gepubliceerd op 13 februari 2013
Besluit van de Waalse Regering tot hervorming van de mandatenregeling van de ambtenaren-generaal van « Wallonie-Bruxelles International »
13 DECEMBER 2012. - Besluit van de Waalse Regering tot hervorming van de mandatenregeling van de ambtenaren-generaal van « Wallonie-Bruxelles International »
De Waalse Regering, Gelet op het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen van Wallonië-Brussel en inzonderheid op de artikelen 3 en 14;
Gelet op het decreet van 8 mei 2008 houdende instemming, wat betreft de materies waarvan de uitoefening door de Franse Gemeenschap is overgedragen, met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen "Wallonie-Bruxelles", opgemaakt op 20 maart 2008;
Gelet op het decreet van 8 mei 2008 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen "Wallonie-Bruxelles", opgemaakt op 20 maart 2008;
Gelet op het samenwerkingsakkoord gesloten op 20 september 2012 tussen de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het getuigschrift management overheidsbesturen voor de toegang tot de betrekkingen vallend onder de mandatenregeling in de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot vaststelling van het administratieve en geldelijke statuut van het personeel van "Wallonie-Bruxelles-International".
Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 juni 2012;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 14 juni 2012;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 juni 2012;
Gelet op protocol nr. 578 van Sectorcomité nr. XVI, opgesteld op 22 juni 2012;
Gelet op advies van de Raad van State nr. 52.232/2, gegeven op 7 november 2012, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister-President en de Minister van Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Mandatenregeling
Artikel 1.In boek II van het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot vaststelling van het administratieve en geldelijke statuut van het personeel van "Wallonie-Bruxelles-International", wordt titel II, bevattende de artikelen 269 tot en met 290, vervangen als volgt : "Titel II. - Mandaatregeling HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en toegangsvoorwaarden
Art. 269.De betrekking van leidend ambtenaar en de betrekking van adjunct-leidend ambtenaar van rang A2 worden bij mandaat toegekend overeenkomstig de bepalingen van deze titel.
Art. 270.De kandidaat voor een mandaat dient uiterlijk bij het aflopen van de termijn voor de indiening van de kandidaturen lid te zijn van de pool van de kandidaten bedoeld in artikel 271/8.
Art. 271.In afwijking van artikel 19 kan niemand voor een mandaat aangewezen worden als hij niet voldoet aan volgende voorwaarden : 1° een gedrag hebben dat overeenstemt met de vereisten van het ambt;2° de burgerlijke en politieke rechten genieten;3° niet getroffen zijn door een definitieve en niet-geschrapte tuchtsanctie;4° aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;5° het bewijs leveren van het medisch attest vereist om de functie uit te oefenen;6° niet houder zijn van een politiek mandaat dat voor een ambtenaar een politiek verlof van meer dan vier dagen per maand meebrengt;7° niet houder zijn van één van de volgende politieke mandaten : schepen, burgemeester of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn;8° overeenkomstig de artikelen 409 en 410, zich ertoe verbinden geen dienstvrijstellingen of facultatieve politieke verloven aan te vragen die na cumulatie met het politieke verlof van ambtswege, het totaal van vier werkdagen afwezigheid per maand zouden overschrijden. HOOFDSTUK II. - Selectie en aanwijzing Afdeling 1 - Getuigschrift management overheidsbesturen
Art. 271/1.§ 1. Het getuigschrift management overheidsbesturen wordt uitgereikt na het welslagen voor het examen ingericht na afloop van de vorming bepaald bij het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke bestuursschool voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, gesloten op 10 november 2011. § 2. De vorming bestaat uit een interuniversitair getuigschrift executive master voor het management van overheidsbesturen of een interuniversitair getuigschrift voor het management van overheidsbesturen bedoeld in artikel 6, § 1, 6°, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, hierna genoemd : het "interuniversitair getuigschrift". Het interuniversitair getuigschrift wordt toegekend door de universiteiten van de Franse Gemeenschap.
Het getuigschrift management overheidsbesturen wordt in cycli ingericht. Eén cyclus staat gelijk aan één geheel bestaande uit : - het toegangsexamen tot de vorming bedoeld in artikel 271/4, § 2; - de cursussen, case studies, praktische werkzaamheden, seminaries, verhandeling en examens die leiden tot het uitreiken van het interuniversitair getuigschrift; - het examen bedoeld in artikel 271/7. § 3. Op voorstel van de bestuursschool, handelend in overleg met de universiteiten, bepaalt de Regering het programma van het interuniversitair getuigschrift vereist voor het behalen van het getuigschrift management overheidsbesturen. Dat programma omvat de doelstellingen van de cursussen en het profiel van de daarmee belaste docenten. § 4. Het programma van het interuniversitair getuigschrift is multidisciplinair en veeleisend. Het streeft ernaar de vaardigheden inzake management van overheidsbesturen te ontwikkelen en de kandidaten de bekwaamheden bij te brengen voor de uitoefening van een mandaat. Op een paar theoretische bijdragen na is het programma hoofdzakelijk op een praktische vorming gericht, berustend op een interactieve pedagogie die aanzet tot de persoonlijke inzet van de deelnemers. Het omvat case studies en analyses van dossiers die uit reële bestuurspraktijken gegrepen zijn. De onderwezen materies, theoretisch en praktisch, leggen de klemtoon op de concrete problemen die zich in het beheer van de overheidsdiensten voordoen en op de oplossingen die daarvoor voorgesteld zouden kunnen worden.
Het programma van het interuniversitair getuigschrift bevat minstens volgende materies : - ethiek en waarden van de overheidsdiensten; - strategisch beheer van de organisatie; - kwaliteitsbeheer, beheer van veranderende omgevingen, creativiteit en innovatie; - human resources management; - dialoog en maatschappelijke relaties; - communicatie - Europees beleid; - modernisering van de administratie; - management en leiderschap; - staathuishoudkunde; - openbare financiën, fiscaliteit en overheidsboekhouding; - Overheidsopdrachten.
Het programma van het interuniversitair getuigschrift omvat de uitvoering van een schriftelijke verhandeling door elke kandidaat. Die verhandeling bestaat uit een diepgaand onderzoek van een overkoepelend praktijkgeval. Dat geval moet op voorhand goedgekeurd worden door de school en de universiteiten. § 5. Het urenpakket van het interuniversitair getuigschrift telt minstens tweehonderd veertig uren. In die tweehonderd veertig uren zijn de uren gewijd aan de verhandeling niet inbegrepen.
