Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 25 april 2019
gepubliceerd op 06 juni 2019

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 4 april 2019 betreffende de individuele beroepsopleiding

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019202675
pub.
06/06/2019
prom.
25/04/2019
ELI
eli/besluit/2019/04/25/2019202675/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 APRIL 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2019 pub. 15/04/2019 numac 2019201844 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de individuele beroepsopleiding sluiten betreffende de individuele beroepsopleiding


De Waalse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;

Gelet op de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten op de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005, inzonderheid op artikel 1, § 7;

Gelet op het decreet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2019 pub. 15/04/2019 numac 2019201844 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de individuele beroepsopleiding sluiten betreffende de individuele beroepsopleiding, inzonderheid op de artikelen 2, leden 3, 4, 5, § 1, leden 3 en 5, en § 2, 6, leden 2, 1° en 3°, en 4, 7, lid 2, 9, § 7, 10 en 16, lid 2;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 november 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/11/2007 pub. 06/12/2007 numac 2007203470 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien sluiten tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien;

Gelet op het ministerieel besluit van de Waalse Regering van 19 december 2007 tot bepaling van de nadere uitvoeringsregels van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 december 2018;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 13 december 2018;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Office wallon de la formation professionnelle et de l'Emploi (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), gegeven op 4 februari 2019;

Gelet op het rapport van 5 december 2018, opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het decreet in werking zal treden op 1 mei 2019, dat de afdeling wetgeving gevat is over hetzelfde ontwerp binnen een termijn van dertig dagen, dat het ontwerpdecreet op de agenda van de plenaire zitting van het Parlement van 20 maart 2019 stond, dat, gelet op de bijzondere politieke omstandigheden deze plenaire zitting met vijftien dagen is uitgesteld, dat de afdeling wetgeving op 1 april 2019 heeft vastgesteld dat het decreet betreffende de individuele beroepsopleiding enkel nog als ontwerp bestond, dat de wetgever ondanks alles de datum voor de inwerkingtreding, voorzien op 1 mei 2019, heeft behouden om zo spoedig mogelijk over een flexibele regeling te beschikken, aangepast aan de constant en snel evoluerende ondernemingen en aan de profielen van de werkzoekenden, dat de bepalingen van het decreet niet toegepast zullen kunnen worden zonder uitvoeringsbesluit, dat het decreet machtigingen bevat die niet met terugwerkende kracht in werking kunnen worden gesteld en dat het in die omstandigheden niet mogelijk zal zijn om met een verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen het ontwerpbesluit op dezelfde datum als het decreet in werking te laten treden;

Gelet op het advies nr. 65.871/2 van de Raad van State, gegeven op 10 april 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 11 januari 2019;

Gelet op advies nr. 1414 van de "Conseil économique et social de Wallonie" (Sociaal-economische raad van Wallonië), gegeven op 28 januari 2019;

Op de voordracht van de Minister van Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt gedeeltelijk een aangelegenheid bedoeld in artikel 138 van de Grondwet, overeenkomstig artikel 127, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° het decreet: het decreet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2019 pub. 15/04/2019 numac 2019201844 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de individuele beroepsopleiding sluiten betreffende de individuele beroepsopleiding;2° de stagiair die moeilijkheden inzake inschakeling ondervindt, ofwel: a) de stagiair die niet houder is van het getuigschrift van de derde graad van het secundair onderwijs;b) de stagiair jonger dan vijfentwintig jaar zijn die, op het tijdstip waarop de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt, sinds minder dan één jaar werkloos is;c) de stagiair jonger dan vijfentwintig jaar zijn die, op het tijdstip waarop de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt, sinds minder dan twee jaar werkloos is;d) de stagiair die een erkenning van zijn handicap heeft verkregen;e) de stagiair ten laste van RIZIV die begeleid wordt in het kader van een herinschakelingstraject, ongeacht of dit een heroriënteringstraject dan wel een beroepsrehabilitatietraject is;3° de nieuwkomende werkgever: de werkgever die op dag waarop de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt geen enkele indienstneming heeft verricht overeenkomstig de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten;4° de Minister: de Minister bevoegd voor Vorming.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van het decreet, wordt de inwerkingtreding van het decreet uitgesteld tot 1 april 2022 voor de werkgevers uit de overheid die niet onderworpen zijn aan de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten over de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, uitgezonderd: 1° de autonome overheidsbedrijven;2° de plaatselijke besturen voor beroepsactiviteiten waarvoor er een proces ter bekrachtiging van vaardigheden bestaat, aanbevolen bij de omzendbrief van de Minister van Plaatselijke Besturen en Stedenbeleid van 25 januari 2011 betreffende de bekrachtiging van de vaardigheden in het kader van het pact voor een sterke en solidaire plaatselijk en provinciaal openbaar ambt. De Minister kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.

Art. 4.§ 1. De onderneming voor uitzendarbeid die een overeenkomst voor een instapopleiding sluit, selecteert de stagiair en de werkgever-gebruiker. De werkgever-gebruiker is als referentie in het opleidingsplan opgenomen. § 2. De overeenkomst voor een instapopleiding, gesloten met een onderneming voor uitzendarbeid, kan enkel worden toegestaan aan stagiairs die aan volgende voorwaarden voldoen: a) jonger dan vijfentwintig jaar zijn en, op het tijdstip waarop de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt, sinds minder dan één jaar niet-werkende zijn;b) minstens vijftig jaar oud zijn en, op het tijdstip waarop de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt, sinds minder dan één jaar niet-werkende zijn. § 3. De duur van de overeenkomst voor een instapopleiding, gesloten met een onderneming voor uitzendarbeid, bedraagt minstens vier en hoogstens dertien weken.

De stagiair waarvoor de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt met een onderneming voor uitzendarbeid kan, in de loop van de drie maanden voorafgaand aan genoemde overeenkomst, tijdens hoogstens twintig werkdagen in de functie waarvoor genoemde overeenkomst met de onderneming voor uitzendarbeid gesloten is, een interimopdracht verricht hebben voor de werkgever-gebruiker.

Art. 5.De prestaties van de overeenkomst voor een instapopleiding kunnen niet beginnen vóór de ondertekening ervan door de drie partijen.

Er mag voor de beroepsactiviteit geen enkele prestatie in het kader van een arbeidsovereenkomst verricht zijn vóór de ondertekening van de overeenkomst voor een instapopleiding door de drie partijen, uitgezonderd de prestaties verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, met inbegrip van een uitzendarbeidscontract, waarvan de gecumuleerde duur niet meer dan twintig dagen over de drie voorafgaande maanden mag bedragen.

Art. 6.§ 1. De overeenkomst voor een instapopleiding duurt minstens vier en hoogstens zesentwintig weken.

In afwijking van lid 1 kan de overeenkomst voor een instapopleiding voor de stagiair die moeilijkheden met de inschakeling ondervindt, een langere duur hebben dan zesentwintig weken, zonder de tweeënvijftig weken te overschrijden.

De duur van de overeenkomst voor een instapopleiding hangt af van het verschil tussen de competenties van de stagiair en de competenties die verworven dienen te zijn na afloop van genoemde overeenkomst. § 2. In geval van periodes van opschorting van de overeenkomst voor een instapopleiding wegens ziekte, arbeidsongeval, ongeval op de weg van en naar het werk, staking in de onderneming, economische werkloosheid, slechte weersomstandigheden, collectieve sluiting van de onderneming wegens de jaarlijkse vakantie of bij overmacht, jaarlijkse vakantie van de stagiair waarmee de werkgever heeft ingestemd en op verzoek van de onderneming, geformuleerd uiterlijk zeven dagen voor de aanvankelijke afloop van de opleiding/inschakelingsonderneming, kan "Forem" de aanvankelijke duur van de instapopleiding overeenkomstig de duur van de periodes van opschorting verlengen.

De overeenkomst voor een instapopleiding wordt enkel met de duur van de periodes van opschorting van de overeenkomst voor een instapopleiding verlengd als de som van in lid 1 bedoelde periodes minstens gelijk is aan zeven werkdagen.

