gepubliceerd op 14 juli 2009
Besluit van de Waalse Regering betreffende de vergoedingen en toelagen in de Natura 2000-locaties
30 APRIL 2009. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de vergoedingen en toelagen in de Natura 2000-locaties
De Waalse Regering, Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, zoals laatst gewijzigd door het decreet van 30 april 2009 houdende bepalingen tot wijziging van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud en van Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen 31 en 59;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°;
Gelet op Verordening (EG nr.1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001;
Gelet op Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003;
Gelet op Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers;
Gelet op Verordening (EG) nr.1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), inzonderheid op de artikelen 36 (b) (iv), 38 en 46;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 30 september 5.3.2.1.3 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), inzonderheid op artikel 30, de punten 5.3.2.1.3 en 5.3.2.2.4 van bijlage II;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1975/2006 van de Commissie van 7 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling;
Gelet op het programma voor plattelandsontwikkeling van Wallonië voor de programmatieperiode 2007-2013, door de beslissing C(2007) 6083 van de Commissie van 30 november 2007;
Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 29 mei 2008 betreffende de methodologie voor de uitvoering van de aanwijzigingsbesluiten en inzonderheid op de steun en toelagen die voor de Natura 2000 locaties in aanmerking komen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 september 2008;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 11 september 2008;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature" (Waalse Hoge Raad voor het Natuurbehoud), gegeven op 19 november 2008;
Gelet op het advies 45.798/4 van de Raad van State, gegeven op 5 februari 2009, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat men, in het kader van een actief beheer van de Natura 2000-locaties, de natuurlijke omgevingen die gunstig zijn voor fauna en flora dient te behouden en te herstellen en tegelijk de voortzetting en de ontwikkeling van de landbouw- en bosactiviteiten binnen deze locaties moet mogelijk maken;
Overwegende dat de uitvoering van de doelstellingen van het Natura 2000 netwerk, van de verbodsbepalingen en de andere preventieve maatregelen tot het behoud van de natuurlijke omgevingen en soorten, bijzondere verplichtingen oplegt aan de landbouw- en bosbeheerders gevestigd in de Natura 2000-locaties;
Overwegende dat deze verplichtingen met aangepaste vergoedingen dienen gecompenseerd te worden;
Overwegende dat het actief beheer van de Natura 2000-locaties via toelagen dient aangemoedigd te worden door bewuste acties die streven naar het behoud, het beheer, en zelfs het herstel van de natuurlijke, bos- en landbouwmilieus om de soorten en types natuurlijke habitats met een gemeenschappelijk belang waarvoor de locaties worden aangewezen, in een gunstige staat van instandhouding te behouden of te herstellen;
Overwegende dat deze maatregelen dringend moeten genomen worden voor zover de eerste aanwijzingsbesluiten op het punt staan aangenomen en bekendgemaakt te worden en dat het van belang is om het vergoedings- en toelagestelsel bedoeld bij dit besluit in werking te laten treden zodra deze aanwijzingsbesluiten in werking treden; dat het bovendien van belang is om het actief beheer van de Natura 2000-locaties zo vlug mogelijk te starten om de realisatie van de doelstellingen van het Natura 2000-netwerk niet in het gedrang te brengen ten gevolge van een negatieve evolutie van de locaties bij gebrek aan een aangepast beheer;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - Administratie : het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst; - landbouwer : natuurlijke of rechtspersoon of groepering van natuurlijke en/of rechtspersonen die een landbouwbedrijf uitbaat dat gelegen is in België; - beheersovereenkomst : verbintenis gesloten tussen de landbouwer en de Administratie om de staat van instandhouding van de habitats en soorten met een gemeenschappelijk belang in stand te houden of te verbeteren. De overeenkomst bevat de uit te voeren praktijken en heeft betrekking op het geheel van de oppervlakten die door de landbouwer worden uitgebaat, en die onder één (of meerdere) aanwijzingsbesluit(en) vallen. De overeenkomst wordt voor een periode van minstens negen jaar afgesloten die stilzwijgend hernieuwbaar is; - oppervlakteaangifte : aangifte van de producent waarin alle landbouwpercelen die hij beheert alsook de oppervlakte ervan vermeld staan, ongeacht de speculaties, overeenkomstig artikel 6, § 1, van Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de