Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 20 september 2012
gepubliceerd op 06 februari 2013

Besluit van de Waalse Regering tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren

bron
waalse overheidsdienst
numac
2013200650
pub.
06/02/2013
prom.
20/09/2012
ELI
eli/besluit/2012/09/20/2013200650/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Waalse Regering tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het decreet van 26 januari 2012 tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke "Ecole d'Administration publique" (Openbare Bestuursschool) voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Ambtenarencode;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 november 2010;

Gelet op de instemming van de minister van Begroting, gegeven op 9 december 2010;

Gelet op de instemming van de minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 9 december 2010;

Gelet op protocol nr. 577 van Sectorcomité nr. XVI, opgesteld op 22 juni 2012;

Gelet op advies nr. 50.047/2 van de Raad van State, gegeven op 11 april 2012;

Gelet op advies nr. 51.606/2/V van de Raad van State, gegeven op 16 juli 2012, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de samenwerkingsovereenkomst gesloten op 10 november 2011 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest tot oprichting van een Openbare bestuursschool die gemeenschappelijk is aan de Franse Gemeenschap en aan het Waalse Gewest;

Gelet op de samenwerkingsovereenkomst gesloten op 20 september 2012 tussen de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het getuigschrift management openbare besturen voor de toegang tot de betrekkingen onderworpen aan de mandaatregeling binnen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest;

Op de voordracht van de minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Mandatenregeling

Artikel 1.In Boek II van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, wordt Titel II met de artikelen 339 tot 360, die vervangen zijn bij het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode en die gewijzigd zijn bij het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2009 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het Waalse ambtenarenapparaat, vervangen door de volgende bepalingen : "TITEL II. - Mandaatregeling HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en toegangsvoorwaarden

Art. 339.Per mandaat worden toegewezen, overeenkomstig de bepalingen van deze titel : 1° binnen de diensten van de Regering, de betrekkingen van ambtenaren-generaal, met uitzondering van de betrekkingen van deskundige-inspecteur-generaal, van rang A3, bedoeld in de artikelen 6 en 10, § 3;2° binnen de in artikel 1 bedoelde instellingen, de betrekkingen van leidende ambtenaren-generaal tenzij het decreet houdende oprichting van bedoelde instelling daar anders over beslist.

Art. 340.De kandidaat voor een mandaat moet uiterlijk op de vervaldatum van de voor de indiening van de kandidaturen voorgeschreven termijn lid zijn van de pool van kandidaten bedoeld in artikel 341/8.

Art. 341.In afwijking van artikel 19 kan niemand voor een mandaat aangewezen worden als hij niet voldoet aan volgende voorwaarden : 1° van een gedrag zijn in overeenstemming met de vereisten van de functie;2° de burgerlijke en politieke rechten genieten;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie;4° voldoen aan de wetten op de dienstplicht;5° het bewijs leveren van het medisch attest vereist om de functie uit te oefenen;6° niet houder zijn van een politiek mandaat dat voor een ambtenaar een politiek verlof van meer dan vier dagen per maand meebrengt;7° niet houder zijn van één van de volgende politieke mandaten : schepen, burgemeester of voorzitter van de raad sociale actie;8° overeenkomstig de artikelen 476 en 477, niet in aanmerking komen voor dienstvrijstellingen of facultatieve politieke verloven die na cumulatie met het politieke verlof van ambtswege, een overschrijding van het totaal van vier werkdagen afwezigheid per maand als gevolg zouden hebben. HOOFDSTUK II. - Selectie en aanwijzing Afdeling 1. - Getuigschrift management openbare besturen

Art. 341/1.§ 1. Het getuigschrift management openbare besturen wordt afgegeven na het slagen voor het examen georganiseerd aan het einde van de vorming die bedoeld is in de samenwerkingsovereenkomst gesloten op 10 november 2011 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest tot oprichting van een Openbare bestuursschool die gemeenschappelijk is aan de Franse Gemeenschap en aan het Waalse Gewest. § 2. De vorming bestaat in een internuniversitair getuigschrift Executive master management openbare besturen of een interuniversitair getuigschrift management openbare besturen bedoeld in artikel 6, § 1, 6°, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, hierna het "interuniversitair getuigschrift" genoemd. Het interuniversitair getuigschrift wordt door de universiteiten van de Franse Gemeenschap toegekend.

Het Getuigschrift management openbare besturen wordt bij cycli georganiseerd. Een cyclus bepaalt het geheel gevormd door : - het vergelijkend overgangsexamen tot de vorming bedoeld in artikel 341/4, § 2; - de cursussen, gevallenstudies, praticum, werkcolleges en examens die leiden tot het afgeven van het interuniversitair getuigschrift; - het in artikel 341/7 bedoelde examen. § 3. Op de voordracht van de Openbare Bestuursschool die in overleg met de universiteiten handelt, bepaalt de Regering het programma van het interuniversitair getuigschrift dat nodig is voor het verkrijgen van het getuigschrift management openbare besturen. Dit programma omvat de doelstellingen van de cursussen en het profiel van de leerkrachten die ermee belast zijn. § 4. Het programma van het interuniversitair getuigschrift is multidisciplinair en van hoog niveau. Het heeft als doel de bekwaamheden inzake management openbare besturen te ontwikkelen en zorgt ervoor dat de kandidaten de voor de uitoefening van een mandaat vereiste bevoegdheden bezitten. Onder voorbehoud van bepaalde theoretische aspecten is het wezenlijk gericht op een praktische vorming die zich op een interactieve pedagogie steunt, waarbij de persoonlijke inzet van de deelnemers bevorderd wordt. Dit programma omvat gevallenstudies en onderzoeken van dossiers gegrond op de administratieve werkelijkheid. De theoretische en praktische lessen leggen de nadruk op de concrete problemen ontmoet in het beheer van de openbare diensten en op de oplossingen die daarvoor kunnen worden gevonden.

Het programma van het interuniversitaire getuigschrift slaat minstens op de volgende aangelegenheden : - ethiek en waarden van de openbare dienst; - strategisch beheer van de organisatie; - beheer van de kwaliteit, de verandering, de creativiteit en de innovering; - human resources management; - dialoog en sociale relaties; - communicatie; - Europees beleid; - modernisering van het bestuur; - management en leadership; - staathuishoudkunde; - openbare financiën, fiscaliteit en openbare boekhouding; - overheidsopdrachten.

Het programma van het interuniversitair getuigschrift omvat de opstelling door elke kandidaat van een schriftelijke scriptie. Deze scriptie bestaat in een grondig onderzoek van een overkoepelend praktisch geval. Dit geval wordt van tevoren gezamenlijk door de School en de universiteiten goedgekeurd. § 5. Het uurvolume van het interuniversitair getuigschrift is minstens tweehonderd veertig uren. De uren die voor de scriptie besteed worden, zijn in de tweehonderd veertig uren niet inbegrepen.

