gepubliceerd op 13 januari 2021
Decreet houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur en tot opheffing van het decreet van 25 februari 1999 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur
3 DECEMBER 2020. - Decreet houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur en tot opheffing van het decreet van 25 februari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1999 pub. 18/03/1999 numac 1999027209 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur sluiten houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur (1)
Het Waalse Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een in artikel 128, § 1, ervan bedoelde aangelegenheid.
Art. 2.§ 1. Binnen de perken van de kredieten die in de begroting van het Waalse Gewest zijn ingeschreven, kan de regering subsidies toekennen om de verwezenlijking van investeringen van algemeen nut op het gebied van de sportinfrastructuur te bevorderen.
Onder sportinfrastructuur worden onroerende installaties verstaan die sportbeoefening alsmede iedere sportactiviteit met het oog op het vertrouwd maken met sportbeoefening mogelijk maken en aanmoedigen.
De in het eerste lid bedoelde investeringen hebben betrekking op overheidsopdrachten voor de aanneming van werkende met betrekking tot de bouw, de uitbreiding, de renovatie en de aankoop van een onroerende installatie. In dit verband komen ook in aanmerking: 1° de aankoop van de eerste sportuitrusting en de onderhoudsuitrusting om de sportinfrastructuur functioneel te maken en de duurzaamheid ervan te garanderen;2° de bouw of inrichting van cafetaria's en bars. § 2. De Regering bepaalt : 1° de aard van de investeringen bedoeld in paragraaf 1 waarvoor subsidies verleend kunnen worden;2° de procedures voor de indiening en het onderzoek van de aanvragen en de lijst van documenten die in de volgende fasen van de procedure moeten worden verstrekt: a) indiening van de subsidieaanvraag;b) indiening van een aanvraag die de tussenkomst van een projectontwerper vereist;c) indiening van het dossier in het ontwerpstadium;d) toezending van het dossier inzake de gunning van de opdracht;e) vereffening van de subsidie;3° de modaliteiten van de overdracht van documenten en dossiers.
Art. 3.Komen in aanmerking voor een subsidie: 1° de overheden;a) de provincies;b) de gemeenten;c) de verenigingen van gemeenten en de verenigingen van provincies;d) de autonome gemeente- of provinciebedrijven;2° de verenigingen zonder winstoogmerk die sportgebouwen of sportterreinen beheren, welke de eigendom zijn van de in 1° vermelde rechtspersonen, voor zover de vereniging zonder winstoogmerk een genotsrecht heeft op een grond of een lokaal voor de beoefening van ten minste één sport voor een minimumduur van twintig jaar, en dat ingaat op de datum waarop de subsidieaanvraag wordt ingediend;3° de sportgroeperingen opgericht als verenigingen zonder winstoogmerk met een van de volgende kenmerken : a) de eigenaar zijn van de grond of het gebouw;b) een genotsrecht hebben, voor een periode van ten minste 20 jaar, op een eigendom dat toebehoort aan de onder 1° genoemde rechtspersonen en dat ingaat op de datum waarop de subsidieaanvraag wordt ingediend;c) houder zijn van een genotsrecht op de onroerende installaties die het voorwerp zijn van de investering, voor zover: 1) dit genotsrecht wordt gevestigd in de vorm van een zakelijk recht voor een periode van 27 jaar of meer of in de vorm van een erfpacht;2) de sportgroepering sinds meer dan twee jaar bestaat en regelmatige sportactiviteiten telt bij de indiening van de subsidieaanvraag;3) de raad van bestuur samengesteld is uit meer dan 5 personen, waarvan de meerderheid niet door afstamming verbonden is, noch in de eerste of tweede graad aanverwant is.4° de scholen die eigenaar van één of meer sportinfrastructuren zijn voor zover : a) ze het openbaar gebruik van hun sportinfrastructu(u)r(en) toelaten buiten de schooluren;b) het doel van de subsidieaanvraag is een aanvulling te vormen op de bestaande openbare sportinfrastructuur;c) zij een gebruikersraad oprichten met als opdracht het verstrekken van advies aan de inrichtende macht die de subsidie ontvangt.De regering stelt de werkingsmodaliteiten van de genoemde raad vast. HOOFDSTUK II. - Subsidies Afdeling 1. - Vaststelling van de bedragen
Art. 4.1. De subsidie wordt berekend op het subsidieerbare bedrag van de investering plus BTW, indien van toepassing.
