 1 wordt vervangen door het volgende lid : « De distributienetbeheerder mag aan de eindafnemers alleen leveren in de gevallen voorzien door de artikelen 30, § 5, 33bis en 34.»; 3° lid 3 van § 1 wordt vervangen door het volgende lid : « Desgevallend maken die activiteiten die samenhangen met de productie van elektriciteit, enerzijds, en van de levering van elektriciteit, anderzijds, het voorwerp uit van een gescheiden boekhouding.»; 3° § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3.Door de distributienetbeheerder wordt een leverancier met een leveringsvergunning aangewezen om in te staan voor de bevoorrading van de afnemers die in aanmerking komen, zolang die geen leverancier hebben gekozen. De Regering ziet erop toe dat die aanwijzing geen afbreuk doet aan de vrije keuze van de in aanmerking komende afnemer. »
Art. 10.Artikel 9 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 11.Aan artikel 10, § 1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° lid 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Op basis van de voorwaarden bedoeld in de voorgaande artikelen en van de technische en financiële capaciteit van de kandidaat-netbeheerder betreffende de garantie van de goede uitvoering van de opdrachten van de netbeheerder, wijst de Regering, na advies van de CWaPE, de distributienetbeheerders aan die overeenstemmen met geografisch verschillende zones en zonder overlapping.Als de aangewezen netbeheerder op het ogenblik van de aanwijzing geen eigenaar is van het netwerk of niet beschikt over een gebruiksrecht op dat net, geschiedt die aanwijzing onder de opschortende voorwaarde van de aankoop, door de netbeheerder, van dat eigendoms- of gebruiksrecht. » 2° lid 2 wordt aangevuld als volgt : « Dat voorstel is gebaseerd op een objectieve vergelijking van de diverse kandidaturen door de gemeente, meer bepaald in het licht van de aanwijzingvoorwaarden bedoeld in lid 1, met de bedoeling de elektriciteitsdistributie op haar grondgebied te rationaliseren, alsook de tarieven en, eventueel de voorgestelde dividenden te beschermen.» 3° lid 3 wordt vervangen door het volgende lid : « Als binnen de drie maanden die volgen op de datum van de bekendmaking van een advies van de minister in het Belgisch Staatsblad waarop ze worden uitgenodigd, de gemeente(n) of provincies geen voorstel hebben geformuleerd, wijst de Regering ambtshalve, na advies van de CWaPE, de distributienetbeheerder aan.»; 4° § 1 wordt aangevuld als volgt : « De Regering keurt de aanwijzings- en hernieuwingsprocedure van de distributienetbeheerder(s) goed.»
Art. 12.Artikel 10, § 2, lid 1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. De distributienetbeheerder wordt aangewezen voor een hernieuwbare termijn van maximum twintig jaar. Zijn mandaat eindigt in geval van ontbinding. In geval van splitsing beslist de Regering, op de voordracht van de CWaPE, of de nieuwe entiteiten al dan niet een hernieuwd mandaat van distributienetbeheerder moeten krijgen. In geval van een fusie van de distributienetbeheerders blijft het mandaat bestaan voor de langste termijn van de toegekende mandaten. »
Art. 13.Artikel 10, § 3 van hetzelfde decreet vormt een nieuw artikel 10bis en wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 10bis.§ 1. Als de netbeheerder wordt voorgedragen door een gemeente die eigenaar is van een deel van het op haar grondgebied gelegen net of door een ingesloten gemeente, kan de Regering, indien ze die netbeheerder aanstelt onder een opschortende voorwaarde, overeenkomstig artikel 10, § 1, die gemeente ertoe machtigen op eigen kosten over te gaan tot de onteigening ten algemenen nutte van het bedoelde distributienet indien zulks nodig is voor de uitvoering van de opdrachten van de voorgedragen netbeheerder. Op vraag van de gemeente kan de machtiging van de Regering betrekking hebben op delen van het net waarvan de gemeente reeds eigenaar is, maar waarop ze een zakelijk of persoonlijk recht heeft toegekend.
In de betekenis van dit artikel is een ingesloten gemeente de gemeente waarvan het gehele of een deel van het distributienet dat op haar grondgebied is gelegen, beheerd wordt door een andere beheerder dan de beheerder van het net van de gezamenlijke aangrenzende gebieden.
De rechtspleging ingevoerd bij de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening om reden van openbaar nut is van toepassing op de onteigeningen bedoeld in lid 1. De onteigeningsvergoeding wordt bepaald op basis van de waarde van het net zoals goedgekeurd door de bevoegde regulerende overheid.
Het plan van het distributienet dat als bijlage moet worden ingediend voor het onteigeningsverzoek bestaat uit de inventaris van de samenstellende elementen van het net die als basis dienen voor de evaluatie van het net door de bevoegde regulerende overheid, alsook, voor wat betreft de goederen opgenomen in het kadaster, uit de overeenstemmende kadastrale documenten.
Binnen de dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag is de netbeheerder verplicht om het plan van het net over te maken aan de gemeente die daartoe de aanvraag heeft gedaan in het kader van of met het oog op een onteigeningsprocedure. § 2. Als de distributienetbeheerder van wie een deel van het net het voorwerp uitmaakt van de onteigening, een intercommunale is, moet de gemeente die is overgegaan tot de onteigening aan die intercommunale meedelen dat ze zich daaruit terugtrekt. In die veronderstelling, niettegenstaande elke statutaire bepaling, is geen stemming nodig. De gemeente moet aan de intercommunale en aan de andere vennoten de door experts geraamde schade herstellen die veroorzaakt wordt door haar terugtrekking.
In afwijking van artikel L1523-22 van het Waalse Wetboek van de plaatselijke democratie en van de decentralisatie, ingeval van de onteigening van het net, heeft de overname van het net door de gemeente onmiddellijk plaats na de betaling van de provisionele schadevergoeding, zonder dat alle verschuldigde bedragen aan de intercommunale effectief betaald werden aan deze laatste. De inbreng van het net aan de netbeheerder aangesteld onder opschortende voorwaarden kan evenwel slechts plaatsvinden na de overdracht aan die netbeheerder van het personeel dat rechtstreeks toegewezen is voor de distributie op het grondgebied van de gemeente, waarbij de activiteit ondertussen wordt uitgeoefend door de voormalige netbeheerder. »
Art. 14.Aan artikel 11 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld door het volgende lid : « De netbeheerder staat in voor de uitvoering van de opdrachten gedefinieerd in dit decreet op een onafhankelijke, transparante en niet discriminerende manier ten opzichte van elke producent, leverancier, tussenpersoon en eindafnemer.» 2° in lid 2 van § 2 worden de woorden « , voor het deel van het net dat op hem betrekking heeft, » opgeheven;3° in hetzelfde lid wordt 4° vervangen door de volgende bepaling : « 4° de telling van de elektriciteitsstromen op de koppelingspunten met andere netten, op de toegangspunten van de afnemers en op de wisselpunten met de elektriciteitsproducenten, alsook het plaatsen en onderhouden van de tellers;» 4° in hetzelfde lid wordt 5° vervangen door de volgende bepaling : « 5° de uitvoering van de openbare dienst verplichtingen die hem worden opgelegd door of krachtens dit decreet;» 5° datzelfde lid wordt aangevuld als volgt : « 7° het opstellen, bewaren en bijwerken van de plannen van het net, alsook van de inventaris van de samenstellende elementen van het net. » 6° § 2 wordt aangevuld als volgt : « Desgevallend zet het technisch reglement de technische modaliteiten uiteen van de hierboven opgesomde taken, onverminderd voor de Regering om de uitvoeringsbesluiten die ze nodig acht, goed te keuren.»
Art. 15.Aan artikel 12 van hetzelfde decreet, waarvan de huidige tekst voortaan een § 1 vormt, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « leveranciers aan de in aanmerking komende afnemers » worden vervangen door het woord « leveranciers »;2° de woorden « alleen of gezamenlijk geen noemenswaardige invloed kunnen uitoefenen op het beheer van dat net » worden vervangen door de woorden « alleen of gezamenlijk geen inbreuk kunnen plegen op de onafhankelijkheid van de netbeheerder » .
Art. 16.Artikel 12 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « § 2. In de Raad van Bestuur van de netbeheerder hebben alleen de onafhankelijke bestuurders toegang tot de vertrouwelijke gegevens.
Worden beschouwd als vertrouwelijke gegevens, met name de volgende gegevens : 1° de informatie per leveringspunt;2° de geïndividualiseerde gegevens van het toegangscontract;3° de geïndividualiseerde gegevens van het aansluitingscontract;4° de aanvragen voor aansluiting of wijziging van vermogen of van aansluitingscapaciteit;5° alle gegevens die door een netgebruiker worden meegedeeld in het kader van een oriënterende studie, van een detailstudie of van een aansluitingsstudie, behalve wanneer die openbaar werden gemaakt door de gebruiker zelf;6° de veiligheidsvoorschriften en de toegangsprocedures die van kracht zijn bij de netgebruiker;7° de planninggegevens zoals bedoeld in het technisch reglement, overgemaakt door de netgebruiker of de leverancier, 8° het schema van de interne installatie van de netgebruiker;9° de aanvragen voor aansluiting van productie-installaties. Na advies van de CWaPE kan de Regering andere vertrouwelijke gegevens definiëren.
Onverminderd de onverenigbaarheden die van toepassing zijn op de bestuurders van de netbeheerder, is het voor een bestuurder verboden om aanwezig te zijn op de beraadslaging van een orgaan van de netbeheerder over de onderwerpen waarbij de vennoot die hem heeft voorgesteld een rechtstreeks of onrechtstreeks belang heeft. § 3. Als de netbeheerder de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten heeft toevertrouwd aan een dochteronderneming, overeenkomstig artikel 16, § 2, zijn de maatregelen gedefinieerd door de Regering bij toepassing van § 1, 2°, 3° en 4° van toepassing op de voornoemde dochteronderneming en op het personeel daarvan. De maatregelen die bedoeld zijn voor het bewaren van de vertrouwelijkheid van de informatie, zijn evenwel niet van toepassing op de relaties tussen de dochteronderneming en de geassocieerde netbeheerder(s).
De bepalingen van paragraaf 2 zijn eveneens van toepassing op de bestuurders van de dochteronderneming bedoeld in artikel 16, § 2.
De Regering kan onverenigbaarheden formuleren die van toepassing zijn op de bestuurders van die dochteronderneming. »
Art. 17.Aan artikel 13 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de CWaPE stelt » worden vervangen door de woorden « de CWaPE besluit »;2° 1° wordt vervangen als volgt : « 1° de minimale technische vereisten voor de aansluiting op het net van de installaties van de gebruikers van dat net, alsook de aansluitingstermijnen;» 3° 3° wordt vervangen als volgt : « 3° de minimale technische vereisten voor de installatie van de directe lijnen;» 4° in 4° worden de woorden « ingediend door de leveranciers » opgeheven;5° 10° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 10° de samenwerkingsmodaliteiten met de netbeheerders die aan elkaar gekoppeld zijn, de minimale inhoud van de samenwerkingsovereenkomsten, alsook de informatie die moet verstrekt worden door de netbeheerder aan die beheerders, met het oog op het verzekeren van een veilige en efficiënte uitbating, een gecoördineerde ontwikkeling en een wisselwerking tussen de gekoppelde netten;» 6° 11° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 11° de modaliteiten en de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van installaties van de netgebruiker aan de netbeheerder om te voldoen aan de beheersbehoeften van het net » .
Art. 18.Hetzelfde artikel 13 wordt aangevuld als volgt : « 12° de inlichtingen die door de distributienetbeheerder moeten worden verstrekt aan de leveranciers, met name op het vlak van de telling. Het technisch reglement definieert de prestatiedoelstellingen die de netbeheerder in dat verband moet naleven; 13° de technische en administratieve voorschriften die van toepassing zijn op de privé-netten en de technische verplichtingen van de privénetbeheerder;14° de modaliteiten van de tussenkomst van de vervangleverancier;15° de minimale inhoud van het aanpassingsplan alsook de goedkeuringsprocedure van dat plan;16° de nodige maatregelen op het vlak van de informatica die door de netbeheerders, collectief of individueel, moeten worden genomen met het oog op de goede werking van het net.»
Art. 19.Artikel 14, lid 2, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Elk jaar maakt de netbeheerder aan de CWaPE, ter informatie, de tariefvoorstellen over die hij voor goedkeuring indient bij de CREG, alsook alle boekhoudkundige gegevens met betrekking tot de aansluitings- en gebruikskosten van het net dat hij beheert, de kosten verbonden met de ondersteunende diensten die hij verstrekt alsook, desgevallend, de activiteiten bedoeld in artikel 8, § 1. »
Art. 20.Artikel 15, § 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1er. In overleg met de CWaPE maakt elk van de netbeheerders een aanpassingsplan op van het net waarvan zij het beheer verzekeren, met het oog op het verzekeren van een ononderbroken bevoorrading, van de veiligheid en van de ontwikkeling van dat net.
De technische reglementen preciseren de planning en de uitvoeringsmodaliteiten van het aanpassingsplan.
Het aanpassingsplan van de distributienetten dekt een periode van drie jaar. Het wordt aangepast naargelang van de behoeften en minstens om het jaar voor de twee daaropvolgende jaren, volgens de procedure voorzien in het technisch reglement.
In samenhang met de tariefvoorstellen die moeten worden voorgelegd aan de bevoegde regulerende overheid, wordt de duur van de planning van het aanpassingsplan van de distributienetten op vier jaar gebracht met het oog op de toepassing van de tariefperiode die betrekking heeft op de jaren 2013-2016.
Het aanpassingsplan van het plaatselijke transmissienet wordt opgemaakt parallel met het ontwikkelingsplan bedoeld in artikel 13, § 1, lid 2, van de Elektriciteitswet. Het dekt een periode van zeven jaar, wordt om de twee jaar aangepast en jaarlijks bijgewerkt. »
Art. 21.Artikel 15, § 2 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende woorden : « en de budgettaire middelen die hij daarvoor wil aanwenden. Elk plan bevat een opvolgingsverslag over de voorgaande plannen. » .
Art. 22.Artikel 15, § 3 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3. Als de CWaPE vaststelt dat het aanpassingsplan niet de mogelijkheid biedt aan de netbeheerder om zijn wettelijke verplichtingen na te komen, gelast ze die om die situatie te verhelpen binnen een redelijke termijn die zij bepaalt. »
Art. 23.Artikelen 15bis tot 15quater die als volgt zijn opgesteld, worden in hetzelfde decreet ingevoegd : «
Art. 15bis.§ 1. De installatie van een nieuw privénet is onderworpen aan de toekenning van een individuele vergunning die wordt afgeleverd door de Minister, na advies van de CWaPE, en wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en op de site van de CWaPE. Die toelating wordt geconditioneerd door de weigering van toegang tot het net of door het uitblijven van een gebruiksaanbod van het net aan redelijke technische voorwaarden. Bovendien wordt die toelating alleen gehandhaafd als de begunstigde van de toelating, vóór de inwerkingstelling van het privénet, op zijn kosten, de technische conformiteit daarvan laat controleren door een erkende instelling, waarvan het verslag wordt overgemaakt aan de Minister.
De toekenningsprocedure van de individuele toelating wordt bepaald door de Regering, na advies van de CWaPE. De toekenningsprocedure bedoeld in lid 1 bevat bovendien de aanstelling van een privénetbeheerder. § 2. De privénetbeheerder is verantwoordelijk voor de uitbating en het onderhoud van het privénet. Voor het overige worden de respectieve rechten en verplichtingen van de privénetbeheerder en van de netbeheerder, met name tegenover de stroomafwaartse afnemer, bepaald door de Regering, na advies van de CWaPE. § 3. Wanneer de stroomafwaartse afnemer aangesloten is op een privénet, zijn dezelfde rechten en verplichtingen op hem van toepassing, met name tegenover de netbeheerder en tegenover de leverancier, als die welke, desgevallend, van toepassing zijn op de eindafnemer door of krachtens de artikelen 25bis tot 25octies, 26, 31, 31bis tot 31quater, 33, 33bis tot 33quater, 34, 34bis, 48 en 49bis, onverminderd artikel 34ter.