voorwaardelijkheid, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers; - bedrijf : het geheel van de productie-eenheden gelegen op het geografische grondgebied van België, op autonome wijze beheerd door één landbouwer; - landbouwperceel : elk akker- of weideland bestaande uit één aaneengesloten deel dat homogeen beheerd wordt tijdens één teeltcyclus; - loofbosperceel : elk bosgebied in de zin van het Boswetboek en niet samengesteld uit exotische aanplantingen als dusdanig in kaart gebracht in het aanwijzingsbesluit van de Natura 2000-site; - permanent weiland : grond bestemd voor de productie van gras en andere groenvoedergewassen zoals bedoeld in artikel 2, punt 2), van Verordening (EG) nr. 796/2004; - permanent weiland met zwakke druk : permanent weiland in een Natura 2000-site waarvoor geen enkele specifieke beperking betreffende de bemesting wordt opgenomen in het besluit van de Waalse Regering betreffende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties of in het aanwijzingsbeluit van de Natura 2000-locatie; - permanent weiland met grote druk : permanent weiland in een Natura 2000-locatie ander dan die met een zwakke druk; - privé-eigenaar : eigenaar van gronden gelegen in het Waalse Gewest die geen openbare eigenaar is, of de houder van een zakelijk recht dat het gebruik van zulke goeden tot gevolg heeft; - openbare eigenaar : publiekrechtelijk rechtspersoon eigenaar van gronden gelegen in het Waalse Gewest of houder van een zakelijk recht dat het gebruik van zulke goeden tot gevolg heeft; De in dit besluit bedoelde gronden hebben geen betrekking op de gewestelijke of federale eigendommen.
Titel 1. - Agrarische- en niet-agrarische vergoedingen en gelijkwaardige of bijkomende toelagen HOOFDSTUK II. - Agrarische vergoeding
Art. 2.De volgende vergoeding wordt jaarlijks toegekend aan de landbouwers die landbouwpercelen uitbaten, opgenomen in een Natura 2000-locatie waarvan het aanwijzingsbesluit uiterlijk 31 maart van het betrokken jaar in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt : a. 100 euro per hectare voor de oppervlakten permanent weiland met zwakke druk;b. 200 euro per hectare voor de oppervlakten permanent weiland met grote druk;c. 200 euro per hectare voor de oppervlakten van teelten aangewezen in de Natura 2000-locatie voor de aanwezigheid van zware broom.
Art. 3.Om in aanmerking te komen voor de vergoeding bedoeld in artikel 2, moet de landbouwer voldoen aan volgende voorwaarden : 1. geïdentificeerd zijn bij de Administratie in het kader van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr.1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers; 2. beschikken over een gecumuleerde oppervlakte bedoeld in artikel 2 met als gevolg een vergoeding van minstens tweehonderd euro; 3. jaarlijks bij aangetekende brief of tegen overhandiging van een ontvangstbewijs een vergoedingsaanvraag d.m.v een formulier voor de oppervlakteaangifte opgesteld door de Administratie indienen bij de Directie Buitendiensten van het Departement Steun van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst. De landbouwer moet alle landbouwpercelen die hij uitbaat duidelijk vermelden, met inbegrip van de percelen waarvoor geen enkele steun, toelage of vergoeding wordt aangevraagd, ongeacht de steunregeling.
De aanvraag, behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend, moet vergezeld zijn van een kopie van de fotoplannen verstrekt door de administratie waarop de aangegeven percelen landbouwgrond nauwkeurig vermeld zijn; 4. voor de percelen waarvoor hij een vergoeding aanvraagt, de maatregelen naleven die opgenomen zijn in het aanwijzingsbesluit en in het besluit van de Waalse Regering betreffende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties;5. over een geldig beheerscontract beschikken.Het beheerscontract moet binnen de termijn bedoeld in de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud gesloten zijn, hetzij binnen twee jaar na de datum van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit. De vergoeding wordt pas na de ondertekening van het beheerscontract uitbetaald, met inwerkingtreding op de datum van het aanwijzingsbesluit. Als het beheerscontract na deze termijn van twee jaar wordt afgesloten, is de vergoeding pas verschuldigd vanaf 1 april van het jaar dat volgt op de datum van ondertekening van het contract; 6. over het perceel beschikken op de datum bepaald door de Administratie overeenkomstig artikel 44, § 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers; 7. over het geheel van zijn bedrijf de eisen van de regeling van de voorwaardelijkheid in acht nemen. HOOFDSTUK III. - Niet-agrarische vergoeding
Art. 4.Een vergoeding van 40 euro per hectare loofbosperceel wordt jaarlijks toegekend aan de privé-eigenaars die bospercelen bezitten, opgenomen in een Natura 2000-locatie waarvan het (de) aanwijzingsbesluit(en) uiterlijk 31 maart van het betrokken jaar in het Belgisch Staatsblad werd(en) bekendgemaakt.
Art. 5.Om in aanmerking te komen voor de vergoeding bedoeld in artikel 4, moet de privé-eigenaar voldoen aan volgende voorwaarden : 1. in het kader van het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS) geïdentificeerd zijn bij de administratie overeenkomstig de voorschriften van de bovengenoemdeVerordening (EG) nr.1782/2003; 2. beschikken over loofbospercelen in Natura 2000-locaties die onder een (of meerdere) aanwijzingsbesluit(en) vallen; 3. jaarlijks bij aangetekende brief of tegen overhandiging van een ontvangstbewijs een vergoedingsaanvraag d.m.v het formulier opgesteld door de Administratie indienen bij de Directie Buitendiensten van het Departement Steun van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst.
De aanvraag, behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend, moet vergezeld zijn van een kopie van de fotoplannen verstrekt door de Administratie waarop de aangegeven oppervlakten vermeld zijn. Elk loofbosperceel dat in het bezit is van de eigenaar en dat onder één of meerdere aanwijzingsbesluit(en) val dient in deze oppervlakten opgenomen te worden; 4. voor de oppervlakten waarvoor hij een vergoeding aanvraagt, de maatregelen naleven die opgenomen zijn in het aanwijzingsbesluit en in het besluit van de Waalse Regering betreffende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties;5. beschikken over het perceel op de datum bepaald door de administratie overeenkomstig artikel 44, § 3 van voornoemde Verordening (EG) nr.1782/2003. 6. over het geheel van de loofbospercelen die het voorwerp uitmaken van een vergoedingsaanvraag, de eisen van de regeling van de voorwaardelijkheid in acht nemen. HOOFDSTUK IV. - Toelage gelijk aan de niet-agrarische vergoeding
Art. 6.§ 1. De privé-eigenaar die minder dan 5 ha bospercelen in eenzelfde Natura 2000 locatie bezit en die onder een aanwijzingsbesluit valt, kan een toelage krijgen die gelijk is aan de vergoeding bedoeld in artikel 4 voor zover hij de verbintenissen opgenomen in § 2 naleeft. § 2. In het geval bedoeld in § 1, verbindt de privé-eigenaar zich ertoe de volgende verbodsbepalingen in acht te nemen gedurende een periode van vijftien jaar over het geheel van de percelen die in aanmerking komen voor de toelage voor zover de openbare vergoeding jaarlijks wordt uitbetaald : a. de aanplanting, de heraanplanting en de kunstmatige inzaaiing van harshoudende soorten over een breedte van 12 meter aan weerskanten van alle waterlopen;die afstand wordt tot 25 meter verhoogd op de alluviale en hydromorfe bodems met tijdelijke plassen water zoals afgebakend op de bodemkaart van België; b. het kappen en het weghalen van elke dode boom, liggend of staand, in de prioritaire types natuurlijke boshabitats, alsook in de instandhoudingseilandjes en de integrale reservaten;c. buiten de exotische opstanden die als dusdanig in het aanwijzingsbesluit in kaart zijn gebracht, het kappen en het weghalen van dode bomen die niet zouden zorgen voor de instandhouding van liggende of staande dode bomen naar rato van minimum twee dode bomen met een doorsnede van meer dan 40 centimeter per hectare, met uitzondering van de bomen met een hoge unitaire economische waarde of de bomen die een risico inhouden voor de veiligheid, mits goedkeuring van het Departement Natuur en Bossen;d. in de exotische opstanden die als dusdanig in het aanwijzingsbesluit in kaart zijn gebracht, het kappen en het weghalen van dode bomen die niet zouden zorgen voor de instandhouding van de gebroken boomstammen en de uitgedroogde bomen, ook in de kaalslagen, naar rato van twee bomen per hectaren;e. het kappen van bomen waarbij niet gezorgd wordt voor de instandhouding van minstens één boom met een biologische waarde in de zin van artikel 71 van het Boswetboek per twee hectare;f. elke exploitatie in de instandhoudingseilandjes en de integrale reservaten;alleen controle op het wild, de beveiliging van de wegen en de organisatie van het onthaal van het publiek zijn er toegelaten; de betrokken oppervlakten worden beperkt in de loofboomopstanden ten belope van drie procent van de totale oppervlakte met uitzondering van de exotische bestanden die als dusdanig in het aanwijzingsbesluit in kaart zijn gebracht op een plan verstrekt door de administratie en goedgekeurd door het Departement Natuur en Bossen; g. de aanplanting of heraanplanting aan de rand van de boomgroep waarbij niet gezorgd wordt voor de instandhouding of de aanleg van een kordon van boomsoorten van minstens tien meter breed. HOOFDSTUK V. - Bijkomende toelage in niet-agrarisch omgeving
Art. 7.§ 1. De privé-eigenaar die de niet-agrarische vergoedingen bedoeld in artikel 4 krijgt of die instemt met de gelijkwaardige toelage bedoeld in artikel 6 kan een bijkomende toelage aanvragen voor de oppervlakten : 1. aan de rand die verder reiken dan de basisverbintenis opgenomen in het besluit van de Waalse Regering betreffende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties en artikel 6 punt g van dit besluit;de oppervlakte die in aanmerking komt voor de bijkomende toelage bestaat uit een strook van 20 meter breed boven de 10 meter; 2. van een instandhoudingseilandje bovenop de basisverbintenis opgenomen in het besluit van de Waalse Regering van 23 oktober 2008 betreffende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties en artikel 6, punt f, van dit besluit;de oppervlakte die in aanmerking komt voor de bijkomende toelage ligt boven de 3 % . § 2. De bijkomende toelage bedoeld in § 1 is ook toegankelijk voor de openbare eigenaars voor de oppervlakten bovenop wettelijke verplichtingen bedoeld in artikel 71 van het Boswetboek. § 3. Het bedrag van de bijkomende toelage is vastgelegd op 100 euro voor elke hectare bedoeld in artikel 7, § 1. § 4. De gecumuleerde minimale oppervlakte om de bijkomende toelage te krijgen is vastgelegd op 1 ha. Ze mag bestaan uit meerdere delen voor zover ze een individuele oppervlakte van 10 aren bestrijken. § 5. De randen en instandhoudingseilandjes gesubsidieerd krachtens dit artikel moeten gedurende minimum dertig jaar in stand worden gehouden. HOOFDSTUK VI. - Betalingen en terugvorderingen van ten onrechte gedane betalingen
Art. 8.§ 1. De vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 4, de gelijkwaardige toelage bedoeld in artikel 6 en de bijkomende toelage bedoeld in artikel 7 worden jaarlijks uitbetaald op basis van een aanvraag die uiterlijk 31 maart bij de Administratie wordt ingediend.
De ingediende aanvragen die recht geven op de vergoeding of de toelage worden ingewilligd zolang de beschikbare vastleggingsmachtiging strekt. De Administratie onderzoekt of elke ingediende aanvraag volledig en conform is.
De vergoeding of de toelage wordt pas toegekend als de aangever zijn verbintenissen is nagekomen wat betreft de oppervlakte die het voorwerp uitmaakt van een aanvraag. De periode die onder een vergoeding valt vangt aan op 1 april van het jaar waarop ze betrekking heeft en eindigt op 31 maart van het daaropvolgende jaar.
Behoudens behoorlijk verantwoord geval wordt de vergoeding of de toelage uitbetaald binnen vijf maanden na het einde van de verbintenisperiode waarop ze betrekking heeft.
De vergoeding of de toelage wordt door de administratie opgesteld op basis van alle nuttige gegevens, meer bepaald de gegevens in de oppervlakteaangifte, in het aanwijzingsbesluit en in het besluit van de Waalse Regering betreffende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, desgevallend in het beheerscontract en op basis van de administratieve of ter plaatse uitgevoerde controles. § 2 De laattijdige indiening van de aanvraag leidt tot een vermindering van het bedrag van de vergoeding of de toelage met 1 % % per werkdag vertraging tegenover de einddatum die de administratie heeft bepaald voor de indiening van het formulier van oppervlakteaangifte.
Elke aanvraag ingediend met meer dan vijfentwintig kalenderdagen vertraging is onontvankelijk.
In dat geval is het recht op de vergoeding of de toelage voor het betrokken jaar verloren zonder dat de begunstigde van zijn verbintenissen ontheven wordt. § 3. Een kennisgeving van de berekening van de toegekende vergoedingen en toelagen wordt aan de begunstigde gezonden na afloop van elke jaarlijkse periode gedekt door de vergoeding.
Art. 9.Als, voor eenzelfde perceel, agrarische vergoedingen bedoeld in artikel 2, enerzijds, en niet-agrarische vergoedingen bedoeld in artikel 4 of toelagen bedoeld in de artikelen 6 en 7, anderzijds, worden aangevraagd, zal uitsluitend en bij voorkeur de agrarische vergoeding bedoeld in artikel 2 worden toegekend.
Art. 10.De begunstigde kan een beroep indienen tegen de berekening van de vergoedingen of de toelagen bedoeld respectievelijk in de artikelen 2, 4, 6 en 7 bij de Inspecteur-generaal van het Departement Steun van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst. Om ontvankelijk te zijn moet het schriftelijke beroep gestuurd worden bij aangetekende brief binnen een termijn van dertig kalenderdagen vanaf de kennisgeving van genoemde berekening door de administratie en vergezeld zijn van bewijsstukken. Elk beroep dat in een andere vorm, buiten de bepaalde termijn of zonder verantwoordingsstuk wordt ingediend, houdt de nietigheid van het beroep in.
Art. 11.§ 1. Bij een onverschuldigd gestorte vergoedingstoelage kan de Administratie een compensatie verrichten met elk ander bedrag dat aan de aanvrager verschuldigd is voor de steun bedoeld in hoofdlijn 2 van Verordening (EG) nr.1698/2005 en EG nr. 1782/2003.
De terugvordering van een onverschuldigde betaling kan worden verricht door aftrek op de betalingen of de voorschotten ten bate van de betrokken begunstigde na de beslissing tot terugvordering. Het staat de betrokken begunstigde evenwel vrij om de onverschuldigde sommen terug te betalen zonder die vermindering af te wachten.
Het voorgaande lid blijft van toepassing in geval van beslag, overdracht, samenloop of een insolvabiliteitsprocedure. § 2. In geval van terugvordering wordt de rentevoet berekend tegen de wettelijke rentevoet. De rente wordt berekend over de periode die verstrijkt tussen de kennisgeving van de terugbetalingsverplichting aan de begunstigde en de terugbetaling of aftrek van de verschuldigde bedragen. Als de onverschuldigde betaling terug wordt betaald binnen de eerste dertig kalenderdagen volgend op de datum van het verzoek tot inning of als de aftrek van de verschuldigde sommen binnen dezelfde termijn plaatsvindt, is er geen enkele intrest verschuldigd.
Titel 2. - Toelagen aan het beheer van de niet-agrarische open omgevingen en aan het herstel HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen
Art. 12.Er wordt een toelage toegekend voor herstelwerken van habitats en habitats van soorten met een gemeenschappelijk belang alsook voor de beheerswerken van niet-agrarische open omgevingen.
De ingediende aanvragen die recht geven op de subsidie worden ingewilligd zolang de beschikbare vastleggingsmachtiging strekt. De Administratie onderzoekt of elke ingediende aanvraag volledig en conform is.
De toelage wordt toegekend aan openbare of privé-eigenaars van gronden gelegen in het Waalse Gewest. De percelen die tijdens hetzelfde jaar het voorwerp uitmaken van een aanvraag tot landbouwsteun door de aanvrager van deze toelage worden uit dit stelsel van toelagen uitgesloten.
Art. 13.Elke toelageaanvraag wordt gericht aan de Directeur van de Buitendirectie van het Departement Natuur en Bossen waar het eigendom of in voorkomend geval het merendeel daarvan zich bevindt. Op de aanvraag worden de naam, de voornaam en het adres van de begunstigde vermeld, evenals de aard van het zakelijk recht en in voorkomend geval de gegevens van diens gemachtigde.
Ze vermeldt de oppervlakten die het voorwerp uitmaken van de aanvraag.
Daarbij worden gevoegd : 1. een plan geleverd door de administratie waarop het betrokken perceel of de betrokken percelen met een rode streep worden aangeduid;2. een uittreksel uit het kadastraal plan waarop de percelen of delen waarvoor een toelage wordt aangevraagd, met een rode streep zijn aangeduid;3. een omschrijving van de geplande werken en van de aangevraagde toelagen;4. een ramend bestek van de verrichtingen. De aanvrager wordt binnen tien werkdagen een bericht van ontvangst opgestuurd.
Art. 14.Er mag slechts één aanvraag om toelage per eigenaar en per kalenderjaar binnen eenzelfde Natura 2000 locatie ingediend worden. In geval van onverdeeldheid wordt deze laatste, en niet iedere mede-eigenaar afzonderlijk, als indiener van de aanvraag beschouwd.
Elke aanvraag mag betrekking hebben op één of verschillende percelen.
Art. 15.De directeur van de Buitendirectie van het Departement Natuur en Bossen waar de toelageaanvraag werd ingediend, beslist over de aanvraag binnen zestig kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier. De werkzaamheden mogen pas na instemming van de Directeur worden aangevat en, desgevallend, na het verkrijgen van de vereiste toelatingen en vergunningen voor de uitvoering van de werkzaamheden De aanvrager kan bij aangetekende brief een beroep indienen bij de Inspecteur-generaal van het Departement Natuur en Bossen tegen de beslissing tot weigering van de toelage of indien de directeur van de Buitendirectie van het Departement Natuur en Bossen geen beslissing genomen heeft binnen de voorziene termijn. De inspecteur-generaal van het Departement Natuur en Bossen beschikt over zestig dagen om de aanvrager kennis te geven van de beslissing, bij een ter post aangetekende brief.
Art. 16.De toelage wordt in één enkele keer uitbetaald na verificatie van de uitvoering van de werken door de directeur van de Buitendirectie van het Departement Natuur en Bossen of zijn afgevaardigde op basis van de voorziene forfaitaire bedragen of op voorlegging van de door de aanvrager voor eensluidend verklaarde kopies van gekwiteerde facturen en van een samenvattende lijst. De aanvraag tot betaling moet bij de directeur van de Buitendirectie van het Departement Natuur en Bossen toekomen uiterlijk tweeëntwintig maanden na de beslissingsdatum over de aanvraag om toelage. HOOFDSTUK VIII. - Herstel Afdeling 1. - Toelagen voor het herstel van grasperken en heiden
Art. 17.Voor het herstel van grasperken en heiden wordt de toelage toegekend onder de volgende voorwaarden : 1. het perceel dat het voorwerp uitmaakt van een aanvraag om toelage moet zich in een Natura 2000-locatie bevinden;2. het perceel moet een biologisch potentieel bezitten om er een grasperk of heide te herstellen;3. de eigenaar moet het open karakter van het grasperk of de heide behouden door de verwijdering van het struikgewas of een programma van extensieve begrazing dat op basis van een wetenschappelijk verslag goedgekeurd wordt;4. de eigenaar moet het grasperk of de heide gedurende vijftien jaar in stand houden vanaf de toekenning van de toelage.
Art. 18.De in aanmerking komende werken bestaan uit : 1° de ontbossing op basis van een forfaitair bedrag van euro 4.000 per ha; 2° de verwijdering van het struikgewas op basis van een bedrag gerechtvaardigd door een factuur beperkt tot euro 2.000 per ha; 3° het optrekken van afsluitingen op basis van een bedrag gerechtvaardigd door een factuur beperkt tot euro 10 per meter en voor een maximum van 250 m per ha; 4° de installatie van schuilplaatsen voor schapen naar rato van 40 % van het bedrag van de werken, laatstgenoemde worden beperkt tot euro 3.000, per schuilplaats en met een maximum van één schuilplaats per 5 ha herstelde omgevingen. Afdeling 2. - Toelagen voor de exploitatie van naaldbomen
Art. 19.Voor de exploitatie van naaldbomen wordt de toelage toegekend onder de volgende voorwaarden : 1. het perceel dat het voorwerp uitmaakt van een aanvraag om toelage moet zich in een Natura 2000 locatie bevinden;2. de ouderdom van de houtopstand is gelijk aan of hoger dan vijfendertig jaar;3. na de exploitatie moet de begunstigde van de toelage gedurende een minimale periode van dertig jaar : - hetzij het open karakter vrijwaren door de verwijdering van het struikgewas, de begrazing of het regelmatig maaien - hetzij geen herplanting te doen van niet-inheemse naald- of loofbomen.Bij herplanting van inheemse loofbomen moeten deze bomen aan de standplaats aangepast zijn (met verwijzing naar het "Fichier écologique des essences" [Milieubestand van boomsoorten]); 4. de gesubsidieerde oppervlakte sluit elk gebied uit waar de aanplanting van naaldbomen was verboden tijdens de aanplanting;5. als er een actief draineringsnetwerk aanwezig is, bestaat de verplichting om dit netwerk niet-operationeel te maken.
Art. 20.De in aanmerking komende werken bestaan uit : 1° de ontbossing gesubsidieerd op basis van een forfaitair bedrag per ha zoals hieronder vermeld in functie van de bereikte ouderdom :
35 jaar :
euro 7.000
50 jaar :
euro 5.500
55 jaar :
euro 4.140
60 jaar :
euro 2.700
65 jaar :
euro 1.200
2° in klasse 6 van de sparopstanden, de exploitatiekosten als de ontbossing met behulp van rupswerktuigen plaatsvindt op basis van een forfaitair bedrag van euro 3.000 per ha. In dit geval wordt de toelage bedoeld in 1° van dit artikel niet toegekend. 3° de opvulling van de draineerbuizen op basis een bedrag gerechtvaardigd door een factuur beperkt tot euro 500 per ha. 4° naast de bovenbedoelde punten 1 tot 3, geeft het behoud van het open karakter van het perceel overeenkomstig artikel 19, 3°, punt a, voor een minimumperiode van 30 jaar aanleiding tot een forfaitair en enig bedrag van euro 2.000 per ha. Afdeling 3. - Andere herstelwerken
Art. 21.Voor de herstelwerken die niet bedoeld zijn in de twee vorige afdelingen wordt een toelage toegekend onder de volgende voorwaarden : 1. het perceel dat het voorwerp uitmaakt van een aanvraag om toelage moet zich in een Natura 2000-locatie bevinden;2. het perceel moet een biologisch potentieel bezitten om er een habitat of een habitat van een soort met een gemeenschappelijk belang te herstellen;3. de aanvrager verbindt zich ertoe de inrichtingen die zijn opgericht voor de soorten en de habitats met een gemeenschappelijk belang gedurende minstens vijftien jaar te behouden en te onderhouden; 4. de toelage wordt toegekend ten belope van de gekwiteerde facturen en beperkt tot 5.000 euro per aanvrager en per jaar. HOOFDSTUK IX. - Beheer van de niet-agrarische open omgevingen
Art. 22.Er wordt een toelage toegekend voor het beheer van de niet-agrarische open omgevingen onder de volgende voorwaarden : 1. het perceel dat het voorwerp uitmaakt van een aanvraag om toelage moet zich in een Natura 2000-locatie bevinden;2. het perceel is van biologisch belang om een habitat of een habitat van een soort met een gemeenschappelijk belang te behouden of te ontwikkelen;3. de aanvrager verbindt zich ertoe de inrichtingen die zijn opgericht voor de soorten en de habitats met een gemeenschappelijk belang gedurende minstens vijf jaar te behouden en te onderhouden; 4. de toelage wordt toegekend ten belope van de gekwiteerde facturen en beperkt tot 2.000 euro per ha en per jaar.
Titel 3. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK X. - Overdracht
Art. 23.Als de aanvrager van een vergoeding of een toelage die door dit besluit geregeld is, tijdelijk of definitief een oppervlakte die onder een aanwijzingsbesluit en/of een beheerscontract en/of een verbintenis genomen in het kader van dit besluit aan een derde overdraagt, dient de overdrager de overnemer op de hoogte te brengen van de verbintenissen die betrekking hebben op deze oppervlakte. De overnemer moet, behalve voorafgaande afwijking van de Administratie, de bewoordingen van het aanwijzingsbesluit en/of het beheerscontract en/of de verbintenis blijven naleven tot de voltooiing ervan.
Art. 24.Voor de aanvragen om een vergoeding of een toelage bedoeld in de artikelen 2, 4, 6 en 7 kan deze overdracht pas uitwerking hebben op één april van het jaar dat volgt op deze overdracht.
Art. 25.Elke aanvrager dient de Administratie op de hoogte te brengen van deze overdracht binnen dertig kalenderdagen volgend op deze overdracht. HOOFDSTUK IX. - Uitvoering
Art. 26.Enkel de oppervlakten gelegen op het geografisch grondgebied van het Waalse Gewest komen in aanmerking voor de vergoedingen bedoeld in dit besluit.
De vergoedingen en de toelagen voorgeschreven op grond van dit besluit zijn niet cumuleerbaar met de toelagen toegekend aan de natuur- en bosreservaten in de zin van artikel 3 van de wet op het natuurbehoud.
Art. 27.§ 1. De Administratie is belast met de betaling van de vergoedingen en de toelagen bepaald bij dit besluit en met de terugvordering van de onrechtmatige betalingen. HOOFDSTUK XII. - Controles en boetes
Art. 28.De ambtenaren van de Administratie zijn ertoe gemachtigd de naleving van de verbintenissen en de bepalingen te controleren bedoeld in het aanwijzingsbesluit van een Natura 2000-locatie, in het besluit van de Waalse Regering van 23 oktober 2008 betreffende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, in het beheerscontract en in dit besluit.
Art. 29.Elke weigering van controle heeft automatisch de weigering van de vergoedingsaanvraag tot gevolg.
Art. 30.Indien de verbintenissen en bepalingen bedoeld in het aanwijzingsbesluit, in het besluit van de Waalse Regering van 23 oktober 2008 betreffende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, in het beheerscontract en in dit besluit niet worden nageleefd, worden de volgende boetes toegepast : 1° als het niet-naleven van de verbintenissen en bepalingen een in de tijd beperkte negatieve impact heeft op het natuurlijke erfgoed (maximum één jaar), zal er geen enkele vergoeding ontvangen worden voor de percelen die het voorwerp uitmaken van een vergoedingsaanvraag.Deze sanctie wordt toegepast voor de vergoedingen en toelagen die moeten geïnd worden voor het jaar waarin de niet-naleving is vastgesteld; 2° als de niet naleving van de verbintenissen en wettelijke bepalingen een negatieve impact heeft op het natuurlijke erfgoed op middellange of lange termijn (meer dan één jaar) wordt er, naast de sanctie bedoeld in artikel 30 1°, een aanvraag tot terugbetaling van de totaliteit van de vergoedingen en toelagen geïnd voor dit perceel krachtens dit besluit aan de begunstigde gericht.Deze sanctie wordt over een maximum van tien jaar vóór de niet-naleving toegepast. HOOFDSTUK XIII. - Slotbepalingen
Art. 31.Wat betreft de vergoedingen en de toelagen bedoeld in de artikelen 4, 6 en 7 van dit besluit, geïnd door een eigenaar krachtens dit besluit, zal elke begunstigde deze vergoedingen en/of toelagen kunnen innen naar rato van een maximum bedrag van 200.000 euro tijdens de drie opeenvolgende boekjaren en voor het geheel van de deze percelen opgenomen in Natura 2000.
Art. 32.Op straffe van uitsluiting dient elk beroep tegen een beslissing van de Administratie aan laatstgenoemde te worden gericht binnen de dertig kalenderdagen volgend op de kennisgeving van de beslissing.
Art. 33.De directeur-generaal van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst of, bij afwezigheid of verhindering, zijn plaatsvervanger, wordt ertoe gemachtigd de uitgaven betreffende de in dit besluit bedoelde vergoedingen en toelagen vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren.
Art. 34.Dit besluit treedt in werking tien dagen na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad als deze bekendmaking volgt op het decreet van 30 april 2009 houdende bepalingen tot wijziging van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud en van Boek I van het Milieuwetboek.
Bij gebrek treedt dit besluit in werking op de dag van de inwerkingtreding van het decreet van 30 april 2009 houdende bepalingen tot wijziging van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud en van Boek I van het Milieuwetboek.
Het is van toepassing op elke aanvraag om vergoeding of toelage ingediend na 2009.
Art. 35.De Minister van Landbouw, Leefmilieu, Landelijke Aangelegenheden, en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 30 april 2009.
De Minister-President, R DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN