Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 juli 2021
gepubliceerd op 08 juli 2021

Decreet tot wijziging van het Bestuursdecreet van 7 december 2018

bron
vlaamse overheid
numac
2021021275
pub.
08/07/2021
prom.
02/07/2021
ELI
eli/decreet/2021/07/02/2021021275/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 JULI 2021. - Decreet tot wijziging van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET tot wijziging van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijzigingen van de inleidende bepalingen en de

definities, vermeld in titel I van het Bestuursdecreet

Art. 2.In artikel I.2 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie;".

Art. 3.Aan artikel I.3 van hetzelfde decreet wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt: "9° overheidsondernemingen: de ondernemingen die niet behoren tot de Vlaamse overheid of tot een lokale overheid en die niet beschouwd worden als een instelling met een publieke taak of een milieu-instantie, maar waarop de Vlaamse overheid, lokale overheden, instellingen met een publieke taak of milieu-instanties, direct of indirect, een overheersende invloed kunnen uitoefenen op grond van eigendom, financiële deelname of de voorschriften die op de onderneming van toepassing zijn. Er is een overheersende invloed in elk van de volgende gevallen: a) de Vlaamse of lokale overheden bezitten direct of indirect de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming;b) de Vlaamse of lokale overheden beschikken direct of indirect over de meerderheid van de stemrechten, verbonden aan de aandelen die de onderneming uitgeeft; c) de Vlaamse of lokale overheden kunnen direct of indirect meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan van de onderneming aanwijzen.". Afdeling 2. - Wijzigingen van onderafdeling 2 van afdeling 2 van

hoofdstuk 2 van titel II, wat betreft de elektronische uitwisseling van berichten

Art. 4.In artikel II.22 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Overheidsinstanties als vermeld in artikel II.18, kunnen voor een procedure voorzien in een of meer elektronische wegen om berichten uit te wisselen met gebruikers, ook als de toepasselijke regelgeving alleen voorziet in de uitwisseling via analoge weg of als de regelgeving al in een bepaalde elektronische weg voorziet, vanaf het moment waarop de overheidsinstantie de beschikbare elektronische wegen voor de procedure heeft bekendgemaakt."; 2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.In geval van toepassing van paragraaf 1 worden de volgende voorwaarden nageleefd voor de elektronische uitwisseling met burgers of externe overheden: 1° de overheidsinstanties, vermeld in artikel II.18, informeren burgers en externe overheden vooraf over: a) de stappen die gevolgd moeten worden;b) de technieken die worden gebruikt;c) de rechtsgevolgen van de elektronische uitwisseling;2° de natuurlijke personen, niet in hun hoedanigheid van ondernemer, stemmen vooraf uitdrukkelijk in met de uitwisseling van berichten via elektronische weg; 3° de natuurlijke personen, niet in hun hoedanigheid van ondernemer, kunnen de instemming, vermeld in punt 2°, op elk moment intrekken."; 3° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "op analoge dragers" vervangen door de woorden "waarin in de toepasselijke regelgeving is voorzien"; 4° in paragraaf 4 worden de woorden "via elektronische weg dezelfde rechtsgevolgen tot stand als de uitwisseling op analoge dragers" vervangen door de zinsnede "die mogelijk wordt gemaakt met toepassing van paragraaf 1, dezelfde rechtsgevolgen tot stand als de uitwisseling waarin in de toepasselijke regelgeving is voorzien.".

Art. 5.Aan artikel II.23 van hetzelfde decreet wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In het eerste en het derde lid wordt verstaan onder hetzelfde informatiesysteem: een informatiesysteem of een combinatie van informatiesystemen waarbij de overheidsinstantie voldoende controle heeft over de logging van het tijdstip van verzending en ontvangst van een bericht.".

Art. 6.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een artikel II.23/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.23/1. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder eBox: de eBox, vermeld in artikel 2, 3°, van de wet van 27 februari 2019 inzake elektronische uitwisseling van berichten via de eBox. § 2. Overheidsinstanties als vermeld in artikel II.18, kunnen de eBox gebruiken voor de elektronische uitwisseling van berichten.

De uitwisseling van berichten via de eBox geldt als een uitwisseling binnen hetzelfde informatiesysteem, vermeld in artikel II.23, derde en vierde lid.

Als een systeemfout verhindert dat een bericht wordt verzonden of ontvangen, geldt de informatie die daarover, met toepassing van artikel 4, tweede lid, van de wet van 27 februari 2019 inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox, ter beschikking is gesteld, als bewijs van de systeemfout die kan worden ingeroepen als bewijs van overmacht. § 3. Als de uitwisseling van berichten via de eBox niet mogelijk is op grond van de toepasselijke regelgeving, gelden de voorwaarden, vermeld in artikel II.22, § 2.

Onder de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, brengt de uitwisseling via de eBox dezelfde rechtsgevolgen tot stand als de uitwisseling waarin in de toepasselijke regelgeving is voorzien.". Afdeling 3. - Wijziging van afdeling 3 van hoofdstuk 2 van titel II,

wat betreft de bestuurshandelingen in elektronische vorm

Art. 7.In artikel II.24 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 2/2 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2/2. Een bestuursdocument dat op elektronische wijze ondertekend is, kan worden gematerialiseerd in een equivalent dat de authenticiteit en de integriteit van de gegevens waarborgt.". Afdeling 4. - Wijzigingen van hoofdstuk 3 van titel II van het

Bestuursdecreet, wat betreft de toegang tot bestuursdocumenten

Art. 8.Aan artikel II.33 van hetzelfde decreet wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° als de aanvraag betrekking heeft op interne communicatie.".

Art. 9.In artikel II.34 van hetzelfde decreet wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° het om bestuursdocumenten gaat die uitsluitend ten behoeve van de strafvordering of de vordering van een administratieve sanctie zijn opgesteld, zolang de mogelijkheid blijft bestaan om een strafsanctie of een administratieve sanctie op te leggen;".

Art. 10.In artikel II.36, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° het vertrouwelijke karakter van bestuursdocumenten die uitsluitend ten behoeve van de strafvordering of de vordering van een administratieve sanctie zijn opgesteld, zolang de mogelijkheid blijft bestaan om een strafsanctie of een administratieve sanctie op te leggen;".

Art. 11.In artikel II.44 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt: " § 3. De aanvrager die een afschrift van een bestuursdocument ontvangt, kan het afschrift gebruiken om zijn rechten en belangen te beschermen, en om zijn vrijheid van meningsuiting en van informatie uit te oefenen.

De toepassing van het eerste lid mag niet tot gevolg hebben dat informatie van persoonlijke aard toegankelijk wordt voor personen die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel II.40, § 3, tweede lid, behoudens wanneer dit nodig is om zijn rechten en belangen te beschermen.

De overheidsinstantie die een aanvraag tot openbaarmaking inwilligt, vermeldt in de beslissing dat die inwilliging geen toestemming inhoudt om de gevraagde bestuursdocumenten te hergebruiken als vermeld in hoofdstuk 4.".

Art. 12.In artikel II.48 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "De aanvrager dient het beroep in met een brief, met een e-mail of, in voorkomend geval, met een webformulier binnen een termijn van dertig kalenderdagen die ingaat op een van de volgende dagen: 1° als de aanvraag is afgewezen: op de dag nadat de beslissing verstuurd is; 2° als de aanvraag volledig of gedeeltelijk is ingewilligd, maar niet is uitge voerd binnen de termijnen, vermeld in artikel II.44, § 1: op de dag nadat de termijn, vermeld in artikel II.44, § 1, verstreken is."; 2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Het beroep bevat al de volgende informatie: 1° de voor- en achternaam van de indiener;2° het adres van de indiener;3° een afschrift van de oorspronkelijke aanvraag;4° een afschrift van de beslissing van de betrokken overheidsinstantie waartegen beroep wordt ingesteld, als er een beslissing is genomen. Als het beroep onvolledig is, wordt de behandelingstermijn, vermeld in artikel II.50, § 1, opgeschort tot de beroepsinstantie in het bezit is van de vereiste informatie.".

Art. 13.In artikel II.50, § 1, van hetzelfde decreet wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Als de oorspronkelijke aanvraag tot openbaarmaking is afgewezen omdat ze kennelijk onredelijk is of op een te algemene wijze is geformuleerd, zonder dat de overheidsinstantie om specificatie of vervollediging heeft gevraagd, beschikt de beroepsinstantie zelf over de mogelijkheid om de aanvrager te verzoeken om zijn aanvraag te specificeren of te vervolledigen. De termijn van dertig kalenderdagen, vermeld in artikel II.50, § 1, begint in dat geval te lopen vanaf het moment dat de aanvrager zijn aanvraag gespecificeerd of vervolledigd heeft.". Afdeling 5. - Wijzigingen van hoofdstuk 4 van titel II van het

Bestuursdecreet, wat betreft open data en hergebruik van overheidsinformatie

Art. 14.In titel II van hetzelfde decreet wordt het opschrift van hoofdstuk 4 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 4. Open data en hergebruik van overheidsinformatie".

Art. 15.In artikel II.53 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt: "5° de overheidsondernemingen die aan een van de volgende voorwaarden voldoen: a) ze zijn actief op de gebieden, vermeld in artikel 96 tot en met 102 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;b) ze treden op als exploitant van openbare diensten als vermeld in artikel 2, d), van verordening (EG) nr.1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad; c) ze vervullen als luchtvaartmaatschappij openbaredienstverplichtingen op grond van artikel 16 van verordening (EG) nr.1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap; d) ze verrichten als reder openbare diensten op grond van artikel 4 van verordening (EEG) nr.3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de Lid-Staten (cabotage in het zeevervoer)."; 2° in paragraaf 2 wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° de bestuursdocumenten of onderdelen ervan waarvoor de toegang is beperkt of uitgesloten op basis van de geldende bepalingen die de toegang tot bestuursdocumenten nader regelen;"; 3° in paragraaf 2, 4°, worden de woorden "waarover openbare omroepen of hun dochterondernemingen en andere instellingen of hun dochterondernemingen beschikken" vervangen door de woorden "die in het bezit zijn van openbare omroepen of hun dochterondernemingen en andere instellingen of hun dochterondernemingen"; 4° in paragraaf 2 wordt punt 5° vervangen door wat volgt: "5° de bestuursdocumenten die in het bezit zijn van onderwijsinstellingen van het secundair of lager niveau, en, in geval van alle andere onderwijsinstellingen, andere dan onderzoeksgegevens, vermeld in paragraaf 3;"; 5° in paragraaf 2, 6°, wordt de zinsnede "waarover andere culturele instellingen dan musea, bibliotheken en archiefinstellingen beschikken" vervangen door de zinsnede "die in het bezit zijn van andere culturele instellingen dan musea, bibliotheken en archiefinstellingen";6° aan paragraaf 2 wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt: "9° de bestuursdocumenten die in het bezit zijn van overheidsondernemingen die aan een van de volgende voorwaarden voldoen: a) ze zijn geproduceerd buiten de context van de levering van diensten van algemeen belang; b) ze houden verband met activiteiten die rechtstreeks blootstaan aan concurrentie en bijgevolg niet onder aanbestedingsregels vallen op grond van artikel 116 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheids- opdrachten."; 7° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3.Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden onderzoekgegevens, al dan niet in het bezit van een overheidsinstantie, die met overheidsmiddelen zijn gefinancierd en die openbaar zijn gemaakt via een institutionele of thematische databank door onderzoekers, onderzoeksinstellingen of financierende organisaties, beschouwd als bestuursdocumenten. Daarbij wordt rekening gehouden met de gerechtvaardigde handelsbelangen, activiteiten inzake kennisoverdracht en al bestaande intellectuele eigendomsrechten.".

Art. 16.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een artikel II.53/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.53/1. Voor de volgende lokale overheden nemen de volgende personen de beslissing over de aanvraag tot hergebruik, onverminderd delegatie: 1° voor de gemeenten, de districten en de OCMW's: de algemeen directeur;2° voor de provincies: de griffier;3° voor de polders en wateringen: de dijkgraaf van de polder of de voorzitter van de watering; 4° voor de besturen van de erkende kerk- of geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten: de voorzitter van de besturen.".

Art. 17.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een artikel II.53/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.53/2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk gaan de beslissings- en uitvoeringstermijnen in op de dag nadat de aanvraag tot hergebruik is ontvangen.

De termijnen, vermeld in het eerste lid, verstrijken om 24 uur van de laatste dag.".

Art. 18.Aan artikel II.54 van hetzelfde decreet worden een punt 6° tot en met 10° toegevoegd, die luiden als volgt: "6° modellicentie: een reeks vooraf bepaalde voorwaarden voor hergebruik, in een digitaal formaat, bij voorkeur verenigbaar met gestandaardiseerde openbare licenties die online beschikbaar zijn; 7° onderzoeksgegevens: andere documenten in digitale vorm dan wetenschappelijke publicaties, die worden verzameld of geproduceerd tijdens wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten en die als bewijs in het onderzoeksproces worden gebruikt, of waarvan binnen de onderzoeksgemeenschap algemeen wordt erkend dat ze noodzakelijk zijn om onderzoeksresultaten te valideren;8° hoogwaardige datasets: documenten waarvan het hergebruik belangrijke voor- delen biedt voor de samenleving, het milieu en de economie, namelijk doordat ze geschikt zijn om diensten met toegevoegde waarde en toepassingen te ontwikkelen, en om nieuwe, hoogwaardige en fatsoenlijke banen te scheppen, en door het aantal potentiële begunstigden van de diensten of toepassingen met toegevoegde waarde die op basis van die datasets ontwikkeld zijn;9° API: een applicatieprogramma-interface, namelijk een reeks functies, procedures, definities en protocollen voor de communicatie van machine naar machine en de naadloze uitwisseling van gegevens; 10° richtlijn (EU) 2019/1024: richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake open data en het hergebruik vanoverheidsinformatie.".

Art. 19.In artikel II.55, tweede lid, van hetzelfde decreet worden tussen het woord "bepalen" en het woord "de" de zinsnede "de overheidsondernemingen," ingevoegd.

Art. 20.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een artikel II.56/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.56/1. De overheidsinstanties, vermeld in artikel II.53, § 1, produceren bestuursdocumenten die voor hergebruik in aanmerking komen en stellen die ter beschikking, zo veel mogelijk overeenkomstig het beginsel open door ontwerp en door standaardinstellingen.".

Art. 21.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een artikel II.58/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.58/1. Elke overheidsinstantie, vermeld in artikel II.53, § 1, stelt dynamische gegevens onmiddellijk nadat ze zijn verzameld, via passende API's en, in voorkomend geval, in de vorm van een bulksgewijze download, beschikbaar voor hergebruik.

Als het beschikbaar stellen van dynamische gegevens onmiddellijk nadat ze verzameld zijn, de financiële en technische mogelijkheden van de overheidsinstantie overstijgt omdat dat een onevenredige inspanning vergt, worden die dynamische gegevens voor hergebruik beschikbaar gesteld binnen een termijn of met tijdelijke technische beperkingen die de exploitatie van het economisch en sociaal potentieel ervan niet onnodig in het gedrang brengt.

In dit artikel wordt verstaan onder dynamische gegevens: documenten in digitale vorm die frequent of in real time worden geactualiseerd door hun volatiliteit of omdat ze snel verouderd zijn. Gegevens die door sensoren zijn gegenereerd, worden doorgaans als dynamische gegevens beschouwd.".

Art. 22.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een artikel II.58/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.58/2. De overheidsinstanties, vermeld in artikel II.53, § 1, oefenen het recht van een fabrikant van een databank, verleend bij artikel XI.307, eerste lid, van het Wetboek van Economisch Recht van 28 februari 2013, niet uit om het hergebruik van bestuursdocumenten tegen te gaan of om het hergebruik buiten de grenzen, vastgelegd in dit hoofdstuk, te beperken.".