Art. 271/2.Niemand kan toegang tot de cyclus krijgen met het oog op het behalen van het getuigschrift management overheidsbesturen indien hij voor afloop van de termijn voor de indiening van de kandidaturen bepaald in artikel 231/3, § 4, niet aan volgende voorwaarden voldoet : 1° houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A of laureaat zijn van een overgangsexamen naar niveau A of naar een vergelijkbaar niveau of houder zijn van een getuigschrift voor vaardigheden die buiten een diploma om zijn verkregen en die toegang geven tot niveau A, waarbij dat getuigschrift uitgereikt of erkend is door de bestuursschool of door een andere instelling aangewezen door de Regering;2° zich kunnen beroepen op een beroepservaring van minstens acht jaar in een ambt van niveau A of een gelijkwaardig ambt, waarvan twee jaar ervaring in het leiden van een team of van projecten.
Art. 271/3.§ 1. Elke cyclus moet schriftelijk aangekondigd worden door de bestuursschool en bekendgemaakt worden door SELOR, tenminste in het Belgisch Staatsblad, in twee in het Frans verschijnende kranten van de Belgische pers en op de website van SELOR. § 2. In die aankondiging worden minstens volgende gegevens vermeld : - de toegangsvoorwaarden, evenals het maximumaantal deelnemers aan de cyclus; - de identiteit van de diensten en/of personen waarbij/bij wie het kandidatuurdossier opgehaald kan worden en die de kandidaten elke nuttige informatie kunnen verstrekken over de vorming; - de informatie en/of de documenten die in de kandidaatstelling opgenomen moeten worden; - de termijn en de modaliteiten voor de indiening van de kandidaturen. § 3. De termijn voor de indiening van de kandidaturen wordt door SELOR vastgesteld zonder dat die minder mag bedragen dan twintig dagen of meer dan twee maanden. De termijn gaat in de dag na de dag van bekendmaking van de aankondiging bedoeld in § 2 in het Belgisch Staatsblad. Indien de termijn niet nageleefd wordt, is de kandidatuur onontvankelijk.
De termijn bedoeld in vorig lid wordt opgeschort tussen 15 juli en 15 augustus. § 4. De kandidaturen worden via e-mail ingediend bij SELOR. § 5. SELOR gaat na of de kandidaturen ontvankelijk zijn.
Art. 271/4.§ 1. Voor zover het een voorwaarde is voor het uitreiken van het getuigschrift management overheidsbesturen, is het interuniversitair getuigschrift toegankelijk voor een beperkt aantal deelnemers. Voor elke cyclus wordt dat aantal op voorhand vastgelegd door de Regering na advies van de bestuursschool, die binnen dertig dagen na aanvraag ervan moet zijn uitgebracht, bij ontstentenis waarvan het advies gunstig geacht wordt. § 2. Als het aantal kandidaten het overeenkomstig § 1 vastgelegd aantal overschrijdt, leggen de kandidaten een vergelijkend examen af waarin praktijksituaties becommentarieerd worden. Die proef bestaat niet uit een in-baskettest.
Voor de proeven kunnen informatica- of multimediamiddelen gebruikt worden. Het verbeteren ervan kan automatisch gebeuren.
Een ontwerp-programma voor het vergelijkend examen wordt uitgewerkt door de bestuursschool en goedgekeurd door SELOR. Het programma voor het vergelijkend examen wordt dan door de Regering goedgekeurd. § 3. Enkel de kandidaten die geslaagd zijn voor het vergelijkend examen bedoeld in § 2 en die in nuttige orde voorkomen op de lijst met het aantal deelnemers vastgelegd door de Regering op voordracht van de bestuursschool zullen aan de vorming mogen deelnemen. Als twee of meerdere kandidaten ex aequo geklasseerd zijn in de rang die met dat aantal overeenstemt, worden ze allen tot de deelname aan de vorming toegelaten. SELOR bevestigt de uitslagen van het vergelijkend examen.
Art. 271/5.§ 1. Elke kandidaat die toegelaten wordt tot de deelname aan het interuniversitair getuigschrift kan de jury verzoeken om van één of meerdere cursussen vrijgesteld te worden, en van de dienovereenkomstige beoordelingen van die cursussen, ook als die beoordelingen ingericht worden in de vorm van een proef waarin meerdere cursussen of materies aan bod komen. Er kan geen enkele vrijstelling toegekend worden voor wat betreft de parktijkcursussen en het schrijven van de verhandeling.
De kandidaat die aantoont dat hij een cursus of een vorming, gelijkwaardig met de cursus of de vorming waarvoor hij een vrijstelling vraagt, met vrucht heeft gevolgd, kan van een cursus vrijgesteld worden.
Een kandidaat kan in dezelfde voorwaarden een vrijstelling krijgen indien hij zich op bewezen vaardigheden kan beroepen die een duidelijk verband houden met de betrokken cursus. De jury van het interuniversitair getuigschrift spreekt zich collegiaal en in allerlaatste aanleg uit.
Art. 271/6.In met redenen omklede omstandigheden kunnen de kandidaten door de jury van het interuniversitair getuigschrift de toelating krijgen om de cyclus over maximum twee jaar te spreiden.
Art. 271/7.§ 1 Voor elke cyclus wordt door SELOR in overleg met de School een jury van vijf leden samengesteld met het oog op het in § 2 bedoelde examen. Deze jury bestaat uit : - de afgevaardigd bestuurder van SELOR of diens afgevaardigde die het voorzitterschap van de jury waarneemt; - twee leden aangewezen wegens hun hoedanigheid van deskundigen met een onbetwistbare vaardigheid in management of human resources en gekozen buiten de diensten van de Regering, de instellingen, de diensten van de Franse Gemeenschap en de ministeriële kabinetten.