In afwijking van het voorgaande lid kunnen de stroomafwaartse afnemers de privénetbeheerder machtigen om in hun naam en voor hun rekening hun in aanmerking komen uit te oefenen. Om geldig te zijn, moet dat mandaat op een uitdrukkelijke wijze voorzien zijn.
Art. 15ter.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 15bis kan een nieuw privénet opgericht worden met inachtneming van de volgende modaliteiten. § 2. Voor de oprichting van zo'n net kan de toekomstige eigenaar van het net of elke andere door hem aangewezen persoon, aan de netbeheerder waaraan het privénet zal worden aangesloten, vragen om hem een voorstel van overeenkomst over te maken betreffende het beheer van het privénet. Een kopie van dat voorstel wordt gericht aan de CWaPE. Na advies van de CWaPE bepaalt de Regering de minimale inhoud van die overeenkomst, die minstens : 1° aan de netbeheerder een recht moet toekennen waardoor hem minstens het genot van het privénet wordt gewaarborgd;2° het recht van de netbeheerder om toe te treden tot het privénet moet modaliseren;3° telinstrumenten moet opleggen conform de voorschriften van de technische reglementen en elke andere wetgeving waarvan de netbeheerder de naleving moet verzekeren;4° de uitbatings- en onderhoudsmodaliteiten van het privénet moet regelen;5° de interventiemodaliteiten op het privénet moet voorzien alsook de oplossingsmodaliteiten van de incidenten op dat net;6° desgevallend, de financiële compensaties moet preciseren die van toepassing zijn tussen de aanvrager en de beheerder van het net. § 3. Als de aanvrager meent dat het voorstel van overeenkomst uitgaande van de netbeheerder onevenwichtige bepalingen bevat op het technische of economische vlak, vraagt hij aan de CWaPE om een beslissing te nemen over dat punt. De aanhangigmaking van de CWaPE geschiedt door een aangetekend schrijven waarin de aanvrager zijn argumentatie uiteenzet.
De CWaPE maakt haar beslissing bekend aan de betrokken partijen binnen een termijn van zestig dagen, nadat ze aan de netbeheerder de mogelijkheid heeft geboden om zijn standpunt uiteen te zetten.
Desgevallend kan de CWaPE de netbeheerder gelasten om het voorstel van overeenkomst te wijzigen volgens de amendementen die ze voorstelt. § 4. Als de in paragraaf 2 bedoelde overeenkomst ondertekend wordt, wordt een aanvraag voor de oprichting van een nieuw privénet gericht aan de Minister, met een bijgevoegde kopie van de overeenkomst.
Binnen de drie maanden volgend op de indiening van die aanvraag kent de Minister de vergunning toe voor de oprichting van het nieuwe privénet. Die vergunning wordt alleen gehandhaafd indien, vóór de inwerkinstelling van het privénet, de begunstigde van de vergunning daarvan de technische conformiteit laat controleren door een erkende instelling waarvan het verslag wordt overgemaakt aan de Minister. § 5. Wanneer het privénet wordt opgericht conform dit artikel, wordt het beschouwd als een deel van het distributienet of van het plaatselijke transmissienet.
Art. 15quater.Na advies van de CWaPE kan de Regering bepaalde categorieën van privénetten vrijstellen van de toepassing van alle of van een deel van de bepalingen bedoeld in §§ 1 en 2 van artikel 15bis, of de bepalingen daarvan indelen omwille van het spanningsniveau van het net waarop het privénet is aangesloten, van het tijdelijke karakter van het verbruik van de betrokken stroomafwaartse afnemers, van het ondergeschikte karakter van datzelfde verbruik ten opzichte van het eigen verbruik van de afnemer die rechtstreeks aangesloten is op het distributienet of het plaatselijke transmissienet, van de omstandigheid dat het privénet ontstaan is uit de versnippering van de eigendom van een aanvankelijke interne installatie of dat het privénet zich bevindt temidden van hetzelfde gebouw.
Die vrijstelling doet geen afbreuk aan de verplichting van de privénetbeheerder om de uitbating en het onderhoud van zijn net te waarborgen, om een veiligheidsniveau te verzekeren dat vergelijkbaar is met dat vermeld in de technische reglementen. »
Art. 24.Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 16.§ 1. De netbeheerder beschikt over voldoende en geschoold personeel om de uitvoering van de taken bedoeld in artikel 11 te verzekeren. Hij mag de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten evenwel toevertrouwen aan een dochteronderneming overeenkomstig paragraaf 2.
Als een producent, leverancier of tussenpersoon rechtstreeks of onrechtstreeks aandelen bezit die het kapitaal vertegenwoordigen van een netbeheerder die de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten niet heeft toevertrouwd aan een dochteronderneming overeenkomstig paragraaf 2, garanderen de statuten van deze netbeheerder de oprichting van een orgaan dat uitgaat van de raad van bestuur, en dat uitsluitend bestaat uit onafhankelijke bestuurders, en bevoegd is voor de voorbereiding van de beslissingen over de hierna geformuleerde strategische of vertrouwelijke taken : - de uitbating, het onderhoud en de ontwikkeling van het distributienet; - de toegang tot het net, de aansluitingsvoorwaarden, de technische voorwaarden en de tarieven; - de opname van de meters en de verwerking van de daaruit voortvloeiende gegevens; - de boekhouding betreffende het beheer van het net; - de onderaanneming van de taken en van de werken alsook de aankoopdossiers; - het beheer van de vertrouwelijke inlichtingen bedoeld in artikel 12.
Na advies van de CWaPE kan de Regering andere strategische en vertrouwelijke taken bepalen.
In de veronderstelling bedoeld in lid 2 garanderen de statuten bovendien de oprichting binnen de raad van bestuur van een ethisch comité dat voor het merendeel bestaat uit onafhankelijke bestuurders en belast is met het controleren van de naleving, door het personeel, van de regels betreffende de vertrouwelijkheid van de persoonlijke en commerciële inlichtingen. § 2. De netbeheerder kan beslissen om de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten toe te vertrouwen aan een dochteronderneming die voldoet aan de eisen geformuleerd in deze paragraaf, ongeacht of die eigen is aan elke netbeheerder of gemeenschappelijk is aan meerderen onder hen.
De oprichting van de dochteronderneming moet plaatsvinden met inachtneming van de volgende voorwaarden : 1° de dochteronderneming vormt een juridische entiteit die losstaat van elke producent, leverancier of tussenpersoon;2° de producenten, leveranciers of tussenpersonen mogen geen aandeel bezitten dat het kapitaal daarvan vertegenwoordigt;3° de statuten daarvan passen strikte regels toe van corporate governance die minstens het volgende voorzien : a) minstens 80 % van de leden van haar raad van bestuur zijn onafhankelijke bestuurders in de betekenis van artikel 2, 20°, en worden voorgedragen door de geassocieerde netbeheerder(s);b) de raad van bestuur kiest in zijn midden een Executief en Strategisch Comité, dat uitsluitend bestaat uit onafhankelijke bestuurders, en bevoegd is voor de voorbereiding van de strategische en vertrouwelijke inlichtingen geformuleerd in § 1;c) de raad van bestuur richt in zijn midden de volgende comités op, die voor het merendeel bestaan uit onafhankelijke bestuurders, en die de raad van bestuur bijstaan in zijn beslissingen of die een adviserende bevoegdheid hebben : - een auditcomité, belast met het onderzoek van de rekeningen en de controle van het budget; - een ethisch comité, zoals bedoeld in § 1; - een comité voor benoemingen en vergoedingen, belast om voorstellen te doen aan de raad van bestuur over de aanwerving van de persoon die belast zal worden met de algemene leiding en met de kaderleden die rechtstreeks aan die persoon rapporteren, alsook met hun vergoeding; 4° haar statuten bevatten geen enkele bepaling die aan een producent, leverancier of tussenpersoon, rechtstreeks of onrechtstreeks, de mogelijkheid biedt om alleen of gezamenlijk een beslissing te verwerpen, te blokkeren of op te leggen of om een besluitname te verhinderen;5° de dochteronderneming mag geen andere taken uitvoeren dan die welke verbonden zijn met de dagelijkse uitbating van de activiteiten die uitgeoefend worden in de sectoren van het gas en de elektriciteit door de geassocieerde netbeheerder(s). § 3. De statuten van de dochteronderneming en de overeenkomst van aandeelhouders, alsook de lijst van de bestuurders en van het leidinggevend personeel worden overgemaakt aan de minister binnen de drie maanden volgend op de oprichting van de dochteronderneming.
Elke wijziging van het aandeelhouderschap van de dochteronderneming, van haar statuten, van de overeenkomst van aandeelhouders alsook elke hernieuwing van de raad van bestuur worden ter informatie overgemaakt aan de minister. »
Art. 25.In hetzelfde decreet wordt een artikel 16bis, opgesteld als volgt, ingevoegd : «
Art. 16bis.§ 1. De leden van de beheersorganen en het personeel van de netbeheerder zijn gehouden door het beroepsgeheim. Ze mogen aan geen enkele persoon de vertrouwelijke inlichtingen verspreiden waarvan ze kennis hebben als gevolg van hun functies bij de netbeheerder in het kader van de uitvoering van de taken bedoeld in artikel 11, behalve wanneer ze opgeroepen worden om te getuigen in de rechtspraak en onverminderd mededelingen aan de beheerders van andere netten, aan de CWaPE of andere regulatoren of aan de minister, op voorwaarde dat ze uitdrukkelijk voorzien of toegestaan zijn door dit decreet of de uitvoeringsbesluiten daarvan, of door elke andere geldende wettelijke of reglementaire bepaling.
Elke inbreuk op dit artikel wordt bestraft met de straffen die voorzien zijn door artikel 458 van het Strafwetboek.
Als de netbeheerder de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten toevertrouwd heeft aan een dochteronderneming, zijn de leden van de beheersorganen en het personeel van die dochteronderneming onderworpen aan dezelfde verplichting inzake het beroepsgeheim. Die verplichting is evenwel niet geldig in de relaties tussen de dochteronderneming en de geassocieerde netbeheerder(s). § 2. De netbeheerder en, desgevallend, de dochteronderneming bedoeld in artikel 16, definiëren de procedure en de aanwervingsvoorwaarden van hun eigen personeel. »
Art. 26.Artikel 17 van hetzelfde decreet wordt artikel 20bis, waarin de woorden « zonder gevolg zou hebben gelaten » vervangen worden door de woorden « zonder gevolg laat » .
Art. 27.De titel van sectie I van hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende titel : « Sectie I. - Rechten en verplichtingen van de netbeheerder op het openbaar domein »
Art. 28.Artikel 18, § 1 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende woorden : « , en onder de voorwaarden gedefinieerd in deze sectie. »
Art. 29.Aan artikel 18, § 2, lid 1, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de eerste zin worden de woorden « het Gewest » aangevuld met de woorden « en de publiekrechtelijke rechtspersonen die daarvan afhangen »;2° in de derde zin worden de woorden « van het Gewest » aangevuld met de woorden « of van de publiekrechtelijke rechtspersonen die daarvan afhangen » .
Art. 30.Aan artikel18, § 2, lid 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « of een publiekrechtelijke rechtspersoon die daarvan afhangt » worden ingevoegd tussen de woorden « door het Waalse Gewest » en de woorden « op zijn domein »;2° de eerste zin wordt aangevuld met de woorden « of van de publiekrechtelijke persoon die daarvan afhangt ».
Art. 31.Aan artikel 20 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in lid 1 wordt het woord « gewestelijk » ingevoegd tussen de woorden « met een bijdrage » en het woord « jaarlijks »;2° in lid 2, 1°, worden de woorden « tussen twee en tien centiemen » vervangen door de woorden « tussen 0,0005 en 0,0025 euro »;3° in hetzelfde lid, 1°, worden de woorden « elk jaar » opgeheven;4° een aldus opgesteld lid wordt ingevoegd tussen lid 2 en lid 3 : « Het bedrag van de te betalen bijdrage wordt bepaald op basis van een verklaring die door de netbeheerder wordt overgemaakt.De Regering mag dat bedrag indexeren op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen. »;
Art. 32.De titel van sectie II van hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende titel : « Sectie II. - Rechten van de netbeheerder op de privé-eigendommen »
Art. 33.Artikel 17, 20bis geworden, van hetzelfde decreet vormt een subsectie I, die als volgt is opgesteld : « Subsectie I. - Installatie van bovengrondse elektrische lijnen »
Art. 34.De artikelen 21 tot 25 van hetzelfde decreet worden samengebracht onder één subsectie II, onder de volgende titel : « Subsectie II. - Verklaring van openbaar nut »
Art. 35.In artikel 21, § 1, lid 3, van hetzelfde decreet worden de woorden « , houders van zakelijk recht » ingevoegd tussen de woorden « aan de eigenaars » en de woorden « en betrokken huurders » .
Art. 36.Artikel 22, lid 1, van hetzelfde decreet wordt artikel 21, § 1bis, waarin de woorden « privédomein » vervangen worden door de woorden « privéfonds » .
Art. 37.In artikel 21, § 2, lid 1, van hetzelfde decreet worden de woorden « de begunstigde van de erfdienstbaarheid voorzien in § 1 » vervangen door de woorden « de netbeheerder, begunstigde van de erfdienstbaarheid voorzien in § 1bis ».
Art. 38.Aan artikel 22 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in lid 2 worden de woorden « van die erfdienstbaarheid » vervangen door de woorden « met een erfdienstbaarheid zoals die bedoeld in artikel 21, § 1bis », en worden de woorden « begunstigde van die erfdienstbaarheid » vervangen door de woorden « netbeheerder »;2° het laatste lid wordt vervangen door het volgende lid : « De Regering bepaalt de rechten en verplichtingen van de eventuele houder van zakelijk recht of van de eventuele huurder in het kader van de verkoop van dat fonds.»
Art. 39.Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 23.§ 1. Als de eigenaar van het bezwaarde erf of diegene die het recht heeft om daar gebouwen op te plaatsen, beslist om daarop te bouwen, maakt hij zijn beslissing bekend aan de netbeheerder via een aangetekend schrijven. De netbeheerder zal verplicht zijn om de netinfrastructuren te verplaatsen of te verwijderen indien de betrokkene dat vraagt. § 2. Als hij de verplaatsing van de infrastructuren vraagt om op het bezwaarde erf te bouwen, mag de betrokkene pas zes maanden na de in § 1 bedoelde kennisgeving starten met de werken. Desgevallend kan de minister een bijkomende termijn toekennen aan de netbeheerder om deze de mogelijkheid te bieden om de vereiste vergunningen te bekomen voor die verplaatsing. Hij brengt de eigenaar van het erf daarvan op de hoogte.
De kosten van de verplaatsing of van de verwijdering van de netinfrastructuren zijn ten laste van de netbeheerder. § 3. Als de betrokkene niet vraagt dat de infrastructuren worden verplaatst, behoudt de netbeheerder het recht om toezicht uit te oefenen op die installaties en om de werken uit te voeren die nodig zijn voor de werking daarvan, alsook voor het onderhoud en de herstelling daarvan. § 4. Op het ogenblik van de ontvangst van de kennisgeving bedoeld in § kan de netbeheerder aan de eigenaar van het bezwaarde erf voorstellen om het terrein te kopen. Hij brengt de minister daarvan op de hoogte.
Indien niet tot een minnelijke schikking wordt gekomen, zijn de bepalingen van artikel 25 van toepassing. »
Art. 40.Artikel 24 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 41.In hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt een sectie III ingevoegd die luidt als volgt : « Sectie III. - Vergoedingsplichten Subsectie I. - Vergoeding voor een langdurige stroomonderbreking
Art. 25bis.§ 1. Elke niet geplande stroomonderbreking die langer duurt dan zes opeenvolgende uren en die ontstaan is op een distributienet of een plaatselijk transmissienet geeft aanleiding tot een vergoeding ten laste van de netbeheerder door wie de onderbreking of het aanblijven daarvan zijn opgetreden, ten voordele van de eindafnemer die aangesloten is op het distributienet.