Art. 7.De overeenkomst voor een instapopleiding bevat met name: 1° de omschrijving van de in te vullen beroepsactiviteit;2° het opleidingsplan : 3° de duur van de overeenkomst voor een instapopleiding;4° de wekelijkse duur van de daadwerkelijke prestaties, uitgedrukt in het aantal uren per week, vastgelegd in functie van de bepalingen betreffende de duur en de arbeidsuurregeling die bij werkgever van kracht is voor de beroepsactiviteit bedoeld onder 1°, zonder de mogelijkheid evenwel om overuren te verrichten;5° de wijze van berekening van de premie bedoeld in artikel 6, lid 2, 1°, van het decreet;6° de wijze van berekening van de vergoeding wegens reiskosten, bedoeld in artikel 6, lid 2, 2°, van het decreet;7° de wijze van berekening van de vergoeding wegens eventuele kosten voor de opvang, bedoeld in artikel 6, lid 2, 3°, van het decreet;8° de verbintenissen van de werkgever betreffende de verplichtingen bedoeld in artikel 5, § 1, van het decreet;9° het brutomaandloon bij de aanwerving van de stagiair, vastgesteld voor de beroepsactiviteit bedoeld onder 1°, met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de barema's die van toepassing zijn bij de betrokken overheid als werkgever;10° de nadere evaluatieregels van de opleiding. Behalve de bepalingen bedoeld in lid 1 moet de overeenkomst voor een instapopleiding voorzien in een proefperiode gelijk aan een derde van de voorziene duur ervan. Ze duurt minimum twee en maximum acht weken.

Tijdens deze proefperiode kan elkeen der partijen huidige overeenkomst beëindigen, mits een vooropzeg van zeven dagen waarvan tegelijk aan de twee andere partijen kennis is gegeven middels een aangetekende zending waarin het (de) motieven van de verbreking wordt (worden) opgegeven, waarbij deze hun effect sorteren de derde werkdag volgens op de datum van verzending ervan.

Het model van de opleiding-inschakelingsovereenkomst wordt door de Minister bepaald.

Elke andersluidende clausule dan in bedoeld model wordt ongeschreven geacht.

Art. 8.§ 1. Tijdens de uitvoering van de overeenkomst voor een instapopleiding ziet "Forem" toe op het vlotte verloop van de opleiding, in voorkomend geval, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de werkgever of van de stagiair.

Als het verzoek van de werkgever of de stagiair uitgaat, gaat "Forem" erop in binnen een termijn van hoogstens achtenveertig uren.

Dit toezicht op het vlot verloop heeft met name betrekking op volgende aspecten: 1° de inachtneming, door de partijen, van de voorwaarden van uitvoering van de overeenkomst voor een instapopleiding, met name de inachtneming van de uurroosters;2° de integratie van de stagiair bij de werkgever;3° de integratie van de stagiair op zijn arbeidspost;4° de opvolging en de begeleiding van de stagiair door de werkgever en, in voorkomend geval, door de mentor;5° de door de stagiair en de werkgever opgegeven evolutie ter zake van competenties, overeenkomstig de respectievelijke overeenkomsten, vastgesteld in het opleidingsplan. § 2. Na afloop van de overeenkomst voor een instapopleiding reikt de werkgever het attest van beroepsbekwaamheden bedoeld in artikel 5, § 1, lid 1, 8°, van het decreet. Hij richt er een afschrift van aan "Forem".

Indien de stagiair niet instemt met de mate van verwerving van de beroepsbekwaamheden, dient hij binnen een termijn van tien dagen een beroep in. Het beroep wordt bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst aan "Forem" gericht of tegen een bericht van ontvangst eigenhandig bij "Forem" afgegeven. In het beroep worden de exacte gegevens die dit beroep motiveren, vermeld. Binnen de tien dagen volgend op de ontvangst van het beroep, hoort "Forem" de stagiair en de werkgever. "Forem" geeft, binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de hoorzitting, bij aangetekend schrijven, kennis van zijn beslissing aan de stagiair en aan de werkgever. De stagiair en de werkgever kunnen zich laten bijstaan door een persoon van hun keuze. § 3. Op grond van het attest van beroepsbekwaamheden verricht "Forem", per jaar, in de maand volgend op het einde van de overeenkomst voor een instapopleiding en op toevallige wijze voor twintig percent van de overeenkomsten voor een instapopleiding, het nazicht op de verplichting tot opleiding bedoeld in artikel 5, § 1, 3°, 7° en 8°, van het decreet.

