Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 27 maart 2009
gepubliceerd op 22 april 2009

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het Waalse ambtenarenapparaat

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009027082
pub.
22/04/2009
prom.
27/03/2009
ELI
eli/besluit/2009/03/27/2009027082/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MAART 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het Waalse ambtenarenapparaat


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 maart 2004 betreffende de vrijwillige vierdagenweek en het verlof wegens loopbaanonderbreking;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode wat betreft de ambtenaren-generaal, inzonderheid op artikel 9, tweede lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 april, 24 september en 10 november 2008;

Gelet op de instemmingen van de Minister van Begroting, gegeven op 30 april en 2 oktober 2008;

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 11 december 2008;

Gelet op de instemming van de Minister der Pensioenen, gegeven op 23 maart 2009;

Gelet op onderhandelingsprotocol nr. 523 van Sectorcomité nr. XVI, opgesteld op 9 december 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 45.711/2, gegeven op 11 en 12 februari 2009, overeenkomstig artikel 84, § 1,eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1273;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode

Artikel 1.In artikel 5 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, wordt het tweede lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, vervangen als volgt : « De rangen worden tussen de niveaus ingedeeld als volgt : 1° in niveau A, zes rangen aangewezen door de letter A;2° in niveau B, drie rangen aangewezen door de letter B;3° in niveau C, drie rangen aangewezen door de letter C;4° in niveau D, vier rangen aangewezen door de letter D.».

Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de punten 2° tot 4° worden vervangen als volgt : « 2° in rang A2, de graad van directeur-generaal;3° in rang A3, de graad van inspecteur-generaal;4° in rang A4, de graden van directeur en adviseur;»; 2° in 6° vervallen de woorden « wetenschappelijk attaché ».

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt aangevuld met een nieuw lid, luidend als volgt : « De mandatarissen van de rangen A1 en A2 zijn leidend ambtenaren-generaal. ».

Art. 4.Artikel 8 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «

Art. 8.De graden van eerste attaché, eerste gegradueerde, eerste assistent en eerste adjunct zijn leidinggevende graden. ».

Art. 5.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de paragrafen 1 tot 3 worden vervangen als volgt : « § 1.In het kader van het mandaat dat hem overeenkomstig de bepalingen bedoeld in Boek II door de Regering wordt opgedragen, coördineert de secretaris-generaal de acties van de Waalse Overheidsdienst. § 2. Elk directoraat-generaal wordt geleid door een directeur-generaal in het kader van het mandaat dat hem overeenkomstig de bepalingen bedoeld in Boek II door de Regering wordt toegewezen. § 3. Elk Departement wordt geleid door een inspecteur-generaal. »; 2° in § 5 wordt het woord « Ministerie » vervangen door de woorden « Waalse Overheidsdienst ».

Art. 6.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1 gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, wordt vervangen als volgt : « § 1.De Regering stelt de personeelsformatie van de administratieve diensten vast die enerzijds de benamingen van de Directoraten-generaal, de Departementen en de Directies en, anderzijds, de betrekkingen gebonden aan de graden van secretaris-generaal, directeur-generaal, inspecteur-generaal, directeur alsmede die gebonden aan de leidinggevende graden bevat.

Onder dienst dient een directie of een entiteit te worden verstaan die in de buitendiensten niet als directie is opgericht. »; 2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Op voorstel van het Directiecomité bedoeld in artikel 163 keurt de Regering het organogram goed dat de betrekkingen verdeelt tussen de verschillende diensten en dat de beroepen gebonden aan deze betrekkingen en het personeelsplan bepaalt, dat minstens jaarlijks de bestaande personeelsbezetting alsmede de huidige en toekomstige behoeften aan personeel uitdrukt. »; 3° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Onder beroep dient een geheel van vaardigheden en bekwaamheden te worden verstaan die vereist zijn voor de uitoefening van bepaalde categorieën van functies. »; 4° § 4° wordt gewijzigd als volgt : a) in het eerste lid worden de woorden « In de rangen A6, B3 en C3 » vervangen door de woorden « In de graden van adviseur, eerste attaché en attaché en in de niveaus B en C »;b) in het tweede lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, worden de woorden « In de rangen D3 en D4 » vervangen door de woorden « In niveau D ».

Art. 7.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden « van de functionele personeelsformatie » worden vervangen door de woorden « van het organogram »;2° de bewoordingen « aan de secretaris-generaal medegedeeld, die ze aan de leden van de Regering meedeelt » worden vervangen door de bewoordingen « aan de directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken en aan de betrokken functionele Ministers medegedeeld. ».

Art. 8.In artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van 15 april 2005, worden leden vóór het eerste lid ingevoegd, luidend als volgt : « De Regering verklaart de staffuncties, de betrekkingen van directeur en van inspecteur-generaal vacant.

De directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken verklaart de wervingsbetrekkingen bedoeld in het personeelsplan vacant op voorstel van het Directiecomité van het Directoraat-generaal waartoe de betrekking behoort. ».

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13bis, luidend als volgt, ingevoegd : «

Art. 13bis.De toegangsvoorwaarden voor een betrekking worden vóór de toewijzing ervan geverifieerd. ».

Art. 10.Artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 1 april 2004 en 15 april 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 14.§ 1. Onder voorbehoud van het recht van de overheid om de betrekking in te vullen door reaffectatie van ambtswege, door mutatie van ambtswege of door interne of externe mobiliteit van ambtswege wordt de vacante betrekking van directeur achtereenvolgens ingevuld bij : 1° mutatie, reaffectatie of bevordering door verhoging in graad;2° interne of externe mobiliteit. § 2. Onder voorbehoud van het recht van de overheid om de betrekking in te vullen door reaffectatie van ambtswege, door mutatie van ambtswege of door interne of externe mobiliteit van ambtswege wordt de vacante staffunctie achtereenvolgens ingevuld bij 1° mutatie, reaffectatie of bevordering door verhoging in graad;2° interne mobiliteit.».

Art. 11.Artikel 15 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 april 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 15.Onder voorbehoud van het recht van de overheid om de betrekking in te vullen door reaffectatie van ambtswege, door mutatie van ambtswege of door interne of externe mobiliteit van ambtswege wordt de vacante wervingsbetrekking achtereenvolgens ingevuld bij : 1° bevordering door overgang naar een hoger niveau;2° werving. Als de betrekking overeenkomstig artikel 13, derde lid, vacant wordt verklaard, wordt de betrekking evenwel achtereenvolgens ingevuld bij : 1° bevordering door overgang naar een hoger niveau;2° mutatie of reaffectatie;3° interne of externe mobiliteit;4° werving.».

Art. 12.Artikel 16 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «

Art. 16.§ 1. De procedure van oproep tot de kandidaten voor de mutatie wordt overeenkomstig artikel 71 uitgevoerd.

De procedure van oproep tot de kandidaten voor de bevordering door overgang naar een hoger niveau wordt uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 120 en volgende.

De procedure van oproep tot de kandidaten voor de reaffectatie of de bevordering door verhoging in graad wordt bepaald overeenkomstig § 2. § 2. De oproep tot de kandidaten wordt tegelijkertijd per post gezonden aan de betrokken ambtenaren en verspreid op het « intranet ».

Hij omvat het functieprofiel en de criteria voor de selectie en de rangschikking.

De procedure voor de oproep tot de kandidaten mag niet tussen 1 juli en 31 augustus beginnen. § 3. Op straffe van nietigheid : 1° moeten de kandidaturen ingediend worden binnen een termijn van tien dagen na de derde werkdag, zaterdag niet inbegrepen, volgend op die van de indiening van de oproep tot de kandidaten bij de post;2° vermeldt de ambtenaar die kandidaat is voor meerdere betrekkingen zijn voorkeur in dalende volgorde en in Arabische cijfers;3° is de kandidatuur voor elke betrekking van directeur, elke staf- of wervingsfunctie met redenen omkleed en gaat ze vergezeld van een curriculum vitae dat overeenstemt met het in bijlage VI vermelde model. De voorwaarden moeten verenigd zijn op de dag waarop de betrekking vacant wordt verklaard en op de dag van toekenning ervan. ».

Art. 13.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de woorden « de secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken ».

Art. 14.In artikel 19, 5°, van hetzelfde besluit worden de woorden « bijlage II » vervangen door de woorden « bijlage III ».

Art. 15.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, worden de woorden « van niveau 1 en 2 » vervangen door de woorden « van niveau A en B » en worden de woorden « van niveau 2 en 3 » vervangen door de woorden « van niveau C en D »;2° in het derde lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, worden de woorden « van niveau 1 of 2 » vervangen door de woorden « van niveau A of B » en worden de woorden « van niveau 2 of 3 » vervangen door de woorden « van niveau C of D ».

Art. 16.In artikel 23, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007 worden de woorden « de secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken ».

Art. 17.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1 wordt gewijzigd als volgt : a) de woorden « van de niveaus 1 en 2 » worden vervangen door de woorden « van niveau A en B » en de woorden « van niveau 1 » worden vervangen door de woorden « van niveau A »;b) de woorden « van het Ministerie van het Waalse Gewest » worden vervangen door de woorden « van de Waalse Overheidsdienst »;2° § 2° wordt gewijzigd als volgt : a) in het eerste lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, worden de woorden « van de niveaus 2 en 3 » vervangen door de woorden « van niveau C en D »;b) in het derde lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, worden de woorden « van niveau 1 » vervangen door de woorden « van niveau A » en worden de woorden « van de niveaus 2 en 3 » vervangen door de woorden « van niveau C en D ».

Art. 18.In artikel 27, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, worden de woorden « van niveaus 1 en 2 » vervangen door de woorden « van niveau A en B » en worden de woorden « van niveaus 2 en 3 » vervangen door de woorden « van niveau C en D ».

Art. 19.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1°. in het eerste lid worden de woorden « de Regering » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken »; 2°. in het eerste lid, 2°, worden de woorden « tot een poolverandering in dezelfde personeelsformatie » vervangen door de woorden « tot een verandering van Directoraat-generaal na advies van het Directoraat-generaal waarin de stagiair actief is »; 3°. in het derde lid, worden de woorden « van pool » vervangen door de woorden « van Directoraat-generaal ».

Art. 20.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, worden het eerste en het tweede lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, vervangen als volgt : « § 1er.De stagecommissie bestaat uit : 1°de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken of zijn afgevaardigde van minstens rang A3; 2° de directeur-generaal van het Directoraat-generaal waaronder de stagiair valt, of zijn afgevaardigde van minstens rang A3;3° de inspecteur-generaal personele middelen. De commissie wordt voorgezeten door de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken of door zijn afgevaardigde van minstens rang A3.

In afwijking van het eerste en het tweede lid als de rechtstreekse hiërarchische meerdere van de stagiair de directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken of de inspecteur-generaal van humane resources is, wordt hij vervangen door de inspecteur-generaal Algemene Zaken. »; 2°. in § 2, tweede lid, worden de woorden « de Regering » vervangen door de woorden « de directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken » en wordt het woord « pool » vervangen door het woord « Directoraat-generaal ».

Art. 21.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 30.De Regering verricht de vaste benoeming van de stagiairs van niveau A, B, C en D. »

Art. 22.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : « De stagiair die tijdens de stage of na afloop ervan ontslagen is, krijgt behalve in het geval van een zware fout, een opzegtermijn van drie maanden. ».

Art. 23.In artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid vervallen de woorden « door de Directie Aanwerving van het Ministerie van het Waalse Gewest »;2° in de tweede en derde leden, worden de woorden « Directie Aanwerving » vervangen door de woorden « Directie Selectie ».

Art. 24.In artikel 33 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « Directie Aanwerving » vervangen door de woorden « Directie Selectie ».

Art. 25.In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk V van titel III van Boek I gewijzigd als volgt : 1° de afdelingen I tot III, die de artikelen 46 tot 58 omvatten, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 15 april 2005, 31 augustus 2006 en 15 februari en 13 september 2007 worden vervangen als volgt : « Afdeling 1.- Algemene bepalingen

Art. 46.Er zijn drie soorten bevorderingen : 1° de bevordering door verhoging in graad;2° de bevordering door verhoging in weddeschaal;3° bevordering door overgang naar een hoger niveau. Onderafdeling 1. - Algemeenheden wat betreft de bevordering door verhoging in graad

Art. 47.§ 1. De bevordering door verhoging in graad is de benoeming in de hogere graad van hetzelfde niveau. § 2. In niveau A kan de ambtenaar bevorderd worden tot de graad van eerste attaché, adviseur, directeur of inspecteur-generaal.

Met uitzondering van de bevorderingen door verhoging in graad tot de graden van adviseur, eerstaanwezend gegradueerde, eerstaanwezend assistent, eerstaanwezend adjunct en geschoolde adjunct wordt de bevordering door verhoging in graad ondergeschikt gemaakt aan de vacature van een betrekking van die graad.

De bevordering door verhoging in graad heeft uitwerking de eerste dag van de maand volgend op de benoeming. Indien de betrekking evenwel nog bezet is op de datum van de benoeming, heeft de benoeming uitwerking op de dag waarop de betrekking vacant wordt.

Onderafdeling 2. - Bevordering door verhoging in graad van de graden van geschoolde adjunct, eerstaanwezend adjunct, eerstaanwezend assistent en eerstaanwezend gegradueerde

Art. 48.Door verhoging in graad bevorderd wordt : 1° tot de graad van eerstaanwezend gegradueerde, de gegradueerde;2° tot de graad van eerstaanwezend assistent, de assistent;3° tot de graad van eerstaanwezend adjunct, de geschoolde adjunct;4° tot de graad van geschoolde adjunct, de adjunct.

Art. 49.§ 1. De ambtenaar wordt bevorderd tot de graden van eerstaanwezend adjunct, eerstaanwezend assistent en eerstaanwezend gegradueerde als hij de volgende voorwaarden vervult : 1° vijftien jaar ranganciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie. De adjunct wordt door verhoging in graad bevorderd tot de graad van geschoolde adjunct als hij de in het eerste lid, 2° en 3° bedoelde voorwaarden vervult en heeft, ofwel, een ranganciënniteit van acht jaar, ofwel een ranganciënniteit van vier jaar en is laureaat van een proef van verwerving van beroepskwalificaties. § 2. De ambtenaar kan door verhoging in graad bevorderd worden tot de graden van eerstaanwezend adjunct, eerstaanwezend assistent en eerstaanwezend gegradueerde als hij de volgende voorwaarden vervult : 1° zes jaar ranganciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie;4° houder zijn van een getuigschrift ter bevestiging van de vaardigheden voor de betrokken graad en het betrokken beroep. De bevordering wordt één keer per jaar toegekend aan de ambtenaren zonder dat ze zich kandidaat moeten stellen, door het betrokken directiecomité na advies van de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken en met inachtneming van het aantal bevorderingen in het niveau voorzien voor het lopende jaar door het personeelsplan.

Onderafdeling 3. - Bevordering door verhoging in de graden van directeur en adviseur

Art. 50.§ 1. De ambtenaar van niveau A die aan de volgende voorwaarden voldoet, kan door de Regering bevorderd worden tot de graad van directeur : 1° zes jaar niveauanciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet het voorwerp zijn van een niet geschrapte en definitieve disciplinaire maatregel;4° houder zijn van het directiebrevet. § 2. Het Directiecomité van het Directoraat-generaal waaronder de in te vullen betrekking ressorteert, bepaalt op grond met name van het bevoegdheidsprofiel en van de visie van de kandidaat over de uitoefening van de aan de betrekking gebonden opdracht, een voorlopig voorstel voor rangschikking van de kandidaten die geacht worden geschikt te zijn : 1° voor de mutatie, de reaffectatie of de bevordering door verhoging in graad;2° voor de interne of externe mobiliteit. Het Directiecomité stelt slechts een voorstel volgens de in het eerste lid, 2°, bepaalde wijzen vast in afwezigheid van elke kandidatuur voor de toekenning van de betrekking volgens de wijzen bepaald in het eerste lid, 1°, of als de overheid beslist die betrekking aan geen enkele kandidaat toe te kennen. § 3. Het voorlopige voorstel tot rangschikking of niet-rangschikking is gemotiveerd en wordt aan de kandidaten medegedeeld.

Elke kandidaat mag binnen de vijftien dagen na de mededeling zijn opmerkingen laten geworden of een bezwaar indienen bij de voorzitter van het Directiecomité. Het Directiecomité beslist over het bezwaar binnen twee maanden na ontvangst ervan, na de bezwaarindiener te hebben gehoord indien laatstgenoemde dat wenst. De bezwaarindiener mag zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.

Van de met redenen omklede beslissing van het Directiecomité over de opmerkingen of het bezwaarschrift wordt kennis gegeven aan degene die zijn opmerkingen heeft laten geworden of een bezwaarschrift heeft ingediend.

In geval van wijziging van het voorlopige voorstel is het definitieve voorstel gemotiveerd en wordt het aan alle kandidaten medegedeeld.

Daarin worden de verschillende beroepsmogelijkheden vermeld.

Art. 51.De directeur wordt op eigen verzoek benoemd tot de graad van adviseur voor zover hij vijftien jaar ranganciënniteit heeft en voor zover hij de in artikel 49, § 2, 2° tot 4° bedoelde voorwaarden vervult. De voorwaarde betreffende de ranganciënniteit wordt evenwel niet meer vereist voor de directeur die minstens vijfenvijftig jaar oud is.

Art. 52.Door verhoging tot de graad van adviseur bevorderd worden, de eerste attaché en de attaché die de gunstige evaluatie aantonen aan het einde van een volledig mandaat toegekend overeenkomstig Boek II voor zover ze niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie.