Indien één aldus aangewezen lid onbeschikbaar is, wijst SELOR een plaatsvervanger aan in een lijst die aan het begin van elke cyclus door SELOR is opgesteld en die bestaat uit vier leden met dezelfde hoedanigheden als de gewone leden; - twee mandatarissen in dienst aangewezen onder de houders van een betrekking van rang 17, 16+ of 16 in de diensten van de Franse Gemeenschap of van een betrekking van rang A1 of A2 in de diensten van de Waalse Regering of de instellingen. Indien één aldus aangewezen mandataris onbeschikbaar is, wijst SELOR een plaatsvervanger aan in een lijst die aan het begin van elke cyclus door SELOR is opgesteld en die bestaat uit vier leden die houder zijn van een betrekking van rang 17, 16+ of 16 in de diensten van de Franse Gemeenschap of van een betrekking van rang A1 of A2 in de diensten van de Waalse Regering of de instellingen. § 2. De School reikt het getuigschrift management openbare besturen uit aan alle kandidaten die voor het in artikel 271/4 bedoelde vergelijkend examen geslaagd zijn, die houder zijn van het interuniversitair getuigschrift en die ook geslaagd zijn voor het examen dat aan het einde van elke cyclus wordt georganiseerd.
Dit examen bestaat in een mondelinge proef die als doel heeft de voor de uitoefening van een managementfunctie vereiste vaardigheden te evalueren.
De jury beraadslaagt en beslist over het slagen van de kandidaten met een tweederdemeerderheid van de aanwezige leden.
De kandidaten die voor het examen zijn geslaagd, worden niet gerangschikt en krijgen geen melding.
De kandidaten die niet voor het examen zijn geslaagd, kunnen het uiterlijk één jaar na de datum van het examen opnieuw afleggen. § 3. De jury stelt een reglement op dat de concrete en materiële organisatie van het examen vaststelt. Afdeling 2 - Samenstelling van een pool van kandidaten
Art. 271/8.Er wordt een pool van kandidaten samengesteld voor de uitoefening van een mandaat in de zin van deze Titel.
Alleen de leden van deze pool kunnen hun kandidatuur voor een bij mandaat in te vullen betrekking indienen.
De pool van de kandidaten voor een mandaat bestaat uit : 1° de houders van het getuigschrift management openbare besturen;2° mandatarissen in dienst binnen de diensten van de Regering en van de in artikel 1 bedoelde instellingen op de eerste dag van inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering van 20 september 2012 tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren of voor wie de betrekking vacant is verklaard en de aanwervingsprocedure is opgestart op de dag van die inwerkingtreding, en die het voorwerp hebben uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de overeenkomstig artikel 10 van hetzelfde besluit verrichte evaluatie;3° leden van de pool van kandidaten voor de uitoefening van een mandaat bepaald bij artikel 14 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2012 tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren;4° mandatarissen in dienst binnen "Wallonie-Bruxelles International" op de dag van inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering en van de Regering van de Franse Gemeenschap tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van "Wallonie-Bruxelles International" of voor wie de betrekking vacant is verklaard en de aanwervingsprocedure is opgestart op de dag van die inwerkingtreding, en die het voorwerp hebben uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de evaluatie die door de Regering ten gevolge van de installatie van het Parlement is verricht;5° de mandataris in dienst binnen de Openbare Bestuursschool op de dag van inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering van 20 september 2012 tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren en die het voorwerp hebben uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de overeenkomstig artikel 10 van hetzelfde besluit verrichte evaluatie;6° de adjunct-administrateur-generaal van de "FOREm" die het voorwerp heeft uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de evaluatie verricht overeenkomstig artikel 10 van het besluit van de Waalse Regering van 20 september 2012 tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren;7° de adjunct-administrateur-generaal van de "Wallonie-Bruxelles International" die het voorwerp heeft uitgemaakt van een melding "zeer gunstig" of "gunstig" bij de evaluatie die door de Regering aangewezen ten gevolge van de installatie van het Parlement verricht is overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering en het besluit van de Franse Gemeenschap tot hervorming van de mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van "Wallonie-Bruxelles International". De leden van de pool worden niet gerangschikt. Hun lijst wordt in alfabetische volgorde vastgesteld. Die lijst wordt door de Openbare Bestuursschool bijgehouden. De leden van de pool moeten de School schriftelijk elke wijziging van hun persoonlijke gegevens mededelen.
De opname in de pool geeft geen enkel ander recht dan het recht om zijn kandidatuur in te dienen voor een bij mandaat in te vullen betrekking. Ze geeft geen aanleiding tot een soort beloning of bezoldiging. Afdeling 3. - Vacantverklaringen en opdrachtbrieven
Art. 272.§ 1. De bij mandaat in te vullen betrekkingen worden door de Regering vacant verklaard uiterlijk 6 weken na de eedaflegging van haar leden, onmiddellijk na de hernieuwing van het Parlement. § 2. Voor elk bij mandaat in te vullen betrekking stelt de Regering een opdrachtbrief op hetzelfde moment op als ze het mandaat vacant verklaart.
De ontwerpen van opdrachtbrieven worden door het directiecomité van de instelling aan de Regering voorgedragen uiterlijk binnen drie weken na de eedaflegging van de leden van de Regering, die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement. De Regering keurt de ontwerpen van opdrachtbrieven goed. Bij gebrek aan voorstel binnen deze termijn stelt de Regering zelf de opdrachtbrieven op. § 3. De opdrachtbrief bevat de volgende gegevens : 1° de functieomschrijving en het competentieprofiel van de te begeven betrekking;2° de te halen strategische doelstellingen voor de verschillende opdachten, meer bepaald op basis van de beleidsverklaringen van het Gewest en de Gemeenschap en de politieke doelstellingen die in de nota over internationale politiek worden geïdentificeerd;3° de bepaling van de beheersopdrachten waarmee de mandataris is belast;4° de toegekende begrotingsmiddelen en menselijke middelen.
Art. 273.§ 1 Onmiddellijk na de vacantverklaring bedoeld in artikel 72, § 1, doet de Regering een oproep tot de kandidaten via een bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, op de website van de Regering en via een e-mail gericht aan elk lid van de pool van kandidaten op grond van de gegevens door hen verstrekt aan de Openbare Bestuursschool.
Die oproep tot de kandidaten vermeldt voor elke betrokken betrekking : 1° de wijze en de uiterste datum van de indiening van de kandidaturen;2° de documenten die in de akte voor de kandidaatstelling op straffe van nietigheid moeten voorkomen;3° de dienst waar de opdrachtbrief beschikbaar is. § 2. Gedurende een periode van negen maanden na de eedaflegging van de leden van de Regering die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement kan elk lid van de pool van kandidaten zijn kandidatuur indienen voor maximum vier betrekkingen die bij mandaat ingevuld moeten worden binnen de diensten van de Regering, de instellingen, "Wallonie-Bruxelles International" of de Openbare Bestuursschool en voor maximum vier betrekkingen die bij mandaat ingevuld moeten worden binnen de diensten van de Franse Gemeenschap.
De kandidaturen moeten bij de Minister van Ambtenarenzaken ingediend worden uiterlijk één maand na de vacantverklaring van de betrokken betrekkingen.
De kandidaturen moeten bij aangetekend schrijven ingediend worden en omvatten : 1° een curriculum vitae bevattende een overzicht van de titels en bekwaamheden, opgemaakt op grond van het door de Regering bepaalde model; 2° een motivatiebrief voor elke betrekking waarnaar gesolliciteerd wordt, met o.a. de nadere omschrijving van de beleidsvisie van de kandidaat en de omschrijving van de wijze waarop hij het mandaat overweegt uit te oefenen.
De kandidaat die in zijn huidige betrekking onderworpen is aan een tuchtregeling, voegt bij zijn kandidatuur een attest betreffende de staat van zijn tuchtdossier. Afdeling 4. - Aanwijzing
Art. 274.Voor elk bij mandaat in te vullen betrekking onderzoekt de Regering de door de kandidaten ingediende dossiers. Ze vergelijkt de kandidaturen met inachtneming van de titels en verdiensten en van de inhoud van de motivatiebrief van elke kandidaat ten opzichte van de opdrachtbrief betreffende de in te vullen betrekking.
Uiterlijk drie maanden na de vacantverklaring van de in te vullen betrekkingen benoemt de Regering de kandidaat die ze het meest geschikt acht om de functie in alle vertrouwen uit te oefenen, tijdelijk in elke betrekking.
Art. 275.Bij ontslag van de Regering overeenkomstig artikel 71 of 72 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen kan de nieuwe Regering beslissen om de bij mandaat ingevulde mandaten vacant te verklaren. In dit geval worden de lopende mandaten van rechtswege beëindigd op de dag van aanwijzing van de nieuwe mandatarissen.
In de in het eerste lid bedoelde hypothesen worden de bij mandaat in te vullen betrekkingen door de nieuwe Regering vacant verklaard uiterlijk zes weken na haar eedaflegging. De kandidaturen moeten uiterlijk één maand na de vacantverklaring van de betrekkingen ingediend worden en de mandatarissen moeten aangewezen worden uiterlijk binnen drie maanden na het verstrijken van de voor de indiening van de kandidaturen voorgeschreven termijn. Afdeling 5. - Operationeel plan en doelstellingencontract
Art. 276.§ 1 De mandatarissen leggen een ontwerp van operationeel plan dat de opdrachtbrief uitvoert, ter goedkeuring aan de Regeringen voor.
Het operationeel plan wordt op grond van een door de Regering goedgekeurd model opgesteld na advies van het college van de leidende ambtenaren-generaal.
Het operationeel plan is een synthetisch document opgemaakt op grond van meetbare elementen.
Als de vakminister(s) en de mandataris het oneens zijn over de inhoud van het ontwerp van operationeel plan, keurt de Regering het operationeel plan definitief goed. § 2. De ontwerpen van operationeel plan worden overgemaakt aan de Regering binnen drie maanden na hun aanwijzing.
Art. 277.Indien de in artikel 272, § 3, 2°, 3° en 4°, bedoelde gegevens van de opdrachtbrief gewijzigd worden, wordt het operationeel plan herzien overeenkomstig de procedure bepaald in artikel 276.
Indien de evaluatie van de mandataris verricht is overeenkomstig artikel 276, kan het operationeel plan op verzoek van de Regering herzien worden overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 276.
De mandataris kan vragen om herziening van het operationeel plan indien de toegekende begrotings- en menselijke middelen of andere substantiële gegevens van de opdrachtbrief significant gewijzigd worden. Die herziening van het plan of van het contract gebeurt overeenkomstig de procedure waarvan sprake in artikel 276. HOOFDSTUK III. - Duur van het mandaat
Art. 278.De mandaten vervallen op 31 december van het jaar waarin de eedaflegging van de leden van de nieuwe Regering heeft plaatsgevonden, die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement.
De mandataris legt van rechtswege zijn functies neer op de aldus vastgelegde vervaldag.
Indien op die vervaldag geen nieuwe mandataris is aangewezen, wordt het lopende mandaat echter verlengd tot 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarin de eedaflegging van de leden van de nieuwe Regering heeft plaatsgevonden, die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement.
Na afloop van deze verlenging en indien er geen nieuwe mandataris is aangewezen, kan de Regering, bij gemotiveerde beslissing, het lopende mandaat verlengen gedurende een bijkomende periode bepaald door de Regering.
De vervaldatum van het mandaat bedoeld in het eerste lid is van toepassing ook wanneer het lopende mandaat is toegewezen na 31 december van het jaar waarin de eedaflegging van de leden van de Regering heeft plaatsgevonden, die rechtstreeks volgt op de hernieuwing van het Parlement.
Dit artikel is van toepassing onverminderd de wettelijke regels die de leeftijd vastleggen waarop de ambtenaren, door het loutere feit dat ze de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, in ruste worden gesteld.
Art. 279.§ 1 Het mandaat eindigt vroegtijdig in de volgende gevallen : 1° vrijwillig ontslag van de mandataris;2° het voorvallen van een gebeurtenis als bedoeld in artikel 23 van het KBAB, dat voor een ambtenaar het verlies van zijn hoedanigheid van ambtenaar teweegbrengt;3° niet-naleving door de mandataris van de onverenigbaarheidsregeling, zoals bepaald in artikel 282;4° een definitieve tuchtstraf bestaande uit het ontslag van ambtswege of de afzetting;5° een schorsing in het belang van de dienst gedurende meer dan zes maanden;6° een ongunstige evaluatie tijdens het mandaat of twee opeenvolgende evaluaties met voorbehoud tijdens het mandaat;7° de inruststelling;8° het voordeel van een politiek verlof van ambtswege van meer dan vier dagen per maand;9° de aanwijzing van de mandataris om het ambt uit te oefenen van burgemeester, schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn;10° het voordeel van dienstvrijstellingen of van facultatieve politieke verloven die samen met het politiek verlof van ambtswege een totaal van vier volle dagen afwezigheid per maand overschrijden, overeenkomstig de regelgeving inzake het politieke verlof. Overeenkomstig het eerste lid, 3°, biedt de Regering, als ze van mening is dat een activiteit, een bezigheid of een gedrag bedoeld in artikel 282, 2° en 3°, onverenigbaar is met het mandaat, de mandataris de mogelijkheid om binnen een termijn van één maand een einde te stellen aan de bovenvermelde activiteit, bezigheid of het bovenvermeld gedrag alvorens het mandaat te beëindigen.
De overheid kan bovendien een einde maken aan het mandaat wegens ziekte van een ononderbroken duur van minstens zes maanden tijdens het lopende mandaat.
Elk ontslagaanbod vereist een vooropzeg van zes maanden, behalve een kortere duur die de mandataris en de functionele Minister(s) in samenspraak vastleggen. § 2. De aanwijzing van een nieuwe mandataris gebeurt via de aanwijzing van een andere in aanmerking komende kandidaat hetzij bij de vorige oproep tot de kandidaten voor het mandaat, hetzij door middel van een nieuwe oproep tot de kandidaten. In dit laatste geval legt de Regering de uiterste datum vast voor de indiening van de kandidaturen.
Art. 280.§ 1. De Regering kan een ambtenaar van dezelfde personeelsformatie aanwijzen, door bij voorrang een beroep te doen op de ambtenaren die deel uitmaken van de pool bedoeld in artikel 271/8, om de hogere functies gedurende een periode van maximum twaalf maanden uit te oefenen in de volgende gevallen : 1° afwezigheid van de mandataris sinds meer dan twee maanden;2° vermoedelijke afwezigheid van de mandataris gedurende een periode van minstens twee maanden;3° einde van het mandaat, in afwachting van de aanwijzing van een nieuwe mandataris. Elke ambtenaar aangewezen om de hogere functies uit te oefenen moet acht jaar beroepservaring in niveau A of in een vergelijkbaar niveau aantonen, waaronder twee jaar in rang A4 of in een vergelijkbare rang. § 2. Bij aanwijzing van een mandataris om hogere functies uit te oefenen, wordt het mandaat opgeschort voor de gehele duur van de hogere functies.
De mandataris aangewezen om hogere functies uit te oefenen, behoudt hoe dan ook zijn bezoldiging van mandataris in de zin van artikel 285. HOOFDSTUK IV. - Administratieve en geldelijk toestand Afdeling 1. - Uitoefening van het mandaat
Art. 281.Het mandaat wordt uitgeoefend in het kader van een tijdelijke statutaire dienstbetrekking. Het verschaft geen enkel recht op een vaste benoeming in de desbetreffende functie.
De mandataris oefent zijn mandaat voltijds uit.
Art. 282.Tijdens zijn mandaat kan de mandataris niet in aanmerking komen voor : 1° de uitoefening van elk ambt dat de mandaathouder verhindert zijn mandaat voltijds uit te oefenen;2° elke activiteit of elke bezigheid die de vervulling van de plichten van het ambt in het gedrang zou brengen of die zou ingaan tegen de waardigheid van het ambt;3° elke activiteit, elke bezigheid of elk gedrag dat/die het vertrouwen van de publieke opinie in hun dienst zou kunnen schokken of hun plicht tot neutraliteit in gevaar zou kunnen brengen;4° een verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan, met uitzondering van het ouderschapsverlof, van de loopbaanonderbreking voor palliatieve verzorging en van het verlof voor bijstands- of de zorgverlening aan een lid van het gezin of van de familie tot de tweede graad dat een ernstige ziekte heeft;5° een verlof om een functie uit te oefenen binnen een orgaan bedoeld in de artikelen 418 en 419;6° de toelating om zijn functies uit te oefenen met verminderde prestaties om sociale en familiale redenen;7° een verlof om een activiteit uit te oefenen bij een erkende politieke groep;8° een ander verlof voor opdracht dan hetgeen hem toegekend wordt om een mandaat uit te oefenen in de zin van dit besluit;9° een vervroegde halftijdse uittreding;10° een stageverlof;11° de vierdagenweek op vrijwillige basis;12° een verlof om ter beschikking te worden gesteld van de Koning of de Prinsen en Prinsessen van België;13° voor disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden.
Art. 283.De ambtenaar die op het ogenblik van zijn aanwijzing voor een mandaat vast benoemd wordt binnen de instelling wordt ambtshalve voor de duur van het mandaat met verlof gesteld wegens opdracht van openbaar nut in zijn oorspronkelijke betrekking.
De arbeidsovereenkomst van het personeelslid van de instelling dat tijdelijk aangesteld wordt als mandaathouder bij de instelling wordt, mits zijn goedkeuring, geschorst.
Art. 284.Elke mandataris moet een opleiding van ten minste twintig uur per kalenderjaar volgen die moet worden gekozen onder het aanbod dat door de Openbare bestuursschool wordt voorgesteld of gevalideerd.
Bij niet-naleving van de verplichting opgesteld door het eerste lid wordt de betaling van het bedrag bedoeld in artikel 285 geschorst.