Die vergoeding is niet verschuldigd als de stroomonderbreking en het aanhouden daarvan gedurende meer dan zes opeenvolgende uren veroorzaakt werden door een geval van overmacht. § 2. Om in aanmerking te komen voor de vergoeding bedoeld in paragraaf 1, dient de betrokken eindafnemer via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel een aanvraag in bij de netbeheerder waarbij hij is aangesloten. Die aanvraag moet binnen de dertig kalenderdagen volgend op het optreden van de stroomonderbreking aan de netbeheerder gericht worden. De afnemer vermeldt daarin de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag.
Om de aanvraag van de betrokken afnemers te vergemakkelijken, stelt de netbeheerder aan de eindafnemers een formulier ter beschikking voor de aanvraag van de vergoeding, dat werd goedgekeurd door de CWaPE. Dat formulier is met name beschikbaar op de internetsite van de netbeheerder.
De vergoeding is vastgesteld op 100 euro voor elke onderbreking van meer dan zes uren.
De aansluitingscontracten kunnen een hoger bedrag voorzien. § 3. Binnen de dertig dagen volgend op de datum van het aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel zoals bedoeld in § 2, wordt de vergoeding gestort op de bankrekening van de eindafnemer door de netbeheerder bij wie de eindafnemer is aangesloten. Die netbeheerder wordt in de rechten van de eindafnemer gesteld ten opzichte van de netbeheerder door wiens toedoen de onderbreking of het aanhouden daarvan zijn opgetreden. Deze laatste vergoedt de netbeheerder die de eindafnemer heeft vergoed binnen de dertig kalenderdagen volgend op de aanvraag die aan hem werd gericht.
Als de stroomonderbreking en het aanhouden daarvan veroorzaakt werden door twee verschillende netbeheerders, wordt tussen beiden een solidariteit gecreëerd voor de betaling van de vergoeding, waarvan de kosten tussen beiden in gelijke delen worden verdeeld. § 4. In geval van betwisting over de duur en de oorsprong van de stroomonderbreking en het aanhouden daarvan brengt de CWaPE daarover een advies uit binnen de dertig kalenderdagen, op vraag van de meest gerede partij.
Subsectie II. - Vergoeding verschuldigd ingevolge een administratieve vergissing of een laattijdige aansluiting
Art. 25ter.§ 1. Elke niet elektriciteitsvoorziening die een schending vormt van dit decreet of van de uitvoeringsbesluiten daarvan ingevolge een administratieve vergissing die begaan werd door de distributienetbeheerder, verplicht die beheerder om aan de eindafnemer een forfaitaire dagvergoeding te betalen van 125 euro tot de herstelling van de voeding, met een maximum van 1875 euro. De kosten van de sluiting en de herstelling van de voeding worden eveneens gedragen door de netbeheerder, en kunnen niet worden doorberekend aan de eindafnemer.
Buiten het geval bedoeld in lid 1 heeft elke eindafnemer bovendien recht op een maandelijkse forfaitaire vergoeding van 100 euro ten laste van de distributienetbeheerder, aangezien die niet op een correcte wijze gevolg heeft gegeven aan een aanvraag tot verandering van leverancier door een leverancier op vraag van de eindafnemer, kan het contract gesloten met de nieuwe leverancier niet effectief in werking treden op de door de partijen overeengekomen datum. § 2. De eindafnemer richt de vergoedingsaanvraag tot de netbeheerder bij wie hij is aangesloten, via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel, binnen de dertig kalenderdagen volgend op het optreden van de niet stroomvoorziening of op de kennisname door de eindafnemer van de vergissing in de procedure betreffende de verandering van leverancier. De eindafnemer vermeldt daarop de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag. Om de aanvraag van de betrokken afnemers te vergemakkelijken, stelt de netbeheerder aan de eindafnemers een formulier ter beschikking voor de aanvraag van de vergoeding, dat werd goedgekeurd door de CWaPE. Dat formulier is met name beschikbaar op de internetsite van de netbeheerder.
De netbeheerder vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de vergoedingsaanvraag.
Als de netbeheerder meent dat de niet stroomvoorziening of de vergissing in de procedure betreffende de verandering van leverancier het gevolg is van een vergissing van een leverancier, meldt hij dat aan de afnemer binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de vergoedingsaanvraag, en richt hij de aanvraag, binnen dezelfde termijn, rechtstreeks tot die leverancier.
De leverancier is verplicht om de vergoedingsaanvraag te behandelen en, desgevallend, de vergoeding te storten binnen dezelfde termijnen als die welke van toepassing zijn op de netbeheerder. § 3. Bij ontstentenis van een antwoord van de netbeheerder of van de leverancier binnen de vereiste termijnen, of in geval van een weigering van de vergoeding, kan de afnemer zich richten tot de Gewestelijke Bemiddelingsdienst zoals bedoeld in artikel 48. Die klacht wordt maximum drie maanden na de verzendingsdatum van de vergoedingsaanvraag ingediend.
Opdat de aanvraag ontvankelijk zou zijn, moet de aanvrager het schriftelijke bewijs leveren dat hij vooraf zonder succes heeft geprobeerd om de betaling van de vergoeding rechtstreeks te bekomen bij de netbeheerder en de leverancier.
De Gewestelijke Bemiddelingsdienst behandelt het dossier. Als die meent dat de vergoedingsaanvraag gegrond is, stelt deze binnen de dertig kalenderdagen een adviesvoorstel op dat deze via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel aan de netbeheerder bekendmaakt. Deze laatste beschikt over vijftien kalenderdagen volgend op de ontvangst van de kennisgeving om zijn bemerkingen te formuleren die hij via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel aan de Gewestelijke Bemiddelingsdienst richt. Als deze vaststelt dat de niet voorziening of de vergissing in de procedure betreffende de verandering van leverancier het gevolg is van een vergissing van een leverancier, geeft hij aan die leverancier kennis van het adviesvoorstel, overeenkomstig artikel 31bis, § 2, lid 1. Hij brengt de eindafnemer daarvan op de hoogte.
Binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de bemerkingen van de netbeheerder of van de leverancier wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst via een aangetekend schrijven bekendgemaakt aan de netbeheerder, aan de eindafnemer en aan de betrokken leveranciers. Indien de netbeheerder of de leverancier geen bemerkingen meedeelt binnen de 50 kalenderdagen na de kennisgeving van het voorstel van advies bedoeld in het vorige lid, wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst onverwijld via aangetekend schrijven bekendgemaakt aan de betrokken netbeheerder, eindafnemer en leverancier. In de mate van het mogelijke vermeldt het advies duidelijk wie, van de netbeheerder tot de leverancier, verantwoordelijk is voor de niet voorziening van elektriciteit.
Als de persoon die door de Gewestelijke Bemiddelingsdienst werd aangewezen als verantwoordelijke, zonder gegronde reden afziet van de verschuldigde betaling aan de eindafnemer binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van het definitief advies, kan de CWaPE hem gelasten om over te gaan tot die betaling. De artikelen 53 en volgende zijn van toepassing.
Art. 25quater.§ 1. Elke eindafnemer heeft recht op een forfaitaire dagvergoeding ten laste van de netbeheerder als deze de effectieve aansluiting niet heeft gerealiseerd binnen de volgende termijnen : 1° voor de aansluiting van de residentiële afnemers, binnen een termijn van dertig kalenderdagen volgend op het schriftelijk akkoord van de afnemer met het aanbod van de netbeheerder betreffende de aansluiting.De netbeheerder kan daarbij niet optreden voordat hij de verschillende vergunningen en vereiste toelatingen heeft bekomen; 2° voor de andere laagspanningsafnemers, binnen de termijn vermeld in het schrijven dat door de netbeheerder aan de afnemer werd gericht, en waarin de technische en financiële voorwaarden van de aansluiting worden vermeld.Die termijn begint te lopen vanaf het schriftelijk akkoord van de afnemer. De netbeheerder kan daarbij niet optreden voordat hij de verschillende vergunningen en vereiste toelatingen heeft bekomen; 3° voor de hoogspanningsafnemers, binnen de termijn vermeld in het aansluitingscontract. De verschuldigde dagvergoeding bedraagt 25 euro voor de residentiële afnemers, 50 euro voor de andere laagspanningsafnemers en 100 euro voor de hoogspanningsafnemers. § 2. De eindafnemer richt de vergoedingsaanvraag tot de netbeheerder bij wie hij is aangesloten, via een aangetekend schrijven, binnen de dertig kalenderdagen volgend op de overschrijding van de termijnen bedoeld in § 1. De eindafnemer vermeldt daarin de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag. Om de aanvraag van de betrokken afnemers te vergemakkelijken, stelt de netbeheerder aan de eindafnemers een formulier ter beschikking voor de vergoedingsaanvraag, dat werd goedgekeurd door de CWaPE. Dat formulier is met name beschikbaar op de internetsite van de netbeheerder.
De netbeheerder vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de vergoedingsaanvraag. § 3. Bij ontstentenis van een antwoord van de netbeheerder of van de leverancier binnen de vereisten termijnen, of in geval van weigering van de vergoeding, kan de afnemer zich richten tot de Gewestelijke Bemiddelingsdienst zoals bedoeld in artikel 48. Die klacht wordt maximum drie maanden na de verzendingsdatum van de vergoedingsaanvraag ingediend.
Opdat de aanvraag ontvankelijk zou zijn, moet de aanvrager het schriftelijke bewijs leveren dat hij vooraf zonder succes heeft geprobeerd om de betaling van de vergoeding rechtstreeks te bekomen bij de netbeheerder en de leverancier.
De Gewestelijke Bemiddelingsdienst behandelt het dossier. Als die meent dat de vergoedingsaanvraag gegrond is, stelt deze binnen de dertig kalenderdagen een adviesvoorstel op dat deze via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel aan de netbeheerder bekendmaakt. Deze laatste beschikt over vijftien kalenderdagen volgend op de ontvangst van de kennisgeving om zijn bemerkingen te formuleren die hij richt aan de Gewestelijke Bemiddelingsdienst via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel.
Binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de opmerkingen van de netbeheerder wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst via aangetekende schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel bekendgemaakt aan de netbeheerder en aan de eindafnemer. Indien de netbeheerder geen bemerkingen meedeelt binnen de 50 kalenderdagen na de kennisgeving van het voorstel van advies bedoeld in het vorige lid, wordt het definitieve advies van de Gewestelijke Bemiddelingsdienst onverwijld via aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel bekendgemaakt aan de netbeheerder en de eindafnemer.
Als het definitief advies besluit tot de noodzaak, voor de netbeheerder, om de eindafnemer te vergoeden, maar de eindafnemer zonder gegronde reden afziet van de verschuldigde betaling aan de eindafnemer binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van het definitief advies, kan de CWaPE hem gelasten om over te gaan tot die betaling. De artikelen 53 en volgende zijn van toepassing.
Subsectie III. - Vergoeding van de schade veroorzaakt door de onderbreking, de niet conformiteit of de onregelmatigheid van de stroomvoorziening
Art. 25quinquies.Onverminderd gunstigere contractbepalingen voor de eindafnemer, maakt elke rechtstreekse schade, lichamelijk of materieel, geleden door de eindafnemer die aangesloten is op het distributienet, ingevolge de onderbreking, de niet conformiteit of de onregelmatigheid van de stroomvoorziening, het voorwerp uit van een schadevergoeding door de verantwoordelijke distributienetbeheerder of plaatselijke transmissienetbeheerder, volgens de modaliteiten voorzien in deze subsectie.
De vergoedingsverplichting in uitgesloten in geval van overmacht. Ze is ook niet van toepassing als de stroomonderbreking aan de oorsprong van de schade gepland was of het gevolg is van een administratieve vergissing.
De rechtstreekse lichamelijke schade wordt integraal vergoed.
De vergoeding van de rechtstreekse materiële schade is geplafonneerd, per schadeverwekkende gebeurtenis, op 2.000.000 euro voor het geheel van de schadegevallen. Als het totale bedrag van de schadevergoedingen dat plafond overschrijdt, is de schadevergoeding die verschuldigd is aan elke eindafnemer beperkt tot dat bedrag.
Voor de vergoeding van de rechtstreekse materiële schade geldt eveneens een franchise van 100 euro per schadegeval.
De toepassing van het plafond van de schadevergoeding en van de individuele franchise is uitgesloten in geval van een zware fout van de netbeheerder.
Art. 25sexies.§ 1. De eindafnemer die het slachtoffer is van schade zoals gedefinieerd in het vorige artikel, geeft het schadegeval aan via een aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel aan de netbeheerder bij wie hij is aangesloten, uiterlijk binnen de negentig kalenderdagen volgend op het optreden van de schadeverwekkende gebeurtenis of, tenminste, te rekenen vanaf de kennisgeving van het schadegeval als de eindafnemer daar nadien kennis heeft van genomen, zonder dat de aangifte van het schadegeval meer dan zes maanden na het optreden van de schadeverwekkende gebeurtenis kan plaatsvinden. Om de aanvraag van de betrokken afnemers te vergemakkelijken, stelt de netbeheerder aan de eindafnemers een formulier ter beschikking voor de vergoedingsaanvraag, dat werd goedgekeurd door de CWaPE. Dat formulier is met name beschikbaar op de internetsite van de netbeheerder.
Als de eindafnemer binnen de termijn bedoeld in het vorig lid de aangifte van het schadegeval verkeerdelijk aan zijn leverancier heeft gericht, wordt die aangifte geacht gericht te zijn geweest binnen de vereiste termijn. De leverancier maakt de aangifte van het schadegeval onverwijld over aan de netbeheerder. § 2. De benadeelde eindafnemer voegt bij de aangifte van het schadegeval elk stuk en elk document dat het mogelijk maakt om de waarheid over het schadegeval vast te stellen alsook de geleden schade. § 3. De netbeheerder meldt ontvangst van de aangifte van het schadegeval binnen de vijftien kalenderdagen volgend op het aangetekend schrijven bedoeld in § 1.
Binnen de zestig kalenderdagen volgend op de verzending van het ontvangstbewijs informeert hij de eindafnemer over het vervolg dat deze zal geven aan de aangifte van het schadegeval.
Als blijkt dat de schadeverwekkende gebeurtenis zijn oorsprong niet vindt op zijn net, deelt de netbeheerder dat mee aan de eindafnemer binnen dezelfde termijn, en maakt hij de aangifte over aan de netbeheerder die aan de oorsprong ligt, naargelang van het geval, van de stroomonderbreking, de niet conformiteit of de onregelmatigheid van de stroomvoorziening. Deze laatste conformeert zich aan de procedure beschreven in deze paragraaf.
Desgevallend vergoedt de netbeheerder de benadeelde eindafnemer binnen de zes maanden volgend op de uiterlijke datum voor de kennisgeving van een aangifte van een schadegeval.
In geval van betwisting over de aard van de fout spreekt de CWaPE een ad vies uit binnen de zestig kalenderdagen, op vraag van de meest gerede partij. Die adviesprocedure schort de termijnen voorzien in het vorig lid niet op.
Subsectie IV. - Gemeenschappelijke bepalingen van de subsecties I tot III Art. 25septies . § 1. De bepalingen van de subsecties I tot III verhinderen de toepassing van andere wettelijke bepalingen niet die het mogelijk maken om de verantwoordelijkheid van de netbeheerder in vraag te stellen. De gezamenlijke toepassing van verschillende verantwoordelijkheidsstelsels kan in ieder geval niet leiden tot een schadevergoeding van de eindafnemer die groter is dan de integrale herstelling van het geleden nadeel. § 2. De netbeheerders stellen alle vormen van financiële waarborg samen die hen de mogelijkheid bieden om de schadevergoedingen bedoeld in de artikelen 25bis tot 25quinquies te verzekeren. De kosten die verbonden zijn met de samenstelling van de waarborg om de schadevergoedingen te verzekeren in geval van een zware fout, moeten duidelijk onderscheiden worden in de rekeningen van de netbeheerders en mogen niet opgenomen worden in de tarieven van de netbeheerders overeenkomstig artikel 34, 2° g).
Vóór 31 maart van elk jaar verstrekken de netbeheerders aan de CWaPE het bewijs van het bestaan van zo'n financiële waarborg. § 3. De Regering past elk jaar de bedragen aan die vastgesteld zijn in de artikelen 25bis tot 25quinquies aan het indexcijfer van de consumptieprijzen door die te vermenigvuldigen met het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de maand juni van het jaar, en die te delen door het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand juni van het jaar dat voorafgaat aan de inwerkingtreding van dit decreet. § 4. De artikelen 25bis tot 25septies worden integraal opgenomen in de reglemententen en aansluitingscontracten die van toepassing zijn op de afnemers die aangesloten zijn op het distributienet. § 5. Vóór 31 maart van elk jaar richten de netbeheerders aan de CWaPE een rapport waarin melding wordt gemaakt van het aantal vergoedingsaanvragen die gebaseerd zijn op de artikelen 25bis tot 25quinquies en die ontvangen werden tijdens het voorbije jaar, alsook het vervolg dat daaraan werd gegeven.
De CWaPE maakt daartoe een modelrapport op.
Voor de distributienetbeheerder wordt het in lid 1 bedoelde rapport gericht aan elke gemeenteraad van de gemeenten op het grondgebied waarvan deze actief is.
Minstens één maal per jaar plaatst de raad van bestuur van de netbeheerder op de agenda van zijn beraadslagingen de discussie over een bijgewerkt rapport betreffende het aantal vergoedingsaanvragen die gegrond zijn op de artikelen 25bis tot 25quinquies, alsook het vervolg dat daaraan werd gegeven.
Subsectie V. - Schadevergoeding ingevolge schade veroorzaakt door de werken Art. 25octies . De netbeheerder is verplicht om de schade te herstellen die veroorzaakt werd door de werken waartoe hij is overgegaan tijdens de oprichting of de uitbating van zijn installaties, alsook om de schade te vergoeden die veroorzaakt werd aan derden, ofwel als gevolg van die werken, ofwel als gevolg van het gebruik van het met de erfdienstbaarheid bezwaarde erf. De schadevergoedingen uit hoofde van de schade die veroorzaakt werd, zijn volledig ten laste van die netbeheerder. Ze zijn verschuldigd aan de personen die die schade hebben geleden. Het bedrag daarvan wordt bepaald door een minnelijke schikking of door de rechtbanken. »
Art. 42.Aan artikel 26 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « van het distributienet en van het plaatselijke transmissienet » opgeheven;2° § 1 wordt aangevuld als volgt : « Alle eindafnemers komen in aanmerking. De distributienetbeheerders hebben toegang tot de netten waaraan ze gekoppeld zijn voor de hoeveelheid energie die ze gebruiken als leverancier of als eindafnemer.
In hun hoedanigheid van distributienetbeheerder sluiten ze een samenwerkingsovereenkomst met de netbeheerders waaraan ze gekoppeld zijn. Die samenwerkingsovereenkomst wordt overgemaakt aan de CWaPE, die amendementen kan voorstellen om redenen van algemeen belang. »; 3° in § 2, lid 1 worden de woorden « de netbeheerders mogen de toegang tot hun respectief net alleen weigeren in de volgende gevallen : » vervangen door de woorden : « De netbeheerders garanderen een niet discriminerende en transparante toegang tot hun net.Ze mogen de toegang daartoe alleen weigeren in de volgende gevallen : » 4° in § 2, 2°, worden de woorden « van de elektriciteit » ingevoegd tussen de woorden « de transmissie » en de woorden « op zijn net »;5° in § 2, 3°, worden de woorden « technische voorschriften voorzien in het technisch reglement » vervangen door de woorden « voorschriften van het technisch reglement »;6° in § 2, lid 2, worden de woorden « moet zijn » vervangen door de woorden « is »;de tweede zin wordt opgeheven; 7° §§ 3 en 4, opgesteld als volgt, worden toegevoegd : « § 3.De plaatsing van een individuele elektriciteitsteller is verplicht voor elke individuele woning en elk appartementsgebouw dat nieuw is of het voorwerp uitmaakt van grote renovatiewerken, dat wil zeggen : 1° ofwel wanneer de woning of het gebouw het voorwerp uitmaakt van werken aan minstens een vierde van het omhulsel van het gebouw;2° ofwel wanneer de totale kostprijs van de renovatie die betrekking heeft op het omhulsel of op de energie-installaties meer bedraagt dan 25% van de waarde van het gebouw.In de waarde van het gebouw is de waarde van de grond waarop het gebouw gelegen is, niet inbegrepen.
Na advies van de CWaPE kan de Regering afwijkingen formuleren die gerechtvaardigd zijn door de configuratie van het goed. § 4. Elke eindafnemer is verplicht om minstens één maal per jaar aan de netbeheerder de toestemming te geven om de indexen van de teller(s) op te schrijven die overeenstemmen met het/de aansluitingspunt(en) waarvan hij houder is, of om die aan hem mee te delen op zijn verzoek.
Na advies van de CWaPE kan de Regering de gevolgen bepalen voor de afnemer die die verplichting niet naleeft. »
Art. 43.Artikel 27 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 44.Artikel 29 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 29.§ 1. Onverminderd de bepalingen die van toepassing zijn voor de ruimtelijke ordening is de installatie van nieuwe directe lijnen onderworpen aan de voorafgaande toekenning van een individuele toelating die afgeleverd wordt door de Minister, na advies van de CWaPE, die wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en die op de site van de CWaPE beschikbaar is.
Die toelating is geconditioneerd door de weigering van toegang tot het net of door de niet aanbieding van het gebruik van het net aan redelijke economische en technische voorwaarden. § 2. Na advies van de CWaPE bepaalt de Regering de criteria en de toekenningsprocedure voor de toelatingen bedoeld in paragraaf 1, de bijdrage die moet worden betaald voor het onderzoek van het dossier, alsook de rechten en verplichtingen van de houder van de toelating. § 3. De houder van een toelating zoals bedoeld in paragraaf 1 is onderworpen aan de artikelen 18 tot 23. »
Art. 45.Aan artikel 30 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt opgeheven;2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.Onverminderd § 5 is elke leverancier van elektriciteit en elke persoon die zelf instaat voor zijn eigen elektriciteitsvoorziening onderworpen aan de voorafgaande toekenning van een vergunning die afgeleverd wordt door de minister. »; 3° in § 3, lid 1, 2°, derde streepje worden de woorden « en/of voor een bepaald aantal afnemers » vervangen door de woorden « aan bepaalde afnemers »;4° in § 3, lid 1, 2°, vierde streepje worden de woorden « de zelfopwekker » vervangen door de woorden « de producent »;5° in § 4, - de woorden « alsook » worden ingevoegd tussen de woorden « het onderzoek van het dossier » en de woorden « de termijnen »; - de woorden « en de bijdrage die moet worden betaald door de aanvrager voor het onderzoek van het dossier » worden opgeheven; - de volgende woorden worden ingevoegd aan het begin van 2° : « de verzakingsvoorwaarden »; - het woord « automatisch » wordt vervangen door de woorden « van rechtswege »; 6° § 5, aldus opgesteld, wordt toegevoegd : « § 5.Wanneer, overeenkomstig dit decreet, de distributienetbeheerder een leveringsactiviteit uitoefent, is het niet nodig om voor die activiteit een leveringsvergunning te bekomen.
De hoeveelheden elektriciteit die verbruikt worden door de eindafnemers, die niet zelf werden opgewekt en niet gefactureerd werden door een leverancier, worden aan die eindafnemers gefactureerd bij wijze van levering, door de netbeheerder bij wie ze zijn aangesloten. »
Art. 46.Artikel 31 van datzelfde decreet wordt vervangen door volgende bepaling : «
Art. 31.Elke eindafnemer dient beroep te doen op een leverancier die een leveringsvergunning heeft die in overeenstemming met het vorige artikel werd afgeleverd indien hij zelf geen vergunning bezit om zijn eigen levering te verzekeren, zoals in de gevallen voorzien in artikel 30, § 3, lid 1, 2°, vierde streepje.
Deze verplichting geldt evenwel niet voor de eindafnemer die : 1° alle of een deel van de elektriciteit die hij verbruikt zelf produceert, voor het deel van de elektriciteit dat zelf geproduceerd wordt en op de productiesite wordt verbruikt;2° door of krachtens onderhavig decreet, door een distributienetbeheerder wordt bediend.»
Art. 47.De artikelen 31bis tot 31quater, als volgt opgesteld, worden in hetzelfde decreet ingevoegd : «
Art. 31bis.§ 1. Elke onderbreking van de elektriciteitslevering die op verzoek van de leverancier in strijd met de bepalingen van onderhavig decreet of van de uitvoeringsbesluiten ervan wordt uitgevoerd, of ten gevolge van een beheer- of facturatiefout uit hoofde van de leverancier met de procedure voor niet-betaling tot gevolg, verplicht deze om de eindafnemer een forfaitaire vergoeding van 125 euro per dag te betalen tot de stroomverbinding wordt hersteld, wat op onbetwistbare wijze door de leverancier aan de netbeheerder wordt betekend. De netbeheerder herstelt de stroomverbinding binnen de termijnen die het technisch reglement voorziet. Bij ontstentenis kan de afnemer beroep doen op de toepassing van artikel 25ter.
De vergoeding is geplafonneerd op 1875 euro. De leverancier betaalt ook de kosten voor de sluiting en de herstelling van de stroomverbinding, zonder dat hij deze op de eindafnemer kan verhalen. § 2. Behoudens het geval bedoeld in § 1, heeft elke eindafnemer ook recht op een forfaitaire vergoeding van 100 euro per maand ten laste van de leverancier wanneer de overeenkomst niet van kracht kan worden op de datum die de partijen waren overeengekomen omdat de leverancier geen correct gevolg heeft gegeven aan de overeenkomst met de eindafnemer. § 3. De eindafnemer stuurt het verzoek tot vergoeding via aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel naar de leverancier, binnen de dertig dagen na, afhankelijk van het geval : 1° het ontstaan van de onderbreking bedoeld in § 1;2° de kennisneming door de eindafnemer van de fout in de procedure van verandering van leverancier, in toepassing van § 2. De eindafnemer vermeldt alle vereiste gegevens voor de verwerking van zijn vraag in zijn brief. Om de aanpak van de betrokken afnemer te vergemakkelijken, stelt de leverancier een door de CWaPE goedgekeurd aanvraagformulier voor de vergoeding ter beschikking van de eindafnemers. Dit formulier is ook beschikbaar op de website van de leverancier.
De leverancier vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot vergoeding. § 4. Indien de leverancier oordeelt dat de onderbreking of de fout in de procedure van verandering van leverancier uit een fout van de netbeheerder voortvloeit, licht hij de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot vergoeding in en stuurt de aanvraag binnen dezelfde termijn rechtstreeks naar de netbeheerder.
De netbeheerder moet de aanvraag tot vergoeding behandelen en de vergoeding desgevallend storten binnen dezelfde termijnen als deze die voor de leverancier gelden. § 5. Bij ontstentenis van een antwoord van de leverancier of de netbeheerder binnen de vereiste termijnen of bij weigering van de vergoeding kan de afnemer het dossier indienen bij de Regionale bemiddelingsdienst bedoeld in artikel 48.
De procedure die in artikel 25ter, § 3, wordt beschreven, is van toepassing.
Art. 31ter.§ 1. Elke facturatiefout ten koste van de eindafnemer van het laagspanningsnet verplicht de leverancier om deze eindafnemer een vergoeding te betalen waarvan het bedrag gelijk is aan dat van de tussentijdse factuur van de afnemer, teruggebracht tot een maand verbruik en voor het lopende jaar en dit, in volgende gevallen : 1° ofwel wanneer de klacht die een eindafnemer via aangetekend schrijven heeft gestuurd om het bedrag te betwisten van de factuur die hij heeft betaald, niet behandeld is binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst;2° ofwel wanneer de leverancier, naar aanleiding van een klacht via aangetekend schrijven van een eindafnemer die de factuur heeft betaald, bevestigt aan de afnemer dat er een facturatiefout werd begaan, ongeacht de oorsprong, maar zich onthoudt van de verzending van een factuur tot rechtzetting naar de eindafnemer en desgevallend van de verschuldigde terugbetaling binnen de dertig kalenderdagen na de erkenning van de fout, onder voorbehoud van het geval bedoeld in paragraaf 3. § 2. De eindafnemer stuurt een aanvraag tot vergoeding naar de leverancier via aangetekend schrijven of door elk door de regering conform verklaard middel, binnen de dertig kalenderdagen na de overschrijding van de termijnen voorzien in § 1.
De eindafnemer vermeldt alle vereiste gegevens voor de verwerking van zijn vraag in zijn brief. Om de aanpak van de betrokken afnemer te vergemakkelijken, stelt de leverancier een door de CWaPE goedgekeurd aanvraagformulier voor de vergoeding ter beschikking van de eindafnemers. Dit formulier is ook beschikbaar op de website van de leverancier.
De leverancier vergoedt de afnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot vergoeding. § 3. Indien de leverancier oordeelt dat de overschrijding van de termijnen voorzien in § 1 aan de netbeheerder te wijten is, licht hij de eindafnemer binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot vergoeding in en stuurt de aanvraag binnen dezelfde termijn rechtstreeks naar de netbeheerder.
De netbeheerder moet de aanvraag tot vergoeding behandelen en de vergoeding desgevallend storten binnen dezelfde termijnen als deze die voor de leverancier gelden.
De vergoeding is niet verschuldigd bij miskenning door de eindafnemer van de plicht bedoeld in artikel 26, § 4, of, desgevallend, de verkeerde mededeling door de eindafnemer van de gegevens voor de redactie van de factuur. § 4. Bij ontstentenis van een antwoord van de leverancier of de netbeheerder binnen de vereiste termijnen of bij weigering van de vergoeding kan de afnemer het dossier indienen bij de Regionale bemiddelingsdienst bedoeld in artikel 48.
De procedure die in artikel 25ter, § 3, wordt beschreven, is van toepassing.
Art. 31quater.§ 1. Voor 31 maart van elk jaar sturen de leveranciers de CWaPE een rapport met het aantal aanvragen tot vergoeding op basis van de artikelen 31bis en 31ter die ze in de loop van het voorbije jaar ontvangen hebben, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven.
De C.W.A.P.E maakt hiervoor een rapportmodel. § 2. De artikelen 31bis en 31ter vormen geen hindernis voor de toepassing van andere wettelijke bepalingen die het mogelijk maken om de aansprakelijkheid van de leverancier aan de kaak te stellen. De samengevoegde toepassing van verschillende aansprakelijkheidsstelsels mag in geen geval leiden tot een vergoeding van de eindafnemer die hoger is dan de integrale vergoeding van de geleden schade.
De bedragen bedoeld in de artikelen 31bis en 31ter worden jaarlijks van rechtswege geïndexeerd door deze te vermenigvuldigen met de index van de consumptieprijzen voor de maand juni van het jaar en te delen door de index van de consumptieprijzen van de maand juni van het jaar voor de inwerkingtreding van onderhavig decreet. »
Art. 48.Een artikel 32bis, als volgt opgesteld, wordt in hetzelfde decreet ingevoegd : «
Art. 32bis.De minister duidt op het grondgebied van elke netbeheerder, een vervangingsleverancier aan.