Art. 23.In artikel II.59 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° aan het eerste lid wordt de zinsnede ", en, als dat van toepassing is, voor de anonimisering van persoonsgegevens en voor maatregelen ter bescherming van commercieel vertrouwelijke informatie" toegevoegd; 2° in het tweede lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° overheidsondernemingen;"; 3° in het derde lid worden de woorden "en verspreiding" vervangen door de zinsnede ", verspreiding en opslag ervan, en, als dat van toepassing is, de anonimisering van persoonsgegevens en maatregelen ter bescherming van commercieel vertrouwelijke informatie,";4° in het vierde lid wordt tussen de zinsnede "verspreiding," en het woord "conservering" de zinsnede "opslag," ingevoegd;5° in het vierde lid wordt tussen het woord "rechten" en de zinsnede ", vermeerderd met" de zinsnede "en, als dat van toepassing is, de anonimisering van persoonsgegevens en maatregelen ter bescherming van commercieel vertrouwelijke informatie" ingevoegd;6° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In dit artikel wordt verstaan onder: 1° redelijk rendement op investeringen: een percentage van het totale tarief, boven op de kosten die mogen worden doorberekend, dat maximaal vijf procentpunten hoger ligt dan de vaste rente van de Europese Centrale Bank; 2° anonimisering van persoonsgegevens: het proces waarbij bestuursdocumenten worden omgezet in anonieme documenten die geen betrekking hebben op een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon, of het proces waarbij persoonsgegevens zodanig anoniem worden gemaakt dat de betrokkene niet of niet meer identificeerbaar is.".

Art. 24.In artikel II.61 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° voor paragraaf 1, die paragraaf 1/1 wordt, wordt een nieuwe paragraaf 1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1.Het hergebruik van bestuursdocumenten mag niet worden onderworpen aan voorwaarden, tenzij die voorwaarden objectief, evenredig en niet-discriminerend zijn en gerechtvaardigd worden door een doel van algemeen belang.

De voorwaarden voor hergebruik mogen de mogelijkheden van hergebruik niet nodeloos beperken, noch gebruikt worden om de mededinging aan banden te leggen.

De voorwaarden voor hergebruik bevatten de toestemming om de bestuursdocumenten geheel of gedeeltelijk te hergebruiken op om het even welke wijze, in oorspronkelijke, gewijzigde of bewerkte vorm, zonder uitsluiting van categorieën van aanvragers en zonder beperkingen in de tijd of in de geografische draagwijdte van het hergebruik, tenzij dat om juridische, technische of heel gegronde redenen niet mogelijk is."; 2° paragraaf 2 wordt opgeheven; 3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt tussen de zinsnede "derde lid," en het woord "hanteert" de zinsnede "geeft de overheidsinstantie, vermeld in artikel II.53, § 1, toestemming voor onvoorwaardelijk hergebruik of" ingevoegd; 4° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede ", vermeld in paragraaf 1" vervangen door de zinsnede ", vermeld in paragraaf 1/1";5° in paragraaf 3, tweede lid, wordt de zinsnede "paragraaf 2, zonder motivering toestemming geven voor onvoorwaardelijk hergebruik of kan de overheidsinstantie" vervangen door de zinsnede "paragraaf 1".

Art. 25.In artikel II.62 van hetzelfde decreet worden tussen het eerste en het tweede lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "De Vlaamse Regering stelt een lijst vast van de overheidsinstanties, vermeld in artikel II.59, tweede lid, 1°. Die lijst wordt online bekendgemaakt.

Voor een eenvoudigere toegang tot datasets wordt gezorgd voor één enkel toegangspunt en voor de geleidelijke beschikbaarstelling van geschikte datasets die in het bezit zijn van de overheidsinstanties, vermeld in artikel II.53, § 1, met betrekking tot de bestuursdocumenten die voor hergebruik in aanmerking komen, in formaten die toegankelijk, gemakkelijk vindbaar en elektronisch toegankelijk zijn.".

Art. 26.In titel II, hoofdstuk 4, van hetzelfde decreet wordt een afdeling 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 2/1. Onderzoeksgegevens".

Art. 27.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in afdeling 2/1, ingevoegd bij artikel 31, een artikel II.62/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.62/1. De onderzoeksgegevens die met overheidsmiddelen zijn gefinancierd, vermeld in artikel II.53, § 3, worden beschikbaar gesteld volgens het beginsel open door standaardinstellingen en volgens het beginsel dat onderzoeksgegevens vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar moeten zijn. Daarbij wordt rekening gehouden met de intellectuele eigendomsrechten, de bescherming en vertrouwelijkheid van persoonsgegevens, en de beveiliging en de bescherming van de rechtmatige handelsbelangen, in overeenstemming met het beginsel zo open als mogelijk, zo gesloten als nodig.".

Art. 28.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in dezelfde afdeling 2/1 een artikel II.62/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.62/2. Hergebruik van de onderzoeksgegevens met behoud van de toepassing van artikel II.53, § 3, en II.62/1 is kosteloos voor de gebruiker.".

Art. 29.In titel II, hoofdstuk 4, van hetzelfde decreet wordt een afdeling 2/2 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 2/2. Hoogwaardige datasets".

Art. 30.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in afdeling 2/2, ingevoegd bij artikel 34, een artikel II.62/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.62/3. De hoogwaardige datasets worden in een machinaal leesbaar formaat voor hergebruik beschikbaar gesteld via API's en, in voorkomend geval, in de vorm van bulksgewijze downloads. De Vlaamse Regering kan bijbehorende bepalingen nader vastleggen.".

Art. 31.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in dezelfde afdeling 2/2 een artikel II.62/4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.62/4. Hergebruik van de hoogwaardige datasets, vermeld in artikel II.62/3, is kosteloos voor de gebruiker.".

Art. 32.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in dezelfde afdeling 2/2 een artikel II.62/5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.62/5. De kosteloze beschikbaarstelling van hoogwaardige datasets, vermeld in artikel II.62/4, geldt niet voor specifieke hoogwaardige datasets die in het bezit zijn van overheidsondernemingen als dat tot concurrentieverstoring in de relevante markten zou leiden.".

Art. 33.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in dezelfde afdeling 2/2 een artikel II.62/6 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.62/6. De kosteloze beschikbaarstelling van hoogwaardige datasets, vermeld in artikel II.62/4, geldt niet voor bibliotheken, met inbegrip van de bibliotheken van instellingen voor hoger onderwijs, musea en archiefinstellingen.".