Deze schorsing is van toepassing zolang de toestand van deze mandataris t.o.v. deze verplichting niet wordt geregulariseerd Art. 284/1 Onverminderd artikel 70 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 kunnen de mandatarissen worden gehoord voor het Parlement, naast de Minister en mits instemming van laatstgenoemde, over vraagstukken waarvoor de administratie over een delegatie beschikt of die ressorteren onder de strikte interne organisatie van de diensten. Afdeling 2. - Bezoldiging
Art. 285.Elke mandataris heeft de weddeschaal die overeenstemt met de graad van de betrekking die hij uitoefent, verhoogd met een bedrag gekoppeld aan de spilindex 138,01 van 1 januari 1990 en geïndexeerd overeenkomstig de regels die in artikel 202 vastliggen, van 8.510 euro voor de mandataris van rang A2. HOOFDSTUK V. - Beoordeling
Art. 286.§ 1 Een beoordeling van de mandataris vindt plaats op een ogenblik dat door de functionele Minister(s) wordt bepaald gedurende een periode die begint aan het einde van de negende maand en eindigt aan het einde van de vijftiende maand die volgt op de indiensttreding van de mandataris. Deze beoordeling heeft betrekking op de manier waarop de mandataris sinds het begin van het mandaat de beheersopdrachten heeft vervuld die in zijn opdrachtenbrief zijn opgenomen. § 2. Om de twee jaar te rekenen van zijn indiensttreding stelt de mandataris een opvolgingsrapport op over zijn activiteit. Dit rapport houdt verband met het niveau van de verwezenlijking van de beheersopdrachten, de doelstellingen en de concrete prestaties die het resultaat zijn van de strategische en operationele doelstellingen die aan de opdrachtbrief en het operationeel plan of aan het doelstellingencontract voldoen. § 3. Indien één van de elementen in het rapport bedoeld in § 2 of elk behoorlijk gemotiveerde omstandigheid dit rechtvaardigen, kan of kunnen de functionele Minister(s) beslissen dat een bijkomende evaluatie moet worden uitgevoerd tijdens het mandaat.
Deze evaluatie houdt dan verband met het niveau van de verwezenlijking van de beheersopdrachten en de doelstellingen, alsook met de concrete prestaties die het resultaat zijn van de strategische en operationele doelstellingen die aan de opdrachtbrief en aan het operationeel plan voldoen.
Art. 287.De beoordeling uitgevoerd overeenkomstig artikel 286, § 1, is het voorwerp van een van de volgende meldingen : 1° "gunstig" : wanneer de beheersopdrachten opgenomen in de opdrachtenbrief met voldoening worden uitgevoerd en de mandataris voldoende managementkwaliteiten heeft aangetoond;2° "onder voorbehoud" : wanneer de beheersopdrachten opgenomen in de opdrachtenbrief slechts gedeeltelijk worden uitgevoerd of de mandataris zijn managementkwaliteiten slechts gedeeltelijk heeft aangetoond;3° "ongunstig" : wanneer de beheersopdrachten opgenomen in de opdrachtenbrief onvoldoende worden uitgevoerd of de mandataris zijn managementkwaliteiten onvoldoende heeft aangetoond. De beoordeling uitgevoerd overeenkomstig artikel 286, § 2, of overeenkomstig artikel 288, tweede lid, is het voorwerp van een van de volgende meldingen : 1° "gunstig" : wanneer de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen opgenomen in de opdrachtbrief en in het operationeel plan ofwel voldoende en binnen de voorziene termijnen op kwalitatief en kwantitatief vlak zijn uitgevoerd, ofwel niet voldoende of niet binnen de voorziene termijnen op kwalitatief en kwantitatief vlak zijn uitgevoerd maar wanneer het op grond van de door de mandataris gegeven rechtvaardigingselementen blijkt dat die toestand te wijten is aan onvoorzienbare omstandigheden of aan buitenelementen waarvoor hij niet verantwoordelijk is;2° "onder voorbehoud" : wanneer de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen opgenomen in de opdrachtbrief en in het operationeel plan slechts gedeeltelijk op kwantitatief of kwalitatief vlak of niet binnen de voorziene termijnen zijn uitgevoerd;3° "ongunstig" : wanneer de beheersopdrachten en de strategische en operationele doelstellingen opgenomen in de opdrachtbrief en in het operationeel plan slechts onvoldoende op kwantitatief of kwalitatief vlak of niet binnen de voorziene termijnen zijn uitgevoerd.
Art. 288.De mandataris aan wie een "gunstige" evaluatie toegekend wordt, blijft zijn mandaat uitoefenen.
Bij toewijzing van een evaluatie onder voorbehoud, vindt er een nieuwe evaluatie plaats na een termijn van één jaar.
Bij toewijzing van twee opeenvolgende evaluaties onder voorbehoud wordt er een vervroegd einde aan het mandaat gemaakt.
Bij toewijzing van een ongunstige evaluatie wordt er een vervroegd einde aan het mandaat gemaakt.
Art. 289.De mandataris van wie de laatste evaluatie het voorwerp heeft uitgemaakt van de melding "onder voorbehoud", mag niet solliciteren voor hetzelfde mandaat of voor een mandaat van een hogere rang voor een duur van vijf jaar te rekenen van het einde van zijn mandaat.
De mandataris die het voorwerp is van een ongunstige evaluatie, mag niet solliciteren voor een mandaat voor een duur van vijf jaar te rekenen van het einde van diens mandaat.
Art. 290.§ 1 De niet-hernieuwde mandataris die personeelslid is van de instelling en die vervangen is in zijn oorspronkelijke betrekking, vindt die betrekking opnieuw aan het einde van zijn mandaat. Indien hij vervangen is, wordt hij opnieuw aangesteld in een betrekking met een gelijkwaardige graad. Hij behoudt de hoedanigheid van lid van de pool van kandidaten voor de uitoefening van een mandaat.
Indien zijn laatste evaluatie gunstig is, geniet hij een bezoldigd verlof van vijftien werkdagen, waarbij de bezoldiging degene is die gedurende de uitoefening van het mandaat gekregen is. § 2. De voormalige mandataris die noch ambtenaar is van de diensten van de Regering noch van een instelling noch rechthebbende op een niet nader omschreven verlof waardoor hij zijn vorige betrekking weer kan opnemen, die geen gunstige evaluatie kreeg en niet aangewezen is voor een nieuw mandaat, krijgt een uittredingsvergoeding die berekend wordt op dezelfde manier als voor de contractuele personeelsleden. De uittredingsvergoeding is minstens gelijk aan de bezoldiging van de mandataris voor een periode van zes maanden indien hij één mandaat heeft uitgeoefend en aan de bezoldiging van de mandataris voor een periode van twaalf maanden indien hij meer dan één mandaat heeft uitgeoefend. Hij zal ook in aanmerking komen voor een outplacement. De niet-hernieuwde mandataris bedoeld in dit lid behoudt de hoedanigheid van lid van de pool van kandidaten voor de uitoefening van een mandaat. HOOFDSTUK II. - Wijzigingsbepalingen
Art. 2.In artikel 264, § 3, eerste lid van het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot vaststelling van het administratieve en geldelijke statuut van het personeel van "Wallonie-Bruxelles-International", vervalt 3°.
