gepubliceerd op 05 augustus 2016
Decreet betreffende de herfinanciering van het hoger onderwijs
16 JUNI 2016. - Decreet betreffende de herfinanciering van het hoger onderwijs
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen, en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen betreffende de herfinanciering van het hoger onderwijs
Artikel 1.De middelen die voor het hoger onderwijs in 2016 bestemd zijn, worden vermeerderd met : 1° minstens 10 miljoen euro in 2016;2° minstens 17, 5 miljoen euro in 2017;3° minstens 39 miljoen euro in 2018;4° minstens 41 miljoen euro vanaf 2019. De som van die bedragen vertegenwoordigt een herfinanciering van het hoger onderwijs met minstens 107,5 miljoen euro over vier jaar. Het in het eerste lid, 4° bedoelde bedrag, vertegenwoordigt de structurele herfinanciering van het hoger onderwijs vanaf 2019. Die structurele herfinanciering wordt verhoogd vanaf 2020 op grond van de methoden voor de indexering van de financieringsbronnen waarvoor ze krachtens artikel 2 wordt bestemd.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde herfinanciering met 10 miljoen euro voor 2016 wordt over de universiteiten en de hogescholen verdeeld ten bedrage van 7,5 miljoen euro voor de universiteiten en 2,5 miljoen euro voor de hogescholen.
De bijkomende herfinanciering met 7,5 miljoen euro tussen 2016 en 2017 wordt uiterlijk bij het opmaken van de begroting 2017 verdeeld, na aftrek van de bedragen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 23 van dit decreet bedoelde bepaling.
De bijkomende herfinanciering met 21,5 miljoen euro tussen 2017 en 2018, alsook de bijkomende herfinanciering met 2 miljoen euro tussen 2018 en 2019 worden uiterlijk bij het opmaken van de begroting 2018 verdeeld, na aftrek van de bedragen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 23 van dit decreet bedoelde bepaling.
In het tweede lid en in het derde lid, kan het deel van de herfinanciering die voor de universiteiten wordt bestemd, niet lager zijn dan 65 % en niet hoger dan 75 %. Het deel dat voor de hogescholen bestemd is, kan niet lager zijn dan 25 % en kan niet hoger zijn dan 35 %. HOOFDSTUK II. - Wijziging van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling
Art. 3.Artikel 25 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, f), worden de woorden "Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix à Namur;" vervangen door de woorden "Université de Namur;"; 2° in het eerste lid, h), worden de woorden "Facultés universitaires Saint-Louis à Bruxelles;" vervangen door de woorden "Université Saint-Louis - Bruxelles";"; 3° in het eerste lid, i), worden de woorden "Facultés universitaires Catholiques de Mons"." opgeheven; 4° worden de woorden "op grond van de toelagen die werkelijk werden toegekend aan de instellingen gedurende de laatste tien jaar voorafgaand aan de herziening" opgeheven; 5° het wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : "De som van de vaste delen van alle instellingen vertegenwoordigt 30 % van de som van de vaste delen en de variabele delen van alle instellingen.".
Art. 4.Artikel 28 van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt : a) het eerste lid wordt vervangen als volgt : "Voor de berekening van het variabele deel van de werkingstoelage, onverminderd de bepalingen van het tweede lid en het derde lid, worden de studies die leiden tot een academische graad van de eerste of de tweede cyclus en die bepaald zijn in artikel 83 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies verdeeld over drie groepen als volgt :
Nr. Studiegebieden
Groep
1
filosofie
A
2
theologie
A
3
taal-, letterkunde en traductologie
A
4
geschiedenis, kunstgeschiedenis en archeologie
A
5
informatie en communicatie
A
6
politieke en sociale wetenschappen
A
7
rechtswetenschappen
A
8
criminologie
A
9
economische wetenschappen en beheerswetenschappen
A
10
psychologische en opvoedingswetenschappen
A
11
geneeskundige wetenschappen
1ste cyclus : B 2e oorspronkelijke cyclus : C
12
diergeneeskundige wetenschappen
1ste cyclus : B 2e oorspronkelijke cyclus : C
13
tandwetenschappen
1ste cyclus buiten diplomajaar : B diplomajaar van de 1ste en 2e oorspronkelijke cyclus : C
14
biomedische en farmaceutische wetenschappen
1ste cyclus buiten diplomajaar : B diplomajaar van de 1ste en 2de oorspronkelijke cyclus : C
15
wetenschappen van de volksgezondheid
B
16
wetenschappen van de motoriek
B
17
wetenschappen
B
18
landbouwkundige wetenschappen en biologische engineering
1ste cyclus buiten diplomajaar : B diplomajaar van de 1ste en 2e oorspronkelijke cyclus : C
19
ingenieurwetenschappen en technologie
1ste cyclus buiten diplomajaar : B diplomajaar van de 1ste en 2e oorspronkelijke cyclus : C
20
bouwkunst en stedenbouw
B
b) het tweede lid wordt vervangen als volgt : "De studies die leiden tot een academische graad in de studiegebieden bepaald in artikel 83 van het voormelde
decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/11/2013
pub.
18/12/2013
numac
2013029625
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies
sluiten en die niet in het eerste lid worden vermeld, alsook de doctorale opleidingen, worden in groep B gerangschikt.Vanaf het begrotingsjaar 2018 behoren de studies die leiden tot een academische graad van Specialisatie Master van het studiegebied 11°, georganiseerd met toepassing van artikel 73, tweede lid, van het voormelde
decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/11/2013
pub.
18/12/2013
numac
2013029625
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies
sluiten, tot groep C."; c) in het derde lid, worden de woorden "studiejaren en opleidingen" vervangen door de woorden "inschrijvingen voor studies en opleidingen";d) in het vierde lid, worden de woorden "In het bijzonder komen de studenten ingeschreven voor de praktische opleiding in hogescholen voor titularis van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs (GPBHO) of voor de aggregatie voor het secundair onderwijs" vervangen door de woorden "De studenten ingeschreven voor de praktische opleiding in hogescholen voor titularis van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs (GPBHO) of voor de aggregatie voor het secundair onderwijs komen"; er wordt een zesde lid ingevoegd, luidend als volgt : "Voor de toepassing van dit artikel, wordt als ingeschreven voor een diplomajaar van de eerste cyclus beschouwd, de regelmatige student die voor minstens 105 studiepunten van die studiecyclus geslaagd is.".
Art. 5.Artikel 29 van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt : 1° paragraaf 1 wordt gewijzigd als volgt : a) het eerste lid wordt vervangen als volgt : "Het basisbedrag voor het vaste deel van de jaarlijkse werkingstoelage wordt vastgesteld op 190.080.000 euro. Vanaf het begrotingsjaar 2016 wordt dat bedrag geïndexeerd overeenkomstig de in paragraaf 4 bedoelde bepalingen. Vanaf het begrotingsjaar 2016 wordt dat bedrag met 2.920.000 euro verhoogd. Vanaf het jaar 2017 wordt de voor het jaar 2016 aldus gekregen som van die bedragen geïndexeerd overeenkomstig de in paragraaf 4 bedoelde bepalingen."; b) het tweede lid wordt opgeheven;c) het derde lid wordt opgeheven;2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : " § 2.Het basisbedrag voor het variabele deel van de jaarlijkse werkingstoelage wordt vastgesteld op 443.518.000 euro. Vanaf het begrotingsjaar 2016 wordt dat bedrag geïndexeerd overeenkomstig de in paragraaf 4 bedoelde bepalingen.
Vanaf het begrotingsjaar 2016 wordt dat bedrag met 6.812.000 euro verhoogd. Vanaf het jaar 2017 wordt de voor het jaar 2016 aldus gekregen som van die bedragen geïndexeerd overeenkomstig de in paragraaf 4 bedoelde bepalingen."; 3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3.Voor het begrotingsjaar 2016, wordt het basisbedrag voor de in artikel 34 bedoelde aanvullende toelagen voor de in artikel 25, b), c), h) bedoelde instellingen op 8.066.077 euro vastgesteld. Vanaf het jaar 2016 wordt dat bedrag geïndexeerd overeenkomstig de in paragraaf 4 bedoelde bepalingen."; 4° paragraaf 3bis, eerste lid, wordt vervangen als volgt : " § 3bis..
Voor het begrotingsjaar 2016, wordt het basisbedrag voor de in artikel 34 bedoelde aanvullende toelagen voor de Université de Mons op 325.224 euro vastgesteld. Vanaf het jaar 2016 wordt dat bedrag geïndexeerd overeenkomstig de in paragraaf 4 bedoelde bepalingen."; 5° de paragrafen 3ter en 3quater worden ingevoegd, luidend als volgt : " § 3ter.Bij het basisbedrag van het in § 1 bedoelde vaste deel wordt een bijkomend bedrag van 2.250.000 euro voor het begrotingsjaar 2016 opgeteld. Vanaf het jaar 2017 wordt dat bijkomende bedrag geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van § 4.". " § 3quater. Bij het basisbedrag van het in § 2 bedoelde variabele deel wordt een bijkomend bedrag van 5.250.000 euro voor het begrotingsjaar 2016 opgeteld. Vanaf het jaar 2017 wordt dat bijkomende bedrag geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van § 4.". 6° § 4 wordt vervangen als volgt : " § 4.Een bedrag wordt voor een bepaald begrotingsjaar geïndexeerd door het definitieve bedrag dat wordt bekomen voor het jaar voorafgaand aan het bedoelde jaar aan te passen aan de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen volgens de formule : De gezondheidsindex van juni van het bedoelde begrotingsjaar, gedeeld door de gezondheidsindex van juni van het voorafgaande begrotingsjaar"; 7° er wordt een paragraaf 4bis ingevoegd, luidend als volgt : " § 4bis.Voor de jaren 2016 tot 2025, wordt de som van de bedragen betreffende het vaste deel bedoeld in de §§ 1, 3ter en 7, geïndexeerd volgens de bepalingen van de §§ 4 en 7, verdeeld over de verschillende instellingen : "Université de Liège" : 25,92 % "Université catholique de Louvain « : 30,38 %. "Université libre de Bruxelles" : 25,83 %. "Université de Mons" : 7,95 %. "Université de Namur" : 7,36 %. "Université Saint-Louis - Bruxelles" : 2,56 % »; 8° paragraaf 5, eerste lid, wordt vervangen als volgt : "Elk jaar worden het in § 3 bedoelde bedrag dat wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van § 4 alsook de som van de bedragen betreffende het variabele deel bedoeld in de §§ 2, 3quater en 7 die volgens de bepalingen van de §§ 4 en 7 worden geïndexeerd, verdeeld over de betrokken universitaire instellingen op grond van de verhouding tussen het vierjarengemiddelde van het gewogen aantal studenten van alle betrokken instellingen, berekend krachtens de artikelen 28 tot 32, en de bepalingen bedoeld bij het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014029344 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies type decreet prom. 11/04/2014 pub. 03/07/2014 numac 2014029364 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot finalisering van de overdracht van de studies van vertaler-tolk naar de universiteit sluiten tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies."; 9° de paragrafen 5bis en 5ter worden ingevoegd, luidend als volgt : " § 5bis.Voor de begrotingsjaren 2016 tot en met 2021, wordt voor elke instelling een referentiebedrag vastgesteld, overeenstemmend met de som van het vaste deel en van het variabele deel : "Université de Liège" : 161.668.000 euro; "Université catholique de Louvain" : 199.292.000 euro; "Université libre de Bruxelles" : 158.864.000 euro; "Université de Mons" : 52.753.000 euro; "Université de Namur" : 47.459.000 euro "Université Saint-Louis - Bruxelles" : 13.564.000 euro.
Die bedragen worden vanaf het begrotingsjaar 2016 geïndexeerd volgens de bepalingen van § 4.
Vanaf het begrotingsjaar 2016, worden de volgende bedragen opgeteld bij de in het eerste lid bepaalde bedragen : "Université de Liège" : 1.172.000 euro; "Université catholique de Louvain" : 559.000 euro; "Université libre de Bruxelles" : 5.281.000 euro; "Université Saint-Louis - Bruxelles" : 2.721.000 euro.
Vanaf het jaar 2017 wordt de som van de bedragen die voor het jaar 2016 aldus werden bekomen door de betrokken instellingen geïndexeerd overeenkomstig de in paragraaf 4 bedoelde bepalingen. § 5ter. Voor de begrotingsjaren 2016 tot en met 2021, wanneer, voor één of meer instellingen, de som van de bedragen van het vaste deel en van het variabele deel, berekend volgens de bepalingen van de §§ 4bis en 5 het in § 5bis vastgestelde referentiebedrag niet bereikt, krijgt(en) die instelling(en) haar(hun) referentiebedrag.
Voor alle instellingen die hun referentiebedrag krijgen met toepassing van het eerste lid, wordt een compensatiebedrag berekend dat gelijk is aan de som van de verschillen tussen hun referentiebedragen en de som van de bedragen van het vaste deel en van het variabele deel, berekend volgens de bepalingen van de §§ 4bis en 5.
De andere instellingen krijgen het bedrag dat wordt berekend volgens de bepalingen van de §§ 4bis en 5, verminderd met het compensatiebedrag, verdeeld over die instellingen in verhouding tot het verschil tussen de som van de bedragen van hun vaste deel en van hun variabele deel volgens de bepalingen van de §§ 4bis en 5 en hun referentiebedrag."; 10° paragraaf 6 wordt afgeschaft; 11° paragraaf 7 wordt gewijzigd als volgt : a) het eerste lid wordt vervangen als volgt : "Vanaf het begrotingsjaar 2016 en tot en met het begrotingsjaar 2027, worden de bedragen van het vaste deel en van het variabele deel van de werkingstoelage voor de universiteiten, in de §§ 1 en 2 vastgesteld en geïndexeerd volgens § 4, jaarlijks verhoogd met gecumuleerde bijkomende bedragen van respectief 600.000 en 1.400.000 euro." Voor de begrotingsjaren 2026 en 2027 zijn de overeenstemmende gecumuleerde bijkomende bedragen 300.000 en 700.000 euro; b) het tweede lid wordt vervangen als volgt : "Elk jaarlijks aldus toegevoegd bedrag wordt vervolgens, reeds vanaf het volgende jaar, geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 29, § 4."; c) het derde lid wordt vervangen als volgt : "Vanaf het begrotingsjaar 2028, zijn de in de §§ 1 en 2 vastgestelde bedragen van het vaste deel en van het variabele deel van de werkingstoelage gelijk aan de som, voor die delen, van de bedragen die voor het voorafgaande jaar in de §§ 1, 2, 3ter, 3quater en 7 bepaald zijn, geïndexeerd volgens de bepalingen van § 4.".
Art. 6.Artikel 29bis, eerste lid, van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt : "Voor de in artikel 28 bedoelde studiegroepen, wordt een wegingscoëfficiënt toegepast op de studenten die voor financiering in aanmerking komen krachtens de bepalingen van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014029344 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies type decreet prom. 11/04/2014 pub. 03/07/2014 numac 2014029364 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot finalisering van de overdracht van de studies van vertaler-tolk naar de universiteit sluiten tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies.".
Art. 7.Artikel 30 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : "Die bepaling is echter niet van toepassing op de studenten die ingeschreven zijn voor studies die tot een Specialisatie Master leiden".
Art. 8.Artikel 32, § 2, van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt : " § 2. Voor de in artikel 25, d) tot h) bedoelde universitaire instellingen, bestaat er een maximumaantal voor elk studiegebied en elke cyclus. Dat maximumaantal is gelijk aan 600 voor elk werkelijk georganiseerd studiegebied van de eerste cyclus en aan 800 voor elk werkelijk georganiseerd studiegebied van de tweede cyclus. Als het maximumaantal bereikt is voor de eerste cyclus van een studiegebied waarin er verschillende in artikel 28 bedoelde studiegroepen bestaan, is de in artikel 28 bedoelde vermindering van toepassing op de studenten van de studiegroep met de zwakste weging, bedoeld in artikel 29bis.".
Art. 9.Artikel 32bis, eerste lid van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "Een bedrag van 11.475.284 euro wordt verdeeld over de universiteiten in verhouding tot het aantal studenten die geslaagd zijn voor de studies en werken betreffende de voorbereiding van een doctoraatsthesis, bedoeld in artikel 71, § 3, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies.".
Art. 10.De artikelen 35 tot 35sexies van dezelfde wet worden opgeheven.
Art. 11.Artikel 36 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : "De uitbetaling van vijftien procent van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde toelage wordt afhankelijk gemaakt van de overzending van de inlichtingen die bedoeld zijn in artikel 106 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies.".
Art. 12.In artikel 36 ter van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, wordt het bedrag van 621.545 euro vervangen door het bedrag van 849.519 euro; 2° het tweede lid wordt vervangen door : "Vanaf het begrotingsjaar 2016, wordt het in artikel 1 bedoelde bedrag geïndexeerd volgens de in artikel 29, § 4 bedoelde formule.".
Art. 13.Artikel 36quater van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid wordt het bedrag van 133.553 euro vervangen door het bedrag van 182.323 euro; 2° in het tweede lid, worden de woorden "die voor de eerste keer in het eerste jaar van de graad van bachelor ingeschreven zijn" vervangen door de woorden "in de zin van artikel 148, laatste lid, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies"; 3° het derde lid wordt vervangen als volgt :"Een toelage van 20.258 euro wordt toegekend aan de "Acadédmie de Recherche et d'Enseignement supérieur (ARES)(Academie Onderzoek en Hoger Onderwijs) om de projecten van de universiteiten gemeenschappelijk te maken en te coördineren en om de goede praktijken vast te stellen."; 4° het vierde lid wordt vervangen als volgt : "Vanaf het begrotingsjaar 2016, worden de in het eerste lid en het derde lid bedoelde bedragen geïndexeerd volgens de in artikel 29, § 4 bedoelde formule.".
Art. 14.In artikel 36quater/1, tweede lid, van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, wordt het bedrag van 2.509.811 euro vervangen door het bedrag van 3.426.337 euro; 2° in het tweede lid, worden de woorden "van de eerste generatie, in de zin van artikel 148, vierde lid" vervangen door de woorden "in de zin van artikel 148, laatste lid"; 3° het vierde lid wordt vervangen door : "Vanaf het begrotingsjaar 2016 wordt het in het eerste lid bedoelde bedrag geïndexeerd volgens de in artikel 29, § 4 bedoelde formule.".
Art. 15.Artikel 36quinquies van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, in de eerste zin, worden de woorden "elke academie" vervangen door de woorden "elke universiteit"; 2° punt 3° ) wordt vervangen door "3° Van een bedrag van minstens 10 % van de toelage die de instellingen ontvangen, bestemd voor de hulp voor het slagen bedoeld in artikel 148 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies.".
Art. 16.Artikel 36sexies van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, in de eerste zin, worden de woorden "elke academie" vervangen door de woorden "elke universiteit"; 2° in punt 1°, worden de woorden "ten gunste van de studenten van de eerste generatie bedoeld in artikel 83, § 1, tweede lid, van het voormelde decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten;" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 148 van het voormelde decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten, genomen ten aanzien van de studenten bedoeld in het laatste lid van hetzelfde artikel van hetzelfde decreet;".
Art. 17.Artikel 45 wordt gewijzigd al volgt : 1° in paragraaf 1, wordt het bedrag van 7.586.293 euro vervangen door het bedrag van 10.356.635 euro; 2° paragraaf 1bis wordt gewijzigd als volgt : a) in het eerste lid worden de woorden "vanaf 2007," geschrapt en wordt het bedrag van 3.438.787 euro vervangen door het bedrag van 4.694.554 euro; b) in het tweede lid, wordt het bedrag van 577.147 euro vervangen door het bedrag van 768.104 euro; 3° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : "vanaf het begrotingsjaar 2016, worden de in de vorige paragrafen bedoelde bedragen geïndexeerd volgens de in artikel 29, § 4, bedoelde formule.".
Art. 18.Artikel 46 van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt : 1° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt : " § 4.Vanaf het begrotingsjaar 2016 wordt geen subsidie meer toegekend. De vanaf het begrotingsjaar 2016 uitgetrokken bedragen worden rechtreeks bestemd voor de globale enveloppe voor de financiering van de universiteiten"; 2° de paragrafen 5, 6 en 7 worden opgeheven. HOOFDSTUK III. - Wijziging van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies
Art. 19.Artikel 105, vierde lid, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies wordt aangevuld als volgt "Vanaf het academiejaar 2017-2018, kan dat geld niet vijftien keer hoger zijn dan het bedrag van het in het eerste lid bedoelde inschrijvingsgeld voor de studenten voor wie de eerste inschrijving voor een studiecyclus werd verricht tijdens de academiejaren 2017-2018 of volgende.". HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen
Art. 20.Artikel 10 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen wordt aangevuld met de volgende leden, luidend als volgt : "Vanaf het begrotingsjaar 2016, wordt een bedrag van 9.732.000 euro, overeenstemmend met het variabele deel van de financiering, toegekend voor de studies van de categorie vertaler-tolk die naar de universiteit werden overgedragen krachtens het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014029344 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies type decreet prom. 11/04/2014 pub. 03/07/2014 numac 2014029364 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot finalisering van de overdracht van de studies van vertaler-tolk naar de universiteit sluiten tot finalisering van de overdracht van de studies van vertaler-tolk naar de universiteit, afgetrokken van het door de vorige leden bepaalde bedragen, na aanpassing overeenkomstig artikel 9.
Vanaf het begrotingsjaar 2016, wordt een bedrag van 2.500.000 euro opgeteld bij het door de vorige leden bepaalde bedrag na aanpassing overeenkomstig artikel 9.".
Art. 21.In artikel 29 van hetzelfde decreet, wordt een zesde lid ingevoegd, luidend als volgt : "De uitbetaling van vijftien procent van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde globale jaarlijkse toelage wordt afhankelijk gemaakt van de overzending van de inlichtingen die bedoeld zijn in artikel 106 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies.". HOOFDSTUK V. - Wijziging van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) sluiten tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten)
Art. 22.Artikel 60quinquies, § 2, van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) sluiten tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten) wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : "De uitbetaling van die toelage wordt afhankelijk gemaakt van de overzending van de inlichtingen die bedoeld zijn in artikel 106 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies.". HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het decreet van 20 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/06/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008029389 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de administratieve personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen sluiten betreffende de administratieve personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde Hogescholen, Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten voor architectuur
Art. 23.In het decreet van 20 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/06/2008 pub. 04/09/2008 numac 2008029389 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de administratieve personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen sluiten betreffende de administratieve personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde Hogescholen, Hogere Kunstscholen en Hogere Instituten voor architectuur, wordt een artikel 160 octies ingevoegd, luidend als volgt : "Art. 160 octies. Vanaf het academiejaar 2017-2018, wordt de administratieve personeelsformatie van de hogere kunstscholen verhoogd met een halve bijkomende betrekking van administratieve ambtenaar van niveau 1, wanneer hun studentenbevolking lager is dan vijfhonderd studenten, en met één bijkomende betrekking van administratieve ambtenaar van niveau 1, wanneer hun studentenbevolking minstens vijfhonderd studenten telt.
Die verhoging betreft vooral het personeel dat bevoegd is inzake comptabiliteit.". HOOFDSTUK VII. - Andere opheffingsbepalingen
Art. 24.Artikel 107 van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten wordt opgeheven.
Art. 25.Artikel 159, § 1, 1° van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : "1° worden de studenten ingeschreven voor studies die leiden tot het behalen van academische graden van de eerste en tweede cyclus in vertalen en tolken in de universitaire instellingen bedoeld in artikel 25 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling, vermenigvuldigd met 1,1657. Dit geldt ook voor de studenten die ingeschreven zijn voor academische graden van de eerste en de tweede cyclus in wetenschapsbeheer in de universitaire instellingen bedoeld in artikel 25, d) tot h) van dezelfde wet.".
Art. 26.Artikel 10 van het decreet van 19 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/05/2004 pub. 16/06/2004 numac 2004029199 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende oprichting van een Management School bij de Université de Liège sluiten houdende oprichting van een Management School bij de "Université de Liège", zoals gewijzigd bij het decreet van 16 december 2005, wordt opgeheven
Art. 27.De artikelen 9, 14, 19, 25, 34, 41 et 50 van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 15/09/2009 numac 2009029515 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van de overdracht van het hoger architectuuronderwijs naar de universiteit sluiten houdende organisatie van de overdracht van het hoger architectuuronderwijs naar de universiteit, worden opgeheven.
Art. 28.Artikel 8, § 1, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014029344 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot aanpassing van de financiering van de instellingen voor hoger onderwijs aan de nieuwe organisatie van de studies type decreet prom. 11/04/2014 pub. 03/07/2014 numac 2014029364 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot finalisering van de overdracht van de studies van vertaler-tolk naar de universiteit sluiten tot finalisering van de overdracht van de studies van vertaler-tolk naar de universiteit wordt gewijzigd als volgt : 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° het tweede lid wordt opgeheven. HOOFDSTUK VIII. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 29.Voor de toepassing van artikel 30 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling, worden de bijkomende masters die volgens het voormelde decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten worden georganiseerd, gelijkgesteld met de Specialisatie Master.
Art. 30.Dit decreet treedt in werking op 16 juni 2016.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 16 juni 2016.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Media en Wetenschappelijk Onderzoek, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, Mevr. M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, Mevr. I. SIMONIS _______ Nota Zitting 2015-2016 Stukken van het Parlement. - Voorstel van decreet, nr. 290-1. - Verslag, nr. 290-2.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 15 juni 2016.