Art. 9.§ 1. Een overeenkomst tot overmaking van de verplichting bepaald in artikel 5, § 1, lid 1, 9°, van het decreet wordt gesloten tussen de werkgever bij welke de stagiair de overeenkomst voor een instapopleiding heeft verricht en de werkgever die zich ertoe verbindt, de verplichting bedoeld in artikel 5, § 1, lid 1, 9°, na te leven.

Elke overeenkomst wordt voor "Forem" erkend voor iedere aanvang van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.

Het model van de overeenkomst wordt door de Minister bepaald. § 2. Als "Forem" niet het bewijs van de verplichting bedoeld in artikel 5, § 1, lid 1, 9°, van het decreet krijgt via authentieke gegevensbronnen en op zijn verzoek, verstrekt de werkgever hem een afschrift van de arbeidsovereenkomst, gesloten na afloop van de overeenkomst voor een instapopleiding.

In geval van samensmelting, splitsing, overdracht of opslorping worden de overeenkomst voor een instapopleiding en de arbeidsovereenkomst, gesloten na afloop ervan, onder dezelfde voorwaarden behouden door de nieuw ontstane entiteit.

Art. 10.De overeenkomst voor een instapopleiding kan voortijdig eindigen, o.a.: 1° op de datum waarop de curator het faillissement van de werkgever mededeelt;2° bij een gemotiveerde beslissing van de stagiair bij niet-inachtneming door de werkgever van de verplichtingen bepaald in artikel 5, § 1, lid 1, 3°, 4° en 7°, van het decreet;3° bij een gemotiveerde beslissing van de werkgever in geval van staking van activiteiten, onbekwaamheid van de stagiair met betrekking tot zowel zijn lichamelijke als geestelijke capaciteiten, evenals tot zijn competenties inzake gedragingen en relaties, het niet-verkrijgen van de voorziene attestering op vlak van opleiding die verplicht zou zijn voor de uitoefening van het aangeleerd beroep, in geval van vroegtijdige indienstneming van de stagiair die alle vereiste competenties voor de post heeft verworven voor beëindiging van de opleidingsperiode;4° bij een gemotiveerde beslissing van "Forem" bij niet-inachtneming door de werkgever van de verplichtingen bepaald in artikel 5, § 1, lid 1, 5°, 6°, 12° en 14° van het decreet. De informatie met betrekking tot de verbreking van de overeenkomst voor een instapopleiding en de motivering ervan worden binnen de zeven dagen volgend op de dag van uitwerking van de verbreking aan "Forem" overgemaakt.

Art. 11.De aanvraag bedoeld in artikel 4 van het decreet wordt per post of via e-mail of via het daartoe voorziene informaticaplatform aan "Forem" gericht.

De aanvraag bevat met name: 1° de identificatiegegevens van de werkgever en de persoon gemachtigd om hem te vertegenwoordigen bij het sluiten van de overeenkomst voor een instapopleiding;2° de naam, de beroepservaring en de kwalificaties van de mentor(en) bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 4°, van het decreet;3° de kenmerken van de in te vullen beroepsactiviteit;4° in voorkomend geval, de identificatie van de stagiair en diens competenties;5° in voorkomend geval, een voorstel tot opleidingsplan waarin de te vervullen taken en de te verwerven competenties van de stagiair, evenals de dienovereenkomstige duur, omstandig worden opgegeven;6° de voorwaarden van aanwerving zoals aangeboden na afloop van de overeenkomst voor een instapopleiding, met name het type arbeidsovereenkomst, het brutomaandloon bij de aanwerving van de stagiair zoals vastgelegd voor de in te vullen beroepsactiviteit met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de barema's die van toepassing zijn op de overheidsdienst als werkgever en de wekelijkse duur van de prestaties van de overeenkomst voor een instapopleiding met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de duur van de prestaties, van toepassing op de betrokken overheidsdienst als werkgever.

Art. 12.§ 1. "Forem" is belast met de behandeling van elke aan hem gerichte aanvraag. § 2. "Forem" bericht ontvangst van de aanvraag binnen tien dagen na ontvangst ervan.

Als de aanvraag of het dossier onvolledig is, verwittigt "Forem" de werkgever in het bericht van ontvangst en laat hij hem in hetzelfde schrijven weten dat de termijn bedoeld in paragrafen 3 opgeschort wordt tot de inontvangstneming van de ontbrekende stukken of gegevens.

De werkgever dient de ontbrekende stukken of gegevens in volgens de modaliteiten die voor de aanvraag gelden. "Forem" stuurt binnen vijftien dagen na de datum van verzending van het bericht van ontvangst een rappelbrief met de lijst van de ontbrekende stukken naar de werkgever.

Als hij ze niet binnen vijftien na die rappelbrief ontvangen heeft, wordt de aanvraag als afgedaan beschouwd. § 3. "Forem" neemt zijn beslissing binnen de veertien dagen volgend op de ontvangst van het volledige dossier.

Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn bedoeld in het eerste lid wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de werkgever.

Art. 13.§ 1. De maandelijkse premie bedoeld in artikel 6, lid 2, 1°, van het decreet bedraagt voor een overeenkomst voor een instapopleiding waarvan de wekelijkse duur van de prestaties overeenstemt met een voltijdse arbeidsregeling: 1° twintig percent van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI), vastgesteld door de Nationale Arbeidsraad als het bedrag van de uitkeringen, het inkomen of vergoedingen bedoeld in artikel 6, lid 2, 1°, van het decreet 38,50 euro per dag of meer bedraagt, aangepast volgens de indexering van de sociale uitkeringen;2° veertig percent van het GGMMI, vastgesteld door de Nationale Arbeidsraad als het bedrag van de uitkeringen, het inkomen of vergoedingen bedoeld in artikel 6, lid 2, 1°, van het decreet schommelt tussen 25,66 euro per dag en 38,49 euro per dag, aangepast volgens de indexering van de sociale uitkeringen;3° zestig percent van het GGMMI, vastgesteld door de Nationale Arbeidsraad als het bedrag van de uitkeringen, het inkomen of vergoedingen bedoeld in artikel 6, lid 2, 1°, van het decreet 25,65 euro per dag bedraagt, aangepast volgens de indexering van de sociale uitkeringen;4° tachtig percent van het GGMMI, vastgesteld door de Nationale Arbeidsraad als de stagiair geen enkele uitkering, geen enkel inkomen of geen enkele vergoeding krijgt als bedoeld in artikel 6, lid 2, 1°, van het decreet. Als de wekelijkse duur van de prestaties van de overeenkomst voor een instapopleiding overeenstemt met een deeltijdse arbeidsregeling, wordt het bedrag van de premie bedoeld in lid 1 berekend in verhouding tot de wekelijkse duur van de prestaties.

Voor de bepaling van het dagelijks bedrag van de uitkeringen, het inkomen of de vergoedingen bedoeld in lid 1, 1°, 2°, 3° en 4°, houdt "Forem" rekening: - voor de eerste maand van prestaties, met het bedrag op de eerste dag van de uitvoering van de overeenkomst voor een instapvergoeding zoals beschikbaar bij een authentieke gegevensbron de dag van ondertekening van het opleidingscontract; - voor de volgende maanden, met het bedrag op de eerste dag van de vervallen maand, beschikbaar bij een authentieke gegevensbron op de eerste dag van de vervallen maand.

Een latere wijziging van het dagelijks bedrag is van generlei invloed op de berekening van de premie bedoeld in lid 1.

De premie bedoeld in lid 1 wordt berekend op grond van de daadwerkelijke maandelijkse prestaties gedurende de afgelopen maand, door de werkgever aangegeven op grond van de prestatiestaat zoals aangegeven op het platform bedoeld in artikel 9 van het decreet, uiterlijk de vijfde werkdag van de volgende maand zonder mogelijkheid voor de werkgever tot latere regularisatie of rechtzetting.

Wanneer de mededeling van de prestatiestaat door de werkgever via de post, met de datum van de poststempel als bewijs, of via e-mail gebeurt, dient de prestatiestaat uiterlijk aan "Forem" te worden gericht de eerste werkdag van de volgende maand, zonder mogelijkheid voor de werkgever tot latere regularisatie of rechtzetting.

Wordt de prestatiestaat niet binnen de termijnen, bedoeld in de leden 5 en 6, aan "Forem" medegedeeld, dan wordt de premie gestort op basis van de wekelijkse duur van de prestaties als bepaald in de overeenkomst voor een instapopleiding. § 2. Overeenkomstig artikel 6, lid 4, van het decreet, beslist "Forem" binnen de dertig dagen na de volledige aanvraag en verleent een verhoging van de premie wanneer de stagiair het bewijs levert dat er tijdens de uitvoering van de overeenkomst voor een instapopleiding een verhoging van de uitkeringen, van het inkomen of van de vergoedingen bedoeld in artikel 6, lid 2, 1°, van het decreet aan de oorsprong ligt van de vermindering van het globale bedrag die de stagiair geniet. In deze veronderstelling dient de som van de uitkeringen, het inkomen of de vergoedingen en van de premie bedoeld in artikel 6, lid 2, 1°, van het decreet gelijk blijven aan de optelsom van deze bedragen bij het sluiten van de overeenkomst voor een instapopleiding. Het model van de aanvraag wordt door "Forem" bepaald.

De premie wordt geïndexeerd volgens het indexeringsmechanisme van het GGMMI, zoals vastgesteld door de Nationale Arbeidsraad.

Art. 14.§ 1. "Forem" komt naar verhouding van de geleverde dagprestaties tussenbeide in de kosten voor opvang, kinderonthaal of kinderhuis bedoeld in artikel 6, lid 2, 3°, van het decreet, aangetoond door de stagiair op basis van de factuur van bedoelde opvangmilieus of ieder betaalbewijs voor 4 euro per dagprestatie en per kind.

De tussenkomst van "Forem" in naschoolse kinderopvangkosten bedoeld in artikel 6, lid 2, 3°, van het decreet, aangetoond door de stagiair op basis van de factuur van de kinderopvang of ieder betaalbewijs bedraagt 2 euro per dagprestatie en per kind. "Forem" komt niet tussenbeide in de kosten bedoeld in artikel 6, lid 2, 3°, van het decreet wanneer de factuur of de betaalbewijzen waarmee zij worden aangetoond na een termijn van 60 dagen, ingaand daags na de dag waarop de overeenkomst voor een instapopleiding beëindigd wordt, aan "Forem" worden overgemaakt. § 2. Op basis van de factuur voor opleidingskosten, verstrekt door de werkgever, betaalt "Forem" de werkgever de opleidingskosten bedoeld in artikel 5, § 1, lid 1, 7°, van het decreet terug. Het bedrag van de terugbetaling wordt beperkt tot de werkelijke kostprijs, met als maximumbedrag het vigerend tarief van de kenniscentra voor een gelijksoortige of aanverwante opleiding in dezelfde beroepssector.

In afwijking van paragraaf 2, lid 1, wordt de terugbetaling van de prijs die door de verstrekker van een opleiding voor het besturen van voertuigen waarvoor een rijbewijs van categorie C of categorie D nodig is, met inbegrip van de retributies betaald aan de erkende centra voor de theoretische en praktische examens en de examens van beroepsbekwaamheid, beperkt tot het maximumbedrag van vijfduizend euro. § 3. "Forem" komt tussenbeide in de reiskosten per verstrekte dagprestatie. "Forem" komt niet tussenbeide in de reiskosten bepaald in artikel 6, lid 2, 2°, van het decreet voor de stagiair bedoeld in artikel 2, 2°, e), als deze kosten reeds door RIZIV overgenomen worden in het kader van de re-integratietrajecten.

Art. 15.§ 1. De forfaitaire financiële tegemoetkoming van de werkgever, bedoeld in artikel 5, § 1, 6°, van het decreet wordt vastgesteld naar verhouding tot de verstrekte dagprestaties, bij "Forem" aangegeven overeenkomstig de nadere regels bedoeld in artikel 13, § 1, leden 5 en 6, in functie van het brutomaandloon aangegeven door de werkgever bij "Forem" zoals vastgesteld met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de barema's van toepassing op overheidsdienst als werkgever, volgens hiernavolgend rooster:

LOONSCHAAL

FACTURERING AAN WERKGEVER

< 1700 EUR

650 EUR

1700 tot 1999,99 EUR

850 EUR

2000 tot 2299,99 EUR

1050 EUR

2300 tot 2600 EUR

1250 EUR

> 2600 EUR

1450 EUR


Als de overeenkomst voor een instapopleiding voorzien is voor een deeltijdse arbeidsregeling, wordt het bedrag van het forfait volgens het breukdeel van de tewerkstelling berekend.

De bedragen bedoeld in lid 1 worden geïndexeerd volgens het indexeringsmechanisme van het GGMMI, zoals vastgesteld door de Nationale Arbeidsraad. § 2. "Forem" richt maandelijks een schuldvordering aan de werkgever met betrekking tot zijn forfaitaire financiële tegemoetkoming, vastgesteld overeenkomstig paragraaf 1.

Binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de schuldvordering stort de werkgever de forfaitaire financiële tegemoetkoming waarvan het bedrag op de schuldvordering bedoeld in lid 1 opgenomen is, aan "Forem".

Bij verstrijken van de termijn van tien dagen bedoeld in lid 1 richt "Forem", wanneer de forfaitaire financiële tegemoetkoming bedoeld in lid 1 niet aan "Forem" is gestort, een rappelbrief aan de werkgever waarin hij verzocht wordt te betalen binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van de rappelbrief.

Bij verstrijken van de tweede termijn van tien dagen bedoeld in lid 3 gaat "Forem", wanneer de financiële tegemoetkoming bedoeld in lid 1 niet aan "Forem" is gestort, tot het vorderen ervan bij elk rechtsmiddel. § 3. Voor nieuwkomende werkgevers wordt er een vermindering van de financiële interventie vastgesteld overeenkomstig paragraaf 1 met tweehonderd euro toegepast op de eerste schuldvordering van "Forem".

Art. 16.Voor de toepassing van artikel 5, § 2, van het decreet richt "Forem", wanneer een tekortkoming wordt vastgesteld in de verplichtingen bedoeld in artikel 5, § 1, lid 1, van het decreet, een gemotiveerde waarschuwing aan de werkgever.

De werkgever kan zijn verweermiddelen schriftelijk bij "Forem" te gelde maken, binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de kennisgeving van de waarschuwing.

Art. 17.§ 1. "Forem" gaat jaarlijks tot de evaluatie van het decreet over, op basis van meer bepaald volgende elementen: 1° informatie over het aantal gesloten overeenkomsten voor een instapopleiding;2° informatie over de profielen van de stagiairs;3° informatie over de profielen van de werkgevers, opgesplitst, met name, in functie van omvang en paritair comité;4° het type beroepsactiviteit waarvoor een overeenkomst voor een instapopleiding wordt verwezenlijkt;5° de arbeidsregeling en de duur van de overeenkomst voor een instapopleiding;6° de opleidingenverstrekkers, evenals de aard van de opleidingen die zij organiseren, vermeld in de overeenkomsten voor een instapopleiding;7° de analyse van de termijn voor de behandeling van de dossiers;8° de analyse van het voltooiingspercentage van de overeenkomsten voor een instapopleiding, met inbegrip van de oorzaken voor het afbreken en het niet-voltooien ervan;9° de analyse van het inschakelingspercentage na afloop van de overeenkomst voor een instapopleiding;10° het aantal werkgevers die minstens tien stagiairs tegelijk aanwerven, evenals het inschakelingspercentage onder die aanwervingen;11° het aantal contracten, gesloten met een agentschap voor uitzendarbeid, evenals het inschakelingspercentage onder die aanwervingen. Het evaluatieverslag, verwezenlijkt door "Forem", wordt overgemaakt aan het beheerscomité van "Forem" en aan de Minister. § 2. "Forem" verricht een halfjaarlijkse budgetaire opvolging.

Op grond van de opvolging, bedoeld in lid 1, kan de Minister, onder de voorwaarden van dit besluit en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, de terugbetaling van de opleidingen bedoeld in artikel 14, § 2, beperken.

Art. 18.Het comité bedoeld in artikel 8 van het decreet stelt de werkingsregels ervan in een huishoudelijk reglement vast. Het huishoudelijk reglement wordt de Minister ter goedkeuring voorgelegd.

Art. 19.Opgeheven worden: 1° het besluit van de Waalse Regering van 14 november 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/11/2007 pub. 06/12/2007 numac 2007203470 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien sluiten tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien;2° het ministerieel besluit van de Waalse Regering van 19 december 2007 tot bepaling van de nadere uitvoeringsregels van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2019.

Art. 21.De Minister van Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 25 april 2019.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET

^