Art. 3.In artikel 291 van hetzelfde besluit, worden de woorden "in een graad van rang A3" vervangen door de woorden "in de graad van inspecteur-generaal".
Art. 4.Artikel 292 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : "
Art. 292.Onverminderd het recht van de Regering om ambtshalve een betrekking in te vullen, wordt een vacante betrekking van rang A3 die niet onder een mandaat valt achtereenvolgens ingevuld bij : 1° mutatie, reaffectatie of bevordering;2° interne mobiliteit;3° bevordering van een personeelslid vallend onder dit besluit dat niet in het personeelsbestand van de vacant verklaarde betrekking opgenomen is;4° externe mobiliteit. De betrekking wordt enkel toegekend op de in het eerste lid, 2° tot 4°, bepaalde wijzen bij ontstentenis van enige kandidatuur voor de betrekking op de in het eerste lid, 1°bepaalde wijzen, of als de Regering beslist de betrekking aan geen enkele van de kandidaten voor de betrekking op de voorgaande wijzen toe te wijzen".
Art. 5.In artikel 293 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen als volgt : § 2.De selectiecommissie wordt voorgezeten door de Ministers van Ambtenarenzaken of hun gemachtigde en bevat daarnaast de vakministers of hun gemachtigde en de ambtenaren-generaal van de instelling waarvan de in te vullen betrekking afhangt en twee leden die een ontegensprekelijke bekwaamheid bezitten in verband met de bestanddelen van het functieprofiel, gekozen buiten de administratie, openbare instellingen of ministeriële kabinetten."; 2° in § 3, lid 1, worden de woorden "na de kandidaten gehoord te hebben" in fine toegevoegd;3° in § 3, lid 2, worden de woorden "na de bezwaarindiener te hebben gehoord als laatstgenoemde dat verklaard heeft, dat te willen.De bezwaarindiener heeft het recht om zich te laten bijstaan door de persoon van zijn keuze" opgeheven. 4° in § 4, lid 2, worden de tweede en de derde volzin opgeheven. HOOFDSTUK III. - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 6.§ 1 In 2014 worden de mandatarissen die een betrekking bekleden bij de instellingen en afhankelijk van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, beoordeeld door de nieuwe Regering, ingesteld na de hernieuwing van het Parlement.
Artikel 264 van het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008 tot vastlegging het administratieve en geldelijke statuut van het personeel van "Wallonie-Bruxelles-International", is van toepassing op de beoordelingsprocedure bedoeld in het eerste lid, mits volgende aanpassingen. Er dienen gemotiveerde beoordelingsverslagen te worden gericht aan de nieuwe Regering binnen de vijftien dagen van de aanvraag gedaan door de Minister van Ambtenarenzaken. Die verslagen worden voor elke mandataris opgesteld respectievelijk door betrokkene en de leidend ambtenaar-generaal van de instelling. Het tweede evaluatieverslag wordt door de Regering opgesteld afhankelijk van de inwerkingtreding van dit besluit of door het bestuursorgaan van de instelling, indien bestaande. Dat tweede beoordelingsverslag wordt aan de mandataris medegedeeld, die, zonder dat hij mag vragen gehoord te worden, over een termijn van acht dagen beschikt om zijn bemerkingen schriftelijk over te maken. Het beoordelingsvoorstel wordt door de nieuwe Regering opgemaakt en medegedeeld aan de mandataris binnen de maand waarin die termijn van acht dagen verstrijkt. Binnen de acht dagen na kennisgeving van het ander dan (zeer) gunstig evaluatievoorstel door de Minister van Ambtenarenzaken kan de ambtenaar-generaal een beroep indienen bij de kamer van beroep van de ambtenaren-generaal en mag verzoeken gehoord te worden. De kamer van beroep brengt een advies uit en geeft er kennis van binnen de vijftien dagen na de aanhangigverklaring. De evaluatie wordt aangenomen door de nieuwe Regering binnen de maand na ontvangst van dat advies.
Het tweede beoordelingsverslag omvat de vaststellingen en beoordelingen van de uittredende Regering over de wijze waarop de mandataris zijn opdracht heeft volbracht en al dan niet zijn doelstellingen heeft bereikt. Daarin is er geen voorstel tot beoordeling vervat.
De nieuwe Regering verricht de beoordeling door het toekennen van een evaluatievermelding. Daarvoor baseert zij zich op de volgende gegevens : - de opdrachtbrief van de beoordeelde mandataris; - het operationeel plan; - het beoordelingsverslag dat de mandataris zelf heeft opgesteld; - het beoordelingsverslag dat de uittredende Regering heeft opgesteld; - de eventuele opmerkingen verstrekt door de beoordeelde mandataris op dat beoordelingsverslag.
In afwijking van lid 3 van deze paragraaf kan de hoogste in zijn rang zijnde leidend ambtenaar een beroep indienen bij de kamer van beroep van de ambtenaren-generaal ook in geval van gunstige beoordeling, en kan verzoeken om gehoord te worden.
In afwijking van lid 4 van deze paragraaf, bevat het tweede beoordelingsverslag, opgemaakt door de uittredende regering, voor de hoogste in rang zijnde leidend ambtenaar een voorstel tot beoordeling. § 2. De beoordeling bedoeld in § 1 kan aanleiding geven tot de toekenning van volgende vermeldingen : 1° "zeer gunstig" : indien de beleids- en operationele doelstellingen vervat in het operationele plan voldoende gehaald zijn, en met naleving van de voorziene termijnen op kwantitatief en kwalitatief vlak, ofwel niet in hun geheel gehaald zijn of met naleving van de termijnen op kwantitatief of kwalitatief vlak maar op grond van verantwoordingsstukken voorgelegd door de mandataris blijkt dat die toestand toe te schrijven is aan onvoorziene of aan volledig van hem losstaande omstandigheden.Daarnaast moet de mandataris voldoende bijgedragen hebben tot het opbouwen van een vertrouwensband met de Regering, blijk gegeven hebben van innovatie en initiatief, en voldoende bijgedragen hebben tot de uitstraling van zijn dienst; 2° "gunstig" : indien de beleids- en operationele doelstellingen vervat in het operationele plan voldoende gehaald zijn, en met naleving van de voorziene termijnen op kwantitatief en kwalitatief vlak, ofwel niet in hun geheel gehaald zijn of met naleving van de termijnen op kwantitatief of kwalitatief vlak maar op grond van verantwoordingsstukken voorgelegd door de mandataris blijkt dat die toestand toe te schrijven is aan onvoorziene of aan volledig van hem losstaande omstandigheden;3° "gereserveerd" : indien de beleidsdoelstellingen van het operationele plan op kwantitatief of kwalitatief vlak slechts te gedeeltelijk gehaald zijn of niet gehaald zijn binnen de voorziene termijn;4° "ongunstig" : indien de beleidsdoelstellingen van het operationele plan op kwantitatief of kwalitatief vlak slechts onvoldoende gehaald zijn of niet gehaald zijn binnen de voorziene termijn. § 3. De mandataris aan wie overeenkomstig § 1 een zeer gunstige beoordeling wordt toegekend, wordt automatisch opgenomen in de pool van de kandidaten bedoeld in artikel 341/8 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode. Op eigen verzoek wordt zijn mandaat automatisch verlengd. Na afloop van dat nieuwe mandaat wordt hij, als hij over twintig jaar ervaring beschikt in de privé- of de publieke sector, definitief benoemd in een graad met een rang juist onder de rang van de functie die hij in het kader van dat mandaat uitoefende, voor zover hij niet in aanmerking kwam voor een benoeming in een graad van hogere rang voor zijn aanwijzing als mandataris. Als hij niet over het aantal vereiste jaren ervaring beschikt, en noch ambtenaar is in de diensten van de Regering noch van een instelling noch rechthebbende op een niet nader omschreven verlof waardoor hij zijn vorige betrekking weer kan opnemen, komt de mandataris in aanmerking voor de voordelen waarvan sprake is in artikel 290. § 4. De mandataris aan wie overeenkomstig § 1 een gunstige beoordeling wordt toegekend, wordt automatisch opgenomen in de pool van de kandidaten bedoeld in artikel 341/8 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode zoals opgenomen in dit besluit. Hij kan bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit zijn kandidatuur indienen voor iedere per mandaat in te vullen betrekking die vacant wordt verklaard. Na afloop van dat nieuwe mandaat wordt hij, als hij over twintig jaar ervaring beschikt in de privé- of de publieke sector, definitief benoemd in een graad met een rang juist onder de rang van de functie die hij in het kader van dat mandaat uitoefende, voor zover hij niet in aanmerking kwam voor een benoeming in een graad van hogere rang voor zijn aanwijzing als mandataris.
Als hij na zijn kandidatuur te hebben ingediend bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit niet aangewezen wordt voor een nieuw mandaat en hij over twintig jaar ervaring beschikt in de privé-sector of de publieke sector, wordt hij definitief in een graad benoemd van een rang juist onder de rang van het ambt dat hij in het kader van dat mandaat uitoefende voor zover hij niet in aanmerking kwam voor een benoeming in een graad van een hogere rang voor zijn aanwijzing als mandataris. Hij krijgt vanwege de Regering een opdracht in verband met zijn rang.
Als hij niet het vereiste aantal jaren telt en noch personeelslid in de diensten van de Regering of een instelling is noch enig verlof geniet waardoor hij zijn vorige betrekking opnieuw op kan nemen, komt de mandataris in aanmerking voor de voordelen waarvan sprake in artikel 290. § 5. De mandataris die overeenkomstig § 1 een beoordeling met voorbehoud kreeg kan bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit niet aangewezen worden om per mandaat de betrekking uit te oefenen die hij tot dan bekleedde, noch een betrekking van hogere rang.
Als hij niet personeelslid is in de diensten van de Regering of een instelling is noch enig verlof geniet waardoor hij zijn vorige betrekking opnieuw op kan nemen, komt de mandataris in aanmerking voor de voordelen waarvan sprake in artikel 290. § 6. De mandataris die overeenkomstig § 1 een ongunstige beoordeling kreeg kan bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit niet aangewezen worden om per mandaat de betrekking uit te oefenen noch een dergelijke betrekking uitoefenen voor 31 december 2019. § 7. Indien een mandataris overeenkomstig § 3 een verlenging van dezelfde betrekking krijgt, wordt de vacantverklaring van ambtswege ingetrokken.
Art. 7.Bij gelegenheid van de eerste toepassing van dit besluit door de nieuwe Regering bedoeld in artikel 6, § 1, vindt de aanwijzing van de mandatarissen van de instelling uiterlijk op 31 december 2014 plaats.
Bij die gelegenheid wordt de voorwaarde omschreven in artikel 270 van het besluit van de Waalse Regering tot vastlegging van het administratieve en geldelijke statuut van het personeel van "Wallonie-Bruxelles-International" van 5 december 2008 zoals gewijzigd bij dit besluit, verplicht vervuld door de kandidaten voor een per mandaat in te vullen betrekking, uiterlijk op 1 december 2014 voor de leidende ambtenaar-generaal van de instelling.
Art. 8.§ 1 Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. § 2. In afwijking van § 1, treedt artikel 1 van dit besluit in werking op 1 juli 2014.
De nieuwe artikelen 271/1 tot en met 271/7 van het besluit van de Waalse Regering tot vastlegging van het administratieve en geldelijke statuut van het personeel van "Wallonie-Bruxelles-International" van 5 december 2008, ingevoegd bij gevolg van artikel 1 van dit besluit, en de nieuwe artikelen 269, 278 en 285 van bovenvermeld besluit, zoals gewijzigd bij gevolg van dezelfde bepaling van dit besluit, treden evenwel in werking de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Tot aan de inwerkingtreding van artikel 1 van dit besluit zoals bepaald in lid 1 vormen voormelde artikelen 271/1 tot en met 341/7 in Titel II van Boek II van hetzelfde besluit een Hoofdstuk 1bis met als opschrift "Certificaat Overheidsmanagement".
Art. 9.De Minister-President en de Minister van Ambtenarenzaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 13 december 2012.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET