gepubliceerd op 23 december 2009
Decreet houdende fiscale billijkheid en milieuefficiëntie voor het wagenpark en de passiefhuizen
10 DECEMBER 2009. - Decreet houdende fiscale billijkheid en milieuefficiëntie voor het wagenpark en de passiefhuizen (1)
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I - Onroerende voorheffing
Artikel 1.Artikel 255 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen op de inkomsten 1992, voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 27 april 2006, wordt aangevuld met een § 3, luidend als volgt: "§ 3. Voor de onroerende goederen waarvan de vernieuwing met het oog op hun verbouwing tot passiefhuizen het recht heeft geopend op de toekenning van de belastingvermindering bepaald bij artikel 145/24, § 2, eerste lid, 3°, van dit Wetboek, die voor het eerst uiterlijk 31 december 2012 als passiefhuizen werden bewoond, die op 1 januari van het aanslagjaar de enige woning van de belastingplichtige vormen in de zin van artikel 257, eerste lid, 1°, en die hij op dezelfde datum persoonlijk bewoont, bedraagt de onroerende voorheffing, in afwijking van § 1, volgend percentage van het kadastraal inkomen, zoals vastgelegd op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig artikel 518: 1° tijdens het eerste aanslagjaar dat volgt op het jaar in de loop waarvan is vastgesteld dat de woning een passiefhuis is: 1,25 % vermenigvuldigd met 0,20;2° tijdens het tweede aanslagjaar dat volgt op het jaar in de loop waarvan is vastgesteld dat de woning een passiefhuis is: 1,25 % vermenigvuldigd met 0,40;3° tijdens het derde aanslagjaar dat volgt op het jaar in de loop waarvan is vastgesteld dat de woning een passiefhuis is: 1,25 % vermenigvuldigd met 0,60;4° tijdens het vierde aanslagjaar dat volgt op het jaar in de loop waarvan is vastgesteld dat de woning een passiefhuis is: 1,25 % vermenigvuldigd met 0,80;5° tijdens de volgende jaren: het percentage bedoeld in § 1. Het eerste lid doet geen afbreuk aan de eventuele toepassing van een lager percentage dat krachtens § 1 van toepassing zou zijn op de woning.
De vaststelling dat de woning een passiefhuis is blijkt uit het getuigschrift op grond waarvan de bij artikel 145/24, § 2, eerste lid, 3°, van dit Wetboek bepaalde belastingvermindering toegekend wordt."
Art. 2.In artikel 257 van hetzelfde Wetboek,voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 18 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid, 1°, wordt vervangen als volgt: "1° een vermindering gelijk aan een kwart van de onroerende voorheffing betreffende de enige woning van de belastingplichtige op 1 januari van het aanslagjaar, die hij op die datum persoonlijk bewoont, wanneer het kadastraal inkomen van die woning, verhoogd met het kadastraal inkomen van het geheel van zijn in België gelegen onroerende goederen, niet hoger is dan 745 EUR. Om vast te stellen of bedoelde woning de enige woning van de belastingplichtige is, worden alle onroerende goederen in aanmerking genomen die geheel of gedeeltelijk voor de woning bestemd zijn en waarop de belastingplichtige het geheel of een onverdeeld aandeel van een zakelijk recht bezit, ongeacht of ze in België of in het buitenland gelegen zijn. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met : a) de overige woningen waarvan hij op 1 januari van het aanslagjaar slechts blote eigenaar is;b) een andere woning waarop de belastingplichtige uiterlijk 31 december van het lopend aanslagjaar zijn zakelijk recht daadwerkelijk heeft afgestaan;c) een andere woning die de belastingplichtige niet persoonlijk bewoont wegens : - wettelijke of contractuele belemmeringen waardoor de belastingplichtige op die datum de woning niet zelf kan betrekken.Als dusdanig worden aangezien o.a. de woningen die onverbeterbaar zijn in de zin van artikel 1, 14°, van de Waalse huisvestingscode, als dusdanig erkend door een afgevaardigde van de Minister van Huisvesting of bij een besluit van de burgemeester; - de stand van vordering van de bouw- of renovatiewerken waardoor de belastingplichtige de woning niet daadwerkelijk kan betrekken op dezelfde datum.
Die vermindering wordt tot 50 % verhoogd over een periode van 5 jaar die ingaat het eerste jaar waarvoor de onroerende voorheffing verschuldigd is, voor zover het gaat om een woning die de belastingplichtige heeft laten bouwen of nieuw heeft aangekocht, zonder een bouw- of aankooppremie te hebben genoten waarin de desbetreffende wetgeving voorziet;"; 2° het eerste lid, 4°, wordt vervangen als volgt : "4° kwijtschelding of verlaging van de onroerende voorheffing in verhouding tot de duur en de omvang van de leegstand, inactiviteit of improductiviteit van het onroerend goed : a) indien een niet ingericht bebouwd onroerend goed minstens 180 dagen in de loop van het jaar onbezet en improductief is gebleven;b) indien het geheel van het materieel en de outillage, of een deel hiervan dat minstens 25 % van het kadastraal ervan vertegenwoordigt, gedurende 90 dagen in de loop van het jaar inactief is gebleven;c) indien het geheel van hetzij een bebouwd onroerend goed, hetzij van het materieel en de outillage, of een deel hiervan dat minstens 25 % van het respectieve kadastraal inkomen ervan vertegenwoordigt, vernietigd is. De verminderingsvoorwaarden worden per kadastraal perceel of per gedeelte van kadastraal perceel vastgelegd wanneer een dergelijk gedeelte hetzij een aparte woning, hetzij een productie- of activiteitsdepartement of -afdeling vormt die apart kunnen werken of apart in aanmerking genomen kunnen worden, hetzij een entiteit die gescheiden kan worden van de overige goederen of gedeelten waaaruit het perceel bestaat en die apart gekadastreerd kan worden.
De improductiviteit moet van onvrijllige aard zijn. Alleen het feit dat het goed tegelijkertijd te huur en te koop aangeboden wordt door de belastingplichtige stelt de improductiviteit niet voldoende vast.
Vanaf het tijdstip waarop het goed sinds meer dan twaalf maanden niet meer in gebruik is, kan, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, de evenredige vermindering of verlaging bedoeld in a) hierboven niet meer toegekend worden voor zover de leegstandperiode twaalf maanden overschrijdt, behalve in het geval van een onroerend goed waarop de belastingplichtige de zakelijke rechten niet kan uitoefenen wegens ramp, overmacht, een procedure of een administratief of gerechtelijk onderzoek waardoor het vrije genot van het onroerend goed belet wordt, tot de dag waarop die omstandigheden die het vrije genot van het onroerend belemmeren verdwijnen. Als dusdanig wordt beschouwd een onroerend goed dat onverbeterbaar is in de zin van artikel 1, 14°, van de Waalse huisvestingscode, als dusdanig erkend door een afgevaardigde van de Minister van Huisvesting of bij een besluit van de burgemeester."
Art. 3.In artikel 518, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, voor het laatst gewijzigd bij de wet van 27 december 2004, wordt de nummering "255, § 1," vervangen door de nummering "255, § 1 en § 3,".
Art. 4.Dit hoofdstuk van dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. De artikelen 1, 2, 1°, en 3 zijn toepasselijk vanaf het aanslagjaar 2010; artikel 2, 2°, is toepasselijk vanaf het aanslagjaar 2009. HOOFDSTUK II. - Registratierechten op de verkopen van bescheiden woningen
Art. 5.Artikel 53 van het Wetboek van de registratie-, hypotheek- en griffierechten, voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt vervangen als volgt: "
Art. 53.Het bij artikel 44 vastgelegd recht wordt tot 5 % of tot 6 % verlaagd voor de verkopen aan een natuurlijke persoon van de eigendom : 1° van landgoederen waarvan het kadastraal inkomen niet hoger is dan het maximumbedrag waarin artikel 53bis voorziet, naar rato van de aanslagbasis gebruikt voor de vereffening van de rechten, vastgelegd overeenkomstig de artikelen 45 tot 50, die niet hoger is dan het maximumbedrag dat in artikel 53ter vastligt. Als landgoed wordt aangezien het onroerend goed dat hetzij uit voor landbouwbedrijf aangewende of bestemde gebouwen en gronden, hetzij uit dergelijke gronden alleen bestaat; 2° woningen waarvan het kadastraal inkomen, gebouwd of ongebouwd, niet hoger is dan het maximumbedrag dat in artikel 53bis vastligt, naar rato van de aanslagbasis gebruikt voor de vereffening van de rechten, vastgelegd overeenkomstig de artikelen 45 tot 50, die niet hoger is dan het maximumbedrag dat in artikel 53ter vastligt. Als woning wordt aangemerkt het huis of het geheel of het gedeelte van een verdieping van een gebouw, dat dient of zal dienen tot huisvesting van een gezin of één persoon, met in voorkomend geval de aanhorigheden die tegelijk met het huis, het geheel of het gedeelte van een verdieping worden verkregen.
De Waalse Regering legt regels vast voor het bepalen van de aanhorigheden waarop deze bepaling van toepassing is.
In de gevallen bedoeld in het eerste lid, 1° en 2° : 1° hetzij, wanneer de verkoop aanleiding geeft tot de toekenning van een hypothecair krediet aan de verkrijger overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 houdende het reglement van de hypotheekleningen van de "Société wallonne de Crédit social et des Guichets du Crédit social" (Waalse Maatschappij voor Sociaal krediet en van de Loketten voor sociaal krediet), of aan de toekenning van een hypothecair krediet door het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Woningfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië) overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 met betrekking tot de hypotheekleningen en de huurtegemoetkoming van het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie", bedraagt het verlaagd percentage 5 %, toegepast op de aanslagbasis die gebruikt wordt voor de vereffening van de rechten, vastgelegd overeenkomstig de artikelen 45 tot 50;2° hetzij, in de andere gevallen, bedraagt het percentage 6 %, toegepast op de aanslagbasis die gebruikt wordt voor de vereffening van de rechten, vastgelegd overeenkomstig de artikelen 45 tot 50, naar rato van de maximumwaarde bedoeld in artikel 53ter, waarbij het normale tarief bedoeld in artikel 44 van deze Code op het overschot van genoemde waarde toegepast wordt.