Art. 341/2.Niemand kan tot de cyclus toegang hebben om het getuigschrift management openbare besturen te krijgen indien hij na het verstrijken van de termijn voor de indiening van de kandidaturen bedoeld in artikel 341/3, § 3, de volgende voorwaarden niet vervult : 1° houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of laureaat zijn van een overgangsexamen naar niveau A of naar een vergelijkbaar niveau of houder zijn van een getuigschrift van competenties verworven buiten diploma dat toegang geeft tot niveau A. Dit getuigschrift wordt uitgereikt of erkend door de Openbare bestuursschool of door een orgaan aangewezen bij deze Code; 2° een nuttige ervaring van minstens 8 jaar kunnen voorleggen in een ambt van niveau A of een gelijkwaardig ambt, waaronder twee jaar ervaring in team- of projectenbeheer.

Art. 341/3.§ 1. Elke cyclus moet het voorwerp uitmaken van een aankondiging in twee Belgische dagelijkse titels van de Franstalige pers en op de website van SELOR. Die aankondiging wordt door de Openbare Bestuursschool opgesteld en minstens door SELOR in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. § 2. Die aankondiging omvat ten minste de volgende elementen : - de toegangsvoorwaarden alsook het maximumaantal deelnemers aan de cyclus; - de identiteit van de diensten en/of de personen van wie het dossier voor de kandidaatstelling kan worden verkregen en die aan de kandidaten elke nuttige informatie over de vorming kunnen verstrekken; - de inlichtingen en/of documenten die in de akte voor de kandidaatstelling moeten voorkomen; - de termijn en de nadere regels voor de indiening van de kandidaturen. § 3. De termijn voor de indiening van de kandidaturen wordt door SELOR vastgesteld en kan niet korter zijn dan twintig dagen en niet langer zijn dan twee maanden. Hij gaat in vanaf de dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de in § 2 bedoelde aankondiging. Als die termijn niet in acht wordt genomen, dan is de kandidatuur niet ontvankelijk.

De in het eerste lid bedoelde termijn wordt tussen 15 juli en 15 augustus opgeschort. § 4. De kandidaturen worden langs de elektronische weg aan SELOR gericht. § 5. SELOR gaat na of de kandidaturen ontvankelijk zijn.

Art. 341/4.§ 1. Voor zover het een voorwaarde is voor de afgifte van het getuigschrift management openbare besturen, is het interuniversitair getuigschrift voor een beperkt aantal deelnemers toegankelijk. Voor elke cyclus wordt dit aantal van tevoren door de Regering bepaald na advies van de Openbare Bestuursschool uitgebracht binnen dertig dagen na de aanvraag; zo niet wordt het advies geacht gunstig te zijn § 2. Als het aantal kandidaten hoger is dan het overeenkomstig § 1 bepaalde aantal, leggen de kandidaten een vergelijkend examen af, dat bestaat in een schriftelijke kritische analyse van praktische toestanden. Deze proef bestaat niet in een postbakoefening.

De proeven kunnen een beroep doen op het gebruik van informatica- of multimediamiddelen. Het verbeteren ervan kan automatisch gebeuren.

Een ontwerp van programma van het vergelijkend examen wordt door de School uitgewerkt en door SELOR bekrachtigd. Het programma van het vergelijkend examen wordt daarna door de Regering goedgekeurd. § 3. Worden alleen toegelaten tot de vorming, de kandidaten die zijn geslaagd voor het in § 2 bedoelde vergelijkend examen en die in nuttige orde zijn ten opzichte van het aantal deelnemers dat door de Regering op de voordracht van School is bepaald. Indien twee of meerdere kandidaten ex aequo in de rang die met dit aantal overeenstemt, worden gerangschikt, worden ze alle toegelaten om deel te nemen aan de vorming. SELOR bekrachtigt de resultaten van het vergelijkend examen.

Art. 341/5.§ 1. Iedere tot de deelneming aan het interuniversitair getuigschrift toegelaten kandidaat kan de jury voor dit getuigschrift om een vrijstelling vragen voor één of meer cursussen en voor de met die cursussen overeenstemmende evaluaties, ook indien die evaluaties georganiseerd worden in de vorm van een proef waarin meerder cursussen of materies worden geïntegreerd. Geen vrijstelling mag toegekend worden voor de gevallenstudies en voor de opstelling van de scriptie.

Van een cursus mag worden vrijgesteld, de kandidaat die bewijst die hij een cursus of een gelijkwaardige vorming waarvoor hij een vrijstelling vraagt, met vrucht heeft gevolgd.

Een kandidaat kan onder dezelfde voorwaarden een vrijstelling krijgen indien hij het bewijs kan leveren van erkende bevoegdheden duidelijk gebonden aan de betrokken cursus. De jury voor het interuniversitair getuigschrift beslist collegiaal en soeverein.

Art. 341/6.In gemotiveerde omstandigheden kunnen de kandidaten door de jury voor het interuniversitair getuigschrift toegelaten zijn om dit getuigschrift over maximum twee jaar te spreiden.

Art. 341/7.§ 1. Voor elke cyclus wordt een jury van vijf leden door SELOR in overleg met de School samengesteld met het oog op het in § 2 bedoelde examen. Deze jury bestaat uit : - de afgevaardigd bestuurder van SELOR of diens afgevaardigde die het voorzitterschap van de jury waarneemt; - twee leden aangewezen wegens hun hoedanigheid van deskundigen met een onbetwistbare vaardigheid in management of human resources en gekozen buiten de diensten van de Regering, de instellingen, de diensten van de Franse Gemeenschap en de ministeriële kabinetten.

Indien één aldus aangewezen lid onbeschikbaar is, wijst SELOR een plaatsvervanger aan in een lijst die aan het begin van elke cyclus door SELOR is opgesteld en die bestaat uit vier leden met dezelfde hoedanigheden als de gewone leden; - twee mandatarissen in dienst aangewezen onder de houders van een betrekking van rang 17, 16+ of 16 in de diensten van de Franse Gemeenschap of van een betrekking van rang A1 of A2 in de diensten van de Waalse Regering of de instellingen. Indien één aldus aangewezen mandataris onbeschikbaar is, wijst SELOR een plaatsvervanger aan in een lijst die aan het begin van elke cyclus door SELOR is opgesteld en die bestaat uit vier leden die houder zijn van een betrekking van rang 17, 16+ of 16 in de diensten van de Franse Gemeenschap of van een betrekking van rang A1 of A2 in de diensten van de Waalse Regering of de instellingen. § 2. De School reikt het getuigschrift management openbare besturen uit aan alle kandidaten die voor het in artikel 341/4 bedoelde vergelijkend examen geslaagd zijn, die houder zijn van het interuniversitair getuigschrift en die ook geslaagd zijn voor het examen dat aan het einde van elke cyclus wordt georganiseerd.

Dit examen bestaat in een mondelinge proef die als doel heeft de voor de uitoefening van een managementfunctie vereiste vaardigheden te evalueren.

De jury beraadslaagt en beslist over het slagen van de kandidaten met een tweederdemeerderheid van de aanwezige leden.

De kandidaten die voor het examen zijn geslaagd, worden niet gerangschikt en krijgen geen melding.