In het geval dat een andere projectontwerper dan de opdrachtgever betrokken is, wordt het gesubsidieerde investeringsbedrag met vijf procent verhoogd.
Indien geen beroep wordt gedaan op de tussenkomst van een andere projectontwikkelaar dan de opdrachtgever, wanneer deze laatste een van de aanvragers is als bedoeld in artikel 3, 1°, wordt het subsidieerbare bedrag van de investering met drie procent verhoogd.
Ongeacht de aanvrager is in geval van verwerving het bedrag dat voor de berekening van de subsidie in aanmerking wordt genomen, de aankoopprijs, die niet hoger mag zijn dan de schatting van het territoriaal bevoegde aankoopcomité, verminderd met de waarde van de grond. § 2. De Regering kan voor de ontwikkelde of bebouwde gebieden maximumprijzen per eenheid vaststellen om het maximumbedrag van de voor de subsidie in aanmerking komende uitgaven te bepalen. § 3. Het minimumbedrag dat kan worden gesubsidieerd vóór de btw is vastgesteld op 10.000 euro. § 4. Het maximumbedrag dat zonder BTW kan worden gesubsidieerd is vastgesteld op : 1° 3.000.000 euro voor de begunstigden bedoeld in artikel 3, 1° en 2°, alsook voor erkende sportfederaties, opgericht als verenigingen zonder winstoogmerk en die voldoen aan een van de kenmerken bedoeld in artikel 3, 3°; 2° 500 000 EUR voor de begunstigden bedoeld in artikel 3, 3°, indien zij geen bankgarantie of financiële steun van een plaatselijke overheid ontvangen voor het niet-gesubsidieerde deel van de investering;3° 3 000 000 EUR voor de begunstigden bedoeld in artikel 3, 3°, indien zij geen bankgarantie of financiële steun van een plaatselijke overheid ontvangen voor het niet-gesubsidieerde deel van de investering;4° 500 000 EUR voor de in artikel 3, 4° bedoelde begunstigden. § 5 De Regering stelt het mechanisme voor de indexering van de in de § § 2 en 4 bedoelde bedragen vast. Afdeling 2. - Vaststelling van de percentages
Art. 5.§ 1. Het basispercentage van de subsidie is vijftig procent van het subsidieerbare bedrag.
Het basispercentage van de subsidie wordt proportioneel verhoogd volgens de door de overheid vastgestelde prioriteiten voor gesubsidieerde sportinfrastructuren, namelijk : 1° tien procent wanneer het project wordt gesteund door een vereniging van gemeenten of provincie(s);2° vijf procent wanneer de investering het voorwerp uitmaakt van een partnerschap tussen verschillende actoren zoals sportkringen, sportfederaties, scholen, provincies en privé-partners, waarbij dit partnerschap moet worden geformaliseerd door middel van overeenkomsten;3° vijf procent wanneer bij de investering rekening wordt gehouden met mobiliteitsaspecten;4° vijf procent wanneer de investering een sportproject op hoog niveau uitvoert dat door een sportfederatie wordt gesteund;5° vijf procent wanneer de investering het mogelijk maakt om faciliteiten op dezelfde site te groeperen met het oog op het bundelen van infrastructuren. Het maximale subsidiepercentage mag niet hoger zijn dan zeventig procent. § 2 In afwijking van § 1 is een subsidiepercentage van zeventig procent van toepassing op buurtsportinfrastructuren die profiteren van een sociaal animatieprogramma, waarvoor de Regering de definitie en de voorwaarden voor toegang tot de subsidie bepaalt.
In afwijking van artikel 4, lid 4, is het maximumbedrag dat kan worden gesubsidieerd voor buurtsportinfrastructuren vastgesteld op 500.000 euro exclusief btw. Afdeling 3. - Ontvankelijkheid
Art. 6.§ 1. Om ontvankelijk te zijn, moet het project waarvoor een subsidieaanvraag wordt ingediend, worden ingeschreven in : 1° de eerbiediging van de ethische waarden binnen de sportinfrastructuur, waarvan het engagement concreet gestalte krijgt door de ondertekening van het gewestelijk handvest over de geest van de sport en zijn waarden, waarvan de inhoud door de Regering wordt bepaald;2° de toegankelijkheid van de infrastructuur voor personen met beperkte mobiliteit;3° het gebruik van de infrastructuren door iedereen;4° de integratie van de dimensie van de eco-verantwoordelijkheid op basis van acties die de impact van de dagelijkse activiteit van de gemeenschappen op het milieu beperken;5° de energieprestatie en het gebruik van duurzame materialen;6° een gemotiveerd sportontwikkelingsproject, met name gelet op het onvermogen van de bestaande infrastructuur om te voldoen aan de ter plaatse geuite behoeften;7° voor de begunstigden die de gemeenten en provincies zijn, de opname ervan in het transversale strategische programma, zoals bepaald in het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisering;8° voor de buurtsportinfrastructuren bedoeld in artikel 5, § 2, een ontwerp-programma van sociale activiteiten voor de wijkbewoners, gevalideerd door een plaatselijke overheidsinstantie. § 2. Een subsidie kan slechts toegekend worden indien de sportinfrastructuur waarop ze betrekking heeft, uitgerust is met een automatische externe defibrillator, hierna "AED" genoemd, van categorie 1, zoals bepaald in artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 21 april 2007 houdende veiligheids- en andere voorwaarden inzake een automatische externe defibrillator gebruikt in het kader van een reanimatie. Het bewijsstuk van de aanwezigheid van de automatische externe defibrillator moet bij de aanvraag tot toekenning van de subsidie gevoegd worden. § 3. Dezelfde infrastructuur ontvangt slechts één subsidie voor een periode van zes jaar, tenzij kan worden aangetoond dat de investeringsbehoeften ten tijde van de eerste subsidie onvoorzienbaar waren en dat zij het gevolg zijn van een situatie waarop de aanvrager geen invloed heeft. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten voor de indiening, het onderzoek, de opvolging, de goedkeuring van dossiers en vereffening van subsidies Afdeling 1. - Indiening van de subsidieaanvraag
Art. 7.§ 1. De Regering stelt de procedures voor de indiening van de subsidieaanvragen vast.
Deze worden ontvankelijk of niet-ontvankelijk geacht volgens de in artikel 6 genoemde criteria.
Indien de subsidieaanvraag ontvankelijk wordt verklaard, wordt het onderzoek van het dossier voortgezet overeenkomstig de artikelen 8 en 9. § 2 Binnen dertig dagen na de kennisgeving van de niet-ontvankelijkheid kan de aanvrager een beroep instellen overeenkomstig de door de Regering vastgestelde procedures. Afdeling 2. - Specifiek geval van een aanvraag waarvoor de tussenkomst
van een projectontwerper vereist is
Art. 8.§ 1. In geval van ontvankelijkheid van het dossier, indien de subsidieaanvraag de tussenkomst van een projectontwerper vereist, stuurt de aanvrager een voorontwerpdossier naar de Regering voor een voorafgaande analyse.
In het dossier kan worden bepaald dat de investeringen over een periode van maximaal zes jaar worden gespreid, op voorwaarde dat de aanvrager kan aantonen dat zijn financiële draagkracht hem niet in staat stelt alle werkzaamheden in hetzelfde jaar uit te voeren en dat deze spreiding technisch coherent is.
De Regering kan op basis van het voorontwerpdossier en de door haar vastgestelde prioriteitscriteria een principiële overeenkomst sluiten.
Zij stelt voorlopig het maximumbedrag van de subsidie vast, dat geen vaste verbintenis tot tussenkomst inhoudt. § 2 Binnen twaalf maanden na de principiële kennisgeving van de overeenkomst zendt de aanvrager het dossier in het ontwerpstadium aan de Regering toe.
De Regering kan deze termijn met maximaal zes maanden verlengen op een met redenen omkleed verzoek van de aanvrager. De aanvrager dient het met redenen omklede verzoek uiterlijk 30 dagen voor het verstrijken van de termijn in.
Indien het dossier niet binnen de genoemde termijnen in het ontwerpstadium wordt ingediend, wordt de overeenkomst in beginsel als nietig beschouwd. Afdeling 3. - Overdracht van het dossier in het ontwerpstadium
Art. 9.§ 1. Aanvragen voor subsidies die ontvankelijk worden geacht en waarvoor de tussenkomst van een projectontwerper niet vereist is, kunnen in het ontwerpstadium bij de Regering worden ingediend.
In het dossier kan worden bepaald dat de investeringen over een periode van maximaal zes jaar worden gespreid, op voorwaarde dat de aanvrager kan aantonen dat zijn financiële draagkracht hem niet in staat stelt alle werkzaamheden in hetzelfde jaar uit te voeren en dat deze spreiding technisch coherent is.
Binnen de grenzen van de kredieten die in de begroting van het Waals Gewest zijn opgenomen, kan de Regering een vaste subsidietoezegging doen op basis van het dossier in de gevalideerde ontwerpfase en de prioriteitscriteria die zij vaststelt. § 2. Aanvragen voor de toekenning van subsidies die ontvankelijk worden geacht en die overeenkomstig artikel 8 in beginsel zijn overeengekomen, kunnen in het ontwerpstadium bij de Regering worden ingediend.
Binnen de grenzen van de kredieten die in de begroting van het Waalse Gewest zijn opgenomen, verleent de Regering een vaste subsidietoezegging op basis van het dossier in de projectfase binnen twaalf maanden na de validatie van het dossier.
De Regering kan deze periode met twaalf maanden verlengen.
Het bedrag van de vaste subsidiebelofte mag niet meer dan tien procent hoger zijn dan het bedrag dat voorlopig is vastgesteld in de in artikel 8, lid 1, bedoelde beginselovereenkomst. § 3. De Regering stelt de aanvrager in kennis van de toekenning van de vaste toezegging.
De kennisgeving van de vaste verbintenis verleent een subjectief recht op de liquidatie van de subsidie, wanneer aan alle gestelde voorwaarden is voldaan. § 4 Vanaf de datum van de kennisgeving van de vaste toezegging beschikt de begunstigde over een termijn van twaalf maanden om een kopie van het gunningsdossier en de kennisgeving van de opdracht aan de geselecteerde inschrijver te sturen.
De Regering kan deze termijn met maximaal zes maanden verlengen op een met redenen omkleed verzoek van de begunstigde. De begunstigde dient uiterlijk dertig dagen voor het verstrijken van de termijn een met redenen omkleed verzoek in bij de regering.
Indien het gunningsdossier en de kennisgeving niet binnen de bovengenoemde termijnen aan de geselecteerde inschrijver worden toegezonden, wordt de vaste toezegging als nietig beschouwd.
De opdracht om met de werkzaamheden te beginnen moet binnen vijftien dagen na verzending aan de inschrijver aan wie de opdracht is gegund, worden meegedeeld. § 5 In afwijking van artikel 9, § 4, stelt de Regering in geval van een opdracht die in meerdere percelen is verdeeld en waarvan de gunning in de tijd moet worden uitgesteld wegens de beperkte financiële draagkracht van de aanvrager, overeenkomstig de artikelen 8, § 1, en 9, § 1, een plan voor de vereffening van de subsidie op dat rekening houdt met het door haar gevalideerde investeringsschema. Afdeling 4. - Vereffening van de subsidie
Art. 10.Voorschotten op het bedrag van de subsidie kunnen onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden worden betaald.
Art. 11.§ 1. De begunstigde stelt de datum en de plaats van voorlopige oplevering van de werkzaamheden bekend.
Zij beschikt over een termijn van zes maanden vanaf de voorlopige oplevering van de werkzaamheden om de volledige eindafrekening, samen met de voor de betaling van de subsidie vereiste bewijsstukken, toe te zenden.
Deze termijn kan op met redenen omkleed verzoek van de aanvrager met maximaal zes maanden worden verlengd. Dit verzoek moet uiterlijk 30 dagen voor het verstrijken van de termijn worden ingediend.
Na deze periode verliest de begunstigde definitief het voordeel van het saldo van de subsidie. § 2 De in § 1 bedoelde termijnen kunnen op gemotiveerd verzoek van de begunstigde worden verlengd indien er een geschil bestaat tussen de begunstigde en de gekozen inschrijver en indien dit geschil het voorwerp uitmaakt van een beroep voor de rechtbank.
Dit verzoek moet uiterlijk 30 dagen voor het verstrijken van bovengenoemde termijnen worden ingediend.
Art. 12.Het saldo van de subsidie wordt betaald op basis van de eindafrekening onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden. HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 13.Ongeacht het subsidiepercentage moeten de aanvragers van een subsidie als bedoeld in artikel 3, 2° tot 4°, op wie de wetgeving inzake overheidsopdrachten niet reeds van toepassing is, niettemin de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake overheidsopdrachten naleven, op voorwaarde dat het bedrag van de opdracht hoger ligt dan de principiële drempel waaronder de opdracht mag worden gegund via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 14.Er mag geen subsidie worden verleend voor de aankoop van onroerend goed waarvoor eerder een huurkoop-, financieringshuur-, promotie- of voorfinancieringsovereenkomst is gesloten, indien de Regering vóór de sluiting van deze overeenkomst in beginsel niet met deze overeenkomst heeft ingestemd.
De in lid 1 bedoelde principiële overeenkomst is bedoeld om het recht op subsidies te behouden, maar vormt op geen enkele wijze een vaste verbintenis om actie te ondernemen.
De eigendomsoverdracht van het onroerend goed dat aanleiding geeft tot de verwerving van het onroerend goed kan plaatsvinden onmiddellijk na de voorlopige oplevering van de werken of aan het einde van de periode waarin een zakelijk recht ten gunste van de medecontractant is gevestigd, hetgeen de verplichting van de medecontractant inhoudt om de aanvrager een gebruiksrecht op het onroerend goed te verlenen, zodat de aanvrager aan het einde van het contract eigenaar wordt.
Art. 15.De aanvrager verliest elk recht op de subsidie indien hij de overheidsopdracht lanceert, de werken uitvoert of de aankopen doet voordat de Regering de vaste toezegging heeft gedaan.
Afwijkingen kunnen echter door de regering worden toegestaan op basis van een met redenen omkleed verzoek van de aanvrager.
Een dergelijk verzoek kan alleen worden gedaan in verband met de uitvoering van investeringen met een dringend karakter, waarvoor de aanvrager moet aantonen dat deze niet te voorzien waren en het gevolg waren van een situatie waarop hij geen invloed heeft.
Deze afwijkingen zijn bedoeld om het recht op subsidies te behouden, maar vormen geen vaste verbintenis tot Regeringsingrijpen.
De Regering stelt de procedures vast voor de toezending van aanvragen om afwijkingen
Art. 16.Zodra de subsidie is toegekend, kan het Gewest het gebruik van de toegewezen middelen ter plaatse laten controleren.
Art. 17.De begunstigde verbindt zich ertoe het gebruik van de infrastructuur en de gesubsidieerde werken zoals omschreven in de subsidieaanvraag te handhaven gedurende een periode van ten minste 15 jaar vanaf de voorlopige oplevering van de werken.
Bij niet-naleving van deze toewijzing vraagt de Regering van de begunstigde een terugbetaling van de subsidie naar rato van de jaren waarin de toewijzing niet in acht is genomen. Voor bepaalde werken kan de Regering deze minimumduur inkorten.
Gedurende deze periode van 15 jaar legt de begunstigde de Regering vooraf ter goedkeuring een akte van overdracht of een soortgelijke akte voor met betrekking tot de bepalingen inzake exploitatie, beheer en genotsrechten die van toepassing zijn op het gesubsidieerde goed, zoals gedefinieerd in de subsidieaanvraag en die de subsidie rechtvaardigden.
De regering stelt de modaliteiten vast voor de overdracht en de verwerking van een wijziging in de toewijzing van infrastructuur die een subsidie heeft ontvangen. Zij specificeert de in lid 2 vermelde terugbetalingsvoorwaarden.
Art. 18.De toekenning van een subsidie voor een opdracht voor werken is afhankelijk van de opneming in de opdracht van een of meer milieu-, sociale en ethische clausules ter bestrijding van sociale dumping.
De Regering specificeert de reikwijdte van deze clausules en bepaalt de modaliteiten van hun invoeging. HOOFDSTUK V. - Bevorderingssubsidies
Art. 19.§ 1. Binnen de grenzen van de kredieten die in de begroting van het Waals Gewest zijn opgenomen, kan de regering subsidies verlenen om de sportinfrastructuur van het Waals Gewest te verbeteren door middel van evenementen of het structureren van sportactiviteiten zonder winstoogmerk. § 2. Komen in aanmerking voor een subsidie: 1° de provincies;2) de gemeenten;3° de verenigingen van gemeenten en de verenigingen van provincies;4° de autonome gemeente- of provinciebedrijven;5° verenigingen zonder winstoogmerk die met name de organisatie van sportevenementen of -activiteiten en de bevordering van de sportbeoefening ten doel hebben. § 3. strikt sportieve evenementen en activiteiten met een provinciaal, regionaal, nationaal of internationaal karakter komen in aanmerking. § 4. De Regering stelt het bedrag van de subsidie vast op basis van de invloed van de activiteit van de begunstigde.
De regering beslist over de bedragen van de subsidies, de inhoud en de wijze van toezending van de aanvragen en de wijze van behandeling van de dossiers. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 20.Het decreet van 25 februari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1999 pub. 18/03/1999 numac 1999027209 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur sluiten houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur, wordt opgeheven.
Art. 21.Dossiers die vóór de datum van inwerkingtreding van dit decreet zijn ingediend en die op die datum een gunstig visum van de Inspectie van Financiën hebben ontvangen of een principiële goedkeuring hebben gekregen overeenkomstig artikel 11 van decreet van 25 februari 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/02/1999 pub. 18/03/1999 numac 1999027209 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur sluiten houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur, blijven onderworpen aan de procedures die in het genoemde decreet zijn vastgesteld.
Art. 22.De Regering legt het Parlement om de vijf jaar een verslag voor over de toepassing van dit decreet.
Het eerste verslag wordt uiterlijk op 30 juni 2026 verzonden.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Namen, 3 december 2020.
De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, J.-L. CRUCKE De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER ________ (1) Zitting 2020-2021. Stukken van het Waals Parlement, 352 (2020-2021) Nrs. 1 tot 7.
Volledig verslag, openbare zitting van 2 december 2020.
Bespreking.
Stemming.