Na advies van de CWaPE bepaalt de Regering de voorwaarden en de procedure voor de aanduiding van de vervangingsleveranciers. »
Art. 49.De titel van Hoofdstuk VII van hetzelfde decreet wordt vervangen door volgende titel : « HOOFDSTUK VII. - Sociale bepalingen »
Art. 50.De artikelen 33 en 33bis, ingevoegd door onderhavig decreet, vormen een Afdeling I, met volgende titel : « Afdeling 1. - Beschermde afnemers »
Art. 51.Volgende wijzigingen worden aan artikel 33 van hetzelfde decreet aangebracht : 1° de eerste zin van § 1 wordt vervangen door de volgende zin : « De residentiële afnemers die tot een van de volgende categorieën behoren, zijn beschermde afnemers : » 2° § 1, 1°, wordt vervangen door volgende tekst : « 1° elke verbruiker die in aanmerking komt voor het leefloon krachtens de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;» 3° in § 1, 2°, worden de woorden « voor het bestaansminimum krachtens de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum » vervangen door de woorden : « voor het leefloon krachtens diezelfde wet;» en de woorden « van wie een bloedverwant in de opgaande of nederdalende lijn die met hem samenwoont of van wie de samenwonende persoon » worden vervangen door de woorden : « die kan bewijzen dat elke persoon die met hem samenwoont »; 4° in § I 3° worden de woorden « van wie een bloedverwant in de opgaande of nederdalende lijn die met hem samenwoont of van wie de samenwonende persoon » vervangen door de woorden : « die kan bewijzen dat elke persoon die met hem samenwoont »;5° in § 1, 4°, 5° en 6°, worden de woorden « Openbaar centrum voor maatschappelijke hulp » vervangen door de woorden « Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn »;6° § 1 wordt als volgt aangevuld : « Na advies van de CWaPE kan de Regering de lijst van de beschermde afnemers uitbreiden met andere categorieën eindafnemers.»; 7° § 2 wordt opgeheven.
Art. 52.Een artikel 33bis, als volgt opgesteld, wordt in hetzelfde decreet ingevoegd : «
Art. 33bis.De netbeheerder is bevoegd om elektriciteit tegen het sociaal tarief aan de beschermde afnemer te leveren.
Bij gebrek aan betaling door de beschermde afnemer of op verzoek van deze laatste plaatst de distributienetbeheerder een budgetmeter met vermogenbegrenzer bij deze afnemer, om een gewaarborgde minimale levering van elektriciteit te verzekeren. Deze gewaarborgde minimale levering heeft betrekking op een vermogen van 10 ampère en is gedurende een periode van zes maanden aan de beschermde afnemer verzekerd.
De gewaarborgde minimale levering van elektriciteit aan een beschermde afnemer die niet betaald mag niet worden stopgezet tijdens de winterperiode, in elke woning die als hoofdverblijfplaats wordt gebruikt. Onverminderd artikel 33ter, § 2, 2°, blijft de elektriciteit die tijdens deze periode wordt verbruikt, ten laste van de beschermde afnemer.
Art. 53.Hoofdstuk VII van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de afdelingen II tot IV, als volgt opgesteld : « Afdeling II. - Plaatselijke commissies voor energie
Art. 33ter.§ 1. Op initiatief van de voorzitter van de raad voor maatschappelijke hulp wordt in elke gemeente een plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking ingevoerd, afgekort « Plaatselijke commissie voor energie », samengesteld uit : 1° een vertegenwoordiger aangeduid door de raad voor maatschappelijke hulp;2° een vertegenwoordiger die instaat voor de sociale energetische begeleiding bij het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;3° van een vertegenwoordiger van de netbeheerder bij wie de afnemer is aangesloten. Voor 31 maart van elk jaar dient de Voorzitter van de raad voor maatschappelijke hulp de minister de naam te sturen van de personen die werden aangeduid om in deze commissie te zetelen. § 2. De commissie vergadert op elk verzoek van de netbeheerder, of van de afnemer. Ze spreekt zich met name uit : 1° over de eventuele intrekking van de gewaarborgde minimale levering van elektriciteit van de beschermde afnemer die de gewaarborgde minimale levering geniet;bij beslissing om deze in te trekken, verduidelijkt de commissie de datum van uitwerking; bij beslissing om de levering te behouden, stelt de commissie desgevallend een afbetalingsplan op en belast het OCMW met de sociale energetische begeleiding van de betrokken afnemer; 2° over de totale of gedeeltelijke kwijtschelding van schulden van de beschermde afnemer ten overstaan van de netbeheerder handelend als leverancier. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. De afnemer wordt ten minste vijftien dagen voor de vergadering uitgenodigd om zich aan te bieden om te worden gehoord. Hij kan zich desgevallend laten bijstaan of vertegenwoordigen door een persoon van zijn keuze. De commissie beraadslaagt achter gesloten deuren.
De beslissing wordt binnen de zeven dagen aan de afnemer en de netbeheerder betekend. § 3. De Regering definieert de werkingsmodaliteiten en -procedure van de commissie en kan de samenstelling ervan uitbreiden met elke persoon die er belang bij heeft om daar vertegenwoordigd te zijn. § 4. Voor 31 maart van elk jaar sturen de netbeheerders de CWaPE een rapport met de vermelding, per gemeente, van het aantal oproepingen dat de plaatselijke commissie voor energie in het afgelopen jaar heeft verstuurd, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven.
Voor 31 maart van elk jaar sturen de plaatselijke commissies voor energie de gemeenteraad een rapport met de vermelding van het aantal oproepingen dat de commissie in het afgelopen jaar heeft verstuurd, alsook het gevolg dat eraan werd gegeven.
Indien zou blijken dat een bepaalde gemeente geen plaatselijke commissie voor energie heeft samengesteld of niet reageert op de oproepingen van de netbeheerder, kan de minister, na advies van de CWaPE, en opgesteld zoals volgt het verzenden van een herinnering en een ingebrekestelling aan de burgemeester en de voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, beslissen dat de vergoeding bedoeld in artikel 20 niet aan de gemeente moet worden betaald voor het lopende boekjaar of het volgende boekjaar. § 5. De plaatselijke commissies voor energie zijn onder meer belast met de voorlichting betreffende de sociale maatregelen inzake energievoorziening en de geldende tarieven, inzake de sociale energetische begeleiding en de preventieve actieplannen inzake energie.
De maatregelen die de plaatselijke commissies voor energie nemen om hun voorlichtingsopdracht te verzekeren, worden opgenomen in het verslag zoals bedoeld in § 4, lid 2. Afdeling III. - Sociale energetische begeleiding
Art. 33quater.Elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn moet een sociale energetische begeleiding verzekeren.
Deze begeleiding bestaat uit curatieve acties, met uitsluiting van materiële investeringen. Ze wordt verzekerd aan residentiële afnemers met betalingsproblemen bij hun elektriciteitsleverancier, ten gevolge van de kennisgeving door de leverancier of de netbeheerder die de levering van de betrokken afnemer verzorgen, in overeenstemming met de Regeringsbesluiten, genomen in uitvoering van de artikelen 34, lid 1, 3°, en 34bis, lid 1, 4°.
De Regering definieert de modaliteiten van de sociale energetische begeleiding. Afdeling IV. - Preventieve actieplannen inzake energie
Art. 33quinquies.Elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan zich verbinden in een preventief actieplan inzake energie dat hulpverlening aan een doelpubliek nastreeft teneinde zijn energiegebruik en verbruiksbeheer te verbeteren, met name door het tot stand brengen van een informatie- en sensibiliseringsprogramma dat specifiek voor hem ontworpen en bedacht wordt.
De Regering definieert de modaliteiten en de financiering van de preventieve actieplannen inzake energie. »
Art. 54.Artikel 34 van hetzelfde decreet wordt vervangen door volgende bepaling : «
Art. 34.Na advies van de CWaPE legt de Waalse Regering duidelijk gedefinieerde, transparante, non discriminerende openbare dienstverplichtingen op aan de distributienetbeheerders en/of de beheerder van het plaatselijk transmissienet, afhankelijk van het geval, waarvan de inachtneming door de CWaPE wordt gecontroleerd. Het gaat onder andere om volgende verplichtingen : 1° de veiligheid, regelmaat en kwaliteit van de elektriciteitsleveringen verzekeren;2° inzake dienstverlening aan de gebruikers : a) de aansluiting op het net verzekeren van elke eindafnemer die het vraagt, tegen de prijzen die in overeenstemming met artikel 14 worden bekendgemaakt;b) de verzameling van gegevens over het verbruik van energie die via hun net doorvoert;c) een doeltreffende klachtendienst verzekeren;d) eerbiedigen van de doelstellingen inzake prestaties die de CWaPE in overleg met de netbeheerders heeft gedefinieerd, op zijn minst wat betreft de gegevensuitwisseling met de leveranciers, de aanvragen voor aansluiting of wijziging van de aansluiting;e) eerbiedigen van de doelstellingen inzake prestaties die de CWaPE in overleg met de netbeheerders heeft gedefinieerd, inzake het beheer van de klachten van de gebruikers van het net en het beheer van de aanvragen tot vergoeding en de procedure die er recht op geeft.De CWaPE publiceert de respectieve prestaties van elke DNB jaarlijks op haar internetsite tegenover deze doelstellingen; f) de mededeling verzekeren van de meetgegevens om elke afnemer toe te laten om de rechten uit te oefenen die hij verwerft door het feit dat hij in aanmerking komt;g) de last dragen betreffende de financiële waarborg die artikel 25septies, § 2 oplegt, met uitzondering van de last voor de waarborg die wordt samengesteld om de vergoedingen bij zware fout te verzekeren, alsook de beheerkosten van de vergoedingsmechanismen van afdeling III van hoofdstuk IV;h) de voorlichting verzekeren van elke eindafnemer die is aangesloten op het laagspanningsnet met een twee-urenteller, over het precieze tijdstip van de overgang van de normale uren naar de stille uren en omgekeerd, op zijn minst bij de opname van de meterstand of bij aanvraag van de meterstand en via een bijgewerkte en gepaste publicatie van deze gegevens op de website van de distributienetbeheerder;3° op sociaal niveau, met name : a) de door de Regering gedefinieerde maatregelen nemen wanneer een eindafnemer verzuimt te betalen aan zijn leverancier;b) de levering van elektriciteit aan de beschermde afnemers tegen het sociaal tarief verzekeren;c) de plaatsing verzekeren van een budgetmeter op verzoek van de afnemer of in het kader van een procedure van niet-betaling;d) tijdelijk en in specifieke gevallen die de Regering na advies van de CWaPE voorziet, de levering verzekeren aan eindafnemers die tijdelijk geen leveringsovereenkomst hebben of waarvan de leveringsovereenkomst werd opgeschort;e) ten minste eenmaal per jaar een vergadering organiseren met de plaatselijke commissies voor energie die actief zijn op hun grondgebied, met name om de jaarlijkse balans van hun activiteit op te maken, inclusief de eventuele moeilijkheden waarmee ze werden geconfronteerd in het kader van de activiteit van de plaatselijke commissies voor energie;4° inzake milieubescherming, met name : a) voorrang geven aan milieuvriendelijke elektriciteit;b) de CWaPE een minimale jaarlijkse hoeveelheid groene getuigschriften voorstellen;c) voor de distributienetbeheerders : milieuvriendelijke elektriciteit die wordt geproduceerd door op hun grondgebied gevestigde installaties en die de producenten van milieuvriendelijke elektriciteit niet kunnen verkopen, tegen de marktprijs en binnen de grenzen van hun eigen behoeften aankopen;d) voor de beheerder van het plaatselijk transmissienet : steun verlenen aan de productie van milieuvriendelijke elektriciteit, onder de vorm van een aankoopverplichting van groene getuigschriften tegen een prijs die de Regering vastlegt;5° inzake het rationele gebruik van energie : a) alle maatregelen nemen ter bevordering van het rationele gebruik van energie voor alle categorieën afnemers en in dit opzicht de complete voorlichting van de gebruikers van het net verzekeren;b) tariefformules die het rationele gebruik van energie bevorderen aan de afnemers voorstellen, met uitzondering van de afnemers die deelnemen aan de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten;c) het publiek ten minste éénmaal per jaar inlichten over de bestaande premies voor het rationele gebruik van energie of hernieuwbare energie en over de belastingsverminderingen terzake;d) energiediensten tegen competitieve prijzen aanbieden, inzonderheid voor sociaal zwakkere residentiële afnemers;6° op verzoek van elke eindafnemer een aan zijn verbruiksprofiel aangepaste meter plaatsen, tegen het tarief dat in overeenstemming met artikel 14 wordt bekendgemaakt.Na advies van de CWaPE bepaalt de Regering in overleg met de netbeheerders, de verplichtingen van de netbeheerders wat de plaatsing van intelligente meters betreft; 7° inzake openbare verlichting : het onderhoud en de verbetering van de energetische doeltreffendheid van de openbare verlichtingsinstallaties;8° de voorlichting van de gebruikers van het net inzake de vrijmaking van de energiemarkt verzekeren, met name via de verspreiding van boodschappen van de minister;9° de administratieve en technische interventies betreffende de openbare dienstverplichtingen verzekeren, behoudens uitzondering die de Regering na advies van de CWaPE uitdrukkelijk identificeert.»
Art. 55.Een artikel 34bis, als volgt opgesteld, wordt in hetzelfde decreet ingevoegd : «
Art. 34bis.Na advies van de CWaPE legt de Regering duidelijk gedefinieerde, transparante, non discriminerende openbare dienstverplichtingen op aan de leveranciers, waarvan de inachtneming door de CWaPE wordt gecontroleerd. Het gaat onder andere om volgende verplichtingen : 1° de regelmaat en kwaliteit van elektriciteitsleveringen verzekeren;2° inzake dienstverlening aan de afnemers : a) een duidelijke, transparante, non discriminerende en controleerbare facturatie van de elektriciteitsleveringen verzekeren;b) een doeltreffende klachtendienst verzekeren;c) eerbiedigen van de doelstellingen inzake prestaties die de CWaPE in overleg met de leveranciers heeft gedefinieerd, op zijn minst wat de kwaliteit van de dienstverlening aan de afnemers, de opvolging van de aanvragen voor levering, de kwaliteit van de aan de netbeheerders te leveren informatie, de toegankelijkheid van de informatiediensten voor de afnemers, de kwaliteit van de facturatie, het beheer van de aanvragen tot vergoeding, de opvolging van de verandering van leverancier, de opvolging van verhuizingen en het klachtenbeheer betreft.De CWaPE publiceert de respectieve prestaties van elke leverancier jaarlijks op haar internetsite tegenover deze doelstellingen. Op voorstel van de CWaPE legt de Regering de invoering van een systeem van kwaliteitscontrole op, per categorieën leveranciers die hij aanduidt; d) in de precontractuele fase de perfecte voorlichting van de afnemer over de contractuele voorwaarden verzekeren, met name de kenmerken van het product, de prijs van de leveringen, de aanvaardingsvoorwaarden van een eventueel betalingsplan en het al dan niet bindende karakter van de ingediende documenten; 3° inzake milieubescherming, met name : a) de C.W.A.P.E een minimale jaarlijkse hoeveelheid groene getuigschriften voorstellen; b) het saldo van de milieuvriendelijke elektriciteit die wordt geproduceerd door in het Waals Gewest gevestigde installaties en die de producenten van milieuvriendelijke elektriciteit niet hebben kunnen verkopen, ook niet aan de beheerder van het distributienet, tegen de marktprijs en binnen de grenzen van hun eigen behoeften aankopen;4° op sociaal niveau : a) op zijn minst een bindende offerte overmaken aan elke residentiële afnemer die dat vraagt, tegen niet-discriminerende voorwaarden, behalve indien de leverancier in het kader van de toegekende vergunning uitdrukkelijk aan de CWaPE verklaart dat hij enkel overeenkomsten met niet-residentiële afnemers afsluit;b) de maatregelen toepassen die de regering bepaalt wanneer een eindafnemer in gebreke van betaling is tegenover zijn leverancier;5° inzake het rationele gebruik van energie : a) alle maatregelen nemen ter bevordering van het rationele gebruik van energie voor alle categorieën afnemers en hen een volledige informatie verzekeren, met name door op de factuur de gegevens te vermelden van een dienst of een site waar ze informatie over het rationele gebruik van energie kunnen vinden;b) tariefformules die het rationele gebruik van energie bevorderen aan de afnemers voorstellen, met uitzondering van de afnemers die deelnemen aan de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten;c) de afnemers ten minste éénmaal per jaar inlichten over de bestaande premies voor het rationele gebruik van energie of hernieuwbare energie en over de belastingsverminderingen terzake;6° de voorlichting van de afnemers inzake de vrijmaking van de energiemarkt verzekeren, met name via de verspreiding van boodschappen van de minister.» In afwijking op lid 1 wordt aan de houders van een leveringsvergunning met het oog op hun eigen levering, in de gevallen bedoeld in artikel 30, § 3, 2°, vierde streepje, in termen van openbare dienstverplichting, enkel de voorstelling aan de CWaPE van een minimale jaarlijkse hoeveelheid groene getuigschriften opgelegd. Na advies van de CWaPE kan de Regering hen desgevallend andere openbare dienstverplichtingen opleggen. »
Art. 56.Een artikel 34ter, als volgt opgesteld, wordt in hetzelfde decreet ingevoegd : «
Art. 34ter.Na advies van de CWaPE kan de Regering de beheerder van het privé-net, exclusief of gedeeld met de netbeheerders, desgevallend bepaalde van de openbare dienstverplichtingen opleggen die krachtens artikel 34 aan de netbeheerders worden opgelegd. »
Art. 57.Artikel 38, § 3 van hetzelfde decreet wordt in die zin gelezen dat de uitsluiting van opwaarderingsinstallaties voor hout uit het gunststelsel dat het invoert, wordt uitgebreid tot installaties voor de opwaardering van alle hout-cellulosegrondstoffen uit bomen, loofbomen en harsbomen, zonder uitzondering (inclusief kreupelhout met korte of heel korte rotatie) voor en/of na elk type verwerking.
Art. 58.Artikel 43, § 2, van hetzelfde decreet, wordt vervangen door volgende bepaling : « § 2. De CWaPE heeft, enerzijds, een opdracht van advies bij de overheid en, anderzijds, een algemene opdracht van toezicht en controle. Ze realiseert deze opdrachten zowel inzake de organisatie en de werking van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, als inzake de toepassing van onderhavig decreet en zijn uitvoeringsbesluiten.
In dit kader vervult de CWaPE volgende taken, naast de opdrachten die andere bepalingen van onderhavig decreet haar opleggen : 1° de controle van de inachtneming, door de netbeheerders, van de verplichtingen die onderhavig decreet en zijn uitvoeringsbesluiten hen opleggen, met name het technisch reglement.Indien de netbeheerder de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten in overeenstemming met artikel 16, § 2, aan een filiaal toevertrouwt, dan oefent de CWaPE deze controle ook op dit filiaal uit; 2° de goedkeuring van de reglementen en de standaardovereenkomsten voor aansluiting en toegang van de netbeheerders en van hun wijzigingen;3° de controle van de inachtneming van de voorwaarden die moeten worden vervuld om als leverancier te worden erkend en om deze hoedanigheid te kunnen behouden;4° de controle en de beoordeling van de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen door de netbeheerders en de leveranciers;indien de netbeheerders de dagelijkse uitbating van hun activiteiten in overeenstemming met artikel 16, § 2, aan een filiaal hebben toevertrouwd, dan wordt de controle van de CWaPE ook op dit filiaal uitgeoefend; 5° de bepaling, desgevallend, via reglementaire weg, van de methode voor de berekening van de werkelijke kosten van de openbare dienstverplichtingen en de controle van de berekeningen uitgevoerd door elk betrokken bedrijf overeenkomstig die methodologie; 6° de controle van de inachtneming van de voorwaarden m.b.t. de vergunningen afgeleverd voor de aanleg van nieuwe directe lijnen overeenkomstig artikel 29; 7° de bepaling van de informatie die de netbeheerder moet verstrekken, namelijk met het oog op het opstellen van energiebalansen en van het rapport voorzien door de richtlijn 2006/32, wat de elektriciteit betreft;8° de controle van de inachtneming van de bepalingen inzake de promotie van vernieuwbare energiebronnen en van de kwaliteitswarmtekrachtkoppeling;9° de aflevering van de getuigschriften voor de productie van milieuvriendelijke elektriciteit overeenkomstig de in artikel 38 bedoelde regels en procedure;10° het bepalen en de bekendmaking van de jaarlijkse exploitatie-opbrengst van de in artikel 2, 3°, bedoelde installaties en de kooldioxide-emissies van een klassieke productie overeenkomstig artikel 2, 5°;11° het bijhouden van een gegevensbestand waarin de gegevens worden geregistreerd die betrekking hebben op de certificaten van garantie van oorsprong van de eenheden voor de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en/of warmtekrachtkoppeling, alsook op de garantielabels van oorsprong en op de groene certificaten die aan deze productie-eenheden worden toegekend;mits goedkeuring van de Regering kan de CWaPE het beheer van dit gegevensbestand delegeren; de Regering bepaalt de inhoud van het gegevensbestand na advies van de CWaPE; 12° de samenwerking en het regelmatige overleg met de andere instanties met een regulerende rol ten aanzien van de elektriciteitsmarkt, met name om de afwezigheid van kruissubsidies tussen categorieën afnemers te controleren, alsook met elke Belgische, buitenlandse of internationale overheid of organisme;13° de uitwerking van studies, instrumenten of aanpak om de werking van de elektriciteitsmarkt te verbeteren, de uitoefening door de eindafnemer van het feit dat hij in aanmerking komt, te vergemakkelijken en de Regering op de hoogte te houden van het gedrag van de marktspelers en de consumenten;14° de goedkeuring van de tarieven van de distributienetbeheerders;15° de uitvoering van alle andere opdrachten waarmee ze belast is door decreten of besluiten inzake de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt.»
Art. 59.In artikel 43, § 3, van hetzelfde decreet, worden de woorden « Waalse Gewestraad » vervangen door de woorden « Waals parlement » .
Art. 60.Een artikel 43bis, als volgt opgesteld, wordt in hetzelfde decreet ingevoegd : «
Art. 43bis.§ 1. Bij de uitvoering van haar opdracht van advies geeft de CWaPE adviezen, doet voorstellen en aanbevelingen, verricht onderzoek en studies en stelt hier verslagen van op, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de minister.
Behoudens andersluidende specifieke bepaling moet de CWaPE telkens wanneer haar advies vereist wordt door onderhavig decreet of zijn uitvoeringsbesluiten, advies uitbrengen binnen een termijn van dertig dagen vanaf de datum waarop ze de schriftelijke vraag ontvangen heeft.
Het gebrek aan advies binnen voornoemde termijn staat gelijk aan een gunstig advies.
In behoorlijk met redenen omklede dringende gevallen kan de minister vragen dat de CWaPE een advies uitbrengt binnen een termijn van ten hoogste vijf werkdagen vanaf de datum waarop ze de schriftelijke vraag ontvangen heeft.
Elk advies, voorstel of aanbeveling moet een analyse bevatten van de kostprijs van de voorgestelde maatregelen, waarop respectievelijk het advies, het voorstel of de aanbeveling betrekking heeft. § 2. De CWaPE oefent haar opdracht van toezicht en controle ofwel op eigen initiatief, ofwel op verzoek van de minister, ofwel op verzoek van derden in de gevallen die onderhavig decreet speciaal voorziet, ofwel op bevel van de Regering, in toepassing van artikel 47ter, § 3bis. Met het oog op de uitvoering van deze opdracht en onder de voorwaarden van onderhavig decreet, legt de CWaPE reglementen, met name de technische reglementen bedoeld in artikel 13, en richtsnoeren vast, neemt beslissingen en bevelen en brengt aanbevelingen en adviezen uit.
Het reglement heeft een algemene draagwijdte en is bindend in al zijn elementen. Het kan enkel worden ingevoerd in de gevallen die uitdrukkelijk voorzien zijn door of krachtens onderhavig decreet en treedt pas in werking na goedkeuring door de Regering. Het wordt binnen de tien werkdagen na deze goedkeuring op de internetsite van de CWaPE gepubliceerd.
De richtsnoeren geven algemene aanwijzingen over de manier waarop de CWaPE haar opdrachten van toezicht en controle op precieze punten wil uitoefenen. Ze zijn noch bindend voor derden, noch voor de CWaPE die ervan mag afwijken mits een afdoende motivering. Ze worden binnen de tien werkdagen na deze goedkeuring op de internetsite van de CWaPE gepubliceerd.
De beslissing en het bevel zijn bindend in al hun elementen voor de bestemmeling(en) die ze aanduidt.
De aanbevelingen en adviezen zijn niet bindend. »
Art. 61.Artikel 44, § 2, van hetzelfde decreet wordt geschrapt.
Art. 62.In artikel 45 van hetzelfde decreet worden volgende wijzigingen doorgevoerd : 1° het woord « bestuurders » wordt vervangen door het woord « directeurs »;2° lid 1 van § 1 wordt vervangen door volgend lid : « De CWaPE bestaat uit een voorzitter en vijf directeurs benoemd door de Waalse Regering na een openbare oproep tot kandidaten voor een termijn van vijf jaar die eenmaal vernieuwbaar is.In afwijking van vorige voorschriften loopt het mandaat van de voorzitter en de directeurs die bij de oprichting van de CWaPE door de Regering worden benoemd, af op 31 augustus 2008. De voorzitter en de directeurs worden gekozen op basis van hun bevoegdheden. Ze nemen hun functie pas waar nadat ze de eed afgelegd hebben bij de minister. » : 3° tussen het 1ste en 2de lid van § 1 wordt het volgende ingevoegd : « Indien de Regering voor afloop van het vorige mandaat geen nieuwe voorzitter of nieuwe directeur heeft aangeduid, kan de Regering het mandaat dat ten einde loopt, verlengen of een ander lid van het directiecomité de opdracht geven om de vacante functies uit te oefenen en dit, gedurende een maximale duur van negen maanden. Binnen de zes maanden na de benoeming van de voorzitter dient het directiecomité van de CWaPE een stappenplan in bij de Regering dat de doelstellingen van de CWaPE vermeldt, alsook de acties die ze tijdens de duur van haar lopende mandaat zal ondernemen. » 4° lid 2 van § 2 wordt als volgt aangevuld : « alsook de hoedanigheid van personeelslid van de CWaPE, aangeworven krachtens een arbeidsovereenkomst »;5° § 3 wordt vervangen door volgende bepaling : « § 3.De Regering bepaalt, met inachtneming van de bepalingen van onderhavig artikel, het statuut van de voorzitter en de directeurs van de CWaPE, hun aanstellingsprocedure en de basisprincipes betreffende hun bezoldiging; deze principes zijn identiek voor alle directeurs. » 6° § 4 wordt vervangen door volgende bepaling : « § 4.De voorzitter en de directeurs vormen het directiecomité dat, onverminderd de bepalingen van het huishoudelijk reglement, de handelingen bedoeld in artikel 43bis aanneemt.
De voorzitter vertegenwoordigt de CWaPE »; 7° § 5 wordt vervangen door volgende paragraaf : « § 5.De voorzitter zit het directiecomité voor en heeft bij staking van stemmen een doorslaggevende stem. Hij coördineert en houdt toezicht op de acties van de directies van de CWaPE »
Art. 63.Artikel 46, § 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen door volgende bepaling : «
Art. 46.§ 1. De diensten van de CWaPE worden in vijf directies georganiseerd, namelijk : 1° een technische directie belast met de technische aspecten van de gas- en elektriciteitsmarkten;2° een socio-economische directie, belast met de werking van de gas- en elektriciteitsmarkten en met de controle op de openbare dienstverplichtingen, de evaluatie van hun tenuitvoerlegging en hun kostprijs, alsook met de studies terzake;3° een directie voor de promotie van hernieuwbare energie, belast met de tenuitvoerlegging en de controle van de mechanismen voor de promotion en de labelling van de elektriciteit die wordt geproduceerd op basis van hernieuwbare energiebronnen en warmtekrachtkoppeling enerzijds en van gas uit hernieuwbare energiebronnen, anderzijds;4° een directie klantendienst en juridische dienstverlening, belast met studies van juridische aard, met het toezicht op en de behandeling van vragen en klachten;5° een directie tarieven, belast met de goedkeuring van de tarieven van de elektriciteits- en gasdistributienetbeheerders.» Elke directie wordt geleid door een directeur die rechtstreeks rapporteert aan de voorzitter en aan zijn gezag is onderworpen.
Art. 64.Een paragraaf 1bis, aldus opgesteld, wordt ingevoegd in artikel 46 van hetzelfde decreet : « § 1bis. De voorzitter van de CWaPE wordt bijgestaan door een secretaris-generaal, na openbare oproep tot kandidaten aangeworven door het Directiecomité. Hij staat onder de directe leiding van de voorzitter van de CWaPE. De secretaris-generaal wordt, onder leiding van de voorzitter en onverminderd de bevoegdheden van het directiecomité, belast met het beheer van de human resources, de boekhouding, de informatica, de inzameling en het beheer van de documentatie en de beheercontrole. Hij voert deze taken uit ten dienste van alle directies.
De secretaris-generaal woont de vergaderingen van het directiecomité zonder stemrecht bij en stelt de notulen van de vergaderingen van het directiecomité op. »
Art. 65.Artikel 46, § 2, van hetzelfde decreet wordt als volgt aangevuld : « Het directiecomité werft het personeel aan. Het bepaalt de aanwervingsvoorwaarden en de regels voor de loopbaan, alsook de arbeidsvoorwaarden. Het neemt de personeelsformatie aan en keurt de aanstellingsveranderingen goed. »
Art. 66.Artikel 47, § 1, van hetzelfde decreet, dat het nieuwe artikel 47 vormt, wordt vervangen door volgende bepaling : «
Art. 47.§ 1. Bij de uitvoering van de opdrachten die hem worden gegeven, kan de CWaPE de netbeheerders en, desgevallend, het filiaal bedoeld in artikel 16, § 2, alsook de beheerders van het privé-net, producenten, leveranciers en tussenpersonen die op de gewestelijke markt actief zijn, verplichten om haar alle informatie te leveren die ze nodig heeft om haar taken uit te voeren, binnen een termijn die ze verduidelijkt. Ze motiveert haar beslissing. § 2. Bij ontstentenis van reactie op de beslissing die werd geformuleerd in overeenstemming met § 1, is de voorzitter of een directeur van de CWaPE gemachtigd om : 1° alle installaties, lokalen, terreinen en andere plaatsen op elk moment te betreden, behalve wanneer ze een woning vormen in de zin van artikel 15 van de Grondwet;2° een kopie van de gevraagde informatie te nemen of deze tegen ontvangstbewijs mee te nemen;3° elke persoon te ondervragen over elk feit in verband met dit artikel en zijn antwoorden te registreren. Bij deze gelegenheid is het lid van het directiecomité van de CWaPE houder van een schriftelijk mandaat met de redenen van de controle ter plaatse, dat de termen van dit artikel vermeldt.
Het lid van het directiecomité van de CWaPE stelt een proces-verbaal op dat bewijskracht heeft tot bewijs van het tegengestelde.
De netbeheerders en, desgevallend, hun filialen, alsook de producenten, leveranciers en tussenpersonen die op de gewestelijke markt actief zijn, moeten zich onderwerpen aan de controle ter plaatse die op basis van onderhavige paragraaf wordt uitgevoerd, op straffe van een administratieve boete in de zin van artikel 53.
De Regering kan het toepassingsdomein van onderhavige paragraaf uitbreiden tot bepaalde categorieën gebruikers van het net die hij bepaalt. § 3. De CWaPE mag in elk geval een automatische controle ter plaatse doen van de rekeningen en meetgegevens van de netbeheerders, producenten, leveranciers, en tussenpersonen die op de gewestelijke markt actief zijn. »
Art. 67.De §§ 2 en 3 van artikel 47 van hetzelfde decreet vormen een nieuw artikel 47bis, waarin volgende wijzigingen worden aangebracht : 1° de opsplitsing in paragrafen wordt geschrapt;2° de woorden « en onverminderd § 3 en de uitwisseling van informatie met de bevoegde instanties van andere lidstaten van de Europese Unie die uitdrukkelijk bepaald en toegestaan zijn door verordeningen of richtlijnen vastgesteld door de instellingen van de Europese Unie » worden vervangen door de woorden « en onverminderd de gevallen waarin de CWaPE krachtens een bepaling naar Europees of nationaal of gewestelijk recht informatie moet meedelen.»; 3° de woorden « van de elektriciteitsmarkt » worden vervangen door de woorden « van de elektriciteits- en gasmarkt » .
Art. 68.Artikel 50 van hetzelfde decreet wordt artikel 47ter, waaraan volgende wijzigingen worden aangebracht : 1° § 1 wordt voorafgegaan door de volgende woorden : « Behoudens voor beslissingen die de kamer voor geschillen en vorderingen van de gewestelijke bemiddelingsdienst neemt.»; 2° in datzelfde § 1, worden de woorden « De kosten verbonden met de uitoefening van hun opdrachten zijn ten laste van het Waalse Gewest.» vervangen door de woorden « De Regering bepaalt het bedrag van de presentiegelden en de kosten die hun worden toegekend. Deze kosten zijn ten laste van het Gewest. »; 3° in § 2, wordt het woord « bestuurders » vervangen door het woord « directeurs »;4° een § 3bis wordt ingevoegd, als volgt opgesteld : « § 3bis.Bij een met redenen omklede beslissing van de Regering kunnen de Regeringscommissarissen de CWaPE verplichten om haar toezicht- en controlebevoegdheid op een bepaald punt waarvoor ze bevoegd is, uit te oefenen indien ze herhaaldelijk en zonder reden afziet van elk optreden. »; 5° in § 4, wordt de tweede zin vervangen door de volgende zin : « Dit rapport wordt voor 31 juli aan de Regering overhandigd.»
Art. 69.De artikelen 48 en 49 van hetzelfde decreet vormen nu een Hoofdstuk XIbis met de titel : « HOOFDSTUK XIbis. - Regeling van geschillen »
Art. 70.Artikel 48 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 48.§ 1. De CWaPE organiseert binnen de directie klantendienst en juridische dienstverlening een Gewestelijke bemiddelingsdienst, bevoegd voor het onderzoek en de behandeling van vragen en klachten betreffende de werking van de gewestelijke gas- en elektriciteitsmarkt of die betrekking hebben op de activiteiten van een leverancier of een netbeheerder, op voorwaarde dat deze vraag of klacht onder de gewestelijke bevoegdheid ressorteert. § 2. Elke eindafnemer, producent, leverancier, distributeur of tussenpersoon, alsook de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de consumentenorganisaties kunnen zaken geldig aanhangig maken bij de Gewestelijke bemiddelingsdienst.
Onverminderd de andere modaliteiten van onderhavig decreet, worden de vragen en klachten per brief, fax of e-mail voorgelegd aan de Gewestelijke bemiddelingsdienst. De klachten zijn pas ontvankelijk wanneer de eiser aantoont dat hij vooraf een minnelijke regeling heeft proberen te treffen met de betrokken leverancier of netbeheerder. Het aangeklaagde gedrag mag niet langer dan één jaar voor de neerlegging van de klacht zijn gestopt.
De Gewestelijke bemiddelingsdienst behandelt ook de klachten en vragen van de Ombudsdienst Energie, bedoeld in artikel 27 van de elektriciteitswet. Indien zou blijken dat de vraag of de klacht niet onder de bevoegdheid van het Waals Gewest ressorteert, dan maakt de Gewestelijke bemiddelingsdienst deze over aan de bevoegde federale of gewestelijke ombudsdienst.
De Regering bepaalt de onderzoeksmodaliteiten van de dossiers door de Gewestelijke bemiddelingsdienst. § 3. Met instemming van de betrokken partijen probeert de Gewestelijke bemiddelingsdienst het standpunt van de partijen te verzoeken om een minnelijke schikking tussen hen te vergemakkelijken.
De Regering bepaalt het reglement van de verzoeningsprocedure. § 4. Indien de Gewestelijke bemiddelingsdienst in het kader van het onderzoek van het dossier vaststelt dat de betrokken leverancier of netbeheerder specifieke bepalingen van onderhavig decreet of van het gasdecreet of van hun uitvoeringsbesluiten heeft miskend, kan hij het dossier aan het directiecomité van de CWaPE overmaken, met het oog op de toepassing van de procedure bedoeld in artikel 53. § 5. De Gewestelijke bemiddelingsdienst stelt jaarlijks een activiteitenverslag op dat een afzonderlijk onderdeel vormt van het jaarverslag van de CWaPE bedoeld in artikel 43, § 3. »
Art. 71.Artikel 49 van hetzelfde decreet wordt vervangen door volgende bepaling : «
Art. 49.Er wordt een Geschillenkamer opgericht bij de CWaPE Deze kamer is samengesteld uit de voorzitter van de CWaPE en de directeurs. Ze wordt voorgezeten door de voorzitter.
De Geschillenkamer, samengesteld uit de voorzitter en twee directeurs, houdt zittingen, beraadslaagt en doet uitspraak.
De CWaPE verzorgt het secretariaat van de Geschillenkamer.
Voor het overige bepaalt de Regering de modaliteiten voor de samenstelling en de werking van de Geschillenkamer, alsook de procedureregels die bij deze kamer gelden. »
Art. 72.Een artikel 49bis, opgesteld als volgt, wordt in hetzelfde decreet ingevoegd : «
Art. 49bis.§ 1. Elk geschil betreffende het net of de toepassing van de technische reglementen, met uitzondering van deze betreffende burgerrechtelijke rechten en plichten, wordt voor de Geschillenkamer gebracht. § 2. De zaak wordt door middel van een aangetekend verzoekschrift aanhangig gemaakt bij de Geschillenkamer.
Vooraleer een beslissing te nemen, nodigt de Geschillenkamer de partijen uit om te verschijnen. De partijen die het wensen kunnen zich door een raadsman laten bijstaan.
De Geschillenkamer kan elk nuttig onderzoek uitvoeren of laten uitvoeren en, indien nodig, deskundigen aanduiden en getuigen horen. § 3. De Geschillenkamer neemt een beslissing binnen de twee maanden nadat de zaak aanhangig werd gemaakt. Deze termijn wordt met twee maanden verlengd indien de kamer in overeenstemming met de vorige paragraaf besloten heeft om een onderzoek uit te voeren of te laten uitvoeren.
De beslissingen van de Geschillenkamer worden met redenen omkleed. § 4. In dringende gevallen kan een verzoek voor voorlopige maatregelen bij de Geschillenkamer aanhangig worden gemaakt. De verzoeker moet zijn eis staven met een ernstig en moeilijk te herstellen nadeel dat hij bij afwezigheid van dergelijke maatregelen zou kunnen oplopen. § 5. Binnen de zestig dagen na de kennisgeving kan beroep van volle rechtsmacht worden ingesteld tegen de beslissingen van de Geschillenkamer en dit, bij het hof van beroep van Luik, uitspraak doend zoals in kort geding.
Bij ontstentenis van beslissing van de Geschillenkamer binnen de in § 3 vastgelegde termijn, kan de meest gerede partij het geschil binnen zestig dagen na afloop van de in § 3 vastgelegde termijn aanhangig maken bij het hof van beroep van Luik.
De Regering kan in de zaak tussenkomen, zonder dat deze tussenkomst de procedure evenwel kan vertragen.
Het beroep bedoeld in lid 1 is niet opschortend.
Voor alle aspecten betreffende de procedure voor het hof van beroep van Luik, is het Gerechtelijk Wetboek van toepassing. »
Art. 73.In artikel 51, § 8, van hetzelfde decreet, worden de woorden « Waalse Gewestraad » vervangen door de woorden « Waals Parlement » .
Art. 74.Een hoofdstuk XIIbis, als volgt opgesteld, wordt in hetzelfde decreet ingevoegd : « HOOFDSTUK XIIbis. - Energiefonds
Art. 51bis.De Regering richt een begrotingsfonds op, Energiefonds genoemd, in de zin van artikel 45 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit. De ontvangsten van het Fonds worden bij voorrang bestemd voor de uitvoering van volgende opdrachten, op basis van een actieprogramma dat de Regering goedkeurt : 1° de financiering van de uitgaven van de CWaPE;2° de premies en maatregelen ter bevordering van het rationele gebruik van energie of het gebruik van hernieuwbare energiebronnen;3° de studies en acties ter bevordering van het rationele gebruik van energie en de duurzame beheersing van de vraag naar energie;4° de studies, acties en steunmaatregelen ter bevordering van de productiekanalen van gas en elektriciteit die gebruik maken van hernieuwbare energie en van de installaties voor kwaliteitswarmtekrachtkoppeling;5° de terugbetaling van de schuld die verschuldigd is aan de netbeheerder in zijn hoedanigheid van leverancier en die overeenstemt met de gewaarborgde minimale levering van elektriciteit aan de beschermde afnemers, bedoeld in artikel 33bis of aan de toekenning van herlaadbare kaarten voor de budgetmeters voor gas, bedoeld in artikel 31ter van het gasdecreet wanneer de plaatselijke commissie voor energie beslist om de schulden kwijt te schelden;6° het dragen van alle of een deel van de meerkosten, bepaald in overeenstemming met de oriëntaties van de Regering en gekoppeld aan de openbare dienstverplichtingen betreffende de milieubescherming, in overeenstemming met de artikelen 34bis, § 3, van onderhavig decreet en 33, 3° van het gasdecreet;7° de preventieve actieplannen inzake energie;8° steun aan de productie van milieuvriendelijke elektriciteit krachtens de vigerende steunovereenkomsten of in toepassing van artikel 41, en aan de productie van gas uit hernieuwbare energiebronnen; De Regering bepaalt de procedure en de modaliteiten voor de terugbetaling van de netbeheerders en, desgevallend, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Art. 51ter.§ 1. Het Energiefonds wordt aangevuld : 1° met de retributie bedoeld in de artikelen 21, § 3, 1°, en 29, § 2, van onderhavig decreet;2° met de middelen die krachtens wettelijke, reglementaire of overeengekomen bepalingen aan het Fonds worden toegekend met het oog op de financiering van de openbare dienstverplichtingen van de elektriciteitssector;3° met de opbrengst van de retributie bedoeld in artikel 51quinquies voor de aansluiting op het elektriciteitsnet en op de directe lijnen;4° met de opbrengst van de administratieve boetes bedoeld in artikel 53 van onderhavig decreet;5° met de retributie bedoeld in de artikelen 21, § 3, 1°, en 29, § 2, van het gasdecreet;6° met de middelen die krachtens wettelijke, reglementaire of overeengekomen bepalingen aan het Fonds worden toegekend met het oog op de financiering van de openbare dienstverplichtingen van de gassector;7° met de opbrengst van de retributie bedoeld in artikel 51quinquies voor de aansluiting op het gasnet en op de directe leidingen;8° met de opbrengst van de administratieve boetes bedoeld in artikel 48 van het gasdecreet;9° met de terugbetalingen die worden gedaan door de begunstigden van terugbetaalbare voorschotten, toegekend inzake energie;10° door de wederoverdracht van het ongebruikte saldo van de dotatie die de CWaPE ontvangt. § 2. Het bedrag van de dotatie van de CWaPE bedraagt [3.610.950] euro.
De Regering past dit bedrag jaarlijks aan de index van de consumptieprijzen aan, door het te vermenigvuldigen met de index van de consumptieprijzen voor de maand juni van het jaar en te delen door de index van de consumptieprijzen van de maand juni van het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van onderhavig decreet. Het bedrag van de dotatie wordt opgenomen in verhouding tot de vergoeding die respectievelijk in artikel 51quinquies, § 1, 1° en 2° worden voorzien.
Na advies van de CWaPE kan de Regering het bedrag van de dotatie verhogen, afhankelijk van de naar behoren bewezen behoeften van de CWaPE. § 3. De Administratie maakt een jaarverslag over de bestemmingen van het Fonds op. Het vermeldt een inventaris van de financieringsbronnen zoals gedefinieerd in § 1, met onderscheid per sector van herkomst - elektriciteit of gas - en verduidelijkt de bestemming per energiesector. De Regering maakt het verslag over aan de CWaPE en het Waals Parlement. »
Art. 75.Een hoofdstuk XIIter, als volgt opgesteld, wordt in hetzelfde decreet ingevoegd : « HOOFDSTUK XIIter. - Vergoeding voor aansluiting Afdeling 1. - Belastbaar feit, grondslag, bijdrageplicht en
heffingsvoet
Art. 51quater.Het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen is niet van toepassing op de bepalingen van dit hoofdstuk.
Art. 51quinquies.§ 1. Er wordt een jaarlijkse vergoeding per aansluiting van de in het Waals Gewest gevestigde eindafnemer vastgesteld : 1° op het elektriciteitsnet of een directe lijn in de zin van artikel 2, 24°, ongeacht het spanningspeil;2° op het gastransmissie- of distributienet of op een directe leiding in de zin van artikel 2, 16°, ongeacht het transmissievermogen, met uitzondering van de aansluiting van elektriciteitscentrales voor de hoeveelheid gas die nodig is voor de productie van elektriciteit. § 2. De vergoeding is verschuldigd door elke eindafnemer die in de loop van het refertejaar over een aansluiting bedoeld in § 1 beschikte. Voor de toepassing van de heffingsvoeten die artikel 51sexies vastlegt, wordt rekening gehouden met de hoeveelheid elektriciteit en gas die de eindafnemer per meetsysteem heeft verbruikt met uitzondering van de autoproductie van elektriciteit.
Deze hoeveelheid wordt in kWu uitgedrukt.
Art. 51sexies . § 1. De heffingsvoet bedoeld in artikel 51quinquies, § 1, 1°, wordt als volgt bepaald : 1° van 0 tot 100 kWu : tussen 0,075 euro en 0,15 euro;2° voor de volgende kWu ten laste : - van de afnemers « laagspanning » : tussen 0,00075 euro/kWu en 0,0015 euro/kWu; - van de afnemers « hoogspanning » met een jaarlijks verbruik van minder dan 10 GWu : tussen 0,0006 euro/kWu en 0,0012 euro/kWu; - van de afnemers « hoogspanning » met een jaarlijks verbruik van meer dan of gelijk aan 10 GWu : tussen 0,0003 euro/kWu en 0,0006 euro/kWu;
De heffingsvoet bedoeld in artikel 51quinquies, § 1, 2°, wordt als volgt bepaald : 1° van 0 tot 100 kWu : tussen 0,0075 euro en 0,015 euro;2° voor de volgende kWu ten laste : - van de afnemers met een jaarlijks verbruik van minder dan 1 GWu : tussen 0,000075 euro/kWu en 0,00015 euro/kWu; - van de afnemers met een jaarlijks verbruik van minder dan 10 GWu : tussen 0,00006 euro/kWu en 0,00012 euro/kWu; - van de afnemers met een jaarlijks verbruik van meer dan of gelijk aan 10 GWu : tussen 0,00003 euro/kWu en 0,00006 euro/kWu. § 2. De heffingsvoet bedoeld in § 1 wordt vastgelegd door de Regering.
Bij ontstentenis van beslissing van de Regering, wordt de minimale heffingsvoet toegepast. § 3. De heffingsvoet en het bedrag bedoeld in § 2 worden geïndexeerd volgens de procedure en de modaliteiten die de Regering vastlegt. Afdeling 2. - Betaling en invordering.
Art. 51septies.§ 1. De vergoeding wordt op basis van het reële verbruik van de afnemer aan deze laatste aangerekend en voor rekening van het Gewest geïnd door de leverancier van deze afnemer.
De factuur die naar de eindafnemer wordt verstuurd, vermeldt de precieze vergoeding die de eindafnemer verschuldigd is en is een bericht van betaling.
De betalingstermijn bedraagt ten minste vijftien dagen en begint te lopen op de verzendingsdatum van het betalingsbericht. § 2. De Regering regelt de procedure en de modaliteiten voor de vordering van de vergoeding door de leverancier, de betaling van de geïnde bedragen aan het Gewest, de invordering. Ze bepaalt welke informatie aan het Gewest moet worden meegedeeld, de inlichtingen die nodig zijn voor de controle en de invordering van de vergoeding en de tarieven van de vervolgingskosten ten laste van de bijdrageplichtigen.
De vergoeding wordt (maandelijks) op de rekening van het Waals Gewest betaald met uitdrukkelijke vermelding. § 3. De Regering neemt alle vereiste maatregelen om de juiste inning van de vergoeding te verzekeren en het toezicht op en de controle van de personen in wiens hoofde deze vergoeding opeisbaar is, te regelen.
Art. 51octies.Het aanslagjaar valt samen met het belastbare tijdperk. »
Art. 76.In artikel 52, § 1, van hetzelfde decreet, worden de woorden « 50 tot 20 000 frank » vervangen door de woorden « 1 tot 500 euro. »
Art. 77.Artikel 53 van hetzelfde decreet wordt vervangen door volgende bepaling : «
Art. 53.§ 1. Onverminderd andere in voorliggend decreet bedoelde maatregelen, kan de CWaPE elke aan de toepassing van onderhavig decreet onderworpen natuurlijke of rechtspersoon verplichten tot naleving van specifieke bepalingen van dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan binnen de termijn bepaald door de CWaPE. Indien de CWaPE vaststelt dat deze persoon bij het verstrijken van de termijn in gebreke blijft, kan de CWaPE deze persoon een administratieve geldboete opleggen waarvan ze het bedrag bepaalt. De geldboete mag, per kalenderdag, niet lager zijn dan 250 euro; noch hoger dan 100.000 euro. De beslissing van de CWaPE moet maximum zes maanden na de verzending van het bevel bedoeld in lid 1 worden genomen.
Verder kan de CWaPE een administratieve boete opleggen voor kortstondige tekortkomingen aan specifieke bepalingen van dit decreet die niet in de tijd kunnen worden hersteld en dit, binnen de zes maanden nadat ze zich hebben voorgedaan. De geldboete bedraagt maximaal 200.000 euro of 3 % van de omzet die de persoon in kwestie gedurende het jongste afgesloten boekjaar op de gewestelijke gas- of elektriciteitsmarkt heeft gerealiseerd indien dit laatste bedrag hoger is. § 2. De C.WA.P.E kan een administratieve boete opleggen aan een netbeheerder of een leverancier die de doelstellingen inzake prestaties, vastgelegd krachtens de artikelen 13, 12°, 34, 2°, d) en e ), en 34bis, 2°, c) systematisch en duidelijk negeert. Na advies van de CWaPE bepaalt de Regering de minimale prestatiedrempels en de methodologie terzake. »
Art. 78.De artikelen 53bis tot 53sexies , als volgt opgesteld, worden in hetzelfde decreet ingevoegd : «
Art. 53bis.De CWaPE brengt de betrokken persoon op de hoogte bij aangetekende brief en nodigt hem uit om een memorie met zijn verweermiddelen over te maken voor ze het bedrag van de administratieve boete vaststelt.
De aangetekende brief neemt dit artikel integraal over en bevat volgende elementen : 1° de vermelding van de weerhouden grief of grieven;2° het bedrag van de overwogen boete;3° de plaatsen, dagen en uren waarop het dossier kan worden geraadpleegd;4° de datum van de zitting. De memorie moet per aangetekende brief aan de CWaPE worden overgemaakt, binnen de vijftien dagen na ontvangst van de brief bedoeld in lid 1.
Het verhoor vindt ten vroegste vijfentwintig werkdagen na de verzending van de aangetekende brief van het vorige lid plaats. De betrokken persoon kan zich door een advocaat of deskundigen van zijn keuze laten bijstaan. De CWaPE stelt een proces-verbaal van het verhoor op en nodigt de betrokken persoon uit om het te tekenen, desgevallend na het noteren van zijn opmerkingen.
De CWaPE bepaalt het bedrag van de administratieve boete in een met redenen omklede beslissing en licht de betrokken persoon binnen tien dagen na het verhoor per aangetekende brief in. Na afloop van deze termijn wordt ze geacht definitief af te zien van elke boete op basis van de feiten die de betrokken persoon ten laste worden gelegd, behoudens nieuw element.
Art. 53ter.De kennisgeving van de beslissing van de CWaPE om een administratieve boete op te leggen, maakt melding van de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen deze beslissing krachtens artikel 53sexies, en van de termijn waarin dit beroep moet worden uitgeoefend.
Indien het bedrag van de boete per kalenderdag wordt vastgelegd, is het verschuldigd vanaf de dag volgend op de kennisgeving van de beslissing. In dat geval wordt de boete opgelegd tot de datum waarop de betrokken persoon zich naar deze bevelen geschikt heeft.
Art. 53quater.De administratieve boete is betaalbaar binnen de dertig dagen.
De CWaPE mag een door haar vastgesteld uitstel van betaling toestaan.
Indien de betrokken persoon in gebreke blijft te betalen, wordt de administratieve boete bij dwangbevel ingevorderd. De Regering wijst de ambtenaren aan die de dwangbevelen moeten uitgeven en uitvoerbaar verklaren. Die worden kenbaar gemaakt bij deurwaardersexploot met een aanmaning om te betalen.
Art. 53quinquies.Er mag geen administratieve boete worden opgelegd aan een persoon die voor diezelfde feiten, het voorwerp was van strafrechtelijke vervolgingen op basis van artikel 52, en die, zonder onderscheid, zijn uitgelopen op een schuldigverklaring, een niet-vervolging of een vrijspraak.
De kennisgeving van de beslissing die het bedrag van de administratieve boete vastlegt, maakt een einde aan de strafvordering, desgevallend ingeleid op basis van artikel 52.
Art. 53sexies . Binnen de dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de CWaPE om een administratieve boete op te leggen, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg, volgens de vormen en procedures die het Gerechtelijk Wetboek voorziet.
Het beroep bij de rechtbank van eerste aanleg is opschortend.
Art. 53septies . § 1. Via dezelfde beslissing als deze waarvoor ze een administratieve boete oplegt, kan de CWaPE het volledige of gedeeltelijke uitstel van de betaling van deze boete toekennen.
Het uitstel is slechts mogelijk indien de CWaPE de betrokken persoon geen administratieve boete heeft opgelegd gedurende het jaar dat voorafgaat aan de tekortkoming die aanleiding gaf tot de administratieve boete waarvan het uitstel wordt overwogen.
Het uitstel geldt tijdens een proeftijd van een jaar. De proeftijd loopt vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing die de administratieve boete oplegt.
Bij nieuwe inbreuk tijdens de proeftijd, die aanleiding geeft tot een nieuwe boete, beslist de CWaPE of het uitstel al dan niet wordt ingetrokken.
De administratieve boete waarvan de betaling uitvoerbaar wordt ten gevolge van de intrekking van het uitstel, wordt zonder beperking gecumuleerd met de boete die uit hoofde van de nieuwe inbreuk wordt opgelegd.
Bij beroep tegen de beslissing van de CWaPE, beschikt de rechtbank van eerste aanleg over dezelfde bevoegdheden inzake uitstel als de CWaPE Alle hoger vermelde modaliteiten inzake uitstel zijn van toepassing. »
Art. 79.In artikel 54 van hetzelfde decreet worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « verwerking » wordt geschrapt;2° de woorden « op het net » worden vervangen door de woorden « op de distributienetten » .
Art. 80.Artikel 63 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 81.Volgend zinsdeel wordt toegevoegd aan artikel 569 van de Gerechtelijk wetboek, wat het Waals Gewest betreft : « 33° Beroep tegen de beslissing om administratieve boetes op te leggen krachtens artikel 53, §§ 1 en 2, van het decreet van de 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt. »
Art. 82.Binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van onderhavig decreet, worden de statuten van de netbeheerders aangepast zodat ze aan de bepalingen van onderhavig decreet voldoen.
In afwijking op lid 1, moeten de statuten van de netbeheerders waarin alle of een deel van de aandelen, eigendom van de gemeenten, die bij de inwerkingtreding van onderhavig decreet aandelen zijn die een gebruiksrecht vergoeden, binnen de twaalf maanden na de inwerkingtreding van het decreet aangepast zijn aan artikel 7 van het decreet van 12 april 2001, zoals gewijzigd door onderhavig decreet.
Art. 83.Binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van onderhavig decreet, sturen de netbeheerders de reglementen en standaardovereenkomsten voor toegang en aansluiting, aangepast aan de bepalingen van onderhavig decreet, ter goedkeuring naar de CWaPE
Art. 84.§ 1. Elke natuurlijke of rechtspersoon die een bestaand privé-net beheert, moet dit aan de CWaPE aangeven binnen een termijn van vierentwintig maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Deze aangifte beschrijft de aard van de aansluiting en het type afnemers dat via het privé-net van energie wordt voorzien.
De CWaPE stuurt een kopie van deze aangifte naar de beheerder van het distributienet of het plaatselijk transmissienet waarop het privé-net is aangesloten.
Binnen de zes maanden na de aangifte levert de beheerder van het privé-net de CWaPE het bewijs van technische eenvormigheid van het privé-net. Hiertoe legt hij een valideringsverslag van een erkend controleorgaan voor. Een kopie van dit verslag wordt naar de beheerder van het distributienet of het plaatselijk transmissienet waarop het privé-net is aangesloten, gestuurd.
Bij ontstentenis van aangifte of aanpassing van het privé-net binnen de opgelegde termijnen, kan de CWaPE de beheerder van het privé-net verplichten om zich naar de bepalingen van dit artikel te schikken en hem, desgevallend, een administratieve boete opleggen in toepassing van artikel 53 van voormeld decreet van 12 april 2001. § 2. Binnen de zes maanden na ontvangst van de kopie van het valideringsverslag stuurt de netbeheerder het voorstel van overeenkomst bedoeld in artikel 15ter, § 2 van voormeld decreet van 12 april 2001 naar de beheerder van het privé-net dat hoofdzakelijk residentiële afnemers bedient.
Indien de beheerder van het privé-net oordeelt dat het voorstel van overeenkomst van de netbeheerder technisch of economisch onevenwichtige bepalingen inhoudt, dan vraagt hij aan CWaPE om een uitspraak te doen op dit punt. De zaak wordt via aangetekend schrijven aanhangig gemaakt bij de CWaPE; de beheerder van het privé-net zet zijn argumenten uiteen in deze brief.
De CWaPE betekent haar beslissing aan de betrokken partijen binnen een termijn van zestig dagen nadat ze de netbeheerder toegelaten heeft om zijn standpunt te doen gelden. Indien ze oordeelt dat het onevenwichtige karakter van het voorstel van overeenkomst geen verband houdt met objectieve elementen die losstaan van de wil van de netbeheerder, gelast ze de netbeheerder om het voorstel van overeenkomst aan te passen aan de veranderingen die ze voorstelt.
Bij ondertekening van hoger vermelde overeenkomst wordt het privé-net gezien als een deel van het distributienet zodra de beheerder van het distributienet, het eigendoms- of gebruikrecht van het privé-net gekocht heeft.
De overeenkomst wordt overgemaakt aan de CWaPE en de Minister. § 3. Bij ontstentenis van ondertekening van hoger vermeld voorstel van overeenkomst binnen de zes maanden na de verzending van het voorstel van overeenkomst aan de beheerder van het privé-net, wordt het beheer van het privé-net onderworpen aan de toekenning van een individuele vergunning door de Minister, na advies van de CWaPE Artikel 15bis, §§ 2 en 3, van voornoemd decreet van 12 april 2001 is van toepassing. § 4. Binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van onderhavig decreet, maken de beheerders van het distributienet en het plaatselijk transmissienet een brief, opgesteld in overleg met de CWaPE, over aan de eigenaars en beheerders van het privé-net die ze kennen en aan de gemeenten en organisaties die de eigenaars en huurders vertegenwoordigen, om hen in te lichten over het nieuwe wettelijke kader inzake privé-distributienetten. § 5. Na advies van de CWaPE kan de Regering bepaalde categorieën bestaande privé-distributienetten die hoofdzakelijk residentiële afnemers bedienen, vrijstellen van de toepassing van §§ 2 en 3, of hun bepalingen aanpassen, met name omwille van het tijdelijke karakter van het verbruik van de betrokken eindafnemers, van het bijkomstige karakter van ditzelfde verbruik in vergelijking met het eigen verbruik van de afnemer die rechtstreeks op het distributienet of het plaatselijk transmissienet is aangesloten, van de omstandigheid dat het privé-net het gevolg is van de verkaveling van de eigendom van een oorspronkelijke binneninstallatie of van het feit dat het privé-net in eenzelfde gebouw ligt.
Deze vrijstelling verandert niets aan de verplichting van de beheerder van het privé-net om de uitbating en het onderhoud van zijn net te waarborgen met het oog op een veiligheidsniveau dat vergelijkbaar is met dat van de technische reglementen.
Art. 85.Indien een netbeheerder de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten voor de inwerkingtreding van onderhavig decreet al aan een filiaal heeft toevertrouwd, dan worden de statuten van dit filiaal en de aandeelhoudersovereenkomst, alsook de lijst van bestuurders en leidinggevend personeel binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van onderhavig decreet overgemaakt aan de minister die belast is met Energie. De Regering onderzoekt, op advies van de CWaPE, of het filiaal voldoet aan de voorwaarden van artikel 16, § 2, van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt.
Art. 86.De vergunningen die in overeenstemming met artikel 31 van het decreet van 12 april 2001, opgeheven door onderhavig decreet, aan de leveranciers van milieuvriendelijke elektriciteit worden toegekend, worden van rechtswege opgeheven bij de inwerkingtreding van onderhavig decreet.
Art. 87.De wegenistoelatingen die werden toegekend krachtens de wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening blijven van kracht.
Art. 88.In afwijking op artikel 16, § 2, lid 2, 5°, zoals ingevoegd door onderhavig decreet, kan het filiaal, bedoeld in artikel 16, § 2, tot 31 december 2009, activiteiten inzake kabeldistributie realiseren.
Art. 89.Binnen de dertig dagen na de inwerkingtreding van onderhavig decreet leggen de voorzitter en de bestuurders van de CWaPE de eed af bij de minister; de bestuurders leggen deze eed af als directeur. Deze eedaflegging verandert de termijn van hun mandaat niet.
Art. 90.Artikel 62, 4°, ter aanvulling van artikel 45, § 2, lid 2, van voormeld decreet van 12 april 2001 is niet van toepassing op de lopende mandaten van de voorzitter en de bestuurders van de CWaPE bij de inwerkingtreding van onderhavig decreet, noch op de eerste mandaten van voorzitter en directeurs van de CWaPE die na de inwerkingtreding van de onderhavig decreet worden toegekend.
Art. 91.De Regering is bevoegd om de bepalingen van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt te coördineren of te hernummeren.
Ze is ook bevoegd om de bepalingen van voornoemd decreet van 12 april 2001 en deze van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt, in een « Waals wetboek voor energie » om te zetten.
Art. 92.Onderhavig decreet treedt in werken op de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
In afwijking op lid 1 treden : 1° artikel 23, voor zover het de artikelen 15bis tot 15ter invoegt;2° artikel 41, voor zover het de artikelen 25bis tot 25sexies , en artikel 47, voor zover het de artikelen 31bis tot 31quater, in voormeld decreet van 12 april 2001 invoegt en 3° artikel 42, 7°, voor zover het een artikel 26, § 3, in voormeld decreet van 12 april 2001 invoegt, in werking op 1 januari 2009;4° artikel 54, voor zover het artikel 34, lid 1, 2°, h) van voormeld decreet van 12 april 2001 wijzigt, treedt in werking op 1 januari 2009. Verder bepaalt de regering de datum van inwerkingtreding van volgende bepalingen : - artikel 58, voor zover het artikel 43, § 2, 14° van het decreet van 12 april 2001 wijzigt; - artikel 62, 2°, voor zover dit het aantal directeurs van de CWaPE wijzigt; - artikel 63, voor zover het een directie aan de CWaPE toevoegt, en voor zover het een 5° aan artikel 46, § 1, van het decreet van 12 april 2001 toevoegt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 17 juli 2008.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën en Uitrusting, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse handel en Patrimonium, J.-C. MARCOURT De Minister van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Vorming, M. TARABELLA De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, D. DONFUT De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota's (1) Zitting 2007-2008. Stukken van het Waals Parlement, 813 (2007-2008), nrs. 1 tot 15.
Volledig verslag, openbare vergadering van 16 juli 2008 Bespreking - Stemmingen.