De kandidaten die niet voor het examen zijn geslaagd, kunnen het uiterlijk één jaar na de datum van het examen opnieuw afleggen. § 3. De jury stelt een reglement op dat de concrete en materiële organisatie van het examen vaststelt. Afdeling 2 - Samenstelling van een pool van kandidaten

Art. 341/8.Er wordt een pool van kandidaten samengesteld voor de uitoefening van een mandaat in de zin van deze Titel.

Alleen de leden van deze pool kunnen hun kandidatuur voor een bij mandaat in te vullen betrekking indienen.

De pool van de kandidaten voor een mandaat bestaat uit : 1° de houders van het getuigschrift management openbare besturen;2° mandatarissen in dienst binnen de diensten van de Regering en van de in artikel 1 bedoelde instellingen op de eerste dag van inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering van 20 september 2012 tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren of voor wie de betrekking vacant is verklaard en de aanwervingsprocedure is opgestart op de dag van die inwerkingtreding, en die het voorwerp hebben uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de overeenkomstig artikel 10 van hetzelfde besluit verrichte evaluatie;3° leden van de pool van kandidaten voor de uitoefening van een mandaat bepaald bij artikel 14 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2012 tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren;2° mandatarissen in dienst binnen "Wallonie-Bruxelles International" op de dag van inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering en van de Regering van de Franse Gemeenschap tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van "Wallonie-Bruxelles International" of voor wie de betrekking vacant is verklaard en de aanwervingsprocedure is opgestart op de dag van die inwerkingtreding, en die het voorwerp hebben uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de evaluatie die door de Regering ten gevolge van de installatie van het Parlement is verricht;2° de mandataris in dienst binnen de Openbare Bestuursschool op de dag van inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering van 20 september 2012 tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren en die het voorwerp hebben uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de overeenkomstig artikel 10 van hetzelfde besluit verrichte evaluatie;6° de adjunct-administrateur-generaal van de "FOREm" die het voorwerp heeft uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de evaluatie verricht overeenkomstig artikel 10 van het besluit van de Waalse Regering van 20 september 2012 tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren;7° de adjunct-administrateur-generaal van de "Wallonie-Bruxelles International" die het voorwerp heeft uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de evaluatie die door de Regering aangewezen ten gevolge van de installatie van het Parlement verricht is overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering en het besluit van de Franse Gemeenschap tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van "Wallonie-Bruxelles International". De leden van de pool worden niet gerangschikt. Hun lijst wordt in alfabetische volgorde vastgesteld. Die lijst wordt door de Openbare Bestuursschool gehouden. De leden van de pool moeten de School schriftelijk elke wijziging van hun persoonlijke gegevens mededelen.

De opname in de pool geeft geen enkel ander recht dan het recht om zijn kandidatuur in te dienen voor een bij mandaat in te vullen betrekking. Ze geeft geen aanleiding tot een soort beloning of bezoldiging. Afdeling 3. - Vacantverklaringen en opdrachtbrieven

Art. 342.§ 1. De bij mandaat in te vullen betrekkingen worden door de Regering vacant verklaard uiterlijk zes weken na de eedaflegging van haar leden, onmiddellijk na de vernieuwing van het Parlement. § 2. Voor elk bij mandaat in te vullen mandaat stelt de Regering een opdrachtbrief op hetzelfde moment als ze het mandaat vacant verklaart.

De ontwerpen van opdrachtbrieven worden aan de Regering door het strategisch comité of de beheersorganen van de instellingen, ieder wat hen betreft, voorgedragen uiterlijk binnen drie weken na de eedafleffing van de leden van de Regering, die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement. De Regering keurt de ontwerpen van opdrachtbrieven goed. Bij gebrek aan voorstel binnen deze termijn stelt de Regering zelf de opdrachtbrieven op. § 3. De opdrachtbrief bevat de volgende gegevens : 1° de functieomschrijving en het competentieprofiel van de te begeven betrekking;2° de bepaling van de beheersopdrachten waarmee de mandataris is belast;3° de te halen doelstellingen inzake strategisch beheer die met name op grond van de gewestelijke beleidsverklaring worden bepaald;4° de toegekende begrotingsmiddelen en menselijke hulpbronnen.

Art. 343.§ 1. Onmiddellijk na de in artikel 342, § 1, bedoelde vacantverklaring doet de Regering de oproep tot de kandidaten via een bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en op de website van de Regering en via een e-mail gericht aan elk lid van de pool van kandidaten op grond van de gegevens verstrekt door hen aan de Openbare Bestuursschool.

Die oproep tot de kandidaten vermeldt voor elke betrokken betrekking : 1° de wijze en de uiterste datum van de indiening van de kandidaturen;2° de documenten die in de akte voor de kandidaatstelling moeten voorkomen;3° de dienst waar de opdrachtbrief beschikbaar is. § 2. Gedurende een periode van negen maanden na de eedaflegging van de leden van de Regering die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement kan elk lid van de pool van kandidaten zijn kandidatuur indienen voor maximum vier betrekkingen die bij mandaat ingevuld moeten worden binnen de diensten van de Regering, de instellingen, "Wallonie-Bruxelles International" of de Openbare Bestuursschool en voor maximum vier betrekkingen die bij mandaat ingevuld moeten worden binnen de diensten van de Franse Gemeenschap.

De kandidaturen moeten bij de Minister van Ambtenarenzaken ingediend worden uiterlijk één maand na de vacantverklaring van de betrokken betrekkingen.

De kandidaturen moeten bij aangekentekend schrijven ingediend worden en omvatten : 1° een curriculum vitae bevattende een overzicht van de titels en bekwaamheden, opgemaakt op grond van het door de Regering bepaalde model; 2° een motivatiebrief voor elke betrekking waarnaar gesolliciteerd wordt, met o.a. de nadere omschrijving van de beleidsvisie van de kandidaat en de omschrijving van de wijze waarop hij het mandaat overweegt uit te oefenen.

De kandidaat die in zijn huidige betrekking onderworpen is aan een tuchtregeling, voegt bij zijn kandidatuur een attest betreffende de staat van zijn tuchtdossier. Afdeling 4. - Aanwijzing

Art. 344.Voor elk bij mandaat in te vullen betrekking onderzoekt de Regering de door de kandidaten ingediende dossiers. Ze vergelijkt de kandidaturen met inachtneming van de titels en verdiensten en van de inhoud van de motivatiebrief van elke kandidaat ten opzichte van de opdrachtbrief betreffende de in te vullen betrekking.

Uiterlijk drie maanden na de vacantverklaring van de in te vullen betrekkingen benoemt de Regering de kandidaat die ze het meest geschikt acht om de functie vol vertrouwen uit te oefenen, tijdelijk in elke betrekking.

Art. 345.Bij ontslag van de Regering overeenkomstig artikel 71 of 72 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen kan de nieuwe Regering beslissen om de bij mandaat ingevulde mandaten vacant te verklaren. In dit geval worden de lopende mandaten van rechtswege beëindigd op de dag van aanwijzing van de nieuwe mandatarissen.

In de in het eerste lid bedoelde hypothesen worden de bij mandaat in te vullen betrekkingen door de nieuwe Regering vacant verklaard uiterlijk zes weken na haar eedaflegging. De kandidaturen moeten uiterlijk één maand na de vacantverklaring van de betrekkingen ingediend worden en de mandatarissen moeten aangewezen worden uiterlijk binnen drie maanden na het verstrijken van de voor de indiening van de kandidaturen voorgeschreven termijn. Afdeling 5. - Operationeel plan en doelstellingencontract

Art. 346.§ 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van § 3 legt elke mandataris een ontwerp van operationeel plan dat de opdrachtbrief uitvoert, ter goedkeuring aan de Regeringen voor.

In de instellingen die beschikken over een beheersorgaan wordt het ontwerp van operationeel plan van tevoren door dit beheersorgaan goedgekeurd.

Het operationeel plan wordt op grond van een door de Regering goedgekeurd model opgesteld na advies van het college van de leidende ambtenaren-generaal. Het operationeel plan is een synthetisch document opgemaakt op grond van meetbare elementen.

Als de vakminister(s) en de mandataris het oneens zijn over de inhoud van het ontwerp van operationeel plan, keurt de Regering het operationeel plan definitief goed. § 2. De ontwerpen van operationeel plan worden aan de Regering overgemaakt volgens de volgende modaliteiten : - voor de secretaris-generaal, binnen drie maanden na zijn aanwijzing en na overleg binnen het strategisch comité; - voor de andere mandatarissen van de diensten van de Regering binnen één maand na de goedkeuring van het operationeel plan van de secretaris-generaal door de Regering; - voor de mandatarissen van de instellingen van openbaar nut binnen drie maanden na hun aanwijzing. § 3. Voor wat betreft de mandatarissen die in een betrekking van inspecteur-generaal tijdelijk worden benoemd, wordt het operationeel plan vervangen door een doelstellingencontract. Het ontwerp van doelstellingencontract wordt door de inspecteur-generaal opgesteld binnen drie maanden na de goedkeuring van het operationeel plan van zijn onmiddellijke hiërarchische meerdere.

Het ontwerp van doelstellingencontract voert de opdrachtbrief uit.

In de instellingen die beschikken over een beheersorgaan wordt het ontwerp van doelstellingencontract van tevoren door dit beheersorgaan goedgekeurd.

Het doelstellingencontract wordt op grond van een door de Regering goedgekeurd model opgesteld op voorstel van het College van de leidende ambtenaren-generaal. Het doelstellingencontract is een synthetisch document opgemaakt op grond van meetbare elementen.

De doelstellingen van het contract passen in het operationele plan van de onmiddellijke hiërarchische meerdere en van de gemeenschappelijke beleidsverklaring.

Het doelstellingencontract wordt opnieuw onderzocht en, in voorkomend geval, aangepast binnen drie maanden na elke wijziging van het operationele plan.

De doelstellingencontracten en de wijzigingen ervan worden door de vakminister(s) goedgekeurd.

Als de vakminister(s), de hiërarchische meerdere en de inspecteur-generaal het oneens zijn over de inhoud van het ontwerp van doelstellingencontract, keurt de Regering het doelstellingencontract definitief goed.

Art. 347.Indien de in artikel 342, § 3, 2°, 3° en 4°, bedoelde gegevens van de opdrachtbrief gewijzigd worden, wordt het operationeel plan of het doelstellingencontract herzien overeenkomstig de procedure bepaald in artikel 346.

Indien de evaluatie van de mandataris verricht is overeenkomstig artikel 356, kan het operationeel plan of het doelstellingencontract op verzoek van de Regering herzien worden overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 346.

De mandataris kan vragen om herziening van het operationeel plan of van het doelstellingencontract indien de toegekende begrotings- en menselijke middelen en andere substantiële gegevens van de opdrachtbrief aanzienlijk gewijzigd worden. Die herziening van het plan of van het contract gebeurt overeenkomstig de procedure waarvan sprake in artikel 346. HOOFDSTUK III. - Duur van het mandaat

Art. 348.De mandaten vervallen op 31 december van het jaar waarin de eedaflegging van de leden van de nieuwe Regering heeft plaatsgevonden, die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement.

De mandataris legt van rechtswege zijn functies neer op de aldus vastgelegde vervaldag. Indien op die vervaldag geen nieuwe mandataris is aangewezen, wordt het lopende mandaat echter verlengd tot 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarin de eedaflegging van de leden van de nieuwe Regering heeft plaatsgevonden, die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement.

Na afloop van deze verlenging en indien er geen nieuwe mandataris is aangewezen, kan de Regering, bij gemotiveerde beslissing, het lopende mandaat verlengen gedurende een bijkomende periode bepaald door de Regering.

De vervaldatum van het mandaat bedoeld in het eerste lid is van toepassing ook wanneer het lopende mandaat is toegewezen na 31 december van het jaar waarin de eedaflegging van de leden van de Regering heeft plaatsgevonden, die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement.

Dit artikel is van toepassing onverminderd de wettelijke regels die de leeftijd vastleggen waarop de ambtenaren, door het loutere feit dat ze de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, in ruste worden gesteld.

Art. 349.§ 1. Het mandaat eindigt vroegtijdig in de volgende gevallen : 1° vrijwillig ontslag van de mandataris;2° het voorvallen van een gebeurtenis als bedoeld in artikel 23 van het KBAB, dat voor een ambtenaar het verlies van zijn hoedanigheid van ambtenaar teweegbrengt;3° niet-naleving door de mandataris van de onverenigbaarheidsregeling, zoals bepaald in artikel 352;4° een definitieve tuchtstraf bestaande uit het ontslag van ambtswege of de afzetting;5° een schorsing in het belang van de dienst gedurende meer dan zes maanden;6° een ongunstige evaluatie tijdens het mandaat of twee opeenvolgende evaluaties met voorbehoud tijdens het mandaat;7° de opruststelling;8° het voordeel van een politiek verlof van ambtswege van meer dan vier dagen per maand;9° de aanwijzing van de mandataris om de functies uit te oefenen van burgemeester, schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn;10° het voordeel van dienstvrijstellingen of van facultatieve politieke verloven die samen met het politiek verlof van ambtswege een totaal van vier volle dagen afwezigheid per maand overschrijden, overeenkomstig de regelgeving inzake het politieke verlof. Overeenkomstig het eerste lid, 3°, als de Regering van mening is dat een activiteit, een bezigheid of een gedrag bedoeld in artikel 352, 2° en 3°, onverenigbaar is met het mandaat, geeft hij de mandataris de mogelijkheid om binnen een termijn van één maand een einde te stellen aan de bovenvermelde activiteit, bezigheid of het bovenvermeld gedrag alvorens het mandaat te beëindigen.

De overheid kan bovendien een einde maken aan het mandaat wegens ziekte van een ononderbroken duur van minstens zes maanden tijdens het lopende mandaat.