Art. 6.Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 53bis, luidend als volgt : "
Art. 53bis.Het maximaal kadastraal inkomen bedoeld in artikel 53 wordt vastgelegd op : 1° 323 EUR wanneer de aankoop slechts terreinen betreft;2° 745 EUR wanneer de aankoop betrekking heeft hetzij op een gebouwd onroerend goed, hetzij tegelijkertijd op een gebouwd onroerend goed en op terreinen.Wanneer de aankoop betrekking heeft op een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk voor de woning bestemd is, wordt dat bedrag met 100 EUR verhoogd indien de verkrijger of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende drie of vier kinderen ten laste hebben, met 200 EUR indien ze vijf of zes kinderen ten laste hebben en met 300 EUR indien ze zeven kinderen of meer ten laste hebben op de aankoopdatum. De kinderen ten laste van wie het lichamelijk of geestelijk vermogen wegens één of meer aandoeningen voor minstens 66 % gebrekkig of verminderd is, worden voor twee kinderen ten laste geteld. Als kinderen ten laste worden beschouwd de kinderen die op de datum van de aankoopakte deel uitmaken van het gezin van de verkrijger en die gedurende het kalenderjaar dat aan die datum voorafgaat persoonlijk niet beschikt hebben over inkomens waarvan het nettobedrag, berekend overeenkomstig de artikelen 142 en 143 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen op de inkomsten 1992, hoger is dan het nettobedrag bedoeld in artikel 136 van hetzelfde Wetboek.
Daarenboven is de vermindering van het registratierecht bedoeld in artikel 53 slechts toepasselijk op de terreinen inbegrepen in de aankoop als het totaal van de kadastrale inkomens van die terreinen niet hoger is dan 323 EUR."
Art. 7.Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 53ter, luidend als volgt : "
Art. 53ter.§ 1. Al naar gelang het aangeworven onroerend goed op 1 juli van het jaar dat voorafgaat aan dat van de verkoopovereenkomst gelegen is in een gebied met een zeer hoge vastgoeddruk of in een gebied met een hoge vastgoeddruk, respectievelijk bedoeld in artikel 1, 13°, en in artikel 1, 12°, van het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 met betrekking tot de hypotheekleningen en de huurtegemoetkoming van het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie", of buiten die gebieden, wordt de in artikel 53 bedoelde maximumwaarde, waarop het bij hetzelfde artikel berekend verminderd percentage van toepassing is, vastgelegd op respectievelijk 210.000 EUR, 200.000 EUR en 191.000 EUR. Voornoemde maximumwaarden worden vanaf het jaar 2011 jaarlijks aan de evolutie van de index van de consumptieprijzen aangepast d.m.v. volgende formule : bedrag voor het lopende jaar vermenigvuldigd met de index van de maand juni van een jaar en gedeeld door de index van de maand juni van het voorafgaande jaar.
De bedragen die van 1 januari tot 31 december van het volgend jaar toepasselijk zijn worden vanaf het jaar 2010 jaarlijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt door het Operationeel directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst. Ook de lijst van de gemeenten gelegen in een gebied met zeer hoge vastgoeddruk of in een gebied met hoge vastgoeddruk, bedoeld in respectievelijk artikel 1, 13°, en in artikel 1, 12°, van het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 met betrekking tot de hypotheekleningen en de huurtegemoetkoming van het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie" wordt door hetzelfde directoraat-generaal jaarlijks op 1 juli in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De Waalse regering kan de bedragen van het eerste lid verhogen. Ze legt een ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de aldus genomen besluiten aan het Waals Parlement over, onmiddellijk indien het vergadert, zo niet bij de opening van de eerstkomende zitting.
In voorkomend geval wordt het maximumbedrag bedoeld in het eerste lid verminderd naar rato van de verkochte quotiteit. § 2. Wanneer het te koop aangeboden onroerend goed al het voorwerp is geweest van een in dit artikel bedoelde andere verkoop tussen dezelfde partijen en wanneer die verkoop bij overeenkomst is geannuleerd, vernietigd, ontbonden, herroepen of opgezegd binnen twaalf maanden voor bedoelde verkoop, zijn de in § 4 bedoelde maximumwaarde en het statuut van het gebied waar bedoeld gebied gelegen is, toepasselijk op die laatste verkoop, die welke voor bedoelde gemeente van kracht zijn in de loop van het jaar van de voorheen geannuleerde, vernietigde, ontbonden, herroepen of opgezegde verkoop."
Art. 8.Artikel 54 van hetzelfde Wetboek, voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 19 december 1979, wordt vervangen als volgt : "
Art. 54.De in artikel 53 bedoelde verlaging is niet toepasselijk op de verkoop van een onverdeeld deel, tenzij dit deel verbonden is aan een verdieping of aan een verdiepinggedeelte van een gebouw.
De verlaging bedoeld in artikel 53 is evenmin toepasselijk indien de verkrijger of zijn echtgenoot of wettelijke samenwonende het geheel of een onverdeeld deel van een zakelijk recht bezit op één of meer onroerende goederen waarvan het kadastraal inkomen voor het geheel of voor het onverdeeld deel samen met dat van het verkregen onroerend goed meer bedraagt dan het maximumbedrag waarin artikel 53bis voorziet.
De verlaging bedoeld in artikel 53, eerste lid, 2°, is evenmin toepasselijk indien de verkrijger of zijn echtgenoot of wettelijke samenwonende al het geheel of een onverdeeld deel van een zakelijk recht bezit op een gebouw dat geheel of gedeeltelijk voor de woning bestemd is, ongeacht of het in België of in het buitenland gelegen is.
Voor de toepassing van het tweede en het derde lid wordt evenwel geen rekening gehouden met: 1° de onroerende goederen die de verkrijger of zijn echtgenoot of wettelijke samenwonende enkel in blote eigendom bezitten en die werd verkregen uit de nalatenschap van hun respectieve bloedverwanten in de opgaande lijn;2° de voorwaarde dat de verkoop het voorwerp van een authentieke akte is geweest, de onroerende goederen waarvan de verkrijger of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende daadwerkelijk het hem toebehorende zakelijk recht heeft afgestaan, hetzij uiterlijk in de loop van het jaar van de authentieke akte van aankoop van het onroerend goed dat in aanmerking kan komen voor de verlaging bedoeld in artikel 53, eerste lid, 2°, hetzij in de loop van het jaar van de eerste bezetting van het onroerend goed gebouwd op een terrein dat in aanmerking kan komen voor de verlaging bedoeld in artikel 57;3° de voorwaarde dat de verkoop het voorwerp van een authentieke akte is geweest, de onroerende goederen die de verkrijger of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende niet persoonlijk bezet wegens wettelijke of contractuele belemmeringen waardoor de bezetting van het onroerend goed door die persoon zelf op de datum van de authentieke akte onmogelijk gemaakt wordt.Als dusdanig worden aangezien o.a. de gebouwen die onverbeterbare woningen zijn in de zin van artikel 1, 14°, van de Waalse huisvestingscode, als dusdanig erkend door een afgevaardigde van de Minister van Huisvesting of bij een besluit van de burgemeester;
De verlaging bedoeld in artikel 53 is geenszins toepasselijk op de terreinen die deel uitmaken van de nieuwe aankoop als het kadastraal inkomen ervan, samen met dat van de terreinen die de verkrijger of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende al bezit, hoger is dan 323 EUR. In afwijking van deze bepaling, wordt evenwel geen rekening gehouden met de terreinen die de verkrijger of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende enkel in blote eigendom bezit en die verkregen werden uit de nalatenschap van hun respectieve bloedverwanten in de opgaande lijn. ".
Art. 9.Artikel 55, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, voor het laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, wordt gewijzigd als volgt : "2° de akte of een door de verkrijger gewaarmerkte en ondertekende verklaring onderaan op de akte moet uitdrukkelijk vermelden: a) dat de verkrijger en zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende niet het geheel of een onverdeeld deel van een zakelijk recht bezitten op één of meer onroerende goederen waarvan het kadastraal inkomen voor het geheel of voor het onverdeelde deel, samen met dat van het verkregen onroerend goed, meer dan het krachtens artikel 53bis vastgestelde maximum bedraagt, afgezien van de onroerende goederen die de verkrijger en zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende enkel in blote eigendom bezitten en die verkregen werden uit de nalatenschap van hun respectieve bloedverwanten in de opgaande lijn;b) in geval van toepassing van artikel 53, eerste lid, 1°, dat het landgoed uitgebaat zal worden door de verkrijger, zijn echtgeno(o)t(e), zijn wettelijke samenwonende of hun nakomelingen;c) in geval van toepassing van artikel 53, eerste lid, 2°, of van artikel 57, dat de verkrijger of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende niet het geheel of een onverdeeld deel van een zakelijk recht bezit op een ander gebouw dat geheel of gedeeltelijk voor woning bestemd is, in België of in het buitenland, afgezien van de onroerende goederen bedoeld in artikel 54, vierde lid;de nog te verkopen onroerende goederen bedoeld in artikel 54, vierde lid, 2°, zijn evenwel het voorwerp van een aparte melding met de nauwkeurige plaatsligging en de aard van het zakelijk recht waarvan de verkrijger of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende houder is op dat onroerend goed; d) in geval van toepassing van artikel 53, eerste lid, 2°, of van artikel 57, dat de verkrijger of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister ingeschreven zal worden op het adres van het verkregen onroerend goed;e) de datum van de verkoopovereenkomst waarop de verschuldigdheid van de rechten is ontstaan, overeenkomstig artikel 19, eerste lid, 2°; wanneer het te koop aangeboden onroerend goed al het voorwerp is geweest van een in artikel 53ter of in artikel 57bis bedoelde andere verkoop tussen dezelfde partijen en wanneer die verkoop bij overeenkomst is geannuleerd, vernietigd, ontbonden, herroepen of opgezegd binnen twaalf maanden voor de verkoop waarop de akte betrekking heeft, vermeldt de akte eveneens de voorheen geannuleerde, vernietigde, ontbonden, herroepen of opgezegde verkoopdatum."
Art. 10.Artikel 57 van hetzelfde Wetboek,voor het laatst gewijzigd bij de wet van 22 juni 1960, wordt gewijzigd als volgt : "
Art. 57.Met inachtneming van de beperkingen bedoeld in artikel 54, wordt het bij artikel 44 bepaalde recht verlaagd tot 6 %, of tot 5 % wanneer de verkoop aanleiding geeft tot de toekenning aan de verkrijger van een hypothecair krediet overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 houdende het reglement van de hypotheekleningen van de "Société wallonne de Crédit social et des Guichets du Crédit social" of aan de toekenning van een hypothecair krediet door het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie" overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 met betrekking tot de hypotheekleningen en de huurtegemoetkoming van het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie", voor de verkopen aan een natuurlijke persoon van een terrein bestemd voor de vestiging van een woning voor zover : 1° het verkregen goed en het gebouwde goed voldoen aan de voorwaarden opgenomen in artikel 53, eerste lid, 2°, met uitzondering van de voorwaarde die er in vermeld wordt met betrekking tot de maximumwaarde waarop de verlaagde voet waarin voorzien wordt toegepast kan worden. De verkoopwaarde van het geheel van het goed, gebouwd door de verkrijger alleen of met andere personen, in de zin van artikel 46, zoals geraamd op de aankoopdatum van het terrein, mag evenwel niet hoger zijn dan het maximumbedrag waarin artikel 57bis voorziet; 2° de verkoopakte de bij artikel 55, eerste lid, 2°, geëiste meldingen bevat. In dat geval wordt de akte in het gewoon recht geregistreerd, behoudens de teruggave bedoeld in artikel 58, na de voltooiing van de bouw.
Het maximaal kadastraal inkomen van het gebouwde goed en de aanhorigheden ervan is het inkomen bedoeld in artikel 53bis, eerste lid, 2°, al naar gelang de verschillen waarin die bepaling voorziet, maar mits vervanging van de datum van de aankoopakte door de datum waarop het kadastraal inkomen vastgelegd wordt na de voltooiing van de bouw.".
Art. 11.Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 57bis, luidend als volgt : "
Art. 57bis.§ 1. Al naar gelang het gebouwde goed op 1 juli van het jaar dat voorafgaat aan dat van de verkoopovereenkomst van het terrein gelegen is in een gebied met een zeer hoge vastgoeddruk of in een gebied met een hoge vastgoeddruk, respectievelijk bedoeld in artikel 1, 13°, en in artikel 1, 12°, van het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 met betrekking tot de hypotheekleningen en de huurtegemoetkoming van het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie", of buiten die gebieden, wordt de in artikel 57, eerste lid, 1°, bedoelde verkoopwaarde van het geheel van het gebouwde goed vastgelegd op respectievelijk 210.000 EUR, 200.000 EUR en 191.000 EUR. Voornoemde maximale verkoopwaarden worden vanaf het jaar 2011 jaarlijks aan de evolutie van de consumptieprijzenindex aangepast d.m.v. volgende formule: bedrag voor het lopende jaar vermenigvuldigd met de index van de maand juni van een jaar en gedeeld door de index van de maand juni van het voorafgaande jaar.
De bedragen die van 1 januari tot 31 december van het volgend jaar toepasselijk zijn worden vanaf het jaar 2010 jaarlijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt door het Operationeel directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst. Ook de lijst van de gemeenten gelegen in een gebied met zeer hoge vastgoeddruk of in een gebied met hoge vastgoeddruk, bedoeld in respectievelijk artikel 1,13°, en in artikel 1, 12°, van het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 met betrekking tot de hypotheekleningen en de huurtegemoetkoming van het "Fonds du logement des Familles nombreuses de Wallonie" wordt door hetzelfde directoraat-generaal op 1 juli van een jaar in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De Waalse Regering kan de in het eerste lid bedoelde bedragen verhogen. Ze legt een ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de aldus genomen besluiten aan het Waals Parlement over, onmiddellijk indien het vergadert, zo niet bij de opening van de eerstkomende zitting. § 2. De in § 1 bedoelde maximumwaarde die op het gebouwde goed toepasselijk is, is de waarde die voor bedoelde gemeente van kracht is in de loop van het jaar van de verkoop van het terrein.
Wanneer het te koop aangeboden onroerend goed al het voorwerp is geweest van een in dit artikel bedoelde andere verkoop tussen dezelfde partijen en wanneer die verkoop bij overeenkomst is geannuleerd, vernietigd, ontbonden, herroepen of opgezegd binnen twaalf maanden voor bedoelde verkoop, zijn de maximumwaarde van § 1 en het statuut van bedoelde gemeente, toepasselijk op het gebouwde goed, die welke voor bedoelde gemeente van kracht zijn in de loop van het jaar van de voorheen geannuleerde, vernietigde, ontbonden, herroepen of opgezegde verkoop van het terrein."
Art. 12.In artikel 58 van hetzelfde Wetboek,voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 1958, worden het eerste en het tweede lid vervangen als volgt : " In de gevallen bedoeld in de artikelen 56 en 57 wordt hetgeen boven het verlaagd recht werd geheven, teruggegeven op overlegging van een na de vaststelling van het kadastraal inkomen afgeleverd uittreksel uit de kadastrale legger, alsook, enkel in het geval van artikel 57, van het overzicht van de bouwkost van het goed en van een raming van de verkoopwaarde ervan, in de zin van artikel 46, zoals geraamd op de aankoopdatum van het terrein.
Het bij artikel 53bis vastgelegde toepasselijk maximum is datgene dat van kracht was op de datum van de akte van verkrijging."
Art. 13.Artikel 59 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt: "In geval van onjuistheid in de vermeldingen waarvan sprake in artikel 55, eerste lid, 2°, e), is artikel 204 toepasselijk."
Art. 14.Artikel 60 van hetzelfde Wetboek,voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt gewijzigd als volgt : "
Art. 60.Het voordeel van de vermindering bedoeld in artikel 53, eerste lid, 1°, blijft alleen dan behouden zo de verkrijger, zijn echtgenoot of hun afstammelingen zelf de landeigendom uitbaten. Die uitbating dient aangevangen binnen een termijn van vijf jaar, die ingaat op de datum van de akte van verkrijging en minstens drie jaar zonder onderbreking voortgezet.
Het voordeel van de vermindering bedoeld in artikel 53, eerste lid, 2°, en van de vermindering bedoeld in artikel 57 blijft alleen dan behouden zo de verkrijger of zijn echtgenoot of wettelijke samenwonende ingeschreven is in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op het adres van het verkregen onroerend goed.
Deze inschrijving moet geschieden binnen een termijn van drie jaar, te rekenen van de datum van de authentieke akte van verkrijging en minstens drie jaar zonder onderbreking behouden blijven.
De verlaging blijft evenwel verkregen zo niet-nakoming van die voorwaarden het gevolg is van overmacht of van een dwingende reden van medische, familiale, professionele of sociale aard. Onder dwingende reden van medische aard in de zin van het vorige lid wordt verstaan o.a. een toestand waarin zorgen verleend moeten worden aan de verkrijger, zijn echtgeno(o)t(e), wettelijke samenwonende, afstammelingen of aan de afstammelingen van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende en die ontstaan is na het verkrijgen van het onroerend goed, waardoor het voor die personen onmogelijk wordt om zich in het gebouw te vestigen, het uit te baten of erin te verblijven, zelfs met de hulp van het gezin of van een gezinshulporganisatie."
Art. 15.Artikel 61, tweede lid, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : " Indien de vermindering vervalt bij gebrek aan inschrijving binnen de termijn en gedurende de tijd bepaald bij artikel 60, tweede lid, of indien ze vervalt bij gebrek aan wederverkoop van een woninggebouw bedoeld in artikel 54, vierde lid, 2°, hetzij uiterlijk in de loop van het jaar van de authentieke akte van verkrijging van het gebouw dat in aanmerking kan komen voor de verlaging bedoeld in artikel 53, eerste lid, 2°, hetzij in de loop van het jaar van de eerste bezetting van het pand gebouwd op een terrein dat in aanmerking kan komen voor de verlaging bedoeld in artikel 57, is de verkrijger, naast het aanvullend recht, een daaraan gelijke vermeerdering verschuldigd."
Art. 16.De artikelen 3, 4, 7 en 8 van het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten worden opgeheven.
Art. 17.Dit hoofdstuk van dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in de Eco-Bonus en in de Eco-Malus
Art. 18.Artikel 4 van het decreet van 17 januari 2008 houdende invoering van een ecobonus op de CO2-emissies van de autovoertuigen van natuurlijke personen wordt vervangen als volgt : "
Artikel 4.§ 1. Als een autovoertuig, nieuw of gebruikt, pas in gebruik genomen op het grondgebied van het Waalse Gewest, een ander, nieuw of gebruikt, autovoertuig vervangt bij de ingebruikneming ervan, wordt de ecobonus toegepast op het positieve verschil van de CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig t.o.v. de CO2-emissies van het vorige autovoertuig dat vervangen werd. § 2. Dit positieve verschil van de CO2-emissies wordt berekend als volgt: a) de CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig en van het vervangen autovoertuig worden ingedeeld volgens de CO2-emissieniveaus vermeld in kolom I van onderstaande tabel. Het cijfer tegenover elk CO2-emissieniveau in kolom II van onderstaande tabel wordt "emissiecategorie van het autovoertuig" genoemd :
I
II
CO2-emissies van het autovoertuig
Emissiecategorie van het autovoertuig
Van 0 tot 98
1
Van 99 tot 104
2
Van 105 tot 115
3
Van 116 tot 125
4
Van 126 tot 135
5
Van 136 tot 145
6
Van 146 tot 155
7
Van 156 tot 165
8
Van 166 tot 175
9
Van 176 tot 185
10
Van 186 tot 195
11
Van 196 tot 205
12
Van 206 tot 215
13
Van 216 tot 225
14
Van 226 tot 235
15
Van 236 tot 245
16
Van 246 tot 255
17
Vanaf 256
18
Als de rechthebbende drie kinderen ten laste heeft, wordt het cijfer van de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van de tabel hierboven, verminderd met 1, of met 2 als de rechthebbende minstens vier kinderen ten laste heeft op de datum waarop het voertuig in gebruik genomen wordt; de Minister van Begroting en Financiën van het Waalse Gewest bepaalt de toekenningsmodaliteiten voor de vermindering van het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het nieuwe autovoertuig, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de betrokkene bij de dienst die het beheer van de ecobonus waarneemt.
Wat betreft de voertuigen die op de datum van ingebruikneming van het voertuig in een inschrijvingsregister ingeschreven staan als hebbende vloeibaar petroleumgas als brandstoftype of energiebron, wordt het cijfer van de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van de tabel hierboven, ook verminderd met 1; b) het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig a), wordt van het cijfer dat voor de emissiecategorie van het oude autovoertuig staat afgetrokken d.m.v. onderstaande formule: (emissiecategorie van het oude autovoertuig) - (emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig a).
Als het resultaat van deze aftrekking een positief cijfer is, heeft de rechthebbende recht op de betaling door het Waalse Gewest van de ecobonus waarvan het bedrag bij artikel 5 wordt bepaald."
Art. 19.A. Artikel 5 van hetzelfde decreet van 17 januari 2008 wordt vervangen als volgt : "
Art. 5.§ 1. Het bedrag van de ecobonus wordt vastgelegd als volgt:
I
II
Cijfer dat staat voor het verschil van de CO2-emissies
Bedrag van de ecobonus
1
100 EUR
2
150 EUR
3
200 EUR
4
250 EUR
5
300 EUR
6
350 EUR
7 en meer
400 EUR
In afwijking van deze tabel: a) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 0 EUR als de categorie van het autovoertuig, nieuw of gebruikt, dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), hoger is dan 4; b) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 1.200 EUR als de categorie van het autovoertuig, nieuw of gebruikt, dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), lager is dan 2; c) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 800 EUR als de categorie van het autovoertuig, nieuw of gebruikt, dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), gelijk aan 2;d) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 400 EUR als de categorie van het autovoertuig, nieuw of gebruikt, dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), gelijk aan 3. De Waalse Regering kan wijzigingen aanbrengen in de bedragen en categorieën bedoeld in het eerste en het tweede lid. Ze zal een ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de aldus genomen besluiten aan het Waals Parlement overleggen, onmiddellijk indien het vergadert, zo niet bij de opening van de eerstkomende zitting. § 2. Het bedrag van de ecobonus dat resulteert uit § 1 is door het Waals Gewest aan de rechthebbende verschuldigd. ".
B. Artikel 5 van hetzelfde decreet van 17 januari 2008 wordt vervangen als volgt : "
Art. 5.§ 1. Het bedrag van de ecobonus wordt vastgelegd als volgt :
I
II
Cijfer dat staat voor het verschil van de CO2-emissies
Bedrag van de ecobonus
1
100 EUR
2
150 EUR
3
200 EUR
4
250 EUR
5
300 EUR
6
350 EUR
7 en meer
400 EUR
In afwijking van deze tabel : a) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 0 EUR als de categorie van het autovoertuig, nieuw of gebruikt, dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), hoger is dan 4; b) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 1.200 EUR als de categorie van het autovoertuig, nieuw of gebruikt, dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), lager is dan 2; c) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 800 EUR als de categorie van het autovoertuig, nieuw of gebruikt, dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), gelijk is aan 2;d) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 400 EUR als de categorie van het autovoertuig, nieuw of gebruikt, dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), gelijk is aan 3. e) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 0 EUR als het autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen een nieuw autovoertuig is waarvan de catalogusprijs hoger is dan 20.000 EUR, excl. BTW en excl. opties, waarbij dat bedrag met 5.000 EUR verhoogd wordt wanneer de rechthebbende minstens drie kinderen ten laste heeft, of wanneer de rechthebbende minstens één gehandicapt kind ten laste heeft, of wanneer de rechthebbende zelf een gehandicapte persoon is; afwijkingshalve wordt genoemde catalogusprijs van 20.000 EUR tot 30.000 EUR verhoogd wanneer bedoeld voertuig: - hetzij een hybride elektrisch voertuig in de zin van artikel 1, § 2, 43°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, voor zover de categorie van dat nieuw autovoertuig dat onlangs in gebruik is genomen op het grondgebied van het Waalse Gewest gelijk is aan 1; - hetzij een voertuig waarvan de enige energiebron elektriciteit is.
De catalogusprijs is de prijs die door de bouwheer of diens mandataris in de Staat van aankoop van het voertuig was vastgelegd op de datum van de ingebruikneming ervan, voor de verkoop aan de gebruiker van nieuwe voertuigen en van nieuwe gemengde voertuigen van hetzelfde type, vermenigvuldigd met de coëfficiënt verkregen na opdeling van het gemiddelde van de indexprijzen van het jaar 2007 door het gemiddelde van de indexprijzen van het jaar dat voorafgaat aan de ingebruikneming van bedoeld voertuig.
Als gehandicapt in de zin van deze bepaling wordt beschouwd elke persoon waarvan het lichamelijk of geestelijk vermogen op de datum van ingebruikneming van het voertuig wegens één of meer aandoeningen voor minstens 66 % gebrekkig of verminderd is; worden verondersteld dergelijke gehandicapte personen te zijn op de datum van ingebruikneming van het voertuig, behoudens bewijs van het tegenovergestelde te leveren door de dienst die het beheer van de ecobonus waarneemt, de personen: - voor wie de rechthebbende aanspraak kan maken op de kinderbijslag of op de gegarandeerde gezinsprestaties, met toekenning van een toeslag bovenop het bedrag van die kinderbijslag of gegarandeerde gezinsprestaties, overeenkomstig, al naar gelang van het geval, artikel 20, § 2, § 2bis en § 3, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, of artikel 47 van het koninklijk besluit van 19 december 1939 houdende coördinatie van de wetten betreffende de kindertoeslagen voor loonarbeiders, op de datum van ingebruikneming van het voertuig; - of van wie de handicap recht geeft op de vrijstelling van het kijkgeld, overeenkomstig artikel 19, eerste lid, 3° tot 6°, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld.
De Waalse Regering kan wijzigingen aanbrengen in de bedragen en categorieën bedoeld in het eerste en het tweede lid. Ze zal een ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de aldus genomen besluiten aan het Waals Parlement overleggen, onmiddellijk indien het vergadert, zo niet bij de opening van de eerstkomende zitting. § 2. Het bedrag van de ecobonus dat resulteert uit § 1 is door het Waals Gewest aan de rechthebbende verschuldigd."
Art. 20.Artikel 6 van hetzelfde decreet van 17 januari 2008 wordt vervangen als volgt : "
Art. 6.§ 1. Als een autovoertuig, nieuw of gebruikt, onlangs in gebruik genomen op het grondgebied van het Waalse Gewest, geen ander autovoertuig vervangt bij de ingebruikneming ervan, wordt de ecobonus toegepast op het positieve verschil van de CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig t.o.v. de CO2-emissies van het gemiddelde van de autovoertuigen die in het verkeer worden gebracht. § 2. Dit positieve verschil van de CO2-emissies wordt berekend als volgt: a) de CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig worden ingedeeld volgens de CO2-emissieniveaus vermeld in kolom I van onderstaande tabel. Het cijfer tegenover elke CO2-emissieniveau in kolom II van onderstaande tabel wordt "emissiecategorie van het nieuwe autovoertuig" genoemd.
I
II
CO2-emissies van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig
Emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig
Van 0 tot 98
1
Van 99 tot 104
2
Van 105 tot 115
3
Van 116 tot 125
4
Van 126 tot 135
5
Van 136 tot 145
6
Van 146 tot 155
7
Van 156 tot 165
8
Van 166 tot 175
9
Van 176 tot 185
10
Van 186 tot 195
11
Van 196 tot 205
12
Van 206 tot 215
13
Van 216 tot 225
14
Van 226 tot 235
15
Van 236 tot 245
16
Van 246 tot 255
17
Vanaf 256
18
Als de rechthebbende drie kinderen ten laste heeft, wordt het cijfer van de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van bovenstaande tabel, verminderd met 1, of met 2 wanneer de rechthebbende op de datum van ingebruikneming van het voertuig minstens vier kinderen ten laste heeft; de Minister van Begroting en Financiën van het Waalse Gewest bepaalt de toekenningsmodaliteiten voor de vermindering van het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de betrokkene bij de dienst die het beheer van de ecobonus waarneemt.
Wat betreft de voertuigen die op de datum van ingebruikneming van het voertuig in een inschrijvingsregister ingeschreven staan als voertuigen met vloeibaar petroleumgas als brandstoftype of energiebron, wordt het cijfer van de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van de tabel hierboven, ook verminderd met 1; b) de CO2-emissies van het gemiddelde van de autovoertuigen die in het verkeer worden gebracht, worden ingedeeld volgens de CO2-emissieniveaus vermeld in kolom I van onderstaande tabel. Het cijfer tegenover elk CO2-emissieniveau in kolom II van onderstaande tabel wordt "gemiddelde emissiecategorie van de autovoertuigen" genoemd :
I
II
CO2-emissies van het gemiddelde van de autovoertuigen die in het verkeer worden gebracht
gemiddelde emissiecategorie van de autovoertuigen
Van 0 tot 98
1
Van 99 tot 104
2
Van 105 tot 115
3
Van 116 tot 125
4
Van 126 tot 135
5
Van 136 tot 145
6
Van 146 tot 155
7
Van 156 tot 165
8
Van 166 tot 175
9
Van 176 tot 185
10
Van 186 tot 195
11
Van 196 tot 205
12
Van 206 tot 215
13
Van 216 tot 225
14
Van 226 tot 235
15
Van 236 tot 245
16
Van 246 tot 255
17
Vanaf 256
18
c) het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig a), wordt afgetrokken van het cijfer dat voor de gemiddelde emissiecategorie van de autovoertuigen staat d.m.v. onderstaande formule: (gemiddelde emissiecategorie van de autovoertuigen) (emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig a) ).
Als het resultaat van deze aftrekking een positief cijfer is, heeft de rechthebbende recht op de betaling door het Waalse Gewest van de ecobonus, waarvan het bedrag bij artikel 7 wordt bepaald."
Art. 21.A. Artikel 7 van hetzelfde decreet van 17 januari 2008 wordt vervangen als volgt : "
Art. 7.§ 1. Het bedrag van de ecobonus wordt vastgelegd als volgt:
I
II
Cijfer dat staat voor het verschil van de CO2-emissies
Bedrag van de ecobonus
1
0 EUR
2
0 EUR
3
0 EUR
4
200 EUR
5 en meer
400 EUR
In afwijking van deze tabel : a) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 0 EUR als de categorie van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, nieuw of gebruikt, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), hoger is dan 4; c) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 1.200 EUR als de categorie van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, nieuw of gebruikt, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), lager is dan 2; c) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 800 EUR als de categorie van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, nieuw of gebruikt, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), gelijk aan 2;c) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 400 EUR als de categorie van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, nieuw of gebruikt, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), gelijk aan 3. De Waalse Regering kan wijzigingen aanbrengen in de bedragen en categorieën bedoeld in het eerste en het tweede lid. Ze zal een ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de aldus genomen besluiten aan het Waals Parlement overleggen, onmiddellijk indien het vergadert, zo niet bij de opening van de eerstkomende zitting. § 2. Het bedrag van de ecobonus dat resulteert uit § 1 is door het Waals Gewest aan de rechthebbende verschuldigd.".
B. Artikel 7 van hetzelfde decreet van 17 januari 2008 wordt vervangen als volgt : "
Art. 7.§ 1. Het bedrag van de ecobonus wordt vastgelegd als volgt :
I
II
Cijfer dat staat voor het verschil van de CO2-emissies
Bedrag van de ecobonus
1
0 EUR
2
0 EUR
3
0 EUR
4
200 EUR
5 en meer
400 EUR
In afwijking van deze tabel : a) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 0 EUR als de categorie van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, nieuw of gebruikt, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), hoger is dan 4; b) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 1.200 EUR als de categorie van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, nieuw of gebruikt, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), lager is dan 2; c) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 800 EUR als de categorie van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, nieuw of gebruikt, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), gelijk is aan 2;d) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 400 EUR als de categorie van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, nieuw of gebruikt, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 6, § 2, a), gelijk is aan 3. e) is het bedrag van de ecobonus gelijk aan 0 EUR als het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig een nieuw autovoertuig is waarvan de catalogusprijs hoger is dan 20.000 EUR, excl. BTW en excl. opties, waarbij dat bedrag met 5.000 EUR verhoogd wordt wanneer de rechthebbende minstens drie kinderen ten laste heeft, of wanneer de rechthebbende minstens één gehandicapt kind ten laste heeft, of wanneer de rechthebbende zelf een gehandicapte persoon is; afwijkingshalve wordt genoemde catalogusprijs van 20.000 EUR tot 30.000 EUR verhoogd wanneer bedoeld voertuig: - hetzij een hybride elektrisch voertuig is in de zin van artikel 1, § 2, 43°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, voor zover de categorie van dat nieuw autovoertuig dat onlangs in gebruik is genomen op het grondgebied van het Waalse Gewest gelijk is aan 1; - hetzij een voertuig is waarvan de enige energiebron elektriciteit is.
De catalogusprijs is de prijs die door de bouwheer of diens mandataris in de Staat van aankoop van het voertuig was vastgelegd op de datum van de ingebruikneming ervan, voor de verkoop aan de gebruiker van nieuwe voertuigen en van nieuwe gemengde voertuigen van hetzelfde type, vermenigvuldigd met de coëfficiënt verkregen na opdeling van het gemiddelde van de indexprijzen van het jaar 2007 door het gemiddelde van de indexprijzen van het jaar dat voorafgaat aan de ingebruikneming van bedoeld voertuig.
Als gehandicapt in de zin van deze bepaling wordt beschouwd elke persoon waarvan het lichamelijk of geestelijk vermogen op de datum van ingebruikneming van het voertuig wegens één of meer aandoeningen voor minstens 66 % gebrekkig of verminderd is; worden verondersteld dergelijke gehandicapte personen te zijn op de datum van ingebruikneming van het voertuig, behoudens bewijs van het tegenovergestelde te leveren door de dienst die het beheer van de ecobonus waarneemt, de personen : - voor wie de rechthebbende aanspraak kan maken op de kinderbijslag of op de gegarandeerde gezinsprestaties, met toekenning van een toeslag bovenop het bedrag van die kinderbijslag of gegarandeerde gezinsprestaties, overeenkomstig, al naar gelang van het geval, artikel 20, § 2, § 2bis en § 3, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, of artikel 47 van het koninklijk besluit van 19 december 1939 houdende coördinatie van de wetten betreffende de kindertoeslagen voor loonarbeiders, op de datum van ingebruikneming van het voertuig; - of van wie de handicap recht geeft op de vrijstelling van het kijkgeld, overeenkomstig artikel 19, eerste lid, 3° tot 6°, van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld.
De Waalse Regering kan wijzigingen aanbrengen in de bedragen en categorieën bedoeld in het eerste en het tweede lid. Ze zal een ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de aldus genomen besluiten aan het Waals Parlement overleggen, onmiddellijk indien het vergadert, zo niet bij de opening van de eerstkomende zitting. § 2. Het bedrag van de ecobonus dat resulteert uit § 1 is door het Waals Gewest aan de rechthebbende verschuldigd."
Art. 22.In artikel 11 van hetzelfde decreet van 17 januari 2008 worden de woorden " tijdelijke administratieve cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit opgericht bij besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2003" vervangen door de woorden "Operationeel directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst (afgekort DGO7)".
Art. 23.In artikel 97, tweede lid, van het Wetboek betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, ingevoegd bij het decreet van 5 maart 2008, wordt het tweede streepje vervangen als volgt : " - de tweede, "ecomalus" genoemd, op grond van de categorie van CO2-emissies van de gebruikte autovoertuigen, hetzij in geval van negatief verschil van de CO2-emissies door de autovoertuigen die in gebruik genomen worden, hetzij t.o.v. het vorige autovoertuig dat vervangen is, hetzij, bij gebreke daarvan, t.o.v. het gemiddelde van de autovoertuigen die in het verkeer zijn gebracht, hetzij alleen op basis van de categorie van CO2-emissies door de onlangs in gebruik genomen autovoertuigen."
Art. 24.In artikel 97bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 5 maart 2008, wordt § 3 vervangen als volgt: "§ 3. Het tweede bestanddeel van de belasting verschuldigd voor de personenauto's en de auto's voor dubbel gebruik bedoeld in artikel 94, 1°, die in gebruik genomen worden door een in het Waalse Gewest woonachtige natuurlijke persoon, "ecomalus" genoemd, wordt berekend: - overeenkomstig de artikelen 97quater en 97quinquies, als het gaat om de bovenvermelde personenauto's en de auto's voor dubbel gebruik, gebruikt, die pas ingeschreven zijn ter vervanging van een oud autovoertuig dat niet meer door de belastingplichtige gebruikt wordt; dit geldt voor een onlangs onder een bestaande kentekenplaat ingeschreven voertuig; - overeenkomstig de artikelen 97sexies en 97septies, als het gaat om de bovenvermelde personenauto's en de auto's voor dubbel gebruik, gebruikt, die onlangs onder een nieuwe kentekenplaat ingeschreven zijn; - overeenkomstig de artikelen 97octies en 97nonies, als het gaat om de bovenvermelde personenauto's en de auto's, nieuw, voor dubbel gebruik die onlangs ingeschreven zijn ter vervanging van een oud autovoertuig dat niet meer door de belastingplichtige gebruikt wordt of van nieuwe voertuigen die onlangs onder een nieuwe kentekenplaat ingeschreven zijn.
Art. 25.In artikel 97ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 5 maart 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 5° worden de woorden "Tijdelijke administratieve cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit, opgericht bij besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2003" vervangen door de woorden "Operationeel directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst (afgekort DGO7)";2° er worden een 6° en een 7° toegevoegd, luidend als volgt: " 6° "nieuw autovoertuig" : autovoertuig dat hoogstens twee jaar geleden gebouwd werd, dat niet meer dan 300 km op de teller toont en dat nog niet is ingeschreven in België of elders; 7° "gebruikt autovoertuig" : autovoertuig dat geen nieuw voertuig is;".
Art. 26.In Titel V, hoofdstuk IV, afdeling 1, van hetzelfde Wetboek, wordt § 2, ingevoegd bij het decreet van 5 maart 2008, vervangen als volgt : " § 2. Berekening van de ecomalus in geval van ingebruikneming van een gebruikt autovoertuig ter vervanging van een ander autovoertuig.
Art. 97quater.§ 1. Als een onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig een ander autovoertuig vervangt bij de ingebruikneming ervan, wordt de ecomalus berekend op grond van de categorie van de CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen voertuig.
Wanneer de CO2-emissies van het onlangs in gebruik genomen voertuig evenwel lager zijn dan 226 gr CO2, is de ecomalus slechts van toepassing in geval van negatief verschil van de CO2-emissies van dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen voertuig t.o.v. de CO2-emissies van het vervangen vorige autovoertuig.
Dit negatieve verschil van de CO2-emissies wordt berekend als volgt : a) de CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen voertuig en van het vervangen autovoertuig worden ingedeeld volgens de CO2-emissieniveaus vermeld in kolom I van onderstaande tabel. Het cijfer tegenover elk CO2-emissieniveau in kolom II van onderstaande tabel wordt "emissiecategorie van het autovoertuig" genoemd :
I
II
CO2 -emissies van het autovoertuig
Emissiecategorie van het autovoertuig
Van 0 tot 98
1
Van 99 tot 104
2
Van 105 tot 115
3
Van 116 tot 125
4
Van 126 tot 135
5
Van 136 tot 145
6
Van 146 tot 155
7
Van 156 tot 165
8
Van 166 tot 175
9
Van 176 tot 185
10
Van 186 tot 195
11
Van 196 tot 205
12
Van 206 tot 215
13
Van 216 tot 225
14
Van 226 tot 235
15
Van 236 tot 245
16
Van 246 tot 255
17
Vanaf 256
18
Het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van de tabel hierboven, voor zover het kleiner is dan 15, wordt verminderd met 1 als de rechthebbende op de datum van ingebruikneming van het voertuig drie kinderen ten laste heeft, of met 2 als hij minstens vier kinderen ten laste heeft.
De Minister van Financiën van het Waalse Gewest bepaalt de toekenningsmodaliteiten voor de vermindering van het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de belanghebbende.
Wat betreft de voertuigen die op de datum van ingebruikneming van het voertuig in een inschrijvingsregister ingeschreven staan als voertuigen met vloeibaar petroleumgas als brandstoftype of energiebron, wordt het cijfer van de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van de tabel hierboven, verminderd met 1; b) het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig a), wordt afgetrokken van het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het oude autovoertuig d.m.v. volgende formule : (emissiecategorie van het oude autovoertuig) - (emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig a) ).
Als de CO2-emissies van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig lager zijn dan 226 gr CO2, is het tweede bestanddeel van de belasting, vermeld in artikel 97, tweede lid, ecomalus; genoemd, het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de bedragen berekend overeenkomstig 97quinquies, ten opzichte van het cijfer dat staat voor de categorie CO2-emissies van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, berekend overeenkomstig § 2, a), waarbij de toepassing slechts gemaakt wordt in geval van negatief verschil van de CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, ten opzichte van de CO2-emissies van het vervangen autovoertuig.
Art. 97quinquies.Het bedrag van de ecomalus wordt vastgelegd als volgt :
I
II
Cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 97quater, § 2, a), derde en vierde lid
Bedrag van de ecomalus
8
100 EUR
9
175 EUR
10
250 EUR
11
375 EUR
12
500 EUR
13
600 EUR
14
700 EUR
15
1.000 EUR
16
1.200 EUR
17 en 18
1.500 EUR
In afwijking van deze tabel : a) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 1.000 EUR als de categorie van het gebruikte autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen is, gelijk is aan 15; b) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 1.200 EUR als de categorie van het gebruikte autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, gelijk is aan 16; c) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 1.500 EUR als de categorie van het gebruikte autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, hoger is dan 16; d) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 0 EUR voor de voertuigen bedoeld in artikel 2, § 2, tweede lid, 7°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren en ingeschreven onder het specifieke kenteken bepaald bij artikel 4, § 3, van het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen. De Waalse Regering kan wijzigingen aanbrengen in de bedragen en categorieën bedoeld in het eerste en het tweede lid. Ze zal een ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de aldus genomen besluiten aan het Waals Parlement overleggen, onmiddellijk indien het vergadert, zo niet bij de opening van de eerstkomende zitting.
Dit bedrag van de ecomalus vormt met het eerste bestanddeel van de belasting vermeld in artikel 97, tweede lid, de verkeersbelasting op de gebruikte autovoertuigen die onlangs ter vervanging van een ander autovoertuig in gebruik zijn genomen op het grondgebied van het Waalse Gewest.
Art. 27.In Titel V, hoofdstuk IV, afdeling 1, van hetzelfde Wetboek, wordt § 3, ingevoegd bij het decreet van 5 maart 2008, vervangen als volgt : "§ 3. Berekening van de ecomalus in geval van ingebruikneming van een gebruikt autovoertuig, bij gebrek aan vervanging van een ander autovoertuig.
Art. 97sexies.§ 1. Wanneer een gebruikt autovoertuig dat onlangs in gebruik is genomen op het grondgebied van het Waalse Gewest geen ander autovoertuig vervangt bij de ingebruikneming ervan, wordt de ecomalus berekend op basis van de categorie van de CO2-emissies van dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig.
Wanneer de CO2 -emissies van het onlangs in gebruik genomen voertuig evenwel lager zijn dan 226 gr CO2, is de ecomalus slechts van toepassing op die voertuigen in geval van negatief verschil van de CO2-emissies van dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen voertuig, t.o.v. de CO2-emissies van het gemiddelde van de in gebruik genomen autovoertuigen. § 2. Dit negatieve verschil van de CO2-emissies wordt berekend als volgt : a) de CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen voertuig worden ingedeeld volgens de CO2-emissieniveaus vermeld in kolom I van onderstaande tabel..
Het cijfer tegenover elk CO2-emissieniveau in kolom II van onderstaande tabel wordt emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig genoemd :
I
II
CO2-emissies van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig
Emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig
Van 0 tot 98
1
Van 99 tot 104
2
Van 105 tot 115
3
Van 116 tot 125
4
Van 126 tot 135
5
Van 136 tot 145
6
Van 146 tot 155
7
Van 156 tot 165
8
Van 166 tot 175
9
Van 176 tot 185
10
Van 186 tot 195
11
Van 196 tot 205
12
Van 206 tot 215
13
Van 216 tot 225
14
Van 226 tot 235
15
Van 236 tot 245
16
Van 246 tot 255
17
Vanaf 256
18
Het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van de tabel hierboven, voor zover het kleiner is dan 15, wordt verminderd met 1 als de rechthebbende op de datum van ingebruikneming van het voertuig drie kinderen ten laste heeft, of met 2 als hij minstens vier kinderen ten laste heeft; de Minister van Financiën van het Waalse Gewest bepaalt de toekenningsmodaliteiten voor de vermindering van het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de belanghebbende.
Wat betreft de voertuigen die op de datum van ingebruikneming van het voertuig in een inschrijvingsregister ingeschreven staan als voertuigen met vloeibaar petroleumgas als brandstoftype of energiebron, wordt het cijfer van de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van de tabel hierboven, verminderd met 1; b) de CO2-emissies van het gemiddelde van de in gebruik genomen autovoertuig worden ingedeeld volgens de CO2-emissieniveaus vermeld in kolom I van onderstaande tabel. Het cijfer tegenover elk CO2-emissieniveau in kolom II van onderstaande tabel wordt gemiddelde emissiecategorie van de autovoertuigen genoemd :
I
II
CO2-emissies van het gemiddelde van de autovoertuigen die in het verkeer worden gebracht
gemiddelde emissiecategorie van de autovoertuigen
Van 0 tot 98
1
Van 99 tot 104
2
Van 105 tot 115
3
Van 116 tot 125
4
Van 126 tot 135
5
Van 136 tot 145
6
Van 146 tot 155
7
Van 156 tot 165
8
Van 166 tot 175
9
Van 176 tot 185
10
Van 186 tot 195
11
Van 196 tot 205
12
Van 206 tot 215
13
Van 216 tot 225
14
Van 226 tot 235
15
Van 236 tot 245
16
Van 246 tot 255
17
Vanaf 256
18
c) het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig a), wordt afgetrokken van het cijfer dat staat voor de gemiddelde emissiecategorie van de autovoertuigen d.m.v. volgende formule : (gemiddelde emissiecategorie van de autovoertuigen) - (emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig a) ). § 3. Als de CO2-emissies van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig lager zijn dan 226 gr CO2, is het tweede bestanddeel van de belasting, vermeld in artikel 97, tweede lid, ecomalus genoemd, het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de bedragen berekend overeenkomstig 97septies, ten opzichte van de CO2-emissies van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, berekend overeenkomstig § 2, a), waarbij de toepassing slechts gemaakt wordt in geval van negatief verschil van de CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig, ten opzichte van de CO2-emissies van het gemiddelde van de in het verkeer gebrachte autovoertuigen.
Art. 97septies.Het bedrag van de ecomalus wordt vastgelegd als volgt :
I
II
Cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 97sexies, § 2, a), derde en vierde lid
Bedrag van de ecomalus
8
100 EUR
9
175 EUR
10
250 EUR
11
375 EUR
12
500 EUR
13
600 EUR
14
700 EUR
15
1.000 EUR
16
1.200 EUR
17 en 18
1.500 EUR
In afwijking van deze tabel: a) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 1.000 EUR als de categorie van het gebruikte autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, gelijk is aan 15; b) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 1.200 EUR als de categorie van het gebruikte autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, gelijk is aan 16; c) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 1.500 EUR als de categorie van het gebruikte autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, hoger is dan 16; d) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 0 EUR voor de voertuigen bedoeld in artikel 2, § 2, tweede lid, 7°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren en ingeschreven onder het specifieke kenteken bepaald bij artikel 4, § 3, van het ministerieel besluit van 23 juli 2301 betreffende de inschrijving van voertuigen. De Waalse Regering kan wijzigingen aanbrengen in de bedragen en categorieën bedoeld in het eerste en het tweede lid. Ze zal een ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de aldus genomen besluiten aan het Waals Parlement overleggen, onmiddellijk indien het vergadert, zo niet bij de opening van de eerstkomende zitting.
Dit bedrag van de ecomalus vormt met het eerste bestanddeel van de belasting vermeld in artikel 97, tweede lid, de verkeersbelasting op de gebruikte autovoertuigen die onlangs ter vervanging van een ander autovoertuig in gebruik zijn genomen op het grondgebied van het Waalse Gewest."
Art. 28.In Titel V, hoofdstuk IV, afdeling 1, van hetzelfde Wetboek, wordt een § 3bis ingevoegd, luidend als volgt : " § 3bis. Berekening van de ecomalus in geval van ingebruikneming van een nieuw autovoertuig.
Art. 97octies.§ 1. Wanneer een nieuw autovoertuig in gebruik is genomen op het grondgebied van het Waalse Gewest, ongeacht of het al dan niet een ander autovoertuig vervangt bij de ingebruikneming ervan, wordt de ecomalus berekend op basis van de categorie van de CO2-emissies van dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen autovoertuig. § 2. De CO2-emissies van het onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik genomen voertuig worden ingedeeld volgens de CO2-emissieniveaus vermeld in kolom I van onderstaande tabel.
Het cijfer tegenover elk CO2-emissieniveau in kolom II van onderstaande tabel wordt emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig genoemd :
I
II
CO2-emissies van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig
Emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig
Van 0 tot 98
1
Van 99 tot 104
2
Van 105 tot 115
3
Van 116 tot 125
4
Van 126 tot 135
5
Van 136 tot 145
6
Van 146 tot 155
7
Van 156 tot 165
8
Van 166 tot 175
9
Van 176 tot 185
10
Van 186 tot 195
11
Van 196 tot 205
12
Van 206 tot 215
13
Van 216 tot 225
14
Van 226 tot 235
15
Van 236 tot 245
16
Van 246 tot 255
17
Vanaf 256
18
Het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van de tabel hierboven, voor zover het kleiner is dan 15, wordt verminderd met 1 als de rechthebbende op de datum van ingebruikneming van het voertuig drie kinderen ten laste heeft, of met 2 als hij minstens vier kinderen ten laste heeft; de Minister van Financiën van het Waalse Gewest bepaalt de toekenningsmodaliteiten voor de vermindering van het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de belanghebbende.
Wat betreft de voertuigen die op de datum van ingebruikneming van het voertuig in een inschrijvingsregister ingeschreven staan als voertuigen met vloeibaar petroleumgas als brandstoftype of energiebron, wordt het cijfer van de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, zoals vermeld in kolom II van de tabel hierboven, verminderd met 1. § 3. Het tweede bestanddeel van de belasting, vermeld in artikel 97, tweede lid, ecomalus genoemd, is het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de bedragen berekend overeenkomstig 97nonies, ten opzichte van het cijfer dat staat voor de emissiecategorie van van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, berekend overeenkomstig § 2.
Art. 97nonies.Het bedrag van de ecomalus wordt vastgelegd als volgt :
I
II
Cijfer dat staat voor de emissiecategorie van het onlangs in gebruik genomen autovoertuig, desgevallend verminderd overeenkomstig artikel 97octies, § 2, a), derde en vierde lid
Bedrag van de ecomalus
8
100 EUR
9
175 EUR
10
250 EUR
11
375 EUR
12
500 EUR
13
600 EUR
14
700 EUR
15
1.000 EUR
16
1.200 EUR
17 en 18
1.500 EUR
In afwijking van deze tabel : a) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 1.000 EUR als de categorie van het nieuwe autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, gelijk is aan 15; b) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 1.200 EUR als de categorie van het nieuwe autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, gelijk is aan 16; c) is het bedrag van de ecomalus gelijk aan 1.500 EUR als de categorie van het nieuwe autovoertuig dat onlangs op het grondgebied van het Waalse Gewest in gebruik is genomen, hoger is dan 16.
De Waalse Regering kan wijzigingen aanbrengen in de bedragen en categorieën bedoeld in het eerste en het tweede lid. Ze zal een ontwerp van decreet tot bekrachtiging van de aldus genomen besluiten aan het Waals Parlement overleggen, onmiddellijk indien het vergadert, zo niet bij de opening van de eerstkomende zitting.
Dit bedrag van de ecomalus vormt met het eerste bestanddeel van de belasting vermeld in artikel 97, tweede lid, de verkeersbelasting op de nieuwe autovoertuigen die onlangs ter vervanging van een ander autovoertuig in gebruik zijn genomen op het grondgebied van het Waalse Gewest." .
Art. 29.In artikel 97octies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet van 5 maart 2008, dat artikel 97dexies wordt, worden de woorden "Tijdelijke administratieve cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit, opgericht bij besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2003" vervangen door de woorden "Operationeel directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst (afgekort DGO7)".
Art. 30.De artikelen 3, 4 en 5, tweede lid, van het decreet van 5 maart 2008 houdende invoering van een ecomalus op de CO2-emissies van de autovoertuigen van natuurlijke personen in het Wetboek betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen worden opgeheven.
Art. 31.Dit hoofdstuk van dit decreet treedt in werking op 1 januari 2010, met uitzondering van: - de artikelen 19, B., en 21, B., die in werking treden op de door de Waalse Regering bepaalde datum, uiterlijk 1 januari 2010; - de artikelen 22, 25, 1°, en 29, die in werking treden op 1 juli 2009; - artikel 30, dat in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. HOOFDSTUK IV. - Kijkgeld
Art. 32.De artikelen 7, B., 10 en 11, tweede streepje, van het programmadecreet van 18 december 2008 inzake Waalse fiscaliteit worden opgeheven. HOOFDSTUK V. - Belasting op de spelen en weddenschappen en belasting op de automatische ontspanningstoestellen
Art. 33.Artikel 80, § 1, van het Wetboek betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen wordt vervangen als volgt : "§ 1. Het bedrag van de belasting is vastgelegd als volgt :
Categorie van toestellen
Bedrag van de belasting
A
1.700 EUR
B
1.100 EUR
C
350 EUR
D
250 EUR
E
150 EUR
De bedragen van voornoemde belastingen worden jaarlijks vanaf de aanslagperiode 2011 gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Vanaf het jaar 2010 worden de bedragen te innen voor de aanslagperiode die ingaat op 1 januari van het volgende jaar, aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen tussen de maand juni van het jaar van de bekendmaking en de maand juni van het vorige jaar, jaarlijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt door het Operationeel directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst.
Art. 34.Dit hoofdstuk van dit decreet treedt in werking op 1 januari 2010. Het is toepasselijk vanaf het boekjaar 2010. HOOFDSTUK VI. - Gewestelijke belasting op automaten
Art. 35.Artikel 4, § 1, van het decreet van 19 november 1998 tot invoering van een belasting op de automaten in het Waalse Gewest wordt vervangen als volgt : "§ 1. "§ 1. Het bedrag van de belasting is vastgelegd als volgt : 1° voor geldautomaten en geautomatiseerde loketten: 2.500 euro per geldautomaat of geautomatiseerd loket; 2° voor volledig geautomatiseerde zelfbedieningspompen: 700 euro per slangkraan: ; 3° wanneer meerdere slangkranen op één enkele meter aangesloten zijn en niet tegelijkertijd kunnen worden gebruikt: 1.000 euro per meter.
De bedragen van voornoemde belastingen worden jaarlijks vanaf de aanslagperiode 2010 aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Vanaf het jaar 2010 worden de voor de lopende aanslagperiode te innen bedragen, aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen tussen de maanden juni van het jaar van de bekendmaking en van het vorige jaar, jaarlijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt door het Operationeel directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst.
Art. 36.Artikel 5, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt: "Elke belastingplichtige moet jaarlijks aangifte doen van het aantal belastbare toestellen die in de loop van een periode van het voorafgaande jaar geplaatst en uitgebaat werden. De aangifte moet uiterlijk 30 april van het jaar na het jaar waarop ze betrekking heeft gericht of afgegeven worden aan de door de Waalse Regering aangewezen dienst. "
Art. 37.Dit hoofdstuk van dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Het is toepasselijk vanaf de aanslagperiode 2009. HOOFDSTUK VII. - Maatregelen inzake schenkingsrechten en successierechten
Art. 38.In artikel 140bis van het Wetboek van de registratie-, hypotheek- en griffierechten, voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, wordt 1° aangevuld als volgt : "In geval van overdracht van landbouwgronden aan de uitbater of medeuitbater van de landbouwactiviteit die er uitgeoefend wordt, alsook in rechtstreekse lijn, tussen echtgenoten en wettelijke samenwonenden, worden die gronden, afgezien van de overdracht van elke quotiteit van de landbouwactiviteit die er uitgeoefend wordt, desalniettemin beschouwd als goederen die een universaliteit van goederen, een bedrijfstak of een handelsfonds uitmaken, waarmee de schenker alleen of samen met andere personen op de dag van de schenking een landbouwactiviteit uitoefent op voorwaarde dat die gronden op de datum van de schenking het voorwerp van een pacht uitmaken overeenkomstig Afdeling 3 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek.In dat geval is de onderneming, in de zin van de voorwaarden bedoeld in § 2, 1°, en in artikel 140quinquies, § 1, 1°, 2° en 3°, het landbouwbedrijf van de begiftigde, effectieve uitbater van de landbouwactiviteit die op die gronden uitgeoefend wordt, waarbij die onderneming beschouwd wordt in haar geheel en in haar toestand na overdracht van de gronden."; 2° in § 2 : a) wordt 2° vervangen als volgt : "2° indien het gaat om effecten en schuldvorderingen bedoeld in § 1, 2°, moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn : - de authentieke schenkingsakte moet de overdracht bevatten van effecten die minstens 10 % van de stemrechten in de algemene vergadering vertegenwoordigen, op de datum van de authentieke schenkingsakte; - als het geheel van de bij bedoelde authentieke akte overgedragen effecten minder bedraagt dan 50 % van de stemrechten in de algemene vergadering, moet bovendien voor minstens 50 % van de stemrechten in de algemene vergadering een aandeelhouderschapsovereenkomst gesloten worden voor een periode van minimum vijf jaar, te rekenen van de datum van de authentieke schenkingsakte. Door het sluiten van deze overeenkomst verplichten de partijen zich ertoe te voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 140quinquies, § 1.
Dit streepje is evenwel niet toepasselijk als het geheel van de stemrechten van de algemene vergadering in het bezit van de schenker, zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, door de bloedverwanten in de opgaande lijn of de afstammelingen van de schenker en zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, alsook hun echtgenoten of wettelijke samenwonenden, door broers en zusters van de schenker en zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, alsook hun echtgenoten of wettelijke samenwonenden, en door de afstammelingen van de broers en zusters van de schenker en zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, alsook hun echtgenoten of wettelijke samenwonenden, minstens 50 % bereikt op de dag van de schenking;"; b) wordt 3° vervangen als volgt : "3° de begiftigde die om de toepassing van het verlaagde recht verzoekt, moet aan de bevoegde ontvanger een door de Waalse Regering afgeleverd attest overmaken waaruit blijkt dat de begiftigden die er in vermeld worden de gestelde voorwaarden vervullen.Wanneer het attest niet uiterlijk tegelijkertijd met de registratie van de akte aan de ontvanger overgemaakt wordt, worden de rechten berekend op basis van het tarief bedoeld in de artikelen 131 tot 140, onder voorbehoud van een teruggave onder de voorwaarden bedoeld in artikel 209, 7°; in dit geval zijn de artikelen 140bis tot 140octies toepasselijk op de goederen waarvoor het recht teruggegeven wordt.
Voor de toepassing van deze onderafdeling wordt de begiftigde die om de toepassing van het verlaagde recht verzoekt en houder van dat attest is "opvolger" genoemd.
De Waalse Regering bepaalt de modaliteiten voor de aanvraag en de afgifte van genoemd attest, alsook de stukken die erbij gevoegd moeten worden."
Art. 39.In artikel 140quater van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het decreet van 15 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden " Indien een van de onder artikel 140bis gestelde voorwaarden uiterlijk bij de aanbieding van de akte ter registratie niet is vervuld " vervangen door de woorden "Indien uiterlijk wanneer de akte ter registratie overgelegd wordt niet voldaan is aan één van de bij artikel 140bis gestelde voorwaarden";2° deze bepaling wordt aangevuld met de woorden ", onder voorbehoud van een teruggave onder de voorwaarden bedoeld in artikel 209, 7°".
Art. 40.In artikel 140quinquies, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009,: 1° luidt 4° als volgt : "4° de opvolgers die niet aangeboden hebben om het verschuldigde recht zoals bedoeld in artikel 140sexies te betalen, verstrekken na afloop van de periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de authentieke schenkingsakte bedoeld in 1° tot 4° hierboven, een getekende verklaring waaruit blijkt dat de voorwaarden bedoeld in 1° tot 4° hierboven en in het tweede lid 2 nog steeds vervuld zijn.De Waalse Regering bepaalt de modaliteiten van die verklaring, alsook de stukken die erbij gevoegd moeten worden;"; a) wordt 5° vervangen als volgt : "5° op elk verzoek van de door de Waalse Regering aangewezen ambtenaren in de loop van de periode van vijf jaar die ingaat op de datum van de authentieke schenkingsakte bedoeld in 1° tot 4° hierboven, geven de opvolgers die niet voorgesteld hebben om het verschuldigde recht zoals bedoeld in artikel 140sexies te betalen, schriftelijk kennis binnen de maand van de datum van verzending van de aanvraag, waarbij die termijn om billijke redenen verlengd kan worden, van de gegevens waaruit blijkt dat de voorwaarden om het verlaagde recht te genieten vervuld blijven, wanneer uit bewijzen kan worden afgeleid dat de voorwaarden bedoeld 1° tot 4° hierboven of in het tweede lid niet meer vervuld zouden zijn.De aanvraag bevat die gegevens waaruit kan worden afgeleid dat de voorwaarden bedoeld in 1° tot 4° hierboven of in het tweede lid niet meer vervuld zouden zijn."
Art. 41.In artikel 60bis van het Wetboek van successierechten, voor het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, 1°, wordt aangevuld met volgend lid : "In geval van successorale overdracht van landbouwgronden aan de uitbater of medeuitbater van de landbouwactiviteit die er uitgeoefend wordt, alsook in rechtstreekse lijn, tussen echtgenoten en wettelijke samenwonenden, worden die gronden, afgezien van de overdracht van elke quotiteit van de landbouwactiviteit die er uitgeoefend wordt, desalniettemin beschouwd als goederen die een universaliteit van goederen of een bedrijfstak of een handelsfonds uitmaken, waarmee de de cujus, alleen of samen met andere personen, op de overlijdensdatum een landbouwactiviteit uitoefende, op voorwaarde dat die goederen op de overlijdensdatum het voorwerp van een pacht uitmaken overeenkomstig Afdeling 3 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, van het Burgerlijk
Wetboek.In dat geval is de onderneming, in de zin van de voorwaarden van § 1bis, 1°, en van § 3, 1°, 2° en 3°, het landbouwbedrijf van de erfgenaam, legataris of begiftigde, effectieve uitbater van de landbouwactiviteit die op zijn goederen uitgeoefend wordt, waarbij die onderneming beschouwd wordt in haar geheel en in haar toestand na overdracht van de gronden."; 2° § 1bis wordt vervangen als volgt : " "2° als het gaat om de effecten en schuldvorderingen bedoeld in § 1, 2°, moeten de volgende voorwaarden vervuld worden : - het geheel van de overgedragen effecten moet op de overlijdensdatum minstens 10 % van de stemrechten in de algemene vergadering bedragen; - als het geheel van de bij bedoelde successie overgedragen effecten minder bedraagt dan 50 % van de stemrechten in de algemene vergadering, moet bovendien een aandeelhouderschapsovereenkomst gesloten worden voor een minimumperiode van vijf jaar die ingaat op de overlijdensdatum, en betrekking hebben op minstens 50 % van de stemrechten in de algemene vergadering. Door het sluiten van deze overeenkomst verplichten de partijen zich ertoe te voldoen aan de voorwaarden bedoeld in § 3.
Dit streepje is evenwel niet toepasselijk als het geheel van de stemrechten van de algemene vergadering in het bezit van de overledene, zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, door de bloedverwanten in de opgaande lijn of de afstammelingen van de overledene en zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, alsook hun echtgenoten of wettelijke samenwonenden, door broers en zusters van de overledene en zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, alsook hun echtgenoten of wettelijke samenwonenden, en door de afstammelingen van de broers en zusters van de overledene en zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, alsook hun echtgenoten of wettelijke samenwonenden, minstens 50 % bereikt op de dag van het overlijden; " .
Art. 42.Dit hoofdstuk van dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 38, 2°, tweede streepje, en van artikel 40, die in werking treden op 1 januari 2010. HOOFDSTUK VIII. - Bepalingen tot omschrijving van de wettelijke samenwonende in het Waals fiscaal recht
Art. 43.Het Wetboek van de registratie-, hypotheek- en griffierechten wordt aangevuld met een artikel 50bis, luidend als volgt: "
Art. 50bis.Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder : - echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, de persoon die zich op het moment van de overdracht in een huwelijksrelatie met de verkrijger bevond overeenkomstig de bepalingen van Boek I, titel V, van het Burgerlijk Wetboek, alsook de persoon die zich op het moment van de overdracht in een huwelijksrelatie met de verkrijger bevond overeenkomstig Hoofdstuk III van het Wetboek van Internationaal privaat recht; - wettelijke samenwonende: de persoon die op het moment van de overdracht bij de verkrijger woonachtig was en zich met hem in een huwelijksrelatie bevond overeenkomstig de bepalingen van Boek III, titel Vbis, van het Burgerlijk Wetboek, alsook de persoon die op het moment van de overdracht bij de verkrijger woonachtig was of zijn gebruikelijke verblijfplaats bij de verkrijger had, in de zin van artikel 4 van het Wetboek van Internationaal privaat recht, en zich met hem in een huwelijksrelatie bevond overeenkomstig Hoofdstuk IV van het Wetboek van Internationaal privaat recht."
Art. 44.In artikel 131 van hetzelfde Wetboek wordt het laatste lid vervangen als volgt : "Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder : - echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende: de persoon die zich op het moment van de schenking in een huwelijksrelatie met de schenker bevond overeenkomstig de bepalingen van Boek I, titel V, van het Burgerlijk Wetboek, alsook de persoon die zich op het moment van de schenking in een huwelijksrelatie met de schenker bevond overeenkomstig Hoofdstuk III van het Wetboek van Internationaal privaat recht; - wettelijke samenwonende: de persoon die op het moment van de schenking bij de schenker woonachtig was en zich met hem in een wettelijke samenwoningsrelatie bevond overeenkomstig de bepalingen van Boek III, titel Vbis, van het Burgerlijk Wetboek, alsook de persoon die op het moment van de schenking bij de schenker woonachtig was of zijn gebruikelijke verblijfplaats bij de schenker had, in de zin van artikel 4 van het Wetboek van Internationaal privaat recht, en zich met hem in een samenwoningsrelatie bevond overeenkomstig Hoofdstuk IV van hetzelfde Wetboek."
Art. 45.In het Wetboek van de successierechten luidt artikel 3 als volgt : "
Art. 3.Voor de toepassing van Boek I van dit Wetboek wordt verstaan onder : - echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende: onverminderd artikel 50, de persoon die zich op het moment van de opening van de successie in een huwelijksrelatie met de overledene bevond overeenkomstig de bepalingen van Boek I, titel V, van het Burgerlijk Wetboek, alsook de persoon die zich op het moment van de opening van de successie in een huwelijksrelatie met de overledene bevond overeenkomstig Hoofdstuk III van het Wetboek van Internationaal privaat recht; - wettelijke samenwonende: de persoon die op het moment van de opening van de successie bij de overledene woonachtig was en zich met hem in een wettelijke samenwoningsrelatie bevond overeenkomstig de bepalingen van Boek III, titel Vbis, van het Burgerlijk Wetboek, alsook de persoon die op het moment van de opening van de successie bij de overledene woonachtig was of zijn gebruikelijke verblijfplaats bij de overledene had, in de zin van artikel 4 van het Wetboek van Internationaal privaat recht, en zich met hem in een samenwoningsrelatie bevond overeenkomstig Hoofdstuk IV van hetzelfde Wetboek."
Art. 46.In artikel 48 van het Wetboek van successierechten, wordt het laatste lid, zoals ingevoegd bij het decreet van 14 november 2001, opgeheven.
Art. 47.Artikel 100, § 2, tweede lid, van het Wetboek betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen vervangen door volgend lid : " Voor de toepassing van de maatregel bedoeld in het eerste lid wordt verstaan onder : - "echtgeno(o)t(e)": de persoon die zich op het moment van de nieuwe inschrijving in een huwelijksrelatie met de houder van de vorige inschrijving bevond overeenkomstig de bepalingen van Boek I, titel V, van het Burgerlijk Wetboek, alsook de persoon die zich op het moment van de nieuwe inschrijving in een huwelijksrelatie met de houder van de vorige inschrijving bevond overeenkomstig Hoofdstuk III van het Wetboek van Internationaal privaat recht; - "wettelijke samenwonende": de persoon die op de datum van de nieuwe inschrijving bij de houder van de vorige inschrijving woonachtig was en zich met hem in een huwelijksrelatie bevond overeenkomstig de bepalingen van Boek III, titel Vbis, van het Burgerlijk Wetboek, alsook de persoon die op de datum van de nieuwe inschrijving woonachtig was of zijn gebruikelijke verblijfplaats had bij de houder van de vorige inschrijving, in de zin van artikel 4 van het Wetboek van Internationaal privaat recht, en zich met hem in een samenwoningsrelatie bevond overeenkomstig Hoofdstuk IV van hetzelfde Wetboek."; - "stopzetting van de wettelijke samenwoning": het einde van het statuut van wettelijke samenwonenden ingevolge een verklaring van stopzetting van wettelijke samenwoning, opgemaakt overeenkomstig artikel 1476, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, alsook het einde van de samenwoningsrelatie overeenkomstig Hoofdstuk IV van het Wetboek van Internationaal privaat recht."
Art. 48.Dit hoofdstuk van dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. HOOFDSTUK IX. - Budgettaire compensatie ten gunste van de gemeenten en provincies
Art. 49.In afwijking, desgevallend, van sommige bepalingen van het programmadecreet van 23 februari 2006 betreffende de prioritaire acties voor de toekomst van Wallonië, wordt het bedrag van de compensaties die voor de jaren 2010 en volgende aan het geheel van de gemeenten jaarlijks toegekend hadden moeten worden in het kader van de maatregelen bepaald bij of krachtens de hoofdstukken IV tot VI van genoemd decreet, vervangen door een jaarlijkse compensatie ten laste van de begroting van de Waalse Regering waarvan het globale bedrag gelijk is aan het bedrag van de compensaties die aan de gemeente toegekend hadden moeten worden, jaarlijks berekend op basis van de reële verliezen, waarvan de bedragen afgetrokken worden die de gemeente heeft ontvangen overeenkomstig de wijziging van artikel 257, eerste lid, 1° en 4°, van het Wetboek van de inkomsten 1992 bepaald bij artikel 2 van dit decreet.
De Regering bepaalt de modaliteiten voor de tenuitvoerlegging van dit artikel en zorgt ervoor dat de budgettaire neutraliteit t.o.v. de gemeenten in acht genomen wordt.
Art. 50.In afwijking, desgevallend, van sommige bepalingen van het programmadecreet van 23 februari 2006 betreffende de prioritaire acties voor de toekomst van Wallonië, wordt het bedrag van de compensaties die voor de jaren 2010 en volgende aan het geheel van de provincies jaarlijks toegekend hadden moeten worden in het kader van de maatregelen bepaald bij of krachtens de hoofdstukken IV tot VI van genoemd decreet, vervangen door een jaarlijkse compensatie die voorkomt uit de bedragen die de provincies ontvangen hebben overeenkomstig de wijziging van artikel 257, eerste lid, 1°en 4°, van het Wetboek van de inkomsten 1992 bepaald bij artikel 2 van dit decreet.
De Regering bepaalt de modaliteiten voor de tenuitvoerlegging van dit artikel. Om desgevallend te zorgen voor de budgettaire neutraliteit, wordt de dotatie die aan het "Fonds des Provinces" toegekend wordt, verminderd.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 10 december 2009.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O's, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, B. LUTGEN Nota (1) Zitting 2009-2010. Stukken van het Waals Parlement, 118 (2009-2010). Nrs. 1 en 3.
Volledig verslag, openbare vergadering van 10 december 2009.
Bespreking - Stemmingen.