Onderafdeling 4 - Bevordering door verhoging in graad tot de leidinggevende graden

Art. 53.§ 1. Bevorderd kan worden : 1° tot de graad van eerste attaché, de attaché;2° tot de graad van eerste gegradueerde, de eerstaanwezend gegradueerde en de gegradueerde;3° tot de graad van eerste assistent, de eerstaanwezend assistent en de assistent;4° tot de graad van eerste adjunct, de eerstaanwezend adjunct en de geschoolde adjunct. § 2. De in de vorige § bedoelde ambtenaar kan bevorderd worden als hij de volgende voorwaarden vervult : 1° zes jaar niveauanciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie;4° houder zijn van een getuigschrift ter bevestiging van de vaardigheden voor de betrokken graad;5° binnen vier jaar vóór de vacantverklaring laureaat zijn van een geschiktheidexamen voor staffuncties verricht voor het betrokken niveau;6° geslaagd zijn voor een test inzake beroepsgeschiktheidvoor staffuncties bestemd om na te gaan of het profiel van de laureaat en de in te vullen betrekking onderling overeenstemmen. § 3. Onverminderd de leden 2 tot 4 worden de staffuncties ingevuld overeenkomstig de regels bepaald in artikel 50, §§ 2 en 3.

Voor de staffuncties van niveau B, C en D stelt het directiecomité, uitgebreid met de ambtenaar van rang A4, en in voorkomend geval met de ambtenaar van rang A onder wie de in te vullen betrekking ressorteert, een voorlopig voorstel van rangschikking op van de kandidaten.

De betrekking wordt toegekend door de Regering voor niveau A en door de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken voor de andere niveaus. Het voorstel van het Directiecomité wordt gegrond op de in § 2, 6° bedoelde test.

Bij ex aequo wordt de ambtenaar met de hoogste anciënniteit in de hoogste rang onder de bekwaam verklaarde geslaagden door verhoging in graad bevorderd tot de staffunctie.

Art. 54.Op eigen verzoek krijgt de ambtenaar die een staffunctie bekleedt, zijn wederopname in de graad en de weddeschaal die hij had of die hij zou hebben gekregen overeenkomstig de artikelen 49, § 1, en 56, § 1.

De wederopname wordt beslist door de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken en heeft uitwerking op de eerste dag van de tweede maand na ontvangst van de aanvraag.

De in zijn graad herstelde ambtenaar wordt gereaffecteerd. Afdeling 2. - Bevordering door verhoging in weddeschaal

Art. 55.§ 1. De bevordering door verhoging in weddeschaal is de toewijzing van een hogere weddeschaal in dezelfde graad. § 2. Door verhoging in weddeschaal bevorderd wordt : 1° tot weddeschaal A4bis, de eerste attaché of de attaché met weddeschaal A5S, A5 A6S of A6;2° tot weddeschaal A5, de attaché met weddeschaal A6;3° tot weddeschaal A5S, de attaché met weddeschaal A6S;4° tot weddeschaal B1bis, de eerstaanwezend gegradueerde met weddeschaal B2;5° tot weddeschaal C1bis, de eerstaanwezend assistent met weddeschaal C2;6° tot weddeschaal D1bis, de eerstaanwezend adjunct met weddeschaal D2.

Art. 56.§ 1. De ambtenaar die de volgende voorwaarden vervult, wordt door verhoging in weddeschaal bevorderd tot de weddeschalen A5 en A5S : 1° vijftien jaar ranganciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie. De ambtenaar die de volgende voorwaarden vervult, wordt door verhoging in weddeschaal bevorderd tot de weddeschalen B1bis, C1bis en D1bis : 1° tien jaar ranganciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie;4° houder zijn van een getuigschrift ter bevestiging van de vaardigheden voor de betrokken weddeschaal en het betrokken beroep. § 2. De ambtenaar die de volgende voorwaarden vervult, kan bevorderd worden door verhoging in weddeschaal tot de weddeschalen A4bis, A5S, A5, B1bis, C1bis en D1bis : 1° zes jaar ranganciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie;4° houder zijn van een getuigschrift ter bevestiging van de vaardigheden voor de betrokken weddeschaal en het betrokken beroep. De bevordering wordt één keer per jaar toegekend aan de ambtenaren zonder dat ze zich kandidaat moeten stellen, door het betrokken directiecomité na advies van de directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken en met inachtneming van het aantal bevorderingen in het niveau voorzien voor het lopende jaar in het personeelsplan. Afdeling 3. - Bevordering door overgang naar een hoger niveau

Art. 57.§ 1. De bevordering door overgang naar het hogere niveau is de benoeming in een wervingsgraad van een hoger niveau dan het niveau waartoe de ambtenaar behoort.

Ze is ondergeschikt aan het vacant zijn van een betrekking van die graad. § 2. De bevordering door overgang naar het hogere niveau wordt toegekend door de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken. § 3. De bevordering door overgang naar het hogere niveau heeft uitwerking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de benoeming. Indien de betrekking evenwel nog bezet is op de datum van de benoeming, heeft de benoeming uitwerking met ingang van de dag waarop de betrekking vacant wordt.

Art. 58.§ 1. Door overgang naar het hogere niveau bevorderd kan worden : 1° tot de graad van attaché, de ambtenaar van niveau B of niveau C;2° tot de graad van gegradueerde, de ambtenaar van niveau C;3° tot de graad van assistent, de ambtenaar van niveau D. § 2. De ambtenaar kan bevorderd worden als hij de volgende voorwaarden vervult : 1° vier jaar niveauanciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie;4° laureaat zijn van een vergelijkend overgangsexamen voor het betrokken niveau en beroep.»; 2° de afdelingen IV en V, die de artikelen 59 tot 62bis omvatten, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 1 april 2004, 15 april 2005,15 februari 2007 en 13 september 2007 worden opgeheven.

Art. 26.Artikel 64 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt vervangen als volgt : «

Art. 64.De aanwijzing voor de uitoefening van hogere functies kan verricht worden voor de betrekkingen van inspecteur-generaal, directeur en voor de staf- en wervingsfuncties. »

Art. 27.Artikel 65 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt vervangen als volgt : «

Art. 65.Om aangewezen te worden voor de uitoefening van de hogere functies dienen volgende voorwaarden te worden vervuld : 1° de toegangsvoorwaarden voor de betrekking vervullen;2° onder hetzelfde Directoraat-generaal ressorteren als dat waaronder de betrekking valt. Bij gebrek aan een ambtenaar die alle voorwaarden vervult, kan een ambtenaar aangewezen worden die niet houder is van het directiebrevet of die de in artikel 53, § 2, 4° en 5°, bedoelde voorwaarden niet vervult.

Onder ambtenaren die dezelfde voorwaarden vervullen, worden de hogere functies verleend aan de ambtenaar die het meest geschikt is om de ambten uit te oefenen. »

Art. 28.Artikel 69 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 69.De aanwijzing voor de uitoefening van de hogere functies voor de betrekkingen van rang A3, A4 en A5 wordt door de Regering verricht.

De aanwijzing voor de uitoefening van de hogere functies wordt door de directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken verricht op voorstel van het Directiecomité van het Directoraat-generaal waarbij de betrekking behoort. »

Art. 29.Artikel 70 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt opgeheven.

Art. 30.De hoofdstukken VII tot XI die de artikelen 71 tot 80 van hetzelfde besluit omvatten, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 15 april 2005, 15 februari 2007 en 22 maart 2007, worden vervangen als volgt : « HOOFDSTUK VII. - Mutatie

Art. 71.§ 1. De mutatie is de overgang van een ambtenaar van een betrekking in een andere betrekking binnen de diensten van de Regering of binnen dezelfde instelling.

De mutatie wordt verricht naar een betrekking van dezelfde graad en onder de voorwaarden bepaald voor haar toewijzing door bevordering, met uitzondering, wat betreft de mutatie van ambtswege, van de voorwaarden betreffende de gunstige evaluatie en de definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie.

De mutatie gebeurt van ambtswege of op verzoek van de ambtenaar die zich kandidaat heeft gesteld voor een betrekking door zich in te schrijven in de daartoe georganiseerde databank. De inschrijving verliest haar geldigheid twee jaar na de indiening ervan behalve verlenging binnen zes maanden vóór de vervaldatum. § 2. De mutatie op verzoek van de ambtenaar wordt besloten door de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken op eensluidend gemotiveerd advies van het Directiecomité van het Directoraat-generaal waaronder de in te vullen betrekking ressorteert, dat met name bepaald is op grond van de motivering van de kandidaat en van de overeenstemming met het functieprofiel. § 3. Voor de wervingsbetrekkingen wordt de mutatie van ambtswege besloten door de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken op voorstel of advies van de Directiecomités van de betrokken Directoraten-generaal. Bij uiteenlopende adviezen of voorstellen van de betrokken Directiecomités wordt de mutatie door de Regering toegekend of geweigerd.

De ambtenaar die dwingende sociale of gezinsredenen aanvoert, kan in aanmerking komen voor een mutatie van ambtswege. De overheid beveelt een sociaal onderzoek aan, dat uitgevoerd wordt door de sociale dienst die zijn advies uitbrengt binnen twintig dagen na ontvangst van de aanvraag. § 4. Voor de staffuncties en de betrekkingen van rang A4 en A3 wordt de mutatie van ambtswege besloten door de Regering. § 5. De ambtenaar kan geen mutatieaanvraag indienen vóór een termijn van twee jaar te rekenen van de toekenning van zijn betrekking. HOOFDSTUK VIII. - Permutatie

Art. 72.§ 1. De permutatie is de gelijktijdige mutatie van twee ambtenaren van hetzelfde beroep of met dezelfde diploma en van hetzelfde niveau op hun verzoek.

In niveau A is ze slechts mogelijk voor de ambtenaren van rang A5 en A6.

De permutatie geschiedt volgens de modaliteiten en voorwaarden bepaald in artikel 71, § 1, eerste en tweede lid. § 2. De permutatie tussen ambtenaren aangesteld voor een wervingsbetrekking wordt door de directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken op eensluidend advies van de Directiecomités van de betrokken Directoraten-generaal besloten.

Voor de ambtenaren van niveau A wordt ze nochtans besloten door de Regering. § 3. De ambtenaar dient zijn permutatieaanvraag in aan de hand van een formulier dat overeenstemt met het in bijlage X bepaalde model samen met een curriculum vitae dat overeenstemt met het in bijlage VI bedoelde model.

De ambtenaar kan geen mutatieaanvraag indienen vóór een termijn van twee jaar te rekenen van de toekenning van zijn betrekking. HOOFDSTUK IX. - Tijdelijke mutatie

Art. 73.§ 1. De tijdelijke mutatie is een mutatie van ambtswege voor een periode van maximum drie jaar.

De ambtenaar behoudt zijn betrekking. § 2. De tijdelijke mutatie wordt besloten door de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken op gezamenlijk voorstel of gezamenlijk advies van de Directiecomités van de betrokken Directoraten-generaal.

De tijdelijke mutatie van een ambtenaar met een graad van de rangen A3 tot A5 wordt evenwel besloten door de Regering op gezamenlijk voorstel of gezamenlijk advies van de Directiecomités van de betrokken Directoraten-generaal. HOOFDSTUK X. - Reaffectatie

Art. 74.De reaffectatie is de toekenning door de Regering van een nieuwe betrekking aan een ambtenaar die voor geen enkele betrekking aangesteld is.

De reaffectatie wordt verricht naar een betrekking van dezelfde graad en onder de voorwaarden bepaald voor haar toewijzing door bevordering, met uitzondering, wat betreft de reaffectatie van ambtswege, van de voorwaarden betreffende de gunstige evaluatie en de definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie.

De ambtenaren die de reaffectatieprocedure aan het doorlopen zijn, worden door de Regering belast met een opdracht die in verhouding staat tot hun graad, hun kwalificaties, hun ervaring en hun gezondheidstoestand. HOOFDSTUK XI. - Interne of externe mobiliteit

Art. 75.§ 1. De interne mobiliteit is de overgang van een ambtenaar : 1° ofwel van een dienst van de Waalse Regering naar een Waalse instelling van openbaar nut waarvan het personeel onderworpen is aan dit besluit;2° ofwel van een Waalse instelling van openbaar nut waarvan het personeel al dan niet onderworpen is aan dit besluit naar een dienst van de Waalse Regering of een Waalse instelling van openbaar nut onderworpen aan dit besluit. § 2. De externe mobiliteit is de overgang van een ambtenaar van een dienst of instelling van openbaar nut van de federale uitvoerende macht of van een dienst of instelling van openbaar nut van een andere uitvoerende macht dan die van het Waalse Gewest, waarvan het personeel onderworpen is aan het KBAB, naar een dienst van de Waalse Regering of een Waalse instelling van openbaar nut onderworpen aan dit besluit. § 3. De interne of externe mobiliteit gebeurt van ambtswege of op verzoek van de ambtenaar die zich kandidaat heeft gesteld voor een betrekking door zich in te schrijven in de in artikel 79, § 2 bedoelde databank. § 4. De interne of externe mobiliteit wordt besloten door de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken op eensluidend advies van het Directiecomité van het Directoraat-generaal, waaronder de in te vullen betrekking ressorteert en door de Regering voor de betrekkingen van niveau A.

Art. 76.§ 1. De overheid mag slechts een beroep doen op een maatregel van interne mobiliteit van ambtswege in de volgende gevallen : 1° wijziging van de opdrachten van de diensten;2° noodzaak om een beroep te doen op een ambtenaar die vereiste kwalificaties en ervaring heeft, die overeenstemmen met het functieprofiel;3° opgave van dwingende sociale of familiale redenen door de ambtenaar;4° aanbeveling van de preventie-adviseur-arbeidsgeneesheer. In geval van opgave van dwingende sociale of familiale redenen kan de overheid een sociaal onderzoek aanbevelen, dat door de sociale dienst van de Diensten van de Regering uitgevoerd wordt. De sociale dienst brengt advies uit binnen de maand na ontvangst van de aanvraag. § 2. De overheid kan slechts een beroep doen op een maatregel van externe mobiliteit van ambtswege als het nodig is een beroep te doen op een ambtenaar die vereiste kwalificaties en ervaring heeft, die overeenstemmen met het functieprofiel.

Art. 77.De externe mobiliteit wordt verricht tussen betrekkingen van gelijkwaardige graden.

De Regering bepaalt de gelijkwaardigheid tussen de graden van de diensten of instellingen bedoeld in artikel 75 en de graden van dit besluit.

Art. 78.De begunstigde van de interne of externe mobiliteit wordt volledig onderworpen aan het statuut van gewestelijke ambtenaar.

De directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken betekent de maatregel van interne of externe mobiliteit aan de begunstigde, aan de voormalige overheid van de begunstigde en aan de SELOR.

Art. 79.§ 1. De mobiliteitsaanvragen worden bij de SELOR ingediend, door : 1° een aanbod bekendgemaakt op de website van de SELOR te beantwoorden;2° door zich kandidaat te stellen, los van het bestaan van een mobiliteitsaanbod. De ambtenaar mag geen mobiliteitsaanvraag indienen vóór een termijn van twee jaar te rekenen van de toekenning van zijn betrekking. § 2. Hij krijgt een bericht van ontvangst van zijn aanvraag die opgenomen wordt in een databank bijgehouden volgens de modaliteiten bepaald door de SELOR. Een mobiliteitsaanvraag verliest haar geldigheid twee jaar na de indiening ervan in de databank behalve aanvraag om verlenging gekregen binnen zes maanden vóór de vervaldatum.

De SELOR maakt de bevoegde overheid de kandidaturen over, die overeenstemmen met het door die overheid bepaalde bevoegdheidsprofiel.

Bij de toekenning van de betrekking gaat de bevoegde overheid na of de kandidaat de voorwaarden voor de toegang tot de in te vullen betrekking vervult en, in dit geval, informeert hem daarover met afschrift aan de SELOR en aan de oorspronkelijke dienst van de ambtenaar. Op dat moment wordt de kandidaat geschrapt van de databank. HOOFDSTUK XII. - Verandering van administratieve standplaats

Art. 80.§ 1. Elke verandering van administratieve standplaats gebonden aan een beslissing van ambtswege wordt betekend aan de betrokken ambtenaar die ze slechts mag weigeren als hij melding maakt van erkende belangrijke nadelen gezien met name zijn leeftijd, zijn gezondheidstoestand, zijn inkomens of zijn gezinstoestand of de duur van zijn verplaatsing tussen zijn woonplaats en zijn werkplaats.

De mededeling maakt melding van de beroepsmogelijkheden en de termijnen waarin die uitgeoefend moeten worden. § 2. De ambtenaar beschikt over een termijn van vijftien dagen vanaf de kennisgeving van het beslissingsvoorstel dat een verandering van administratieve standplaats meesleept, om, volgens het geval, de in artikel 186 bedoelde kamer van beroep of de kamer va beroep van de algemene ambtenaren bedoeld in artikel 335 aanhangig te maken.

Art. 31.In artikel 81, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « Elk ministerie » vervangen door de woorden « De Waalse Overheidsdienst ».

Art. 32.Artikel 84 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 84.De proeven voor het verkrijgen van het directiebrevet, de geschiktheidexamens voor staffuncties, de proeven ter bevestiging van de vaardigheden, de proeven voor het verwerven van beroepskwalificaties, de vergelijkende examens voor overgang naar het hogere niveau, de bekwaamheidsexamens, de proefvoorbereidende vormingen en de vormingen voor het verwerven van vaardigheden worden aangepast aan de dwingende omstandigheden die verbonden zijn met de handicaps. ».

Art. 33.In artikel 86, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « Elke secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken ».

Art. 34.In artikel 87, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « Elke secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal van het Personeel en van de Algemene Zaken ».

Art. 35.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk I van titel V van Boek I vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK I. - De Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst »

Art. 36.In artikel 88 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « van de ministeries » vervangen door de woorden « van de Waalse Overheidsdienst »;2° § 2, eerste lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007 wordt vervangen door wat volgt : « Er bestaat in het Overkoepelend Directoraat-generaal Personeel en Algemene zaken een Directie Opleiding van het personeel die uitsluitend bevoegd is ten opzichte van de Waalse Overheidsdienst en van de instellingen voor de uitoefening van de volgende opdrachten »;3° in § 2, 1°, worden de woorden « van het ministerie van het Waalse Gewest en de instellingen evenals van de stagiairs van de niveaus 1 en 2+ van het Ministerie van Uitrusting en Vervoer » vervangen door de woorden « van de Waalse Overheidsdienst en de instellingen »;4° in § 2 wordt punt 4 vervangen door wat volgt : 4° in het kader van de vordering van de loopbaan van de ambtenaren, de uitvoering van vormingsacties voorzien en waarborgen, de validering van de vaardigheden voorbereiden, de validering van de vaardigheden doorvoeren, de voorbereiding en de organisatie van het geschiktheidsexamen voor staffuncties en de voorbereiding en de organisatie van het examen voor het behalen van het directiebrevet;»; 5° in § 3 : a) in de eerste zin vervallen de woorden « ministerie of »;b) in de tweede zin worden de woorden « de directie vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » vervangen door de woorden « de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 37.In artikel 90 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « de directie vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » vervangen door de woorden « de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 38.In artikel 91 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « de secretaris-generaal goedgekeurd na advies van de directie vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » vervangen door de woorden « goedgekeurd door de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 39.In artikel 91ter, wordt § 1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, vervangen door wat volgt : « § 1. De Waalse Overheidsdienst neemt de inschrijvingskosten over voor de in dit hoofdstuk bedoelde loopbaanopleidingen of verplichte opleidingen ».

Art. 40.In artikel 92 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, vervallen de woorden « ongeacht of die vorming al dan niet door de directie vorming (van het ministerie van het Waalse Gewest) wordt georganiseerd ».

Art. 41.In artikel 93 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « secretaris-generaal » worden vervangen door de woorden « directeur-generaal Personeel en Algemene zaken »;2° de woorden « de Directie Vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » worden vervangen door de woorden « de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 42.In artikel 96, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « Een Ministerie » vervangen door de woorden « de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 43.In artikel 97 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « Een Ministerie » vervangen door de woorden « de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 44.In artikel 98 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « De secretaris-generaal » worden vervangen door de woorden « De directeur-generaal Personeel en Algemene zaken »;2° de woorden « de Directie Vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest, na advies van laatstgenoemde » worden vervangen door de woorden « de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 45.In artikel 99 van hetzelfde besluit worden de woorden « in een ministerie of een instelling » vervangen door de woorden « in de Waalse Overheidsdienst of in een instelling ».

Art. 46.In artikel 100, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « de Directie vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » vervangen door de woorden « de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 47.In artikel 105, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « de directie vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » vervangen door de woorden « de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 48.In artikel 106, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « de Directie Vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » vervangen door de woorden « de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 49.In artikel 107, leden 1 tot 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « de Directie Vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » vervangen door de woorden « de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 50.In artikel 108, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « de secretaris-generaal op voordracht van de Directie Vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 51.Artikel 112 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 112.§ 1. De beroeps- en programmacommissie, bevoegd voor de diensten van de Regering en de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen, heeft als opdracht : 1° een advies uit te brengen over de lijst van beroepen gemeen aan of eigen aan de diensten van de Regering en de instellingen;2° een advies uit te brengen over de lijst van de in bijlage III bedoelde diploma's en getuigschriften;3° de voorbereiding voor de Regering van de ontwerp-programma's voor de vergelijkende wervings- en overgangsexamens, de ontwerp-programma's voor het examen voor het behalen van het directiebrevet, de proeven voor de bevestiging van de verworven vaardigheden en het geschiktheidsexamen voor staffuncties, ervoor te zorgen dat ze samenhang hebben, ze te beoordelen en elk voorstel voor te leggen met het oog op verbetering ervan. § 2. De beroeps- en programmacommissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger van elk betrokken Directoraat-generaal of instelling, uit de directeur Selectie en de directeur Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst; zij wordt voorgezeten door de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken. ».

Art. 52.Artikel 113 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 53.In artikel 114 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De vergelijkende wervingsexamens houden één basisproef in die per beroep, groep van beroepen, betrekkingen of groep van vastgestelde betrekkingen, bestemd is om de algemene capaciteiten gemeen aan de uitoefening van een ambt in de openbare sector te evalueren.

Er mag een door SELOR of het Waalse Gewest georganiseerde bijkomende proef worden voorzien, die bestemd is om de capaciteiten gebonden aan een beroep of aan een specialisatie binnen een beroep te evalueren of om de overeenstemming met een betrekking of een groep vacant verklaarde betrekkingen na te gaan.

De vergelijkende wervingsexamens voor een betrekking van wetenschappelijk attaché en wetenschappelijk adviseur houden evenwel een door de wetenschappelijke jury georganiseerde bijkomende proef in, zoals bedoeld in artikel 291, die bestemd is om na te gaan of het profiel van de geslaagde in overeenstemming is met de in te vullen betrekking. § 2. De Regering bepaalt in de oproep tot de kandidaten : 1° het aantal proeven;2° in voorkomend geval, het maximumaantal kandidaten die in aanmerking komen om een reservepool aan te leggen;3° in voorkomend geval, het maximumaantal geslaagden die voor de bijkomende proef kunnen worden opgeroepen. § 3. De kandidaten dienen minstens 60 % van de punten op elke proef te behalen. § 4. In geval van een bijkomende proef is de jury samengesteld uit minstens een voorzitter afkomstig uit het Overkoepelend Directoraat-generaal Personeel en Algemene zaken alsook twee leden die over bijzondere kennissen of een brede expertise van hoog niveau in het betrokken domein beschikken waaronder, minstens een, afkomstig is uit de Waalse Overheidsdienst. ». 2° § 2, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt § 5.

Art. 54.Artikel 115 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 maart 2007 in de plaats van voormalig artikel 115, vernietigd bij het besluit van de Raad van State 162.616 van 22 september 2006, en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 115.§ 1. Voor het proces-verbaal na de proef afgesloten wordt, vergewist SELOR zich ervan dat de laureaten aan alle algemene toelaatbaarheidsvoorwaarden bepaald in artikel 19, 5° voldoen en de vereiste diploma's of studiegetuigeschriften bezitten en verklaart de laureaten die aan die voorwaarden voldoen toegelaten. § 2. De SELOR maakt het proces-verbaal op en stelt de lijst vast van de laureaten die na de basisproeven de reserves uitmaken.

De SELOR of de Regering maakt het proces-verbaal op en stelt de lijst vast van de laureaten die na de bijkomende proeven de reserves uitmaken. § 3. De kandidaten worden in elk reserve gerangschikt op grond van het totaal aantal punten verkregen bij de desbetreffende proef. Bij een gelijk puntenaantal wordt de oudste kandidaat het eerst gerangschikt. »

Art. 55.In artikel 116 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Behalve bij specifieke bepalingen die een bij de vacantverklaring of op verzoek van de betrokken directeur-generaal bedoelde bijkomende proef voorzien, worden de betrekkingen toegekend op grond van de overeenkomstig artikel 114, § 1, eerste lid, vastgestelde reserves. » 2° § 2 wordt opgeheven.

Art. 56.In artikel 118, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « De geslaagden die twee keer ingaan maar zich niet kandidaat stellen voor de tegelijke aangeboden betrekkingen, waarvan minstens een in Namen, verliezen het voordeel van hun rang in de rangschikking.De geslaagden die twee keer opeenvolgend niet ingaan op een aanbod voor betrekkingen worden uit de wervingsreserve uitgesloten. »; 2° in het derde lid worden de woorden « De secretaris-generaal van het ministerie van het Waalse Gewest » worden vervangen door de woorden « De directeur-generaal Personeel Algemene zaken ».

Art. 57.In hetzelfde besluit wordt een artikel 119bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 119bis.Indien geen wervingsreserve bestaat of indien geen enkele geslaagde de voorgestelde betrekking aanvaardt, kan de overheid beroep doen op een gelijkwaardige reserve van de federale uitvoerende macht of van een uitvoerende macht onderworpen aan het Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de Rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregering en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, voor zover deze mogelijkheid was voorzien in de aankondiging van het examen op grond waarvan deze externe reserve is samengesteld. »

Art. 58.In hetzelfde besluit wordt een artikel 119ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 119ter.Een ambtenaar van de niveaus A, B en C kan een andere betrekking uitoefenen dan degene waarvoor hij aangeworven is op voorwaarde dat hij houder is van een diploma of een studiegetuigschrift dat toegang verleent tot deze betrekking of dat hij geslaagd is voor een vergelijkend examen voor overgang voor het hoger niveau geldig voor het betrokken niveau en de betrokken betrekking.

Een ambtenaar van niveau D kan een andere betrekking uitoefenen dan degene waarvoor hij aangeworven is op voorwaarde dat hij geslaagd is voor een vergelijkend wervingsexamen voor deze betrekking of voor een bekwaamheidsexamen waarvan de inhoud overeenkomt met deze van de vergelijkende wervingsexamens voor die betrekking. ».

Art. 59.Artikel 120, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 15 februari 2007 en 13 september 2008, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 120.De overgang naar het hogere niveau wordt enkel georganiseerd voor de beroepen opgenomen in bijlage II, afdeling III. »

Art. 60.In artikel 122, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « naar niveau 1 » vervangen door de woorden « naar niveau A ».

Art. 61.In artikel 125 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « de secretaris-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 62.In artikel 127 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid vervallen de woorden « door de Directie Vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest »;2° in het tweede lid worden de woorden « de Minister van Ambtenarenzaken » vervangen door de woorden « de Regering ».

Art. 63.In artikel 128 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Het programma en het reglement van het examen worden vastgelegd door de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken op voordracht van de beroeps- en programmacommissie ».

Art. 64.In artikel 130 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « de Directie Vorming van het Ministerie van het Waalse Gewest » worden vervangen door de woorden « de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst »;2° in het derde lid, worden de woorden « de Minister van Ambtenarenzaken » vervangen door de woorden « de Regering ».

Art. 65.In boek I, titel VI, van hetzelfde besluit, wordt hoofdstuk III « Examen voor de validatie van de verworven bekwaamheden », artikelen 132 tot 138, vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK III. - Getuigschrift ter bevestiging van de vaardigheden

Art. 132.Het getuigschrift ter bevestiging van de vaardigheden wordt verworven na een voor elk beroep door de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst voor het geheel van de diensten en instellingen georganiseerde procedure.

Art. 133.De procedures voor het verkrijgen van het getuigschrift worden om de twee jaar georganiseerd.

Art. 134.De Regering bepaalt de bekwaamheden die vereist zijn voor de uitoefening, op elke rang, van elk beroep.

Art. 135.Op voorstel van de beroeps- en programmacommissie, bepaalt de Regering het programma en het reglement van deze procedures voor het verkrijgen van het getuigschrift.

Art. 136.De directeur-generaal Personeel en Algemene zaken kondigt d.m.v. een dienstnota de organisatie van elke procedure voor het verkrijgen van het getuigschrift af waarvoor elk personeelslid dat andere bevorderingsvoorwaarden vervult dan het houden van het getuigschrift ter bevestiging van de vaardigheden, zich kan inschrijven.

Art. 137.De jury van elke procedure wordt aangewezen door de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken. Hij stelt het huishoudelijk reglement vast voor de organisatie van de procedure en waakt over de toepassing ervan; hij stelt het proces-verbaal op ter bepaling van de lijst van de laureaten. De directeur van de Opleiding deelt de uitslagen aan de kandidaten mee.

Art. 138.De kandidaat die na afloop van de procedure het getuigschrift ter bevestiging van de vaardigheden heeft behaald, wordt houder ervan verklaard. Deze verklaring staat vermeld in het jaarboek bedoeld in artikel 17.

De houders van een getuigschrift ter bevestiging van de vaardigheden behouden onbeperkt het voordeel ervan. ».

Art. 66.In Boek I, titel VI, van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk IV ingevoegd, luidend als volgt : « HOOFDSTUK IV. - Proef voor het verwerven van beroepsbekwaamheden

Art. 138bis.De voorbereiding voor de proef voor het verwerven van beroepsbekwaamheden wordt georganiseerd voor het geheel van de diensten van de Regering en de instellingen.

De voorbereiding voor de proeven wordt om de twee jaar georganiseerd.

Art. 138ter.De proef voor het verwerven van beroepsbekwaamheden wordt georganiseerd per beroep of per groep van beroepen voor het geheel van de diensten van de Regering en de instellingen.

De proef wordt minstens om de twee jaar georganiseerd. ».

Art. 67.In artikel 140 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, worden de woorden « De Regering » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken » en de woorden « het directiecomité bedoeld in artikel 158 » door de woorden « het betrokken directiecomité »;2° in § 3, eerste lid, worden de woorden « de secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken »;3° in § 3, tweede lid, worden de woorden « de Regering » telkens vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 68.In artikel 141, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden « aan de betrokken ministeries » vervangen door de woorden « aan de Waalse Overheidsdienst of de betrokken »;2° in het tweede lid, worden de woorden « strategisch comité bedoeld in artikel 163 vervangen door de woorden « Directiecomité van het Directoraat-generaal waaronder de ambtenaar ressorteert ».

Art. 69.In artikel 145 van hetzelfde besluit wordt de zin « De eerste evaluatie wordt toegekend drie jaar na de benoeming » vervangen door de zin « De vaste benoeming geldt als eerste gunstige evaluatie van de ambtenaar ».

Art. 70.In artikel 146, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, worden de woorden « strategisch comité » vervangen door de woorden « Directiecomité » en de woorden « van niveau 2+, 2 en 3 » door de woorden « van niveau B, C en D ».

Art. 71.In artikel 150 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, vervallen de woorden « binnen één maand na aanhangigmaking »;2° in het tweede lid worden de woorden « van de afdeling personeel » vervangen door de woorden « van de dienst personele middelen »;3° in het derde lid, worden de woorden « de secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 72.In artikel 152 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Na twee definitief toegekende opeenvolgende ongunstige evaluaties, en op voordracht van het Directiecomité, stelt de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken de ambtenaar die houder is van een wervingsgraad of de Regering de ambtenaar die houder is van een bevorderingsgraad in kennis van het voorstel tot ontslag wegens beroepsonbekwaamheid »;2° in het derde lid, worden de woorden « binnen de maand » vervangen door de woorden « binnen de twee maanden »;3° in het vijfde lid, worden de woorden « de secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 73.In hetzelfde besluit, wordt het opschrift van titel IX van Boek I vervangen door wat volgt : « Titel IX. - College van de leidende ambtenaren-generaal, Strategisch comité en Directiecomité ».

Art. 74.In artikel 153 van hetzelfde besluit worden de woorden « van de ministeries en instellingen » vervangen door de woorden « van de Waalse Overheidsdienst en de instellingen ».

Art. 75.In hetzelfde besluit, wordt het opschrift van hoofdstuk II van titel IX van Boek I vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk II. - Strategisch comité ».

Art. 76.In artikel 158 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Er bestaat binnen de Waalse Overheidsdienst een Strategisch comité met de ambtenaren-generaal van de rangen A1 en A2 »;2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 77.In artikel 159 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Directiecomité » worden vervangen door de woorden « Strategisch comité »;2° de woorden « van het ministerie of de instelling » worden vervangen door de woorden « van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 78.In de artikelen 160 tot 162, gewijzigd bij het besluit van 15 februari 2007, wordt het woord « Directiecomité » telkens vervangen door de woorden « Strategisch comité ».

Art. 79.In hetzelfde besluit, wordt het opschrift van hoofdstuk III van Titel IX van Boek I vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk III. - Directiecomité ».

Art. 80.Artikel 163 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 163.Er bestaat binnen het secretariaat-generaal en elk Directoraat-generaal en elke instelling, een Directiecomité met de ambtenaren-generaal ».

Art. 81.In artikel 164, worden de woorden « strategisch comité » vervangen door het woord « Directiecomité » en de woorden « van het secretariaat-generaal of van het directoraat-generaal » door de woorden « van het secretariaat-generaal, van het directoraat-generaal of van de instelling ».

Art. 82.In de artikelen 165 en 166, worden de woorden « strategisch comité » telkens vervangen door de woorden « Directiecomité ».

Art. 83.In artikel 167 van hetzelfde besluit, worden de punten 1 tot 4 vervangen door wat volgt : « 1° berisping; 2° inhouding van wedde;3° strafmutatie;4° lagere inschaling ».

Art. 84.Artikel 169 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 169.De lagere inschaling bestaat in de toekenning van een lagere weddeschaal binnen de graad.

De terugzetting in graad bestaat in de benoeming tot een lagere graad. »

Art. 85.In artikel 172 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Elke minister, de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken en, binnen zijn diensten, elke directeur-generaal kan een hiërarchische meerdere bevelen een tuchtvordering in te stellen voor de feiten die hij opgeeft en een voorstel tot tuchtstraf voor te leggen. 2° § 2 wordt opgeheven.

Art. 86.Artikel 173 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 maart 2007 in de plaats van voormalig artikel 173, vernietigd bij het besluit van de Raad van State 162.616 van 22 september 2006, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 173.Elke ambtenaar van niveau A kan een tuchtvordering instellen en een voorstel tot tuchtstraf uitspreken ten opzichte van de ambtenaar die onder zijn gezag staat. Bij het voorstel voegt hij het proces-verbaal van verhoor van de aan de procedure onderworpen ambtenaar, behoorlijk ondertekend door laatstgenoemde en door degene die als secretaris optreedt bij het verhoor.

De secretaris is houder van een graad ten minste gelijk aan die van de ambtenaar onderworpen aan de procedure.

De ambtenaar die een verhoor bijwoont is tot geheimhouding gedwongen. ».

Art. 87.Artikel 174 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 maart 2007 in de plaats van voormalig artikel 174, vernietigd bij het besluit van de Raad van State 162.616 van 22 september 2006, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 174.Het definitieve voorstel tot berisping wordt vastgesteld en meegedeeld door de ambtenaar die de tuchtvordering heeft ingesteld.

Het voorstel wordt, via de hiërarchische weg, overgemaakt aan de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken.

Het definitieve voorstel tot inhouding van wedde, strafmutatie, lagere inschaling, terugzetting in graad, ontslag van rechtswege of afzetting wordt vastgesteld en overgemaakt door het Directiecomité op voordracht van de ambtenaar die de tuchtvordering heeft ingesteld en na advies van de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken. ».

Art. 88.In artikel 175 van hetzelfde besluit, worden de eerste twee zinnen opgeheven.

Art. 89.In artikel 176 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste zin wordt vervangen door volgende zin : « De berisping wordt opgelegd door de directeur-generaal.»; 2° de woorden « de lagere inschaling » worden ingevoegd tussen het woord « strafmutatie, » en de woorden « de terugzetting in graad ».

Art. 90.In artikel 183, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt opgeheven;2° in punt 2°, wordt het woord « zes » vervangen wordt door het woord « vier »;3° in punt 3°, worden de woorden « de lagere inschaling » ingevoegd tussen het woord « strafmutatie, » en de woorden « de terugzetting in graad ».

Art. 91.In artikel 185 van hetzelfde besluit, worden de woorden « door de Secretaris-generaal » vervangen door de woorden « binnen het Overkoepelend Directoraat-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 92.In artikel 186 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt aangevuld met f) en g), luidend als volgt : « f) elk beslissingsvoorstel bedoeld in artikel 80 dat een verandering van administratieve standplaats teweegbrengt;g) elke beslissing inzake verloven, disponibiliteit en afwezigheden. »; 2° punt 2°, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt opgeheven.

Art. 93.In artikel 187, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, 2°, worden de woorden « van de Ministeries en » vervangen door de woorden « van de Waalse Overheidsdienst en de »;2° in § 2, vierde lid, worden de woorden « van niveau 1 van de diensten en instellingen » vervangen door de woorden « van niveau A van de Waalse Overheidsdienst en van de instellingen ».

Art. 94.In artikel 188, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « de Secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 95.In artikel 194, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « aan de secretaris-generaal » vervangen door de woorden « aan de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 96.In artikel 200, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, tweede lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 april 2007, wordt vervangen door wat volgt : « Bij beroep tegen het voorstel tot ontslag wegens beroepsonbekwaamheid bedoeld in artikel 152, eerste lid, of bij beroep tegen het voorstel tot ontslag van een stagiair bedoeld in artikel 29 wordt het advies evenwel binnen de twee maanden uitgebracht.»; 2° § 1, derde lid, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt vervangen door wat volgt : « Bij beroep tegen een advies of tegen een beslissing inzake evaluatie en bij beroep tegen een beslissing inzake verloven, afwezigheden of disponibiliteit, wordt het advies of de beslissing binnen de twee maanden uitgebracht.».

Art. 97.In artikel 216, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « of gebrekkigheid » opgeheven.

Art. 98.Artikel 219 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 219.Voor de toepassing van de verordeningsbepalingen die uitgaan van de anciënniteit wordt, onder de ambtenaren wier anciënniteit moet worden vergeleken, de voorrang als volgt bepaald : 1° bij gelijke niveauanciënniteit, de ambtenaar met de grootste ranganciënniteit;2° bij gelijke ranganciënniteit, de ambtenaar met de hoogste weddeschaal;3° bij gelijke weddeschaal, de ambtenaar met de grootste anciënniteit in de weddeschaal;4° bij gelijke anciënniteit in de weddeschaal, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;5° bij gelijke dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar. Bij overgang van schaal A6 of A5 naar schaal A6S of A5S en omgekeerd, is de anciënniteit verworven in de oude weddeschaal geldig in de nieuwe schaal.

Voor de toepassing van dit artikel, worden de weddenschalen A6 en A5 gelijkgesteld met de weddenschalen A6S en A5S. ».

Art. 99.In artikel 220 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 : a) in het eerste lid, worden de woorden « in een niveau minstens gelijkwaardig aan zijn aanwervingsniveau » ingevoegd tussen de woorden « zonder vrijwillige onderbreking » en de woorden « in de volgende instellingen »;a) in het tweede lid, worden de woorden « in een niveau minstens gelijkwaardig aan zijn aanwervingsniveau » ingevoegd tussen de woorden « zonder vrijwillige onderbreking » en de woorden « gepresteerd heeft »;2° de § 2 en 3 worden vervangen door wat volgt : « § 2.In aanmerking komen voor het berekenen van de graadanciënniteit, de werkelijke diensten die de ambtenaar als statutair en zonder vrijwillige onderbreking heeft verricht in een rang minstens gelijkwaardig aan zijn aanwervingsrang, bij de instellingen bedoeld in § 1, eerste lid.

In aanmerking komen ook voor het berekenen van de graadanciënniteit, de werkelijke diensten die de ambtenaar als statutair en zonder vrijwillige onderbreking heeft verricht in een rang minstens gelijkwaardig aan zijn aanwervingsrang, bij de instellingen bedoeld in § 1, tweede lid. § 3. Voor de toepassing van artikel 49, § 1, 1°, 56, § 1, eerste lid, 1°, en 56, § 2, eerste lid, 1°, wat betreft het niveau A, komen ook in aanmerking voor het berekenen van de graadanciënniteit, de werkelijke diensten die de ambtenaar als contractueel en zonder vrijwillige onderbreking heeft verricht in een rang minstens gelijkwaardig aan zijn aanwervingsrang, bij de diensten van de Waalse Regering of bij de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen en waarvan het personeel aan dit besluit is onderworpen. § 4. In aanmerking komen voor het berekenen van de dienstanciënniteit, de werkelijke diensten die de ambtenaar als statutair en zonder vrijwillige onderbreking heeft verricht bij de instellingen bedoeld in § 1. ».

Art. 100.In artikel 225, van hetzelfde besluit, worden de woorden « de Secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 101.Artikel 226 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 226.Bij mutatie of interne mobiliteit, behoudt de ambtenaar de vóór de mutatie of de maatregel inzake interne mobiliteit verworven rang-, niveau- en dienstanciënniteit. »

Art. 102.In artikel 228, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de ambtenaar die niet meer voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde, die zijn burgerlijke en politieke rechten niet meer geniet of die niet meer voldoet aan de dienstplichtwetten ».

Art. 103.In artikel 229, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « aan de Secretaris-generaal » vervangen door de woorden « aan de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 104.In artikel 234, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Een weddeschaal wordt toegekend aan de houder van een graad overeenkomstig volgende lijst : 1° weddeschaal A1 voor de graad van secretaris-generaal;2° weddeschaal A2 voor de graad van directeur-generaal;3° weddeschaal A3 voor de graad van inspecteur-generaal;4° voor de graad van directeur : a) weddeschaal A4 voor een directeur met een schaal A5 of A6 vóór zijn bevordering;b) weddeschaal A4S voor een directeur met een schaal A5S of A6S vóór zijn bevordering;5° weddeschaal A4bis voor de graad van adviseur;6° voor de graad van eerste attaché : a) ofwel weddeschaal A5;b) ofwel weddeschaal A5S;c) ofwel weddeschaal A4bis ;7° voor de graad van attaché : a) ofwel weddeschaal A5 of A6;b) ofwel weddeschaal A5S of A6S;c) ofwel weddeschaal A4bis ;8° weddeschaal B1 voor de graad van eerste gegradueerde;9° weddeschaal B1bis of B2 voor de graad van eerstaanwezend gegradueerde;10° weddeschaal B3 voor de graad van gegradueerde;11° weddeschaal C1 voor de graad van eerste assistent;12° weddeschaal C1bis of C2 voor de graad van eerstaanwezend assistent;13° weddeschaal C3 voor de graad van assistent;14° weddeschaal D1 voor de graad van eerste adjunct;15° weddeschaal D1bis of D2 voor de graad van eerstaanwezend adjunct;16° weddeschaal D3 voor de graad van geschoolde adjunct;17° weddeschaal D4 voor de graad van adjunct.».

Art. 105.In artikel 243, van hetzelfde besluit, worden de woorden « de Secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene zaken ».

Art. 106.In het opschrift van afdeling IV van hoofdstuk II van Titel XV van Boek I van hetzelfde besluit, worden de woorden « en in geval van afwezigheid wegens een persoonlijke aangelegenheid » opgeheven.

Art. 107.In artikel 248, van hetzelfde besluit, worden de woorden « of wegens persoonlijke aangelegenheden » opgeheven.

Art. 108.Artikel 263 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid luidend als volgt : « Een inhouding van 13,07 % wordt uitgevoerd op het vakantiegeld ».

Art. 109.In artikel 266, van hetzelfde besluit, worden de woorden « vrijstelling van dienst » vervangen door het woord « verlof ».

Art. 110.Titel XVII van Boek I van hetzelfde besluit, wordt niet meer verdeeld in hoofdstukken.

Art. 111.Artikel 290 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 290.Wetenschappelijk personeel mag slechts in dienst worden genomen door de departementen of instellingen bedoeld in bijlage XIV. Onder wetenschappelijk personeel wordt verstaan de ambtenaren die een betrekking bekleden met de graden van wetenschappelijk attaché, wetenschappelijk eerste attaché, wetenschappelijk adviseur, wetenschappelijk directeur en wetenschappelijk inspecteur-generaal.

De door het wetenschappelijk personeel beklede betrekkingen stemmen overeen met taken die betrekking hebben met fundamenteel of toegepast wetenschappelijk onderzoek, experimentele ontwikkeling, wetenschappelijke directie, systematische wetenschappelijke controles, validaties of behandelingen en valorisatie van wetenschappelijke onderzoek.

Het organogram van de Departementen of instellingen bedoeld in bijlage XIV bepaalt de aan het wetenschappelijk personeel voorbehouden betrekkingen. Deze worden toegewezen, op voordracht van de wetenschappelijke jury, door de Regering of door het beheersorgaan van de betrokken instellingen. ».

Art. 112.In artikel 291 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid : a) punt 1° wordt vervangen door « 1° de leidend ambtenaar of de inspecteur-generaal onder wiens gezag de instelling of het Departement staat, of hun gemachtigde »;b) een punt 3° wordt toegevoegd, luidend als volgt : « 3° een vertegenwoordiger van het Overkoepelend Directoraat-generaal Personeel en Algemene zaken van de Waalse Overheidsdienst »;c) een punt 4° wordt toegevoegd, luidend als volgt : « 4° een vertegenwoordiger van het Departement Onderzoeksprogramma's van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek »;2° in het derde lid : a) de woorden « door de ambtenaar met de hoogste graad » worden vervangen door « door de leidend ambtenaar of de inspecteur-generaal »;b) het lid wordt aangevuld als volgt : « De vertegenwoordiger van het Overkoepelend Directoraat-generaal Personeel en Algemene zaken uit zich met raadgevende stem.»; 3° in het vierde lid, worden de woorden « aan de vormingsdirecteur » vervangen door de woorden « aan de Directie Opleiding van het personeel ».

Art. 113.Artikel 292 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 114.Artikel 293 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 293.§ 1. Artikel 6 is niet van toepassing op het wetenschappelijk personeel.

De graden van de leden van het wetenschappelijk personeel behoren tot niveau A en worden ingedeeld als volgt : 1° in de rang A3, de graad van wetenschappelijk inspecteur-generaal;2° in de rang A4, de graden van wetenschappelijk directeur en wetenschappelijk adviseur;3° in de rang A5, de graad van wetenschappelijk eerste attaché;4° in de rang A6, de graad van wetenschappelijk attaché. § 2. Een weddeschaal wordt toegekend aan de houder van een wetenschappelijke graad overeenkomstig volgende lijst : 1° weddeschaal A3 voor de graad van wetenschappelijk inspecteur-generaal;2° weddeschaal A4S voor de graad van wetenschappelijk directeur;3° weddeschaal A4 voor de graad van wetenschappelijk adviseur;4° weddeschaal A5S voor de graad van wetenschappelijk eerste attaché;5° weddeschaal A6S of A5S voor de graad van wetenschappelijk attaché. ».

Art. 115.Artikel 294 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 294.Enkel de betrekkingen van wetenschappelijk attaché en wetenschappelijk adviseur kunnen via werving worden ingevuld. »

Art. 116.Artikel 294bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 april 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 294bis.Een openstaande betrekking van wetenschappelijk directeur wordt achtereenvolgens ingevuld bij : 1° mutatie, reaffectatie of bevordering door verhoging in graad;2° interne of externe mobiliteit. Een openstaande betrekking van wetenschappelijk adviseur wordt achtereenvolgens ingevuld bij : 1° mutatie, reaffectatie of bevordering door verhoging in graad;2° interne of externe mobiliteit;3° werving. Een openstaande betrekking van eerste wetenschappelijk attaché wordt achtereenvolgens ingevuld bij : 1° mutatie, bevordering door verhoging in graad;2° interne of externe mobiliteit. Een openstaande betrekking van wetenschappelijk attaché wordt achtereenvolgens ingevuld bij : 1° mutatie;2° interne of externe mobiliteit;3° werving.».

Art. 117.Artikel 295 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 295.Om tot wetenschappelijk attaché geworven te worden, dienen de volgende voorwaarden te worden vervuld : 1° voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden die vastliggen in artikel 19, 1° tot 7°;2° met vrucht de stage doorlopen bedoeld in artikel 296;3° minstens vier jaar ervaring hebben op wetenschappelijk gebied, erkend door de wetenschappelijke jury. Om tot wetenschappelijk adviseur geworven te worden, dienen de volgende voorwaarden te worden vervuld : 1° voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden die vastliggen in artikel 19, 1° tot 7°;2° minstens tien jaar ervaring hebben op wetenschappelijk gebied, erkend door de wetenschappelijke jury. De voorwaarden voor de toegang tot de betrekking bedoeld in artikel 19, 6°, worden door de wetenschappelijke jury goedgekeurd op voorstel van de leidende ambtenaar of directeur-generaal. ».

Art. 118.Artikel 296 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 296.§ 1. De stage duurt twee jaar.

De leidende ambtenaar of de directeur-generaal wijst, binnen de instelling of het betrokken Departement, een wetenschappelijk personeelslid aan dat op zijn minst de graad van eerste wetenschappelijk attaché heeft of, bij gebrek, een personeelslid dat op zijn minst de graad van directeur heeft, en dat belast wordt met het toezicht op de stagiair en het opstellen van het stageverslag.

Om de zes maanden wordt een tussentijds verslag opgesteld.

Het eindverslag wordt vóór het einde van de tweeëntwintigste maand van de stage opgesteld.

Elk verslag wordt aan de stagiair meegedeeld die er eventueel zijn opmerkingen aan toevoegt.

De leidende ambtenaar of de directeur-generaal bepaalt, in samenspraak met het toezichthoudend personeelslid, de opleidingsactiviteiten waaraan de stagiair moet deelnemen.

De stagiair moet een activiteitenverslag opstellen. Voor het einde van de tweeëntwintigste stagemaand maakt de stagiair zijn activiteitenverslag over aan de betrokken leidende ambtenaar of directeur-generaal. § 2. Indien een tussentijds verslag erop wijst dat de stagiair zich niet aanpast of onvoldoende evolueert, moet de jury op verzoek van de leidende ambtenaar of directeur-generaal samenkomen.

Na de stagiair en het toezichthoudend personeelslid gehoord te hebben, kan de wetenschappelijke jury : 1° de voortzetting van de stage toestaan.Hij formuleert aanbevelingen die nuttig zijn om de stage te voltooien; 2° het ontslag van de stagiair voorstellen. In dit laatste geval deelt de voorzitter van de wetenschappelijke jury het voorstel tot ontslag van de stagiair onverwijld mee.

Indien ontslag wordt voorgesteld, beschikt de stagiair over een beroep voor de Kamer van beroep bedoeld in artikel 186. § 3. Vóór het einde van de stageperiode wordt de stagiair door de wetenschappelijke jury gehoord in aanwezigheid van het toezichthoudend personeelslid.

De wetenschappelijke jury brengt een gunstig of ongunstig advies uit rekening houdend met de kwaliteit van de productie, de wetenschappelijke activiteit die de stagiair heeft geleverd, de eindverhandeling en de manier waarop hij de aan hem toevertrouwde taken vervuld heeft.

Het gemotiveerde advies wordt overgemaakt aan de Regering, met een voorstel tot benoeming of ontslag van de stagiair. ».

Art. 119.In hetzelfde besluit wordt een artikel 297bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 297bis.Het voorstel van het Directiecomité bedoeld in artikel 56, § 2, tweede lid, wordt opgesteld, na advies van de wetenschappelijke jury. ».

Art. 120.In hetzelfde besluit wordt een artikel 297ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 297ter.Artikel 55, § 2, is niet toepasselijk op het wetenschappelijk personeel.

Wordt bevorderd bij verhoging in weddeschaal tot de schaal A5S, de wetenschappelijk attaché dat titularis is van de schaal A6S. ».

Art. 121.In hetzelfde besluit wordt een artikel 297quater ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 297quater.Met uitzondering van zijn § 2, eerste en tweede lid, is artikel 47 niet toepasselijk op het wetenschappelijk personeel.

Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 53, kan de wetenschappelijk attaché bij verhoging in graad bevorderd worden tot : 1° de graad van eerste wetenschappelijk attaché;2° de graad van wetenschappelijk adviseur;3° de graad van wetenschappelijk directeur;4° de graad van wetenschappelijk inspecteur-generaal. Met uitzondering van de bevordering door verhoging in graad tot de graad van wetenschappelijk adviseur wordt de bevordering door verhoging in graad ondergeschikt aan het vacant zijn van een betrekking van die graad. ».

Art. 122.Artikel 298 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 298.Een wetenschappelijk attaché en een eerste wetenschappelijk attaché kunnen bij bevordering door verhoging in graad bevorderd worden tot de graad van wetenschappelijk directeur als zij aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° zes jaar niveauanciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet het voorwerp zijn van een niet geschrapte en definitieve disciplinaire maatregel;4° houder zijn van het directiebrevet;5° houder zijn van een doctoraat of het bewijs leveren van wetenschappelijke activiteiten die gelijk gesteld kunnen worden met een doctoraat en waarvan de waarde door de wetenschappelijke jury erkend is. Het voorstel van het Directiecomité wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 50, §§ 2 en 3, na advies van de wetenschappelijke jury. ».

Art. 123.Artikel 299 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 april 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 299.§ 1. De wetenschappelijk directeur kan in de graad van wetenschappelijk adviseur worden geïntegreerd voor zover hij een ranganciënniteit van vijftien jaar telt en dat hij voldoet aan de voorwaarden die vastliggen in artikel 49, § 1, 2° tot 3°.

De voorwaarde inzake ranganciënniteit wordt evenwel niet vereist in hoofde van de wetenschappelijk directeur die minstens vijfenvijftig jaar oud is. § 2. Na afloop van een volledig mandaat toegekend overeenkomstig boek II, en voor zover zij een gunstige evaluatie aantonen en niet getroffen zijn door een niet-geschrapte tuchtmaatregel, worden de wetenschappelijk attaché en de eerste wetenschappelijk attaché door verhoging in graad bevorderd tot de graad van wetenschappelijk adviseur. ».

Art. 124.Artikel 300 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 april 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 300.§ 1. Artikel 53 is niet toepasselijk op het wetenschappelijk personeel. § 2. Een wetenschappelijk attaché kan bij verhoging in graad bevorderd worden tot de graad van eerste wetenschappelijk attaché als hij aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° zes jaar niveauanciënniteit hebben;2° aantonen dat de evaluatie positief is;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie;4° houder zijn van een getuigschrift voor de validering van de vaardigheden voor de betrokken graad;5° laureaat zijn van een geschiktheidsexamen voor staffuncties binnen de vier jaar die voorafgaan aan de vacantverklaring van de betrekking;6° slagen voor een beroepsselectietest om na te gaan of het profiel van de laureaat overeenstemt met de in te vullen betrekking. § 3. De staffuncties worden op de voordracht van het Directiecomité, na advies van de wetenschappelijke jury, door de Regering toegekend overeenkomstig de regels die vastliggen in artikel 50, §§ 2 en 3.

Het voorstel van het Directiecomité is gebaseerd op de rangschikking die opgesteld is na het examen en de test bedoeld in § 2, 5° en 6°, van dit artikel.

Bij gelijke uitslagen wordt bij verhoging in graad tot de staffunctie bevorderd, de ambtenaar die de hoogste anciënniteit heeft onder de geschikt bevonden kandidaten. § 4. Op zijn verzoek wordt de eerste wetenschappelijk attaché opnieuw opgenomen in de graad van wetenschappelijk attaché. ».

Art. 125.Artikel 301 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 april 2005, wordt opgeheven.

Art. 126.Artikel 302 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 april 2005, wordt vervangen als volgt : «

Art. 302.De artikelen 71 en 72 gelden voor het wetenschappelijk personeel. Het advies van de betrokken wetenschappelijke jury's is ook vereist. ».

Art. 127.Artikel 302bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 april 2005, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 302bis.Artikel 76 geldt voor het wetenschappelijk personeel. Het advies van de betrokken wetenschappelijke jury's is ook vereist. ».

Art. 128.Artikel 303 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 303.Artikel 114, § 1, is niet toepasselijk op de wetenschappelijke attachés.

De vergelijkende wervingsexamens houden één of verschillende basisproeven in die bestemd zijn, per betrekking of per gelijkaardige groep betrekkingen, om de capaciteiten en vaardigheden bedoeld in bijlage II, afdeling II te evalueren. »

Art. 129.Artikel 305 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, 2°, wordt het woord « Ministerie(s) » vervangen door de woorden « Waalse Overheidsdienst »;2° in het eerste lid, 3°, worden de woorden « secretaris-generaal » vervangen door de woorden « directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken »;3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt : « Het eerste lid, 2°, is niet van toepassing als het gaat om de Directie Opleiding van het personeel van de Waalse Overheidsdienst.»; 4° de huidige tekst wordt § 1 en wordt aangevuld met de §§ 2 en 3, luidend als volgt : « § 2.Tenzij het decreet houdende oprichting van bedoelde instelling daar anders over beslist, worden beschouwd als graden : 1° van rang A2 : de graad van administrateur-generaal alsook elke functie bepaald bij het decreet tot oprichting van de instelling en die erin bestaat de leiding erover permanent te waarborgen;2° van rang A3 : de graden van adjunct-administrateur-generaal en van adjunct-directeur-generaal. § 3. Tenzij het decreet houdende oprichting van bedoelde instelling daar anders over beslist, wordt een weddeschaal toegekend aan de houder van een graad overeenkomstig volgende lijst : 1° weddeschaal A2 voor de graad van administrateur-generaal alsook voor elke functie bepaald bij het decreet tot oprichting van de instelling en die erin bestaat de Algemene leiding erover permanent te waarborgen;2° weddeschaal Abis voor de graden van adjunct-administrateur-generaal en van adjunct-directeur-generaal.».

Art. 130.In artikel 309 van hetzelfde besluit, worden de woorden « bedoeld in artikel 52, 4° » vervangen door de woorden « bedoeld in de artikelen 50, § 1, 4°, en 298, eerste lid, 4° ».

Art. 131.Artikel 309bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt vervangen als volgt : «

Art. 309bis.Zolang de eerste proef voor de validering van de vaardigheden niet afgesloten is, is de voorwaarde betreffende het getuigschrift voor de validering van de vaardigheden bedoeld in artikel 53, § 2, 4°, en 56, § 1, tweede lid, 4°, niet vereist.

Voor de procedures die op 12 april 2007 lopende zijn, zijn de voorwaarden bedoeld in artikel 53, § 2, 5° en 6°, niet vereist.

De ambtenaren die houder zijn van een graad bedoeld in artikel 8 en die niet aangewezen zijn voor een staffunctie mogen geen staffunctie toegekend krijgen als ze niet voldoen aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 53, § 2, 4° tot 6°. ».

Art. 132.In hetzelfde besluit wordt een artikel 313ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 313ter.De vergelijkende wervingsexamens waarvan het programma vóór 1 mei 2009 werd opgesteld, worden voortgezet op basis van de bepalingen die vóór deze datum van toepassing zijn. ».

Art. 133.Artikel 314, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in 3°, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « naar niveau 1 » aan het einde van de zin, vervangen door de woorden « naar niveau A »;2° in 4°, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « naar niveau 1 » telkens vervangen door de woorden « naar niveau A ».

Art. 134.Artikel 317 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt gewijzigd als volgt : 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° het tweede lid wordt opgeheven;3° in het derde lid worden de woorden « laureaat te zijn van de validatieproef » vervangen door de woorden « houder te zijn van het validatiegetuigschrift » en worden de woorden « voor de graadbevordering in de graad van eerstaanwezend gegradueerde » vervangen door de woorden « voor de bevordering in schaal B1bis overeenkomstig artikel 56, § 1, tweede lid.»; 4° in het vierde lid worden de woorden « laureaat te zijn van de validatieproef » vervangen door de woorden « houder te zijn van het validatiegetuigschrift » en worden de woorden « voor de graadbevordering in de graad van eerste assistent » vervangen door de woorden « voor de bevordering in schaal C1bis overeenkomstig artikel 56, § 1, tweede lid.»; 5° in het vijfde lid worden de woorden « laureaat te zijn van de validatieproef » vervangen door de woorden « houder te zijn van het validatiegetuigschrift ».

Art. 135.Artikel 318 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 318.De eerstaanwezend gegradueerde van schaal B2 die laureaat is van het bevorderingsexamen tot de voormalige graad van eerste gegradueerde wordt geacht definitief houder te zijn van de validatieproef inzake de bevoegdheden voor de bevordering in schaal B1bis overeenkomstig artikel 56, § 1, tweede lid. ».

Art. 136.Artikel 319 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 319.De eerstaanwezend assistent van schaal C2 die laureaat is van het bevorderingsexamen tot de voormalige graad van eerste assistent wordt geacht definitief houder te zijn van de validatieproef inzake de bevoegdheden voor de bevordering in schaal C1bis overeenkomstig artikel 56, § 1, tweede lid. ».

Art. 137.In hetzelfde besluit wordt een afdeling IIbis gecreëerd die artikel 320bis bevat, met als opschrift « Toekenningsprocedures van de betrekkingen die vanaf 1 januari 2004 worden vacant verklaard ».

Art. 138.In hetzelfde besluit wordt een artikel 320bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 320bis.De toekenningsprocedures van de betrekkingen die vóór 1 mei 2009 worden vacant verklaard, worden voortgezet op basis van de bepalingen die op hen van toepassing waren vóór die datum. ».

Art. 139.In hetzelfde besluit wordt een afdeling IIIbis gecreëerd die artikel 322 bevat, met als opschrift « Evaluatie ».

Art. 140.Artikel 333 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt gewijzigd als volgt : 1° in het tweede lid : a) worden de woorden « de Minister van Ambtenarenzaken » vervangen door de woorden « de Regering »;b) worden de woorden « beroepen en » ingevoegd tussen het woord « de » en het woord « programmacommissie »;2° in het vierde lid worden de woorden « de Minister van Ambtenarenzaken » vervangen door de woorden « de overheid ».

Art. 141.Artikel 334 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, 1°, wordt in de Franse versie het woord « la » vervangen door het woord « le »;2° § 3 wordt opgeheven;3° in § 4, worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt : « De ambtenaar-generaal kan op zijn verzoek gehoord worden. Het college kan beslissen om de ambtenaar-generaal te horen, alsook elke nuttig geachte persoon, mits motivatie.

De ambtenaar-generaal mag zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.

Het college deelt zijn evaluatievoorstel per aangetekende brief mee aan de ambtenaar-generaal binnen de vijftien dagen na aanneming ervan ».

Art. 142.Artikel 335 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1 wordt aangevuld met een punt 6°, luidend als volgt : « 6° elke beslissing bedoeld in artikel 80 die een wijziging van administratieve standplaats teweegbrengt.»; 2° § 4, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « De Kamer van beroep van de ambtenaren-generaal wordt bijgestaan door een griffier en een plaatsvervangende griffier aangewezen door de Regeringen onder de personeelsleden van niveau A van de diensten van de Regering.»; 3° in § 5, worden de woorden « van artikel 200 » vervangen door de woorden « van artikel 200, § 1, eerste lid ».

Art. 143.Artikel 340, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt gewijzigd als volgt : 3° in het eerste lid, worden de woorden « niveau 1° » telkens vervangen door de woorden « niveau A »;2° in het tweede lid, worden de woorden « in niveau 1 » vervangen door de woorden « in niveau A ».

Art. 144.In artikel 343, derde lid, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt in de Franse versie het woord « et » ingevoegd tussen het woord « SELOR » en het woord « comprennent ».

Art. 145.In artikel 344, § 2, derde lid, worden de woorden « De secretaris-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest en de secretaris-generaal van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer vervangen mekaar » vervangen door de woorden « De directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken vervangt de secretaris-generaal van de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 146.Artikel 347 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste en het derde lid wordt het getal « 345 » vervangen door het getal « 346 »;2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Indien de evaluatie van de mandataris verricht is overeenkomstig artikel 356, kan het operationeel plan op verzoek van de Regering herzien worden overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 346 ».

Art. 147.In artikel 349, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, worden de woorden « de Regering » vervangen door de woorden « de overheid ».

Art. 148.In artikel 352, 3°, van hetzelfde besluit vervallen de woorden « wegens persoonlijke aangelegenheden of ».

Art. 149.In artikel 360, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, worden de woorden « De pool » vervangen door de woorden « Het Directoraat-generaal ».

Art. 150.In artikel 361 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, worden de woorden « van niveau 1 » vervangen door de woorden « van niveau A ».

Art. 151.Artikel 362 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt vervangen als volgt : «

Art. 362.Onverminderd het recht van de Regering om ambtshalve een betrekking in te vullen, wordt een vacante betrekking van rang A3 achtereenvolgens ingevuld bij : 1° mutatie, reaffectatie of bevordering;2° interne of externe mobiliteit. De betrekking wordt enkel toegekend op de in het eerste lid, 2° bepaalde wijzen bij ontstentenis van enige kandidatuur voor de betrekking op de in het eerste lid, 1° bepaalde wijzen, of als de Regering beslist de betrekking aan geen enkele van de kandidaten voor de betrekking op de voorgaande wijzen toe te wijzen ».

Art. 152.In artikel 363, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt het getal « 7 » vervangen door het getal « 4 ».

Art. 153.Artikel 368 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De bepalingen van dit boek zijn eveneens van toepassing op de stagiairs wat betreft : 1° het jaarlijks vakantieverlof bedoeld in de artikelen 371 tot 373;2° de feestdagen bedoeld in artikel 375;3° de omstandigheidsverloven bedoeld in artikel 376;4° het verlof om cursussen te volgen bij de school voor civiele bescherming, als vrijwillige dienstnemer bij dit korps, of als leerling die niet tot dat korps behoort, bedoeld in artikel 378, 1°;5° het verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het korps civiele bescherming of bij een brandweerkorps als vrijwillige dienstnemer bij dit korps, bedoeld in artikel 378, 2°;6° de uitzonderlijke verloven voor gevallen van overmacht bedoeld in artikel 379;7° de verloven met een filantropisch doel bedoeld in de artikelen 380 tot 383;8° de borstvoedingspauzes bedoeld in de artikelen 384 tot 386;9° de moederschapsbescherming bedoeld in de artikelen 387 tot 395;10° het vervangend vaderschapsverlof bedoeld in artikel 396;11° het vaderschapsverlof bedoeld in artikel 397;12° het verlof voor de opvang met het oog op adoptie bedoeld in de artikelen 398 en 399;13° het ouderschapsverlof in de vorm van de loopbaanonderbreking bedoeld in artikel 400;14° het ouderschapsverlof bedoeld in artikel 400bis ;15° de verloven om dwingende redenen van familiaal belang bedoeld in de artikelen 401 tot 404;16° het ziekteverlof bedoeld in de artikelen 405 tot 418;17° de dienstvrijstelling wegens preventief geneeskundig onderzoek bedoeld in artikel 419;18° de disponibiliteit wegens ziekte bedoeld in de artikelen 428 tot 432;19° het verlof wegens opdracht bedoeld in de artikelen 435 tot 444;20° de terbeschikkingstelling bedoeld in artikel 445;21° het verlof wegens onderbreking van de beroepsloopbaan teneinde palliatieve zorg te verstrekken bedoeld in artikel 448;22° het verlof wegens loopbaanonderbreking voor de bijstand aan of de verzorging van een gezins- of familielid dat aan een ernstige ziekte lijdt, bedoeld in artikel 449;23° de verloven wegens verminderde prestaties om sociale of familiale redenen bedoeld in de artikelen 454 en 455;24° het politiek verlof bedoeld in de artikelen 474 tot 482;25° het verlof om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen van bepaalde vergaderingen, bedoeld in de artikelen 483 en 484;26° het verlof voor de uitoefening van een ambt in een ministerieel kabinet of een secretariaat, in de algemene beleidscoördinatiecel of in een algemene beleidscel van de leden van de federale Regering, bedoeld in de artikelen 485 tot 490;27° het verlof om een activiteit uit te oefenen bij een erkende politieke groep van een wetgevende vergadering van de Federale Staat, een Gemeenschap of een Gewest, of bij de voorzitter van één van die groepen, bedoeld in de artikelen 491 tot 496;28° het verlof wegens terbeschikkingstelling van de Koning of een Prins of Prinses van België, bedoeld in de artikelen 497 tot 499 »;2° de §§ 3 en 4 worden opgeheven.

Art. 154.In artikel 369, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « krachtens een hem opgelegde arbeidsregeling » vervangen door de woorden « krachtens zijn normale arbeidsregeling ».

Art. 155.In hetzelfde besluit wordt een artikel 370bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 370bis.Indien vereist door het belang van de dienst kunnen de hiernavermelde verloven worden geweigerd aan de personeelsleden van rang A3, aan de directeurs, alsook aan de personeelsleden van de rangen A5, B1, C1 en D1 : 1° het verlof om een stage of een proefperiode te doorlopen bedoeld in artikel 377;2° het verlof om cursussen te volgen bij de school voor civiele bescherming, als vrijwillige dienstnemer bij dit korps, of als leerling die niet tot dat korps behoort bedoeld in artikel 378, 1°;3° het verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het korps civiele bescherming of bij een brandweerkorps als vrijwillige dienstnemer bij dit korps, bedoeld in artikel 378, 2°;4° het verlof voor het begeleiden en bijstaan van minder-validen of zieken tijdens vakantiereizen en -verblijven, bedoeld in artikel 380;5° de disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden bedoeld in de artikelen 433 en 434;6° het verlof wegens onderbreking van de beroepsloopbaan bedoeld in de artikelen 446 en 447;7° het verlof wegens verminderde prestaties om sociale of familiale redenen bedoeld in de artikelen 454 en 455;8° de vrijwillige vierdagenweek bedoeld in de artikelen 462 tot 468;9° de vervroegde halftijdse uittreding bedoeld in de artikelen 469 tot 473.».

Art. 156.In hetzelfde besluit wordt een artikel 370ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 370ter.§ 1. Met uitzondering van de verminderde prestaties om medische redenen bedoeld in de artikelen 414 tot 418, van het verlof wegens onderbreking van de beroepsloopbaan bedoeld in de artikelen 448 en 449 en van het politiek verlof bedoeld in de artikelen 474 tot 482, worden de prestaties van een deeltijdse arbeidsregeling, met name diegene bedoeld in hoofdstuk XIV, geregeld volgens een cyclus van twee weken waarvan de eerste oneven is, aangezien de week op maandag begint en de eerste week van het jaar de week is die de eerste donderdag van het jaar omvat. § 2. Het personeelslid dat wenst te kiezen voor de deeltijdse arbeidsregeling dient een aanvraag via de hiërarchische weg in.

De aanvraag wordt minstens twee maanden vóór de periode ingediend waarin het personeelslid zijn deeltijdse prestaties wenst te leveren.

In de aanvraag wordt op straffe van nietigheid een arbeidstijdsindeling voorgesteld, met inachtneming van § 1.

Bij ontstentenis van kennisgeving van een weigering binnen de maand van de ontvangst van de aanvraag wordt die laatste en de indeling als ingewilligd beschouwd. § 3. De directeur-generaal van het betrokken Directoraat-generaal geeft kennis van de weigering van de voorgestelde arbeidstijdsindeling, evenals van de indelingen die door de Administratie aanvaard kunnen worden, gerangschikt in dalende orde van voorkeur.

Het personeelslid beschikt over vijftien dagen te rekenen van de kennisgeving bedoeld in het tweede lid om de Administratie mede te delen ofwel dat hij kiest voor één van de door de Administratie voorgestelde arbeidstijdsindeling ofwel dat hij van zijn aanvraag afziet.

Bij gebreke van kennisgeving binnen de termijn vastgesteld in het derde lid wordt het personeelslid geacht te hebben gekozen voor de arbeidstijdsindeling die de voorkeur van de Administratie wegdraagt.

Behalve bevordering, mutatie of permutatie kan de arbeidstijdsindeling slechts met de toestemming van het personeelslid worden gewijzigd. § 4. Onverminderd de regeling voorzien in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan mag het personeelslid geen enkele beroepsactiviteit uitoefenen gedurende de periode van de deeltijdse arbeid.

Onder beroepsactiviteit wordt verstaan, elke bezigheid waarvan de opbrengst een beroepsinkomen is als bedoeld in artikel 23 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

Een activiteit uitgeoefend in het kader van een politiek verlof bedoeld in de artikelen 474 tot 482 wordt niet als beroepsactiviteit beschouwd ».

Art. 157.In artikel 372, derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « de Secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken ».

Art. 158.In artikel 373, § 2, eerste lid, worden de woorden « door de behoeften van de dienst » vervangen door de woorden « om redenen buiten zijn wil om ».

Art. 159.Artikel 374 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 160.Artikel 377, vierde lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 161.Artikel 378, derde lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 162.Artikel 380, vierde lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 163.Artikel 388 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « De bezoldiging die verschuldigd is voor de verlenging van nabevallingsverlof toegekend overeenkomstig artikel 391, vierde lid, mag niet meer dan één week dekken ».

Art. 164.Artikel 391 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Op verzoek van de vrouwelijke ambtenaar wordt de periode van arbeidsonderbreking na de negende week verlengd met een periode van één week als het personeelslid wegens ziekte toe te schrijven aan de zwangerschap afwezig is geweest tijdens de hele periode vanaf de zesde week vóór de werkelijke bevallingsdatum of vanaf de achtste week indien er een meervoudige geboorte wordt verwacht ».

Art. 165.Artikel 397 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « de maand » vervangen door de woorden « de drie maanden »;2° in § 2, worden de woorden « dertig dagen » vervangen door de woorden « drie maanden ».

Art. 166.In artikel 400 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 februari 2007, wordt § 1 vervangen als volgt : « § 1. Het personeelslid in dienstactiviteit krijgt bij de geboorte of de adoptie van een kind een ouderschapsverlof dat genomen kan worden : 1° hetzij gedurende een periode van drie maanden in het raam van de volledige loopbaanonderbreking bedoeld in artikel 100 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen;op verzoek van het personeelslid kan deze periode worden opgesplitst in maanden; 2° hetzij gedurende een periode van zes maanden in het raam van de halftijdse loopbaanonderbreking bedoeld in artikel 102 van voornoemde wet;op verzoek van het personeelslid kan deze periode worden opgesplitst in periodes van twee maanden of een veelvoud hiervan; 3° hetzij gedurende een periode van vijftien maanden in het raam van de loopbaanonderbreking met één vijfde zoals bedoeld in artikel 102 van voornoemde wet;op verzoek van het personeelslid kan deze periode worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een veelvoud hiervan.

De ambtenaar heeft de mogelijkheid om bij het opnemen van zijn ouderschapsverlof gebruik te maken van de verschillende modaliteiten vermeld in het eerste lid. Bij een wijziging van opnamevorm moet rekening worden gehouden met het principe dat één maand volledige loopbaanonderbreking gelijk is aan twee maanden halftijdse loopbaanonderbreking en gelijk is aan vijf maanden loopbaanonderbreking met één vijfde.

Indien het verlof opgenomen wordt ter gelegenheid van de geboorte van een kind, dient dat te gebeuren vóór het kind de leeftijd van zes jaar heeft bereikt.

Indien het verlof opgenomen wordt ter gelegenheid van de adoptie van een kind, dient dat te gebeuren vóór het kind de leeftijd van acht jaar heeft bereikt en in een periode van vier jaar die ingaat te rekenen van de inschrijving van het kind als gezinslid in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn woonplaats heeft.

Wanneer het kind voor ten minste 66 % getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler I van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag, wordt het recht op ouderschapsverlof toegekend uiterlijk tot het kind acht jaar wordt.

Aan de voorwaarde van de zesde of de achtste verjaardag moet zijn voldaan uiterlijk gedurende de periode van het ouderschapsverlof ».

Art. 167.Artikel 401, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met 3° en 4°, luidend als volgt : « 3° opvang tijdens de periodes van schoolvakantie van de kinderen die de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt, wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke en geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 % of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag; 4° opvang tijdens de periodes van schoolvakantie van de kinderen die onder het statuut van verlengde minderjarigheid werden geplaatst ».

Art. 168.In artikel 421 van hetzelfde besluit worden in de Franse versie de woorden « le royaume » vervangen door de woorden « le Royaume » en wordt het woord « betekend » vervangen door de woorden « ter kennis gegeven ».

Art. 169.In artikel 422 van hetzelfde besluit worden de woorden « A3 of » ingevoegd tussen het woord « rang » en het woord « A4 » en worden de woorden « A5, B1 of C1 » vervangen door de woorden « A5, B1, C1 of D1 ».

Art. 170.In artikel 425 van hetzelfde besluit worden de woorden « de secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken ».

Art. 171.In boek III, hoofdstuk X, van hetzelfde besluit wordt afdeling IV die de artikelen 433 en 434 bevat, vervangen als volgt : « Afdeling 4. - Disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden

Art. 433.De disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden wordt toegekend voor een periode van minstens drie maanden en van maximum vijf jaar. Elke periode van disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden wordt gevolgd door een periode van dienstactiviteit van minstens zes maanden. Het totaal van de periodes van disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden mag voor de hele loopbaan geen vijf jaar overschrijden.

Art. 434.De ambtenaar wiens afwezigheid de periode overschrijdt waarvoor de disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden toegekend is, wordt geacht ontslag te nemen ».

Art. 172.In artikel 435, § 2, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden « een Ministerie » vervangen door de woorden « de Waalse Overheidsdienst ».

Art. 173.Artikel 437, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Het wordt evenwel wel bezoldigd indien de ambtenaar wordt aangewezen als nationale deskundige : 1° krachtens de beschikking C(2006) 2033 van de Commissie van 1 juni 2006 betreffende de regeling die van toepassing is op de nationale deskundigen die bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd;2° in het kader van het Europese programma « Institution Building » ingesteld bij Verordening (EG) nr.622/98 van de Raad van 16 maart 1998 betreffende de hulp aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie, en inzonderheid de invoering van partnerschappen voor de toetreding. ».

Art. 174.In artikel 441 van hetzelfde besluit worden de woorden « A3 of » ingevoegd tussen het woord « rang » en het woord « A4 » en worden de woorden « A5, B1 of C1 » vervangen door de woorden « A5, B1, C1 of D1 ».

Art. 175.Artikel 444, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Als het personeelslid vervangen is, wordt het gereaffecteerd ».

Art. 176.Artikel 445, § 1, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° in het tweede en het derde lid, vervallen de woorden « en in afwijking van het eerste lid ».

Art. 177.In boek III van hetzelfde besluit wordt hoofdstuk XIII vervangen als volgt : « HOOFDSTUK XIII. - Verlof voor loopbaanonderbreking

Art. 446.De ambtenaar krijgt verlof om zijn loopbaan volledig of ten belope van de helft van de duur van de prestaties die hem normaal worden opgelegd te onderbreken met al dan niet opeenvolgende periodes van ten minste drie maanden en ten hoogste twaalf maanden.

De periodes waarin de ambtenaar zijn loopbaan volledig onderbreekt mogen in totaal tweeënzeventig maanden in de loopbaan niet overschrijden.

De periodes waarin de ambtenaar zijn loopbaan gedeeltelijk onderbreekt mogen in totaal tweeënzeventig maanden in de loopbaan niet overschrijden.

De periodes van volledige en gedeeltelijke onderbreking mogen samengevoegd worden.

Voor de berekening van de periodes van tweeënzeventig maanden wordt geen rekening gehouden met de periodes van loopbaanonderbreking om palliatieve zorg te verstrekken en om een gezins- of familielid dat ernstig ziek is bij te staan of te verzorgen, noch met de periodes van loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof.

Art. 447.In afwijking van artikel 446 kan het personeelslid dat de leeftijd van vijftig jaar heeft bereikt, verlof krijgen om zijn loopbaan te onderbreken ten belope van de helft van de duur van de prestaties die hem normaal worden opgelegd.

Art. 448.In afwijking van artikel 446 kan het personeelslid zijn loopbaan volledig of ten belope van één vijfde of de helft van de duur van de prestaties die hem normaal worden opgelegd voor een duur van één maand, onderbreken, eventueel verlengbaar met één maand, teneinde palliatieve zorg te verstrekken aan een persoon krachtens de artikelen 100bis en 102bis van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.

Onder palliatieve zorg wordt verstaan elke vorm van bijstand en inzonderheid medische, sociale, administratieve en psychologische bijstand en verzorging van personen die lijden aan een ongeneeslijke ziekte en die zich in een terminale fase bevinden.

Het personeelslid dat om deze reden zijn loopbaan wil onderbreken brengt er de overheid waaronder hij ressorteert van op de hoogte, voegt bij die mededeling het aanvraagformulier waarvan model en inhoud bepaald worden door het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, alsmede een attest afgeleverd door de behandelende geneesheer van de persoon die palliatieve zorg behoeft en waaruit blijkt dat het personeelslid zich bereid heeft verklaard deze palliatieve zorg te verlenen, zonder dat hierbij de identiteit van de patiënt wordt vermeld.

De onderbreking neemt een aanvang de eerste dag van de week volgend op de week waarin voornoemde mededeling is geschied.

Art. 449.In afwijking van artikel 446 kan het personeelslid zijn loopbaan volledig of ten belope van één vijfde, één vierde, één derde of de helft van de duur van de prestaties die hen normaal worden opgelegd, onderbreken krachtens de artikelen 100 en 102 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen voor de bijstand aan of de verzorging van een gezins- of familielid tot in de tweede graad dat aan een ernstige ziekte lijdt, per al dan niet opeenvolgende periodes van minstens één maand en maximum drie maanden.

De periodes waarin het personeelslid zijn loopbaan volledig onderbreekt mogen in totaal twaalf maanden per patiënt tijdens de loopbaan niet overschrijden. De periodes waarin het personeelslid zijn loopbaan gedeeltelijk onderbreekt mogen in totaal vierentwintig maanden per patiënt tijdens de loopbaan niet overschrijden.

Voor de toepassing van dit artikel wordt als gezinslid beschouwd, elke persoon die met het personeelslid samenwoont en als familielid, zowel de bloed- als de aanverwanten.

Onder ernstige ziekte dienen elke ziekte of medische interventie te worden verstaan die als dusdanig wordt beschouwd door de behandelende geneesheer en waarvoor laatstgenoemde van mening is dat elke vorm van maatschappelijke, gezins- of mentale bijstand voor het herstel noodzakelijk is.

Het personeelslid dat zijn loopbaan wil onderbreken voor de bijstand aan of de verzorging van een gezins- of familielid dat aan een ernstige ziekte lijdt, licht er de overheid waaronder hij valt over in, voegt bij die mededeling een attest van de behandelend geneesheer van dat gezins- of familielid dat ernstig ziek is en aan de hand waarvan vastgesteld wordt dat het personeelslid zich bereid heeft verklaard de ernstig zieke persoon bij te staan of te verzorgen.

De onderbreking neemt een aanvang de eerste dag van de week volgend op de week waarin voornoemde mededeling is geschied.

Als een kind van hoogstens zestien jaar oud dat uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste valt van de ambtenaar in de zin van artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag ernstig ziek is, worden de maximumperiodes van volledige en gedeeltelijke loopbaanonderbreking op respectievelijk 24 en 48 maanden gebracht indien die ambtenaar alleenstaand is.

De volledige en gedeeltelijke periodes van loopbaanonderbreking kunnen enkel opgenomen worden per periode van minstens één en hoogstens drie maanden, al dan niet opeenvolgend.

In de zin van dit artikel is alleenstaand, de ambtenaar die uitsluitend en daadwerkelijk samenwoont met één of meerdere kinderen.

Bij toepassing van lid 7 van dit artikel verstrekt de alleenstaande ambtenaar daarnaast het bewijs van de samenstelling van zijn gezin middels een attest afgeleverd door de gemeenteoverheid en waaruit blijkt dat de ambtenaar op het ogenblik van de aanvraag uitsluitend en daadwerkelijk met één of meerdere van zijn kinderen samenwoont.

Voor elke verlenging van een periode van volledige en gedeeltelijke loopbaanonderbreking moet de ambtenaar opnieuw dezelfde procedure volgen en de krachtens dit besluit vereiste attesten indienen.

Art. 450.Indien de ambtenaar geen recht heeft op onderbrekingsuitkeringen als gevolg van een beslissing van de directeur van het werkloosheidsbureau of afziet van deze uitkeringen, wordt de loopbaanonderbreking omgezet in non-activiteit.

Lid 1 geldt niet voor de ambtenaren die afstand doen van de onderbrekingsuitkeringen omdat die overeenkomstig de koninklijke besluiten nrs 415, 416 en 418 van 16 juli 1986 niet verenigbaar zijn met het voordeel van een pensioen. Het geldt ook niet voor de ambtenaren die het recht op de onderbrekingsuitkeringen verloren hebben omdat ze de termijn van twaalf maanden zelfstandige activiteit hebben overschreden.

Art. 451.Het verlof wegens loopbaanonderbreking wordt niet bezoldigd en voor het overige wordt het wel gelijkgesteld met dienstactiviteit.

Art. 452.In de loop van een periode van gedeeltelijke loopbaanonderbreking kan de ambtenaar geen verlof om dwingende redenen van familiaal belang krijgen.

Art. 453.Op eigen aanvraag en per aangetekende brief kan de ambtenaar zijn ambt opnieuw opnemen vooraleer de periode van loopbaanonderbreking verlopen is behoudens een opzegperiode van twee maanden, tenzij de overheid waarvan hij afhangt een kortere periode aanvaardt. » .

Art. 178.Artikel 454 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt vervangen door wat volgt : « Art.. 454. § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt de persoon van het één of andere geslacht met wie de ambtenaar als een koppel samenleeft met de echtgenoot/-genote gelijkgesteld.

De ambtenaar mag zijn ambt met verminderde prestaties verantwoord door sociale of familiale redenen uitoefenen indien : 1° hij minstens één kind ten laste heeft dat de leeftijd van 18 jaar niet bereikt heeft;2° zijn gemotiveerde en door elk nuttig bewijs gestaafde aanvraag ertoe strekt een toestand te verhelpen die het gevolg is van moeilijkheden betreffende ofwel : a) de ambtenaar zelf;2° diens echtgenoot/-genote;c) diens kind of het kind van zijn echtgenote/haar echtegenoot;d) het kind dat door de ambtenaar of diens echtgenoot/-genote geadopteerd is;e) het kind van wie de ambtenaar of diens echtgenoot/-genote de pleegvoogd is;f) de bloed- en aanverwanten, ongeacht in welke graad, onder hetzelfde dak wonend als de ambtenaar of te zijnen laste zijnd;g) de bloedverwanten in opgaande lijn in de eerste graad van de ambtenaar of diens echtgenoot/-genote, evenals de broers en zusters van de ambtenaar;h) het kind dat in een gezin opgevangen wordt met het oog op diens adoptie of de uitoefening van een pleegvoogdij;i) het kind voor wie de ambtenaar of diens echtgenoot/-genote als voogd is aangesteld;j) het kind op wie het toezicht aan de ambtenaar of diens echtgenoot/-genote, aangesteld als toeziend voogd, is toevertrouwd;k) de onbekwaamverklaarde op wie het toezicht aan de ambtenaar of diens echtgenoot/-genote, aangesteld als voogd, is toevertrouwd. § 2. Na het advies te hebben ingewonnen van de hiërarchische overste van minstens rang A3 van de betrokken ambtenaar, beoordeelt de directeur-generaal van het betrokken Directoraat-generaal de aangevoerde redenen, en tegelijk spreekt hij zich uit over de verenigbaarheid van de arbeidstijdindeling bedoeld in artikel 370ter, § 2, lid 3. § 3. De ambtenaar die de vergunning bedoeld in § 1 krijgt, moet 50 %, 60 %, 70 %, 80 % of 90 % van de volle arbeidsduur voltooien. Die prestaties worden geleverd met inachtneming van de cyclus bedoeld in artikel 370ter, § 1. § 4. De machtiging voor deeltijdse arbeid wordt toegekend voor een periode van minstens drie maanden die zonder beperking in de tijd verlengbaar is voor zover er redenen van dezelfde aard voorhanden zijn.

Elke verlenging wordt ondergeschikt gemaakt aan een aanvraag van de ambtenaar die ingediend moet worden vóór verstrijken van het lopend verlof.

Mits een vooropzeg van één maand kan de ambtenaar verzoeken dat zijn lopend verlof vóór verstrijken ervan beëindigd wordt.

Het verlof is onbezoldigd. Dat verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. » .

Art. 179.Artikel 455 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 455.Het verlof wegens verminderde prestaties verantwoord door sociale of familiale redenen wordt geschorst zodra één van de volgende verloven aan de ambtenaar wordt toegekend : 1° verlof om een stage of een proefperiode te doorlopen bedoeld in artikel 377;2° verlof om de cursussen te volgen van de school voor civiele bescherming of om in vredestijd prestaties te verrichten bij het korps civiele bescherming, bedoeld in artikel 378;3° bevallingsverlof;4° vervangend vaderschapsverlof bedoeld in artikel 396;5° vaderschapsverlof bedoeld in artikel 397;6° het verlof voor de opvang met het oog op adoptie bedoeld in de artikelen 398 en 399;7° het ouderschapsverlof in de vorm van een onderbreking van de beroepsloopbaan bedoeld in artikel 400;8° ouderschapsverlof bedoeld in artikel 400bis ;9° het verlof om dwingende redenen van familiaal belang bedoeld in de artikelen 401 tot en met 404;10° verlof wegens opdracht bedoeld in de artikelen 435 tot 444;11° het verlof om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen voor sommige vergaderingen bedoeld in de artikelen 483 tot 484;12° het verlof voor de uitoefening van een ambt in een ministerieel kabinet, een secretariaat, in de algemene beleidscoördinatiecel, in een algemene beleidscel van de leden van de federale Regering of in het kabinet van een plaatselijk mandataris, bedoeld in de artikelen 485 tot 490;13° verlof om een activiteit uit te oefenen bij een erkende politieke groep van een wetgevende vergadering van de Federale Staat, een Gemeenschap of een Gewest, of bij de voorzitter van één van die groepen, bedoeld in de artikelen 491 tot en met 496;14° verlof wegens terbeschikkingstelling van de Koning of een Prins of Prinses van België, bedoeld in de artikelen 497 tot en met 499;15° verlof zoals bedoeld in artikel 77, § 1, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;16° voor het verrichten van sommige militaire prestaties in vredestijd en van diensten bij de Civiele Bescherming of van taken van openbaar nut op grond van de wet van 20 februari 1980 houdende coördinatie van de wetten betreffende het statuut van de gewetensbezwaarden.» .

Art. 180.Artikel 456 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 181.In boek III, hoofdstuk XIV, van hetzelfde besluit, wordt afdeling II, bevattende de artikelen 457 tot en met 461, opgeheven.

Art. 182.In boek III, hoofdstuk XIV, van hetzelfde besluit, wordt afdeling III, bevattende de artikelen 462 tot en met 468, vervangen door wat volgt : « Afdeling 3. - De vrijwillige vierdagenweek

Art. 462.De ambtenaar kan kiezen voor een ononderbroken periode van minstens één jaar met de arbeidsregeling van de vierdagenweek waarin hij over vier werkdagen per week vier vijfde van de prestaties die hem normaal zijn opgelegd, levert.

Art. 463.In de vierdagenweekregeling mag de ambtenaar de toelating niet krijgen om om welke reden ook verminderde prestaties te verstrekken, behalve om gezondheidsredenen. Hij mag zich ook niet beroepen op een regeling voor de halftijdse onderbreking van de beroepsloopbaan.

Art. 464.De vierdagenweekregeling wordt geschorst wanneer de ambtenaar in aanmerking komt voor één van de volgende verloven : 1° bevallingsverlof;2° het verlof voor de opvang met het oog op adoptie bedoeld in de artikelen 398 en 399;3° het ouderschapsverlof in de vorm van een onderbreking van de beroepsloopbaan bedoeld in artikel 400;4° ouderschapsverlof bedoeld in artikel 400bis ;5° het verlof om dwingende redenen van familiaal belang bedoeld in de artikelen 401 tot en met 404;6° verlof om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen voor sommige vergaderingen bedoeld in artikel 483;7° verlof wegens loopbaanonderbreking om palliatieve zorgen te verstrekken, bedoeld in artikel 448;8° verlof voor de verlening van bijstand of zorgen aan een lid van zijn gezin of van zijn familieu die aan een ernstige ziekte bedoeld in artikel 449 lijdt.

Art. 465.De ambtenaar die afwezig is om reden van een verlof bedoeld in artikel 464 is tijdens dat verlof niet meer onderworpen aan de bepalingen van de vierdagenweekregeling en is onderworpen aan de bepalingen van het verlof waaronder hij valt. In dat geval wordt de aanvullende wedde vermenigvuldigd met een breukdeel waarvan de teller het aantal dagen weergeeft die tijdens die periode zijn gepresteerd en waarvan de noemer het aantal dagen weergeeft die gepresteerd zouden zijn als het verlof niet was toegestaan.

Art. 466.De ambtenaar die voor de vierdagenweek kiest, krijgt de wedde die verschuldigd is voor zijn verminderde prestaties, verhoogd met een aanvullende wedde van 70,14 euro per maand die volledig deel uitmaakt van de wedde.

De wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld is van toepassing op de aanvullende wedde waarvan het bedrag gekoppeld wordt aan spilindex 138,01 van 1 januari 1990.

Art. 467.De periode van afwezigheid van de ambtenaar wordt beschouwd als een verlofperiode en wordt voor het overige gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.

Art. 468.De ambtenaar mag de vierdagenweekregeling beëindigen mits een vooropzeg van drie maanden, tenzij de overheid waaronder hij ressorteert op zijn eigen verzoek een kortere termijn aanvaardt. » .

Art. 183.In boek III, hoofdstuk XIV, van hetzelfde besluit, wordt afdeling IV, bevattende de artikelen 469 tot en met 473, vervangen door wat volgt : « Afdeling 4. - Vervroegde halftijdse uittreding

Art. 469.De ambtenaar heeft vanaf vijfenvijftig jaar het recht om halftijds te werken tot op de datum van zijn vervroegde opruststelling of wegens het bereiken van de leeftijdgrens.

Art. 470.Als de hiërarchische meerdere van minstens rang A2 oordeelt dat de ambtenaar wegens zijn specifieke kennis, bekwaam- of vaardigheden of wegens het belang van de hem opgelegde opdracht volgens de voltijdse arbeidsregeling moet blijven werken, kan hij de opening van het recht op de vervroegde uittreding uitstellen tot een latere datum dan die, welke de ambtenaar gekozen heeft, zonder dat de periode die tussen de door laatstgenoemde gekozen datum en de datum die de hiërarchische meerdere beter past, meer mag bedragen dan zes maanden.

Art. 471.De hiërarchische meerdere bedoeld in artikel 470 beschikt, om dat artikel in te roepen, over een termijn van vijftien dagen te rekenen van de dag volgend op de indiening van het verzoek.

Art. 472.De periode van afwezigheid van de ambtenaar wordt beschouwd als een verlofperiode en wordt voor het overige gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. Hij kan zijn aanspraak op bevordering evenwel niet doen gelden.

De ambtenaar kan ook geen verlof wegens dwingende redenen van familiaal belang krijgen noch de toelating krijgen om verminderde prestaties te verrichten om ongeacht welke redenen behalve om gezondheidsredenen, noch een halftijdse loopbaanonderbreking krijgen.

Art. 473.Middels een vooropzeg van drie maanden kunnen de Regering en de ambtenaar te allen tijde de arbeidsregeling waarvan sprake in artikel 469 in de loop ervan beëindigen. In dat geval mag de ambtenaar geen nieuwe aanvraag voor een vervroegde halftijdse uittreding meer indienen. » .

Art. 184.Artikel 476, lid 1, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in 2° worden, in de Franse versie de woorden « l'aide » vervangen door de woorden « l'action »;2° in 5° worden de woorden « van de Franse Gemesnschapscommissie of » ingevoegd tussen de woorden « van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie » en de woorden « van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ».

Art. 185.In artikel 477, 2°, 3° en 5°, worden, in de Franse versie de woorden « l'aide » vervangen door de woorden « l'action »;

Art. 186.In artikel 478, lid 1, 3°, worden, in de Franse versie de woorden « l'aide » vervangen door de woorden « l'action ».

Art. 187.Artikel 481, lid 2, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 188.Artikel 482, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1 wordt lid 2 vervangen als volgt : « Op dat ogenblik wordt de ambtenaar opnieuw in het genot van zijn statutaire rechten gesteld.Als hij vervangen is, wordt hij gereaffecteerd. »; 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De betrekking waarvan de ambtenaar met verlof titularis is kan vacant worden verklaard op voorwaarde dat de afwezigheid minstens één jaar bedraagt en de betrekking van rang A3 of A4 is of beantwoordt aan een staffunctie in de rang A5, B1, C1 of D1. » .

Art. 189.In artikel 483 van hetzelfde besluit worden de woorden « Gewest- en Gemeenschapsraden » vervangen door de woorden « Parlementen van Gemeenschap en Gewest ».

Art. 190.Artikel 488 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 488.De betrekking waarvan de ambtenaar met verlof titularis is kan vacant worden verklaard op voorwaarde dat de afwezigheid minstens één jaar bedraagt en de betrekking van rang A3 of A4 is of beantwoordt aan een staffunctie in de rang A5, B1, C1 of D1. » .

Art. 191.In artikel 489, lid 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « van de Regering » vervangen door de woorden « van de overheid ».

Art. 192.Artikel 490 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 490.Zodra zijn verlof ophoudt, bekleedt de ambtenaar die in zijn betrekking niet vervangen is, die betrekking bij wederopname van zijn activiteit. Als hij vervangen is, wordt hij gereaffecteerd. » .

Art. 193.Artikel 494 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 494.De betrekking waarvan de ambtenaar met verlof titularis is kan vacant worden verklaard op voorwaarde dat de afwezigheid minstens één jaar bedraagt en de betrekking van rang A3 of A4 is of beantwoordt aan een staffunctie in de rang A5, B1, C1 of D1. » .

Art. 194.Artikel 496 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 496.Zodra zijn verlof ophoudt, bekleedt de ambtenaar die in zijn betrekking niet vervangen is, die betrekking bij wederopname van zijn activiteit. Als hij vervangen is, wordt hij gereaffecteerd. » .

Art. 195.In artikel 497 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « door de Minister van Ambtenarenzaken ».

Art. 196.Artikel 499, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° lid 1 wordt vervangen als volgt : « De betrekking waarvan de ambtenaar met verlof titularis is kan vacant worden verklaard op voorwaarde dat de afwezigheid minstens één jaar bedraagt en de betrekking van rang A3 of A4 is of beantwoordt aan een staffunctie in de rang A5, B1, C1 of D1.» ;; 2° lid 3 wordt vervangen als volgt : « Als hij vervangen is, wordt hij gereaffecteerd.» .

Art. 197.In artikel 503, lid 2, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2008, worden de woorden « 1 januari 2009 » vervangen door de woorden « 1 januari 2011 ».

Art. 198.In artikel 515 van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door volgende bepaling : « 2° directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken ambtenaar-generaal van rang A2 bevoegd voor personeelsaangelegenheden ».

Art. 199.In artikel 520 van hetzelfde besluit wordt lid 3 vervangen door volgende bepaling : « De directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken weigert de terugbetaling van reiskosten voor niet gerechtvaardigde verplaatsingen; hij vermindert ze als ze overdreven zouden zijn of voorkomen hadden kunnen worden. » .

Art. 200.In artikel 523, lid 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken ».

Art. 201.In artikel 526, lid 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, wordt 1° vervangen door wat volgt : « 1° 1e klasse : de begunstigden die houder zijn van een graad van niveau A, B en C en van rang D1, ».

Art. 202.In artikel 530, lid 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden « De personeelsleden en de ambtenaren-generaal die houder zijn van een graad in de rangen A3, A2 en A1 » vervangen door de woorden « De ambtenaren-generaal ».

Art. 203.In artikel 532 van hetzelfde besluit worden de woorden « De Ministeries » vervangen door de woorden « De Waalse Overheidsdienst ».

Art. 204.In artikel 535, lid 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « het Ministerie » vervangen door de woorden « het Gewest ».

Art. 205.Artikel 536 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in lid 1 wordt het woord « secretaris-generaal » vervangen door de woorden « directeur-generaal van wie ze afhangen »;2° er wordt een lid 5 ingevoegd, luidend als volgt : « De vergoeding wordt toegekend door de directeur-generaal van wie de begunstigde afhangt, na advies van de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken ».

Art. 206.In artikel 545 van hetzelfde besluit worden de woorden « De secretaris-generaal » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken ».

Art. 207.In artikel 557, lid 1,van hetzelfde besluit worden de woorden « bij de Secretaris-generaal of diens afgevaardigde » vervangen door de woorden « de directeur-generaal Personeel en Algemene Zaken of diens afgevaardigde ».

Art. 208.In artikel 570, § 2, van hetzelfde besluit vervallen, in de Franse versie, de woorden « ses cohabitants » tussen de woorden « de celui-ci » en « conservent ».

Art. 209.In bijlage II bij hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° afdeling I, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 15 april 2005 en 13 september 2007, wordt gewijzigd als volgt : a) in de tabellen worden, in de kolom « niveau », de cijfers « 1 », « 2+ », « 2 » en « 3 » vervangen door de respectievelijke letters « A », « B », « C » en « D »;b) de lijn « 1 - A6 - beroep 35 - wetenschappelijk attaché » wordt vervangen door de lijn « A - A5 en A6 - beroep 35 - wetenschappelijk attaché »;c) in de tabel van niveau 2+, beroep 36, vervallen de woorden « - in uitdoving »;d) in de tabel van niveau 2+ worden volgende woorden ingevoegd : « 59bis.sociaal inspecteur »; 2° in afdeling II, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 15 april 2005, 15 februari 2007 en 13 september 2007 : a) in rubriek a) : aa) worden de woorden « van niveau 1 » vervangen door de woorden « van niveau A »; ab) wordt punt 1° opgeheven; ac) wordt 2° vervangen als volgt : « 2° schriftelijke communicatie; »; b) rubriek b) : ba) worden de woorden « van niveau 2 » vervangen door de woorden « van niveau B »; bb) wordt 1° opgeheven; bc) wordt 2° vervangen als volgt : « 2° schriftelijke communicatie; »; c) in rubriek c) : ca) worden de woorden « van niveau 2 » vervangen door de woorden « van niveau C »; cb) wordt 1° opgeheven. cc) wordt 2° vervangen als volgt : « 2° schriftelijke communicatie; »; d) in rubriek d) worden de woorden « van rang D3 niveau D3 » vervangen door de woorden « in niveau D, schaal D3 »;e) in rubriek e) worden de woorden « van rang D4 van niveau 3 » vervangen door de woorden « in niveau D, schaal D4 »;3° in afdeling III, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 15 februari 2007 en 13 september 2007 : a) in de kolom « niveau » worden de cijfers « 1 », « 2+ » en « 2 » vervangen door de respectievelijke letters « A », « B » en « C »;b) in de tabel van niveau 2+, niveau B geworden, kolom beroep, worden de woorden « 1°bis administratief » ingevoegd voor de woorden « 2° landbouwkunde »;4° in afdeling IV, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007 : a) in onderafdeling I : aa) worden de woorden « naar niveau 1 » vervangen door de woorden « naar niveau A »; aa) worden de woorden « naar niveau 1 » telkens vervangen door de woorden « naar niveau A »; a) in onderafdeling II : ba) worden, in het opschrift, de woorden « naar niveau 2 » vervangen door de woorden « naar niveau B »; bb) worden de woorden « naar niveau 2 » telkens vervangen door de woorden « naar niveau B »; bc) de woorden « van rang B3° » vervangen door de woorden « van rang B2 »; a) in onderafdeling III : ca) worden, in het opschrift, de woorden « naar niveau 2 » vervangen door de woorden « naar niveau C »; cb) worden de woorden « naar niveau 2 » telkens vervangen door de woorden « naar niveau B »; cc) wordt onder 2° littera a aangvuld met de woorden « en overheidsopdrachten »; bc) worden in 3° de woorden « van rang C3° » vervangen door de woorden « van rang C2 ».

Art. 210.In bijlage III, hoofdstuk 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « NIVEAU 1 » vervangen door de woorden « NIVEAU A », de woorden « NIVEAU 2+ » vervangen door de woorden « NIVEAU B », de woorden « NIVEAU 2 » door de woorden « NIVEAU C » en de woorden « NIVEAU 3 - NIVEAU 4 » vervangen door de woorden « NIVEAU D ».

Art. 211.Bijlage XIII van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007, wordt vervangen door bijlage 1 bij dit besluit.

Art. 212.Bijlage XIV van hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 2 bij dit besluit. HOOFDSTUK II. - Wijziging in het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode

Art. 213.In artikel 9, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode wat betreft de ambtenaren-generaal wordt het getal « 348 » vervangen door het getal « 356 ». HOOFDSTUK III. - Wijziging in het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende Ambtenarenzaken, met het oog op de integratie van het huidige niveau 4 in het niveau 3

Art. 214.In artikel 26 van het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2007 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende Ambtenarenzaken, met het oog op de integratie van het huidige niveau 3 in het niveau 4, wordt het volgende gewijzigd : 1° in § 1, lid 1, 2°, worden, na de woorden « in de rang D3 » de woorden toegevoegd « of houders van ambten die overeenstemmen met één van de beroepen vermeld onder de nummers 74 tot 79 van de tabel opgenomen in bijlage I »;2° in § 5 vervallen de woorden « op 31 december 2006 ». HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 215.De schaalanciënniteit, verworven in de voormalige graad, geldt als schaalanciënniteit in de nieuwe graad.

Art. 216.Zolang de gegevensbank waarvan sprake in artikel 71, § 1, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode niet operationeel is, geldt de procedure voor de oproep tot het indienen van kandidaturen waarvan sprake in artikel 16 van hetzelfde besluit eveneens voor de mutatie.

Art. 217.Zolang de gegevensbank waarvan sprake in artikel 79, § 2, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 2003 december 2 houdende de Waalse Ambtenarencode niet operationeel is, wordt de procedure voor de toekenning van de via interne of externe mobiliteit vacant verklaarde betrekkingen tot het indienen van kandidaturen vastgesteld overeenkomstig de leden 2 tot en met 6.

De voorwaarden moeten verenigd zijn op de dag waarop de betrekking vacant wordt verklaard en op de dag van de interne of externe mobiliteitsmaatregel.

Voor de betrekkingen wordt er een enige oproep tot de kandidaten voor de interne of externe mobiliteit bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De oproep tot de kandidaten omvat een functieprofiel.

Op straffe van nietigheid : 1° bedraagt de termijn voor de indiening van de kandidaturen tien dagen, te rekenen van de datum van bekendmaking van de oproep in het Belgisch Staatsblad ;2° vermeldt de ambtenaar die kandidaat is voor meerdere betrekkingen zijn voorkeur in dalende volgorde en in Arabische cijfers;3° de kandidatuur voor elke betrekking van directeur of eerste attaché wordt gemotiveerd en gaat vergezeld van een curriculum vitae overeenstemmend met het model opgenomen in bijlage VI bij het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode;4° de kandidaturen worden bij postschrijven ingediend. De procedure voor de oproep tot het indienen van kandidaturen mag niet opgestart worden tussen 1 juli en 31 augustus.

Art. 218.Artikel 91ter, § 2, lid 3 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode is niet van toepassing op de vormingsessies op initiatief van de ambtenaar die aan de gang is op 12 april 2007; voor die sessies wordt de toekenning van de vergoeding wegens reiskosten geregeld bij de bepalingen geldend voor 12 april 2007.

Art. 219.§ 1. Ter afwijking van de artikelen 55 en 56 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003, zoald gewijzigd bij dit besluit, worden bevorderd bij schaalverhoging tot 31 december 2009 : 1° de eerstaanwezend gegradueerden in de schaal B1, in dezelfde voorwaarden als die, geldend voor de bevordering bij verhoging in graad tot de graad van eerste gegradueerde vóór de inwerkingtreding van dit besluit;2° de eerstaanwezend assistenten in de schaal C1, in dezelfde voorwaarden als die, geldend voor de bevordering bij verhoging in graad tot de graad van eerste assistent vóór de inwerkingtreding van dit besluit;3° de eerstaanwezend adjuncten in de schaal D1, in dezelfde voorwaarden als die, geldend voor de bevordering bij verhoging in graad tot de graad van eerste adjunct vóór de inwerkingtreding van dit besluit. § 2. De grens van zestien percent, als bedoeld in artikel 49, lid 1, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode in de versie geldend vóór dit besluit wordt tegelijk berekend op grond van het totale aantal ambtenaren van de betrokken niveaus in de Waalse Overheidsdienst en op grond van de ambtenaren uit het Ministerie van het Waalse Gewest en het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer. § 3. De grens van twintig percent, als bedoeld in artikel 49, lid 1,van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode in de versie geldend vóór dit besluit wordt tegelijk berekend op grond van het totale aantal ambtenaren van de betrokken niveaus in de Waalse Overheidsdienst en op grond van de ambtenaren uit het Ministerie van het Waalse Gewest en het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer.

Art. 220.In afwijking van artikel 296 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, in zijn lezing voortvloeiende uit dit besluit, bedraagt de duur van de stage voor de contractuele personeelsleden, aangeworven als wetenschappelijke attachés, één jaar.

Art. 221.Het besluit van de Waalse Regering van 18 maart 2004 betreffende de vrijwillige vierdagenweek en het verlof wegens loopbaanonderbreking, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 1 april 2004, wordt opgeheven.

Art. 222.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2009, behalve artikel 214, dat uitwerking heeft op 1 januari 2007.

Art. 223.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 27 maart 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD

Bijlage 1 Bijlage XIII. - Weddeschalen op jaarbasis

NIVEAU A

Weddeschalen

A6

A6S

A5

A5S

Tussentijdse

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

verhogingen

10/2 x 957,68

10/2 x 957,68

10/2 x 1135,17

10/2 x 957,68

Zesjaarlijkse

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

0

21.112,38

26.619,13

25.507,13

31.535,34

1

21.735,98

27.242,73

26.130,73

32.158,94

2

22.359,58

27.866,33

26.754,33

32.782,54

3

22.983,18

28.489,93

27.377,93

33.406,14

4

22.983,18

28.489,93

27.377,93

33.406,14

5

23.940,86

29.447,61

28.513,10

34.363,82

6

24.191,24

29.697,99

28.763,48

34.614,20

7

25.148,92

30.655,67

29.898,65

35.571,88

8

25.148,92

30.655,67

29.898,65

35.571,88

9

26.106,60

31.613,35

31.033,82

36.529,56

10

26.106,60

31.613,35

31.033,82

36.529,56

11

27.064,28

32.571,03

32.168,99

37.487,24

12

27.314,66

32.821,41

32.419,37

37.737,62

13

28.272,34

33.779,09

33.554,54

38.695,30

14

28.272,34

33.779,09

33.554,54

38.695,30

15

29.230,02

34.736,77

34.689,71

39.652,98

16

29.230,02

34.736,77

34.689,71

39.652,98

17

30.187,70

35.694,45

35.824,88

40.610,66

18

30.438,08

35.944,83

36.075,26

40.861,04

19

31.395,76

36.902,51

37.210,43

41.818,72

20

31.395,76

36.902,51

37.210,43

41.818,72

21

32.353,44

37.860,19

38.345,60

42.776,40

22

32.353,44

37.860,19

38.345,60

42.776,40

23

33.311,12

38.817,87

39.480,77

43.734,08

24

33.561,50

39.068,25

39.731,15

43.984,46

25

33.561,50

39.068,25

39.731,15

43.984,46

26

33.561,50

39.068,25

39.731,15

43.984,46

27

33.561,50

39.068,25

39.731,15

43.984,46

28

33.561,50

39.068,25

39.731,15

43.984,46

29

33.561,50

39.068,25

39.731,15

43.984,46

30

33.811,88

39.318,63

39.981,53

44.234,84


NIVEAU A

Weddeschalen

A4bis

A4

A4S

Tussentijdse

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

verhogingen

10/2 x 1260,36

10/2 x 1260,36

10/2 x 1260,36

Zesjaarlijkse

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

0

32.734,24

33.478,24

35.762,53

1

33.357,84

34.101,84

36.386,13

2

33.981,44

34.725,44

37.009,73

3

34.605,04

35.349,04

37.633,33

4

34.605,04

35.349,04

37.633,33

5

34.865,40

36.609,40

38.893,69

6

36.115,78

36.859,78

39.144,07

7

37.376,14

38.120,14

40.404,43

8

37.376,14

38.120,14

40.404,43

9

38.636,50

39.380,50

41.664,79

10

38.636,50

39.380,50

41.664,79

11

39.896,86

40.640,86

42.925,15

12

40.147,24

40.891,24

43.175,53

13

41.407,60

42.151,60

44.435,89

14

41.407,60

42.151,60

44.435,89

15

42.667,96

43.411,96

45.696,25

16

42.667,96

43.411,96

45.696,25

17

43.928,32

44.672,32

46.956,61

18

44.178,70

44.922,70

47.206,99

19

45.439,06

46.183,06

48.467,35

20

45.439,06

46.183,06

48.467,35

21

46.699,42

47.443,42

49.727,71

22

46.699,42

47.443,42

49.727,71

23

47.959,78

48.703,78

50.988,07

24

48.210,16

48.954,16

51.238,45

25

48.210,16

48.954,16

51.238,45

26

48.210,16

48.954,16

51.238,45

27

48.210,16

48.954,16

51.238,45

28

48.210,16

48.954,16

51.238,45

29

48.210,16

48.954,16

51.238,45

30

48.460,54

49.204,54

51.488,83


NIVEAU A

Weddeschalen

A3

Abis

A2

A1

Tussentijdse

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

verhogingen

10/2 x 1260,36

10/2 x 1608,27

10/2 x 1608,27

10/2 x 1608,27

Zesjaarlijkse

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

0

40.790,86

46.166,58

46.910,59

52.486,11

1

41.414,46

46.790,18

47.534,19

53.109,71

2

42.038,06

47.413,78

48.157,79

53.733,31

3

42.661,66

48.037,38

48.781,39

54.356,91

4

42.661,66

48.037,38

48.781,39

54.356,91

5

43.922,02

49.645,65

50.389,66

55.965,18

6

44.172,40

49.896,03

50.640,04

56.215,56

7

45.432,76

51.504,30

52.248,31

57.823,83

8

45.432,76

51.504,30

52.248,31

57.823,83

9

46.693,12

53.112,57

53.856,58

59.432,10

10

46.693,12

53.112,57

53.856,58

59.432,10

11

47.953,48

54.720,84

55.464,85

61.040,37

12

48.203,86

54.971,22

55.715,23

61.290,75

13

49.464,22

56.579,49

57.323,50

62.899,02

14

49.464,22

56.579,49

57.323,50

62.899,02

15

50.724,58

58.187,76

58.931,77

64.507,29

16

50.724,58

58.187,76

58.931,77

64.507,29

17

51.984,94

59.796,03

60.540,04

66.115,56

18

52.235,32

60.046,41

60.790,42

66.365,94

19

53.495,68

61.654,68

62.398,69

67.974,21

20

53.495,68

61.654,68

62.398,69

67.974,21

21

54.756,04

63.262,95

64.006,96

69.582,48

22

54.756,04

63.262,95

64.006,96

69.582,48

23

56.016,40

64.871,22

65.615,23

71.190,75

24

56.266,78

65.121,60

65.865,61

71.441,13

25

56.266,78

65.121,60

65.865,61

71.441,13

26

56.266,78

65.121,60

65.865,61

71.441,13

27

56.266,78

65.121,60

65.865,61

71.441,13

28

56.266,78

65.121,60

65.865,61

71.441,13

29

56.266,78

65.121,60

65.865,61

71.441,13

30

56.517,16

65.371,98

66.115,99

71.691,51


NIVEAU B

Weddeschalen

B3

B2

B1bis (B2+2.500)

B1

Tussentijdse

3/1 x 252,18

3/1 x 252,18

3/1 x 252,18

3/1 x 252,18

verhogingen

1/2 x 292,59

1/2 x 292,59

1/2 x 292,59

1/2 x 292,59

1/2 x 390,03

1/2 x 390,03

1/2 x 390,03

1/2 x 390,03

2/2 x 672,31

2/2 x 672,31

2/2 x 672,31

2/2 x 672,31

9/2 x 588,30

9/2 x 588,30

9/2 x 588,30

9/2 x 588,30

Zesjaarlijkse

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

0

15.849,72

19.345,74

21.845,74

24.986,67

1

16.101,90

19.597,92

22.097,92

25.238,85

2

16.354,08

19.850,10

22.350,10

25.491,03

3

16.606,26

20.102,28

22.602,28

25.743,21

4

16.006,26

20.102,28

22.602,28

25.743,21

5

16.898,85

20.394,87

22.894,87

26.035,80

6

17.149,23

20.645,25

23.145,25

26.286,18

7

17.539,26

21.035,28

31.535,28

26.676,21

8

17.539,26

21.035,28

23.535,28

26.676,21

9

18.211,57

21.707,59

24.207,59

27.348,52

10

18.211,57

21.707,59

24.207,59

27.348,52

11

18.883,88

22.379,90

24.879,90

28.020,83

12

19.134,26

22.630,28

25.130,28

28.271,21

13

19.722,56

23.218,58

25.718,58

28.859,51

14

19.722,56

23.218,58

25.718,58

28.859,51

15

20.310,86

23.806,88

26.306,88

29.447,81

16

20.310,86

23.806,88

26.306,88

29.447,81

17

20.899,16

24.395,18

26.895,18

30.036,11

18

21.149,54

24.645,56

27.145,56

30.286,49

19

21.737,84

25.233,86

27.733,86

30.874,79

20

21.737,84

25.233,86

27.733,86

30.874,79

21

22.326,14

25.822,16

28.322,16

31.463,09

22

22.326,14

25.822,16

28.322,16

31.463,09

23

22.914,44

26.410,46

28.910,46

32.051,39

24

23.164,82

26.660,84

29.160,84

32.301,77

25

23.753,12

27.249,14

29.749,14

32.890,07

26

23.753,12

27.249,14

29.749,14

32.890,07

27

24.341,42

27.837,44

30.337,44

33.478,37

28

24.341,42

27.837,44

30.337,44

33.478,37

29

24.929,72

28.425,74

30.925,74

34.066,67

30

25.180,10

28.676,12

31.176,12

34.317,05


NIVEAU C

Weddeschalen

C3

C2

C1bis (C2+2.500)

C1

Tussentijdse

3/1 x 267,31

3/1 x 267,31

3/1 x 267,31

3/1 x 267,31

verhogingen

1/2 x 267,31

1/2 x 267,31

1/2 x 267,31

1/2 x 267,31

1/2 x 356,34

1/2 x 356,34

1/2 x 356,34

1/2 x 356,34

2/2 x 712,64

2/2 x 712,64

2/2 x 712,64

2/2 x 712,64

9/2 x 623,60

9/2 x 623,60

9/2 x 623,60

9/2 x 623,60

Zesjaarlijkse

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

0

13.668,39

16.880,14

19.380,14

21.801,44

1

13.935,70

17.147,45

19.647,45

22.068,75

2

14.203,01

17.414,76

19.914,76

22.336,06

3

14.470,32

17.682,07

20.182,07

22.603,37

4

14.470,32

17.682,07

20.182,07

22.603,37

5

14.737,63

17.949,38

20.449,3.8

22.870,68

6

14.988,01

18.199,76

20.699,76

23.121,06

7

15.344,35

18.556,10

21.056,10

23.477,40

8

15.344,35

18.556,10

21.056,10

23.477,40

9

16.056,99

19.268,74

21.768,74

24.190,04

10

16.056,99

19.268,74

21.768,74

24.190,04

11

16.769,63

19.981,38

22.481,38

24.902,68

12

17.020,01

20.231,76

22.731,76

25.153,06

13

17.643,61

20.855,36

23.355,36

25.776,66

14

17.643,61

20.855,36

23.355,36

25.776,66

15

18.267,21

21.478,96

23.978,96

26.400,26

16

18.267,21

21.478,96

23.978,96

26.400,26

17

18.890,81

22.102,56

24.602,56

27.023,86

18

19.141,19

22.352,94

24.852,94

27.274,24

19

19.764,79

22.976,54

25.476,54

27.897,84

20

19.764,79

22.976,54

25.476,54

27.897,84

21

20.388,39

23.600,14

26.100,14

28.521,44

22

20.388,39

23.600,14

26.100,14

28.521,44

23

21.011,99

24.223,74

26.723,74

29.145,04

24

21.262,37

24.474,12

26.974,12

29.395,42

25

21.885,97

25.097,72

27.597,72

30.019,02

26

21.885,97

25.097,72

27.597,72

30.019,02

27

22.509,57

25.721,32

28.221,32

30.642,62

28

22.509,57

25.721,32

28.221,32

30.642,62

29

23.133,17

26.344,92

28.844,92

31.266,22

30

23.383,55

26.595,30

29.095,30

31.516,60


NIVEAU D

Weddeschalen

D4

D3

D2

D1bis (D2+1.500)

D1

Tussentijdse

3/1 x 140,09

3/1 x 112,97

3/1 x 140,09

3/1 x 140,09

3/1 x 140,09

verhogingen

5/2 x 194,67

2/2 x 58,17

5/2 x 194,67

5/2 x 194,67

5/2 x 194,67

6/2 x 266,78

1/2 x 60,40

6/2 x 266,78

6/2 x 266,78

6/2 x 266,78

2/2 x 419,35

2/2 x 194,67

2/2 x 419,35

2/2 x 419,35

2/2 x 419,35

6/2 x 266,78


2/2 x 419,35


Zesjaarlijkse

5/6x250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

0

12.518,38

13.257,38

15.444,96

16.944,38

18.749,62

1

12.658,47

13.370,35

15.585,05

17.085,05

18.889,71

2

12.798,56

13.483,32

15.725,14

17.225,14

19.029,80

3

12.938,65

13.596,29

15.865,23

17.365,23

19.169,89

4

12.938,65

13.596,29

15,865,23

17.365,23

19.169,89

5

13.133,32

13.654,46

16.059,90

17.559,90

19.364,56

6

13.383,70

13.904,84

16.310,28

17.810,28

19.614,94

7

13.578,37

13.963,01

16.504,95

18.004,95

19.809,61

8

13.578,37

13.963,01

16.504,95

18.004,95

19.809,61

9

13.773,04

14.023,41

16.699,62

18.199,62

20.004,28

10

13.773,04

14.023,41

16.699,62

18.199,62

20.004,28

11

13.967,71

14.218,08

16.894,29

18.394,29

20.198,95

12

14.218,09

14.468,46

17.144,67

18.644,67

20.449,33

13

14.412,76

14.663,13

17.339,34

18.839,34

20.644,00

14

14.412,76

14.663,13

17.339,34

18.839,34

20.644,00

15

14.679,54

14.929,91

17.606,12

19.106,12

20.910,78

16

14.679,54

14.929,91

17.606,12

19.106,12

20.910,78

17

14.946,32

15.196,69

17.872,90

19.372,90

21.177,56

18

15.196,70

15.447,07

18.123,28

19.623,28

21.427,94

19

15.463,48

15.713,85

18.390,06

19.890,06

21.694,72

20

15.463,48

15.713,85

18.390,06

19.890,06

21.694,72

21

15.730,26

15.980,63

18.656,84

20.156,84

21.961,50

22

15.730,26

15.980,63

18.656,84

20.156,84

21.961,50

23

15.997,04

16.247,41

18.923,62

20.423,62

22.228,28

24

16.247,42

16.497,79

19.174,00

20.674,00

22.478,66

25

16.514,20

16.764,57

19.440,78

20.940,78

22.745,44

26

16.514,20

16.764,57

19.440,78

20.940,78

23.745,44

27

16.933,55

17.183,92

19.860,13

21.360,13

23.164,79

28

16.933,55

17.183,92

19.860,13

21.360,13

23.164,79

29

17.352,90

17.603,27

20.279,48

21.779,48

23.584,14

30

17.603,28

17.853,65

20.529,86

22.029,86

23.834,52


Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2009 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de Waalse openbare besturen.

Namen, 27 maart 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD

Bijlage 2 Bijlage XIV. - Lijst van de diensten en instellingen die ertoe gemachtigd zijn om wetenschappelijke personeelsleden tewerk te stellen 1° het « Institut scientifique de service public » (Openbaar Wetenschappelijk Instituut);2° « Conseil wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique » (Waalse Raad voor Evaluatie, Toekomstwetenschap en Statistiek);3° Waals Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek;4° Departement Technische Expertise van het operationele Directoraat-generaal Wegen en Gebouwen;5° Departement Onderzoek en Beleidsondersteuning van het operationeel Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen. Namen, 27 maart 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD

^