Elk ontslagaanbod vereist een vooropzeg van zes maanden, behalve een kortere duur die de mandataris en de functionele Minister(s) in samenspraak vastleggen. § 2. De aanwijzing van een nieuwe mandataris gebeurt via de aanwijzing van een andere kandidaat die zijn kandidatuur heeft ingediend hetzij bij de vorige oproep tot de kandidaten, hetzij d.m.v. een nieuwe oproep tot de kandidaten. In dit laatste geval legt de Regering de uiterste datum vast voor de indiening van de kandidaturen.

Art. 350.§ 1. De Regering kan een ambtenaar van dezelfde personeelsformatie aanwijzen, door bij voorrang beroep te doen op de ambtenaren die deel uitmaken van de pool bedoeld in artikel 341/8, om de hogere functies gedurende een periode van maximum twaalf maanden uit te oefenen in de volgende gevallen : 1° afwezigheid van de mandataris sinds meer dan twee maanden;2° te verwachten afwezigheid van de mandataris gedurende een periode van minstens twee maanden;3° einde van het mandaat in afwachting van de aanwijzing van een nieuwe mandataris. Elke ambtenaar aangewezen om de hogere functies uit te oefenen moet acht jaar beroepservaring in niveau A of in een vergelijkbaar niveau aantonen, waaronder twee jaar in rang A4 of in een vergelijkbare rang. § 2. Bij aanwijzing van een mandataris om hogere functies uit te oefenen, wordt het mandaat opgeschort voor de gehele duur van de hogere functies.

De mandataris aangewezen om hogere functies uit te oefenen, behoudt hoe dan ook zijn bezoldiging van mandataris in de zin van artikel 355. HOOFDSTUK IV. - Administratieve en geldelijk toestand Afdeling 1. - Uitoefening van het mandaat

Art. 351.Het mandaat wordt uitgeoefend in het kader van een tijdelijke statutaire dienstbetrekking. Het verschaft geen enkel recht op een vaste benoeming in de desbetreffende functie.

De mandataris oefent zijn mandaat voltijds uit.

Art. 352.Tijdens zijn mandaat kan de mandataris niet in aanmerking komen voor : 1° de uitoefening van elk ambt dat de mandaathouder verhindert zijn mandaat voltijds uit te oefenen;2° elke activiteit of elke bezigheid die de vervulling van de plichten van het ambt in het gedrang zou brengen of die zou ingaan tegen de waardigheid van het ambt;3° elke activiteit, elke bezigheid of elk gedrag dat/die het vertrouwen van de publieke opinie in hun dienst zou kunnen schokken of hun plicht tot neutraliteit in gevaar zou kunnen brengen;4° een verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan, met uitzondering van het ouderschapsverlof, van de loopbaanonderbreking voor palliatieve verzorging en van het verlof voor bijstands- of de zorgverlening aan een lid van het gezin of van de familie tot de tweede graad dat een ernstige ziekte heeft;5° een verlof om een functie uit te oefenen binnen een orgaan bedoeld in de artikelen 485 en 486;6° de toelating om zijn functies uit te oefenen met verminderde prestaties om sociale en familiale redenen;7° een verlof om een activiteit uit te oefenen bij een erkende politieke groep;8° een ander verlof voor opdracht dan hetgeen hem toegekend wordt om een mandaat uit te oefenen in de zin van dit besluit;9° een vervroegde halftijdse uittreding;10° een stageverlof;11° de vierdagenweek op vrijwillige basis;12° een verlof om ter beschikking te worden gesteld van de Koning of de Prinsen en Prinsessen van België;13° voor disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden.

Art. 353.De ambtenaar die op de datum van zijn aanwijzing voor een mandaat bij het Waalse Gewest of de Franse Gemeenschap vast benoemd wordt binnen de diensten van de Regering of van een instelling wordt ambtshalve voor de duur van het mandaat met verlof gesteld wegens opdracht van algemeen belang in zijn oorspronkelijke betrekking.

De arbeidsovereenkomst van het personeelslid van het Waalse Gewest of van een instelling bedoeld in artikel 1 dat tijdelijk aangesteld wordt als mandaathouder bij het Waalse Gewest of de Franse Gemeenschap wordt, mits zijn goedkeuring, geschorst.

Art. 354.Elke mandataris moet een opleiding van ten minste twintig uur per kalenderjaar volgen die moet worden gekozen onder het aanbod dat door de Openbare bestuursschool wordt voorgesteld of gevalideerd.

Bij niet naleving van de verplichting opgesteld door het eerste lid wordt de betaling van het bedrag bedoeld in artikel 355 geschorst.

Deze schorsing is van toepassing zolang de toestand van deze mandataris t.o.v. deze verplichting niet wordt geregulariseerd

Art. 354/1.Onverminderd artikel 70 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 kunnen de mandatarissen die houder zijn van een betrekking van rang A1 en A2 worden gehoord voor het Parlement, naast de Minister en mits instemming van laatstgenoemde, over vraagstukken waarvoor de administratie over een delegatie beschikt of die ressorteren onder de strikte interne organisatie van de diensten. Afdeling 2. - Bezoldiging

Art. 355.Elke mandataris heeft de weddeschaal die overeenstemt met de graad van de betrekking die hij uitoefent, verhoogd met een bedrag gekoppeld aan de spilindex 138,01 van 1 januari 1990 en aan het indexcijfer der consumptieprijzen aangepast overeenkomstig de regels van artikel 247 : - van 8.510 euro voor de mandatarissen van rang A1 en A2; - van 6.500 euro voor de mandatarissen van rang A3. HOOFDSTUK V. - Evaluatie

Art. 356.§ 1. Een evaluatie van de mandataris vindt plaats op een ogenblik dat door de functionele Minister(s) wordt bepaald gedurende een periode die begint aan het einde van de 9e maand en eindigt aan het einde van de 15e maand die volgt op de indiensttreding van de mandataris. Deze evaluatie heeft betrekking op de manier waarop de mandataris sinds het begin van het mandaat de beheersopdrachten heeft vervuld die in zijn opdrachtenblad zijn opgenomen. § 2. Om de twee jaar te rekenen van zijn indiensttreding stelt de mandataris een opvolgingsrapport op over zijn activiteit. Dit rapport slaat op het niveau van de verwezenlijking van de beheersopdrachten, de doelstellingen en op de concrete prestaties die het resultaat zijn van de strategische en operationele doelstellingen die aan de opdrachtbrief en het operationeel plan of aan het doelstellingencontract voldoen. § 3. Indien één van de elementen in het rapport bedoeld in § 2 of elk behoorlijk vermelde omstandigheid dit rechtvaardigen, kan of kunnen de functionele Minister(s) beslissen dat een bijkomende evaluatie moet worden uitgevoerd tijdens het mandaat.

Deze evaluatie slaat dan op het niveau van de verwezenlijking van de beheersopdrachten en de doelstellingen, alsook op de concrete prestaties die het resultaat zijn van de strategische en operationele doelstellingen die aan de opdrachtenblad en het operationeel plan of aan het doelstellingencontract voldoen.

Art. 357.De evaluatie uitgevoerd overeenkomstig artikel 356, § 1, is het voorwerp van één van de volgende meldingen : 1° "gunstig" : wanneer de beheersopdrachten opgenomen in het opdrachtenblad met voldoening worden uitgevoerd en dat de mandataris voldoende managementkwaliteiten heeft aangetoond;2° "met voorbehoud" : wanneer de beheersopdrachten opgenomen in het opdrachtenblad slechts gedeeltelijk worden uitgevoerd of dat de mandataris zijn managementkwaliteiten slechts gedeeltelijk heeft aangetoond;3° "ongunstig" : wanneer de beheersopdrachten opgenomen in het opdrachtenblad onvoldoende worden uitgevoerd of dat de mandataris zijn managementkwaliteiten onvoldoende heeft aangetoond. De evaluatie uitgevoerd overeenkomstig artikel 356, § 3, of van artikel 358, tweede lid, is het voorwerp van één van de volgende meldingen : 1° "gunstig" : wanneer de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen opgenomen in de opdrachtbrief en in het operationeel plan of in het doelstellingencontract ofwel voldoende en binnen de voorziene termijnen op kwalitatief en kwantitatief vlak zijn uitgevoerd, ofwel niet voldoende of niet binnen de voorziene termijnen op kwalitatief en kwantitatief vlak zijn uitgevoerd maar wanneer het op grond van de door de mandataris gegeven rechtvaardigingselementen blijkt dat die toestand te wijten is aan onvoorzienbare omstandigheden of aan buitenelementen waarvoor hij niet verantwoordelijk is;2° "met voorbehoud" : Wanneer de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen opgenomen in de opdrachtbrief en in het operationeel plan of het doelstellingencontract slechts gedeeltelijk op kwantitatief of kwalitatief vlak of niet binnen de voorziene termijnen zijn uitgevoerd;3° "ongunstig" : Wanneer de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen opgenomen in de opdrachtbrief en in het operationeel plan of het doelstellingencontract slechts onvoldoende op kwantitatief of kwalitatief vlak of niet binnen de voorziene termijnen zijn uitgevoerd.

Art. 358.De mandataris aan wie een "gunstige" evaluatie toegekend wordt, blijft zijn mandaat uitoefenen.

Bij toewijzing van een gereserveerde evaluatie vindt er een nieuwe evaluatie plaats na een termijn van één jaar.

Bij toewijzing van twee opeenvolgende gereserveerde evaluaties wordt er een vervroegd einde aan het mandaat gemaakt.

Bij toewijzing van een ongunstige evaluatie wordt er een vervroegd einde aan het mandaat gemaakt.

Art. 359.De mandataris van wie de laatste evaluatie het voorwerp heeft uitgemaakt van de gereserveerde melding, mag niet solliciteren voor hetzelfde mandaat of voor een mandaat van een hogere rang voor een duur van vijf jaar te rekenen van het einde van zijn mandaat.

De mandataris die het voorwerp is van een ongunstige evaluatie, mag niet solliciteren voor een mandaat voor een duur van vijf jaar te rekenen van het einde van diens mandaat.

Art. 360.§ 1. De niet-hernieuwde mandataris die personeelslid is van de diensten van de Regering of van een in artikel 1 bedoelde instelling en die vervangen is in zijn oorspronkelijke betrekking, vindt die betrekking op nieuwe aan het einde van zijn mandaat. Indien hij vervangen is, wordt hij gereaffecteerd in een betrekking met een gelijkwaardige graad. Hij behoudt de hoedanigheid van lid van de pool van kandidaten voor de uitoefening van een mandaat.

Indien zijn laatste evaluatie gunstig is, geniet hij een bezoldigd verlof van vijftien werkdagen, waarbij de bezoldiging degene is die gedurende de uitoefening van het mandaat gekregen is. § 2. De oude mandataris die noch ambtenaar is van de diensten van de Regering of van een instelling, noch niet noch rechthebbende op een niet nader omschreven verlof waardoor hij zijn vorige betrekking weer kan opnemen, die noch een gunstige evaluatie, noch twee opeenvolgende gereserveerde evaluaties heeft gekregen en die niet aangewezen is voor een nieuw mandaat, krijgt een uittredingsvergoeding die berekend wordt op dezelfde manier als voor de contractuele personeelsleden. De uittredingsvergoeding is minstens gelijk aan de bezoldiging van de mandataris voor een periode van zes maanden indien hij één mandaat heeft uitgeoefend en aan de bezoldiging van de mandataris voor een periode van twaalf maanden indien hij meer dan één mandaat heeft uitgeoefend. Hij zal ook in aanmerking komen voor een outplacement. De niet-hernieuwde mandataris bedoeld in dit lid behoudt de hoedanigheid van lid van de pool van kandidaten voor de uitoefening van een mandaat." HOOFDSTUK II. - Wijzigingsbepalingen

Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt punt 3°, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2008 tot wijziging van verscheidene bepalingen inzake Ambtenarenzaken, vervangen als volgt : "3° in de rang A3°, de graden van inspecteur-generaal en inspecteur-generaal expert;".

Art. 3.In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt § 3, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2009 tot wijziging van verscheidene bepalingen inzake Ambtenarenzaken, vervangen als volgt : " § 3. Elk Departement wordt geleid door een inspecteur-generaal of een inspecteur-generaal expert.

Het personeelsbestand van de Waalse Overheidsdienst voorziet voor elk departement in ofwel een betrekking van inspecteur-generaal ofwel een betrekking van inspecteur-generaal expert. De departementen die gekenmerkt worden door weinig operationele opdrachten, een laag aantal personeelsleden die daarvoor ingezet worden en een klein budget, worden onder het gezag geplaatst van een inspecteur-generaal expert.".

Art. 4.Artikel 334 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 maart 2006, wordt aangevuld met een nieuw lid, luidend als volgt : "In afwijking van lid 1, 3°, zetelt de secretaris-generaal van Wallonië met raadgevende stem indien het een mandataris van de Waalse Overheidsdienst betreft.".

In § 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervalt punt 4°.

Art. 5.In artikel 361 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, worden de woorden "in een graad van rang A3" vervangen door de woorden "in de graad van inspecteur-generaal expert".

Art. 6.Artikel 362 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2009, wordt vervangen als volgt : «

Art. 362."

Art. 362.Onverminderd het recht van de Regering om ambtshalve een betrekking in te vullen, wordt een vacante betrekking van rang A3 die niet onder een mandaat valt achtereenvolgens ingevuld bij : 1° mutatie, reaffectatie of bevordering;2° interne mobiliteit;3° bevordering van een personeelslid vallend onder dit besluit die niet in het personeelsbestand van de vacant verklaarde betrekking opgenomen is;4° externe mobiliteit. De betrekking wordt enkel toegekend op de in het eerste lid, 2° tot 4°, bepaalde wijzen bij ontstentenis van enige kandidatuur voor de betrekking op de in het eerste lid, 1°, bepaalde wijzen, of als de Regering beslist de betrekking aan geen enkele van de kandidaten voor de betrekking op de voorgaande wijzen toe te wijzen".

Art. 7.Artikel 363 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, wordt gewijzigd als volgt : 1° § 2 wordt vervangen als volgt : § 2.De selectiecommissie wordt voorgezeten door de secretaris-generaal of diens gemachtigde en bevat daarnaast de directeur-generaal van wie de in te vullen betrekking afhangt en twee leden die een ontegensprekelijke bekwaamheid bezitten in verband met de bestanddelen van het functieprofiel, gekozen buiten de administratie, openbare instellingen of ministeriële kabinetten."; 2° in § 3, lid 1, worden de woorden "na de kandidaten gehoord te hebben" in fine toegevoegd;3° in § 3, lid 2, worden de woorden na de bezwaarindiener te hebben gehoord als laatstgenoemde dat verklaard heeft, dat te willen.De bezwaarindiener kan zich laten bijstaan door de persoon van zijn keuze" opgeheven; 4° in § 4, lid 2, worden de tweede en de derde volzin opgeheven.

Art. 8.In artikel 364, lid 1, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, worden de woorden "van rang A3, niet onderworpen aan een mandaat" in fine toegevoegd.

Art. 9.In de aanvangszin van artikel 366 van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 31 augustus 2006, worden : 1° de woorden " § 1" opgeheven;2° de woorden "van de ambtenaar-generaal van rang A3" vervangen door de woorden "van de inspecteur-generaal expert". HOOFDSTUK III. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 10.§ 1. In 2014 worden de mandatarissen die een betrekking bekleden bij de regeringsdiensten of in de instellingen bedoeld in artikel 1, en afhankelijk van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, beoordeeld door de nieuwe Regering, ingesteld na de hernieuwing van het Parlement.

In 2015 worden inspecteurs-generaal wier betrekking aan een mandaat onderworpen is en die een getuigschrift management overheidsdiensten behaald zullen hebben, afhankelijk van de datum van inwerkingtredeing van dit besluit, beoordeeld door de nieuwe Regering, ingesteld na de hernieuwing van het Parlement.

Artikel 334 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode is van toepassing op de beoordelingsprocedure beoogd in de leden 1 en 2, mits volgende aanpassingen. Er dienen gemotiveerde beoordelingsverslagen te worden gericht aan de nieuwe Regering binnen de vijftien dagen van de aanvraag gedaan door de Minister van Ambtenarenzaken. Die verslagen worden voor elke mandataris of inspecteur-generaal opgesteld respectievelijk door betrokkene en de secretaris-generaal of door de hoogste in rang zijnde leidende ambtenaar-generaal van de instelling.

Voor wat betreft de secretaris-generaal, de directeurs-generaal van de Waalse Overheidsdienst of de hoogste in rang zijnde leidend ambtenaar wordt het tweede beoordelingsverslag opgesteld door de Regering afhankelijk van de inwerkingtreding van dit besluit of door het bestuursorgaan van de instelling, indien bestaande. Dat tweede beoordelingsverslag wordt aan de mandataris medegedeeld, die, zonder dat hij mag vragen gehoord te worden, over een termijn van acht dagen beschikt om zijn bemerkingen schriftelijk over te maken. Het beoordelingsvoorstel wordt door de nieuwe Regering opgemaakt en medegedeeld aan de mandataris of de inspecteur-generaal, binnen de maand waarin die termijn van acht dagen verstrijkt. Binnen de acht dagen na kennisgeving van het ander dan (zeer) gunstig evaluatievoorstel door de Minister van Ambtenarenzaken kan de ambtenaar-generaal of de inspecteur-generaal een beroep indienen bij de kamer van beroep van de ambtenaren-generaal en mag verzoeken gehoord te worden. De Kamer van beroep brengt een advies uit en geeft er kennis van binnen de vijftien dagen na de aanhangigverklaring. De evaluatie wordt aangenomen door de nieuwe Regering binnen de maand na ontvangst van dat advies.

Het tweede beoordelingsverslag omvat de vaststellingen en beoordelingen van de wijze waarop de mandataris of de inspecteur-generaal zijn opdracht heeft volbracht en al dan niet zijn doelstellingen heeft bereikt. Daarin is er geen voorstel tot beoordeling vervat.

De nieuwe Regering verricht de beoordeling door het toekennen van een beoordeling.

Daarvoor baseert zij zich op volgende gegevens : - de opdrachtbrief van de beoordeelde mandataris of, indien bestaand, het functieprofiel van de beoordeelde inspecteur-generaal; - het operationeel plan of het doelstellingencontract; - het beoordelingsverslag opgesteld door de mandataris of de inspecteur-generaal zelf; - het beoordelingsverslag opgesteld door de uittredende regering, het bestuursorgaan van de instelling, de secretaris-generaal of de leidend ambtenaar; - de eventuele opmerkingen verstrekt door de beoordeelde mandataris of inspecteur-generaal op dat beoordelingsverslag.

In afwijking van lid 3 van deze paragraaf, kunnen de secretaris-generaal, de directeurs-generaal van de Waalse Overheidsdienst of de hoogste in rang zijnde leidend ambtenaar van een instelling zonder bestuursorgaan een beroep indienen bij de kamer van beroep van de ambtenaren-generaal in geval van gunstige beoordeling en kunnen verzoeken gehoord te worden.

In afwijking van lid 4 van deze paragraaf, bevat het tweede beoordelingsverslag, opgemaakt door de uittredende regering, voor de secretaris-generaal, de directeurs-generaal van de Waalse Overheidsdienst of de hoogste in rang zijnde leidend ambtenaar van een instelling zonder bestuursorgaan een voorstel tot beoordeling. § 2. De beoordeling bedoeld in § 1 kan aanleiding geven tot de toekenning van volgende beoordelingen : 1° "zeer gunstig" : indien de beleids- en operationele doelstellingen vervat in het operationele plan of het doelstellingencontract voldoende gehaald zijn, en met naleving van de voorziene termijnen op kwantitatief en kwalitatief vlak, ofwel niet in hun geheel gehaald zijn of met naleving van de termijnen op kwantitatief of kwalitatief vlak maar op grond van verantwoordingsstukken voorgelegd door de mandataris of inspecteur-generaal blijkt dat die toestand toe te schrijven is aan onvoorziene of aan volledig van hem losstaande omstandigheden;Daarnaast moeten de mandataris of de inspecteur-generaal voldoende bijgedragen hebben tot het opbouwen van een vertrouwensband met de Regering, blijk gegeven hebben van innovatie en initiatief, en voldoende bijgedragen hebben tot de uitstraling van zijn dienst; 2° "gunstig" : indien de beleids- en operationele doelstellingen vervat in het operationele plan of het doelstellingencontract voldoende gehaald zijn, en met naleving van de voorziene termijnen op kwantitatief en kwalitatief vlak, ofwel niet in hun geheel gehaald zijn of met naleving van de termijnen op kwantitatief of kwalitatief vlak maar op grond van verantwoordingsstukken voorgelegd door de mandataris of inspecteur-generaal blijkt dat die toestand toe te schrijven is aan onvoorziene of aan volledig van hem losstaande omstandigheden;3° "voorbehoud" : indien de beleidsdoelstellingen van het operationele plan op kwantitatief of kwalitatief vlak slechts te gedeeltelijk gehaald zijn of niet gehaald zijn binnen de voorziene termijn;4° "ongunstig" : indien de beleidsdoelstellingen van het operationele plan of het doelstellingencontract op kwantitatief of kwalitatief vlak slechts onvoldoende gehaald zijn of niet gehaald zijn binnen de voorziene termijn. § 3. De mandataris aan wie overeenkomstig § 1 een zeer gunstige beoordeling wordt toegekend, wordt automatisch opgenomen in de pool van de kandidaten bedoeld in artikel 341/8 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode. Op eigen verzoek wordt zijn mandaat automatisch verlengd. Na afloop van dat nieuwe mandaat wordt hij, als hij over twintig jaar ervaring beschikt in de privé- of de publieke sector, definitief benoemd in een graad met een rang juist onder de rang van de functie die hij in het kader van dat mandaat uitoefende, voor zover hij niet in aanmerking kwam voor een benoeming in een graad van hogere rang voor zijn aanwijzing als mandataris. Als hij niet het vereiste aantal jaren telt en noch personeelslid in de diensten van de Regering of een instelling is noch enig verlof geniet waardoor hij zijn vorige betrekking opnieuw op kan nemen, komt de mandataris in aanmerking voor de voordelen waarvan sprake in artikel 360, § 2.

De inspecteur-generaal aan wie overeenkomstig § 1 een zeer gunstige beoordeling wordt toegekend wordt op eigen verzoek automatisch aangewezen als mandataris in de betrekking die hij tot dan toe uitoefende. § 4. De mandataris aan wie overeenkomstig § 1 een gunstige beoordeling wordt toegekend, wordt automatisch opgenomen in de pool van de kandidaten bedoeld in artikel 341/8 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode zoals opgenomen in dit besluit. Hij kan bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit zijn kandidatuur indienen voor iedere per mandaat in te vullen betrekking die vacant wordt verklaard. Na afloop van dat nieuwe mandaat wordt hij, als hij over twintig jaar ervaring beschikt in de privé- of de publieke sector, definitief benoemd in een graad met een rang juist onder de rang van de functie die hij in het kader van dat mandaat uitoefende, voor zover hij niet in aanmerking kwam voor een benoeming in een graad van hogere rang voor zijn aanwijzing als mandataris.

Als hij na zijn kandidatuur te hebben ingediend bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit niet aangewezen wordt voor een nieuw mandaat en hij over twintig jaar ervaring beschikt in de privé-sector of de publieke sector, wordt hij definitief in een graad benoemd van een rang juist onder de rang van het ambt dat hij in het kader van dat mandaat uitoefende voor zover hij niet in aanmerking kwam voor een benoeming in een graad van een hogere rang voor zijn aanwijzing als mandataris. Hij krijgt vanwege de regering een opdracht in verband met zijn rang.

Als hij niet het vereiste aantal jaren telt en noch personeelslid in de diensten van de Regering of een instelling is noch enig verlof geniet waardoor hij zijn vorige betrekking opnieuw op kan nemen, komt de mandataris in aanmerking voor de voordelen waarvan sprake in artikel 360, § 2. § 5. De mandataris die overeenkomstig § 1 een beoordeling met voorbehoud kreeg kan bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit niet aangewezen worden om per mandaat de betrekking uit te oefenen die hij tot dan bekleedde, noch een betrekking van hogere rang.

Als hij niet personeelslid is in de diensten van de Regering of een instelling is noch enig verlof geniet waardoor hij zijn vorige betrekking opnieuw op kan nemen, komt de mandataris in aanmerking voor de voordelen waarvan sprake in artikel 360, § 2.

De inspecteur-generaal die overeenkomstig § 1 een beoordeling met voorbehoud kreeg kan bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit niet aangewezen worden om per mandaat de betrekking uit te oefenen die hij tot dan bekleedde, noch een betrekking van hogere rang. § 6. De mandataris of de inspecteur-generaal die overeenkomstig § 1 een ongunstige beoordeling kreeg kan bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit niet aangewezen worden om per mandaat de betrekking uit te oefenen noch een dergelijke betrekking uitoefenen voor 31 december 2019. § 7. Indien een mandataris of een inspecteur-generaal overeenkomstig § 3 een verlenging van dezelfde betrekking krijgt, wordt de vacantverklaring van ambtswege ingetrokken.

Art. 11.De inspecteur-generaal die een aan een mandaat onderworpen betrekking uitoefent en niet aangewezen wordt voor een mandaat in 2015, wordt in een andere betrekking van zijn graad aangesteld of door de Regering belast met een opdracht in verband met zijn graad, zijn kwalificaties of zijn ervaring.

Art. 12.Bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit door de nieuwe Regering bedoeld in artikel 10, § 1, vindt de aanwijzing van de mandatarissen uiterlijk op volgende data plaats : - de aanwijzing van de mandatarissen van rang A1 en A2 van de diensten van de Waalse Regering en van de mandatarissen van de instellingen vindt uiterlijk plaats op 31 december 2014; - de aanwijzing van de mandatarissen van rang A3 van de diensten van de Waalse Regering vindt uiterlijk plaats op 31 juli 2015.

Bij die gelegenheid wordt de voorwaarde omschreven in artikel 340 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode zoals gewijzigd bij dit besluit verplicht vervuld door de kandidaten voor een betrekking, in te vullen per mandaat, uiterlijk tegen volgende data : - Uiterlijk op 1 december 2014 voor de mandatarissen van rang A1 en A2 van de diensten van de Waalse Regering, en de mandatarissen van de instellingen; - op 1 juli 2015 uiterlijk voor de mandatarissen van rang A3 van de diensten van de Waalse Regering.

In afwijking van artikel 342, § 1, worden de betrekkingen bij de eerste toepassing van dit besluit voor de mandatarissen van rang A3 van de diensten van de Waalse Regering vacant verklaard tegen uiterlijk 1 februari 2015.

Art. 13.§ 1. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. § 2. In afwijking van § 1, treedt artikel 1 van dit besluit in werking op 1 juli 2014.

De nieuwe artikelen 341/1 tot en met 341/7 van de Waalse Ambtenarencode, ingevoeld bij gevolg van artikel 1 van dit besluit, en het nieuwe artikel 348 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij gevolg van dezelfde bepaling van dit besluit, treden in werking de dag van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Tot aan de inwerkingtreding van artikel 1 van dit besluit zoals bepaald in lid 1 vormen voormelde artikelen 341/1 tot en met 341/7 in Titel II, van Boek II, van de Waalse Ambtenarencode een Hoofdstuk 1bis met als opschrift "Certificaat Overheidsmanagement".

Art. 14.De minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 20 september 2012.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET

^