Art. 34.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in dezelfde afdeling 2/2 een artikel II.62/7 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.62/7. Als de kosteloze beschikbaarstelling van hoogwaardige datasets door overheidsinstanties als vermeld in artikel II.53, § 1, van dit decreet, die verplicht zijn inkomsten te genereren om een aanzienlijk deel van de kosten voor de uitoefening van hun publieke taken te dekken, een belangrijk effect op de begroting van de betrokken overheidsinstanties heeft, zijn die overheidsinstanties vrijgesteld van de vereiste om die hoogwaardige datasets kosteloos beschikbaar te stellen voor een maximale duur van twee jaar na de inwerkingtreding van de relevante uitvoeringshandeling, vermeld in artikel 14, lid 1, van de richtlijn (EU) 2019/1024.".

Art. 35.In titel II, hoofdstuk 4, afdeling 3, van hetzelfde decreet wordt een artikel II.62/8 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.62/8. Deze afdeling is niet van toepassing op: 1° overheidsondernemingen; 2° onderwijsinstellingen, onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, als de bestuursdocumenten die worden aangevraagd, betrekking hebben op onderzoeksgegevens.".

Art. 36.In artikel II.63 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de inleidende zin wordt vervangen door wat volgt: "De aanvraag tot hergebruik wordt ingediend met een brief, met een e-mail of, in voorkomend geval, met een webformulier bij de overheidsinstantie die het bestuursdocument bezit, en bevat al de volgende informatie:";2° aan punt 4° worden de woorden "op basis waarvan de instantie kan oordelen of ze de nodige rechten heeft om het beoogde hergebruik voor commerciële of niet-commerciële doeleinden toe te staan" toegevoegd;3° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Als de aanvraag wordt ingediend bij een overheidsinstantie die het bestuursdocument niet bezit, stuurt de overheidsinstantie de aanvraag zo snel mogelijk door naar de overheidsinstantie die het document vermoedelijk bezit.De aanvrager wordt daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht.".

Art. 37.In artikel II.64 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "behandelt deze aanvraag overeenkomstig artikel II.41, II.42 en II.43, en gaat na of het gevraagde bestuursdocument ter beschikking mag worden gesteld met toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk" vervangen door de zinsnede "bevestigt de ontvangst van de aanvraag uiterlijk binnen tien kalenderdagen, als ze binnen die termijn de aanvraag nog niet heeft beantwoord".

Art. 38.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een artikel II.64/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.64/1. Als de aanvraag kennelijk onredelijk is of op een te algemene wijze is geformuleerd, verzoekt de overheidsinstantie, vermeld in artikel II.53, § 1, zo spoedig mogelijk, en uiterlijk binnen twintig kalenderdagen, de aanvrager om zijn aanvraag te specificeren of te vervolledigen. De overheidsinstantie motiveert dat verzoek en geeft, als dat mogelijk is, aan welke bijkomende gegevens nodig zijn om de aanvraag te kunnen onderzoeken.".

Art. 39.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een artikel II.64/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. II.64/2. § 1. De overheidsinstantie, vermeld in artikel II.53, § 1, onderzoekt of de aanvraag ingewilligd kan worden conform de bepalingen van dit hoofdstuk.

De aanvraag wordt zo snel mogelijk en uiterlijk binnen twintig kalenderdagen met een brief, met een e-mail of, in voorkomend geval, met een webformulier beantwoord.

Bij de kennisgeving van de beslissing wordt vermeld dat beroep kan worden ingesteld bij de beroepsinstantie, vermeld in artikel III.90, binnen de termijn, vemeld in artikel II.69, § 2. § 2. Als de aanvraag kennelijk onredelijk is als vermeld in artikel II.64/1, of op een te algemene wijze geformuleerd is, begint een nieuwe termijn van twintig kalenderdagen te lopen vanaf het moment dat de aanvrager zijn aanvraag gespecificeerd of vervolledigd heeft. § 3. Als de overheidsinstantie oordeelt dat ze de aanvraag moeilijk tijdig kan toetsen aan de uitzonderingen, deelt ze mee aan de aanvrager dat de termijn van twintig kalenderdagen, vermeld in § 1, tweede lid, verlengd wordt tot een termijn van veertig kalenderdagen.

De verlengingsbeslissing, vermeld in het eerste lid, vermeldt de reden of de redenen voor het uitstel.".

Art. 40.In artikel II.66, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "artikel II.43, § 1" vervangen door de zinsnede "artikel II.64/2, § 1 en § 2"; 2° in het tweede lid wordt de zinsnede "artikel II.43, § 3" vervangen door de zinsnede "artikel II.64/2, § 3".

Art. 41.In artikel II.68 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Exclusiviteitsregelingen die op of na 17 juli 2021 zijn gesloten, worden minstens twee maanden voor de inwerkingtreding ervan online openbaar gemaakt.De uiteindelijke regelingen zijn transparant en worden online openbaar gemaakt."; 2° er wordt een paragraaf 4/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 4/1.Juridische of praktische regelingen die, zonder expliciet in de toekenning van exclusiviteitsrechten te voorzien, tot doel hebben of redelijkerwijs kunnen worden geacht de beschikbaarheid van documenten voor hergebruik door andere partijen dan de derde partij bij de regeling te beperken, worden minstens twee maanden voor de inwerkingtreding van die regeling online openbaar gemaakt. De gevolgen van die juridische of praktische regelingen voor de beschikbaarheid van gegevens voor hergebruik worden regelmatig, en in elk geval om de drie jaar, geëvalueerd. De uiteindelijke regelingen zijn transparant en worden online openbaar gemaakt.

In deze paragraaf wordt verstaan onder derde partij: een natuurlijke of rechtspersoon die geen overheidsinstantie is als vermeld in artikel II.53, § 1, eerste lid, en die de gegevens in zijn bezit heeft."; 3° aan paragraaf 5 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Exclusiviteitsregelingen die door overheidsondernemingen zijn gesloten, die al bestaan op 16 juli 2019 en die niet voor een uitzondering als vermeld in paragraaf 2 en 4 in aanmerking komen, worden aan het eind van het contract en in elk geval uiterlijk op 17 juli 2049 beëindigd.".

Art. 42.In artikel II.69 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden punt 1° tot en met 3° vervangen door wat volgt: "1° een beslissing over een aanvraag;2° het uitblijven van een beslissing nadat de termijn waarin de beslissing moest worden genomen, verstreken is; 3° een onwillige uitvoering van een beslissing."; 2° in paragraaf 1, eerste lid, worden punt 4° en 5° opgeheven;3° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "De aanvrager dient het beroep in met een brief, met een e-mail of, in voorkomend geval, met een webformulier binnen een termijn van dertig kalenderdagen die ingaat op een van de volgende dagen: 1° als beroep wordt ingesteld tegen de beslissing over de aanvraag: op de dag nadat de beslissing verstuurd is; 2° als beroep wordt ingesteld tegen de niet-uitvoering binnen de termijnen, vermeld in artikel II.66, § 1: op de dag nadat de termijn, vermeld in artikel II.66, § 1, verstreken is."; 4° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zinsnede "de bepalingen van artikel II.43, § 1, derde lid" vervangen door de zinsnede "de verplichting, vermeld in artikel II.64/2, § 1, derde lid"; 5° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.Het beroep bevat al de volgende informatie: 1° de voor- en achternaam van de indiener;2° het adres van de indiener;3° een afschrift van de oorspronkelijke aanvraag;4° een afschrift van de beslissing van de betrokken overheidsinstantie waartegen beroep wordt ingesteld, als er een beslissing is genomen. Als het beroep onvolledig is, wordt de behandelingstermijn, vermeld in artikel II.71, § 1, opgeschort tot de beroepsinstantie in het bezit is van de vereiste informatie.".

Art. 43.Artikel II.70 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "Art. II.70. De beroepsinstantie bevestigt de ontvangst van het beroep zo snel mogelijk en uiterlijk binnen tien kalenderdagen.

De beroepsinstantie brengt de betrokken overheidsinstantie tegelijkertijd op de hoogte van het ingestelde beroep.".

Art. 44.In artikel II.71 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt tussen de zinsnede "artikel II.53, § 2," en het woord "deelt" de zinsnede "of aan de bepalingen met betrekking tot het vragen van vergoedingen, vermeld in artikel II.59, of aan de voorwaarden voor hergebruik, vermeld in artikel II.61," ingevoegd; 2° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3.Als de oorspronkelijke aanvraag tot hergebruik is afgewezen omdat ze kennelijk onredelijk is of op een te algemene wijze is geformuleerd, zonder dat de overheidsinstantie om specificatie of vervollediging heeft gevraagd, beschikt de beroepsinstantie zelf over de mogelijkheid om de aanvrager te verzoeken om zijn aanvraag te specificeren of te vervolledigen. De termijn van dertig kalenderdagen, vermeld in paragraaf 1, begint in dat geval te lopen vanaf het moment dat de aanvrager zijn aanvraag gespecificeerd of vervolledigd heeft.". Afdeling 6. - Wijzigingen van afdeling 5 van hoofdstuk 2 van titel III

van het Bestuursdecreet, wat betreft de vrijwaring van de strategische belangen van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest

Art. 45.In artikel III.59, 3°, c), van hetzelfde decreet wordt punt 1) opgeheven.

Art. 46.In artikel III.60, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "buitenlandse natuurlijke personen of rechtspersonen" worden vervangen door de zinsnede "natuurlijke personen of rechtspersonen die niet gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat van de Europese Economische Ruimte,";2° de woorden "nietig verklaren of buiten toepassing verklaren" worden vervangen door de zinsnede "nietig verklaren, schorsen of buiten toepassing verklaren". Afdeling 7. - Wijzigingen van afdeling 3 van hoofdstuk 3 van titel III

van het Bestuursdecreet, wat betreft het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer

Art. 47.In artikel III.68 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden tussen de zinsnede "artikel III.65, § 2," en het woord "moeten" de woorden "van dit decreet" ingevoegd; 2° in het eerste lid wordt tussen de zinsnede "rusten," en het woord "opvragen" de zinsnede "via de tussenkomst van de Vlaamse dienstenintegrator, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator," ingevoegd; 3° in het eerste lid worden tussen de zinsnede "artikel III.66, § 1." en de woorden "De Vlaamse Regering" de zinsnede ", van dit decreet" ingevoegd; 4° in het tweede lid wordt tussen de zinsnede "die op hen rusten." en de woorden "De Vlaamse Regering" de zin "In dat geval doen de overheidsinstanties, vermeld in artikel III.65, § 2, een beroep op de tussenkomst van de Vlaamse dienstenintegrator, vermeld in het eerste lid." ingevoegd. Afdeling 8. - Wijziging van afdeling 4 van hoofdstuk 3 van titel III

van het Bestuursdecreet, wat betreft het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid

Art. 48.In artikel III.75, tweede lid, 6°, van hetzelfde decreet wordt het woord "door" opgeheven.

Art. 49.In artikel III.77 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede ", met uitzondering van de externe innovators, vermeld in artikel III.76, eerste lid, 5°, die voor een termijn van twee jaar worden benoemd" wordt opgeheven; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het stuurorgaan kan personeelsleden van de Vlaamse overheid en van de lokale overheden omwille van hun expertise uitnodigen om voor een termijn van een jaar als waarnemend lid met raadgevende stem deel te nemen aan de werkzaamheden van het stuurorgaan.". Afdeling 9. - Wijzigingen van afdeling 8 van hoofdstuk 3 van titel III

van het Bestuursdecreet, wat betreft de organisatie van het statistiekbeleid

Art. 50.In artikel III.107, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "Deze afdeling is" vervangen door de zinsnede "Tenzij het anders is vermeld, is deze afdeling".

Art. 51.Aan artikel III.110 van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Statistische Autoriteit voert ook zelf statistisch en wetenschappelijk onderzoek uit ter uitvoering van het statistische programma op basis van steekproefenquêtes, van administratieve registers en van organische data.".

Art. 52.In artikel III.111, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt het woord "jaarlijks" vervangen door het woord "periodiek".

Art. 53.In artikel III.113 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° voor het bestaande lid, dat paragraaf 2 wordt, wordt een paragraaf 1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1.In dit artikel wordt verstaan onder individuele gegevens: informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare observatie- of meeteenheid, met inbegrip van persoonsgegevens."; 2° er worden een paragraaf 3 en 4 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 3.Om de opdrachten, vermeld in artikel III.110 tot en met III.112, te kunnen uitoefenen, gebruikt de Vlaamse Statistische Autoriteit de mededeling van, met inbegrip van de toegang tot, individuele gegevens van de instanties van de Vlaamse overheid, de lokale overheden, de instellingen met een publieke taak, de milieu-instanties en de externe overheden.

De Vlaamse Statistische Autoriteit gebruikt voor de uitvoering van haar opdrachten, de persoonsgegevens uit de volgende authentieke gegevensbronnen: 1° het Rijksregister;2° de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de sociale gegevensbanken. De mededeling van individuele gegevens kan alleen met respect voor de statistische geheimhouding en binnen de grenzen van de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens, zoals ze in voorkomend geval op federaal of Vlaams niveau verder is gespecificeerd. § 4. De Vlaamse Statistische Autoriteit kan, met het oog op de uitvoering van de opdrachten, vermeld in artikel III.110 tot en met III.112, of met het oog op een latere verwerking voor statistische of wetenschappelijke doeleinden: 1° gegevensbanken samenstellen;2° optreden als vertrouwde derde partij bij de verwerking van individuele gegevens. Bij de uitvoering van het eerste lid kan de Vlaamse Statistische Autoriteit: 1° verschillende externe databanken koppelen;2° externe databanken aan haar databanken koppelen;3° haar databanken koppelen. De Vlaamse Statistische Autoriteit gebruikt daarbij de volgende gegevens: 1° het rijksregisternummer, als de gegevens betrekking hebben op een natuurlijke persoon die in het Rijksregister is opgenomen;2° het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, als de gegevens betrekking hebben op een natuurlijke persoon die niet in het Rijksregister is opgenomen. De Vlaamse Statistische Autoriteit staat, onder toezicht van de functionaris voor gegevensbescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, in voor de productie van gepseudonimiseerde gegevens, op verzoek van de overheidsinstanties, vermeld in artikel III.107, § 1, van dit decreet, of op verzoek van universiteiten, hogescholen of erkende onderzoeksinstellingen. De functionaris voor gegevensbescherming controleert het gebruik van alle logische sleutels.

De Vlaamse Statistische Autoriteit voert de verwerkingen op een transparante manier uit. Ze registreert alle koppelingen die op verzoek van derden zijn uitgevoerd.

De Vlaamse Regering kan de algemene organisatorische en technische maatregelen bepalen die genomen moeten worden om de kwaliteit, de vertrouwelijkheid en de veiligheid van de gegevens en het statistische geheim te garanderen.". Afdeling 10. - Verwerking van persoonsgegevens voor

beleidsondersteunende taken

Art. 54.In titel III, hoofdstuk 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een afdeling 8/1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 8/1. Verwerking van persoonsgegevens voor beleidsondersteunende taken".

Art. 55.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in afdeling 8/1, ingevoegd bij artikel 59, een artikel III.113/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.113/1. § 1. De toegang tot, de mededeling van en de verwerking van persoonsgegevens voor de volgende beleidsondersteunende taken in het kader van de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, met het oog op de voorbereiding of evaluatie van het beleid en de opvolging van de beleidsuitvoering verlopen conform de bepalingen in deze afdeling: 1° statistisch onderzoek;2° bevragingen;3° beleidsmonitoring systemen;4° wetenschappelijk en historisch beleidsonderzoek;5° simulaties;6° koppeling van data uit verschillende gegevensbronnen. De Vlaamse Regering kan de beleidsondersteunende taken, vermeld in het eerste lid, nader bepalen. § 2. Deze afdeling is van toepassing op de volgende instanties van de Vlaamse administratie: 1° de departementen;2° de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid;3° de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid;4° de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen. Naast de instanties, vermeld in het eerste lid, is deze afdeling van toepassing op de instellingen die in opdracht van de voormelde instanties beleidsondersteunende taken als vermeld in paragraaf 1, verrichten.".

Art. 56.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in dezelfde afdeling 8/1 een artikel III.113/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.113/2. Met toepassing van de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens die van toepassing is bij de mededeling van persoonsgegevens, zoals ze in voorkomend geval op federaal of Vlaams niveau verder is gespecificeerd, gebruiken de instanties voor de uitvoering van de beleidsondersteunende taken, vermeld in artikel III.113/1, § 1, de toegang tot of de mededeling van persoonsgegevens van de instanties van de Vlaamse overheid en van de lokale overheden, de instellingen met een publieke taak, de milieu-instanties en de externe overheden.

De instanties gebruiken de volgende gegevens om de natuurlijke personen te identificeren: 1° het rijksregisternummer, als de gegevens betrekking hebben op een natuurlijke persoon die in het Rijksregister is opgenomen;2° het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, als de gegevens betrekking hebben op een natuurlijke persoon die niet in het Rijksregister is opgenomen. De instanties kunnen andere identificatienummers gebruiken als bepaalde gegevens die betrekking hebben op een natuurlijke persoon via een andere manier aan een unieke identificator worden gelinkt.".

Art. 57.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt in dezelfde afdeling 8/1 een artikel III.113/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. III.113/3. De Vlaamse Regering kan per beleidsdomein een departement, een intern verzelfstandigd agentschap of een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap belasten met de uitbouw en het beheer van een databank beleidsinformatie die informatie bevat over het beleidsdomein in kwestie of over een of meerdere onderdelen van het beleidsdomein in kwestie.

Die databank heeft een of meer van de volgende doelstellingen: 1° de voorbereiding en evaluatie ondersteunen van het beleid in kwestie van het beleidsdomein in kwestie;2° data aanleveren voor wetenschappelijk onderzoek rond het beleid in kwestie van het beleidsdomein in kwestie;3° vragen om informatie beantwoorden over het beleid in kwestie dat onder het beleidsdomein in kwestie ressorteert, die door derden worden gesteld;4° statistieken voor historische en beleidsdoeleinden genereren. Om de doelstellingen, vermeld in het tweede lid, te bereiken, bepaalt de Vlaamse Regering welke categorieën van gegevens in de databank beleidsinformatie worden verzameld over het beleid in kwestie dat ressorteert onder het beleidsdomein in kwestie. De Vlaamse Regering kan per beleidsdatabank bijkomende doelstellingen rond het beleid in kwestie vastleggen.

De entiteiten van het beleidsdomein in kwestie en, in voorkomend geval, van andere beleidsdomeinen, lokale overheden of externe overheden verstrekken daarvoor de gegevens waarover ze beschikken en die voor het beleid in kwestie noodzakelijk zijn, met toepassing van de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens die van toepassing is bij de mededeling van persoonsgegevens, zoals ze in voorkomend geval op federaal of Vlaams niveau verder is gespecificeerd.

De entiteit die door de Vlaamse Regering wordt belast met de uitbouw en het beheer van een databank beleidsinformatie, vermeld in het eerste lid, is verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.

De gepseudonimiseerde persoonsgegevens kunnen onder contractuele voorwaarden ook doorgegeven worden met het oog op wetenschappelijk onderzoek.

Met het oog op statistische verwerkingen die de tijdsevolutie van het beleid in kwestie in Vlaanderen weergeven, worden een aantal gegevens permanent bewaard. De Vlaamse Regering kan daartoe specifieke regels en criteria vastleggen. Gegevens die niet langer nuttig zijn voor de voormelde doeleinden, worden verwijderd.

De Vlaamse Regering kan de voorwaarden voor de raadpleging, het gebruik en de verwerving van de verwerkte gegevens bepalen. Ze kan ook de algemene organisatorische en technische maatregelen bepalen die genomen moeten worden om de kwaliteit, de vertrouwelijkheid en de veiligheid van de gegevens te garanderen.". Afdeling 11. - Wijzigingen van afdeling 9 van hoofdstuk 3 van titel

III van het Bestuursdecreet, wat betreft organisatiebeheersing en interne audit

Art. 58.In artikel III.115, § 5, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "artikel 27 van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en tot organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor" vervangen door de zinsnede "artikel 86 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren". Afdeling 12. - Wijzigingen van afdeling 10 van hoofdstuk 3 van titel

III van het Bestuursdecreet, wat betreft de rapportering aan het Vlaams Parlement

Art. 59.Artikel III.116 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 60.Artikel III.117 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "Art. III.117. Om de drie jaar brengt de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement verslag uit over: 1° de mate waarin websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties voldoen aan de toegankelijkheidsnormen, vermeld in artikel II.16; 2° de resultaten van het toezicht op de naleving van artikel II.16, met inbegrip van de meetgegevens en informatie over de handhavingsprocedures.

Het verslag, vermeld in het eerste lid, wordt telkens ook aan de Europese Commissie bezorgd.". Afdeling 13. - Wijzigingen van hoofdstuk 4 van titel III van het

Bestuursdecreet, wat betreft experimentregelgeving en regelluwe zones

Art. 61.In artikel III.119, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "deze afdeling" vervangen door de woorden "dit hoofdstuk".

Art. 62.In artikel III.121, § 2, van hetzelfde decreet wordt punt 4° opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 63.In afwijking van artikel III.77 van het Bestuursdecreet, blijft de benoeming van de externe innovators, vermeld in artikel III.76, eerste lid, 5°, zoals van kracht op de datum van inwerkingtreding van dit decreet, gelden tot 26 september 2022.

Art. 64.Artikel 2 en 3 en 14 tot en met 44 treden in werking op 17 juli 2021.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 2 juli 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON _______ Nota (1) Zitting 2020-2021 Stukken: - Ontwerp van decreet : 780 - Nr.1 -Verslag : 780 - Nr. 2 -Amendementen na indiening van het verslag : 780 - Nrs. 3 en 4 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 780 - Nr. 5 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 30 juni 2021.

^