Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 14 november 2007
gepubliceerd op 06 december 2007

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007203470
pub.
06/12/2007
prom.
14/11/2007
ELI
eli/besluit/2007/11/14/2007203470/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 NOVEMBER 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien, inzonderheid op de artikelen 2, tweede lid, 5, 7, derde lid, 8, derde tot vijfde lid, 10 en 11, eerste lid;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 december 1997 tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een opleiding organiseren om in een vacature te voorzien;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 april 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 26 april 2007;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), gegeven op 26 juni 2007;

Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-Economische Raad van het Waalse Gewest), gegeven op 9 juli 2007;

Gelet op het advies nr. 43.634/2 van de Raad van State, gegeven op 24 oktober 2007, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de gezamenlijke voordracht van de Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium en van de Minister van Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt gedeeltelijk een materie bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet. HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "opleidingsoperateur" : de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", hierna "FOREm" genoemd, de opleidingscentra erkend door de "FOREm" of met hem gebonden krachtens een overeenkomst, de onderwijsinrichtingen voor sociale promotie, de opleidingscentra van het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals agentschap voor de integratie van gehandicapte personen), het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises" (Waals instituut voor alternerende opleiding en voor zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen), de sectorale opleidingscentra;2. "werkzoekende" : elke persoon woonachtig op het nationale grondgebied die als werkloze werkzoekende ingeschreven is bij een tewerkstellingsdienst van het Gewest of van de Duitstalige gemeenschap;3° "stagiair" : elk werkzoekende die een overeenkomst opleiding-inschakeling sluit met een werkgever en de "FOREm";4° "Voogdijministers" : de Minister van Tewerkstelling en de Minister van Vorming;5° "decreet" : het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien. HOOFDSTUK II. - Overeenkomst opleiding-inschakeling

Art. 3.De overeenkomst opleiding-inschakeling bedoeld in artikel 5 van het decreet wordt gesloten tussen de werkgever, de "FOREm" en de stagiair.

De prestatie opleiding-inschakeling mag in geen geval beginnen vóór de ondertekening van de overeenkomst opleiding-inschakeling door de drie partijen.

Voor het soort in te vullen betrekking mag de stagiair in ket kader van een arbeidsovereenkomst geen prestatie bij de werkgever verricht hebben vóór de ondertekening van de overeenkomst opleiding-inschakeling door de drie partijen, behalve de prestaties verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, met inbegrip van een uitzendarbeidscontract, waarvan de gecumuleerde duur niet meer dan twintig dagen over de drie voorafgaande maanden mag bedragen.

Art. 4.De overeenkomst opleiding-inschakeling duurt minstens vier en hoogstens zesentwintig weken.

De duur van de overeenkomst opleiding-inschakeling wordt desgevallend evenwel verlengd met de periodes van arbeidsongeschikheid als gevolg van een ziekte, een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar het werk, met de jaarlijkse verlofperiodes, alsook met de schorsingsperiodes wegens economische werkloosheid, slechte weersomstandigheden of overmacht.

De overeenkomst opleiding-inschakeling wordt slechts verlengd als de som van de periodes bedoeld in het tweede lid minstens veertien dagen bedraagt.

Art. 5.§ 1.Behalve de verlengingsgevallen bedoeld in artikel 4 kan de administrateur-generaal van de "FOREm" afwijken van de grens van zesentwintig weken en de duur van de overeenkomst opleiding-inschakeling opvoeren tot maximum tweeënvijftig weken voor een laag geschoolde jonge stagiair.

Een "laag geschoolde jonge stagiair" is een stagiair die bij het sluiten van de overeenkomst opleiding-inschakeling de volgende voorwaarden vervult : 1° jonger zijn dan vijfentwintig jaar;2° houder zijn van, hoogstens, een diploma onder het diploma van de derde graad van het secundair onderwijs. § 2. Elke beslissing genomen krachtens § 1, eerste lid, wordt tussen de achttiende en de tweeëntwintigste week door de diensten van de "FOREm" beoordeeld.

De administrateur-generaal van de "FOREm" kan op basis van het resultaat van deze beoordeling ertoe beslissen voortijdig een einde te maken aan de uitvoering van de overeenkomst opleiding-inschakeling. In dat geval wordt de speciaal gemotiveerde beslissing uiterlijk vijf dagen vóór het verstrijken van de termijn van zesentwintig weken aan de stagiair en aan de werkgever meegedeeld.

De beoordeling slaat met name op de volgende aspecten : 1° de inachtneming van de uurregelingen en de instructies (o.a. inzake veiligheid en hygiëne) door de stagiair; 2° de integratie van de stagiair bij de werkgever;3° de integratie van de stagiair op zijn arbeidspost;4° het halen van de opleidingsdoelstellingen waarin het opleidingsprogramma aanvankelijk voorziet;5° de opvolging en de begeleiding van de stagiair door de werkgever.

Art. 6.De overeenkomst opleiding-inschakeling bevat : 1° de omschrijving van de in te vullen betrekking;2° het opleidingsprogramma;3° de naam van de voogd(en) bedoeld in artikel 8, 2°, van het decreet;4° de duur van de overeenkomst opleiding-inschakeling;5° het wekelijkse regime van de prestaties;6° het bedrag van de aanmoedigingspremie bedoeld in artikel 7, tweede lid, 1°, van het decreet;7° de modaliteiten tot toekenning van de vergoeding van de verplaatsingskosten, alsook de compensatievergoeding, zoals bepaald krachtens artikel 7, tweede lid, 2° en 4°, van het decreet;8° de modaliteiten tot toekenning van de vergoeding van de opdrachtkosten, zoals bepaald krachtens artikel 7, tweede lid, 3°, van het decreet;9° de verbintenis op erewoord van de werkgever dat hij zal voldoen aan de verplichtingen bedoeld in de artikelen 6 en 8 van het decreet. Behalve de bepalingen bedoeld in het vorige lid moet de overeenkomst opleiding-inschakeling voorzien in een proefperiode gelijk aan één derde van de voorziene duur ervan. Ze duurt minimum twee en maximum acht weken.

Tijdens de proefperiode kan elke partij de overeenkomst opleiding-inschakeling opzeggen, mits inachtneming van een opzegtermijn van zeven dagen, meegedeeld volgens de modaliteiten bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid artikel 37.

Het model van de overeenkomst opleiding-inschakeling wordt door de Ministers bepaald op voorstel van de "FOREm".

Art. 7.Tijdens de uitvoering van de overeenkomst opleiding-inschakeling ziet de "FOREm" systematisch toe op het vlotte verloop van de opleiding, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de werkgever of van de stagiair.

Voor de laaggeschoolde jonge stagiair verricht de "FOREm" een geïndividualiseerde opvolging; hij ziet toe op het vlotte verloop van de opleiding en neemt desnoods alle nuttige maatregelen om de overeenkomst opleiding-inschakeling tot het goed eind te brengen.

Art. 8.§ 1. Voor de toepassing van artikel 8, derde lid, van het decreet wordt een overeenkomst gesloten tussen de werkgever bij wie de stagiair stage heeft gelopen en de werkgever bedoeld in artikel 8, derde lid, van het decreet, waarbij laatstgenoemde zich ertoe verbindt te voldoen aan de verplichtingen bedoeld in artikel 8, eerste lid, 4° en 5°, van het decreet.

Vóór de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt elke overeenkomst door de administrateur-generaal van de "FOREm" erkend volgens de modaliteiten die de Ministers bepalen.

Een verslag met de erkenningsbeslissingen die door de administrateur-generaal van de "FOREm" genomen worden, wordt om de zes maanden aan de intersectorale opvolgingscommissie overgemaakt.

Het model van de overeenkomst wordt door de Ministers bepaald op voorstel van de "FOREm". § 2. Voor de toepassing van artikel 8, eerste lid, 5°, van het decreet stemt het personeelsbestand overeen met het bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven aantal werknemers van het kwartaal dat voorafgaat aan de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst opleiding-inschakeling, hierna referentiekwartaal genoemd.

Tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst, die overeenstemt met die van de overeenkomst opleiding-inschakeling, moet het personeelsbestand dat van het referentiekwartaal overschrijden met een aantal eenheden dat minstens gelijk is aan het aantal stagiairs die hun overeenkomst opleiding-inschakeling beëindigd hebben.

Het kan evenwel gelijk zijn aan dat van het referentiekwartaal in geval van vervanging door één of meer stagiairs : 1° van één of meer werknemers die in aanmerking komen voor het conventionele brugpensioen, overeenkomstig artikel 132 van de wet van 1 augustus1985 houdende sociale bepalingen;2° van één of meer werknemers die hun arbeidsprestaties verminderen of hun loopbaan onderbreken, overeenkomstig afdeling 5 van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen;3° van één of meer werknemers van wie de overeenkomsten beëindigd zijn krachtens artikel 32, 4° en 5°, van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten of krachtens opzeggingen betekend door de werknemer(s), alsook het ontslag om dringende reden;4° van één of meer werknemers die voor pensioen in aanmerking komt/komen krachtens de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillige verzekerden. Behalve de gevallen waarin het derde lid voorziet, kan de administrateur-generaal van de "FOREm" op uitdrukkelijk verzoek van de werkgever afwijken van de verplichting bedoeld in artikel 8, eerste lid, 5°, van het decreet als de vermindering van het referentiebestand te wijten is aan toeval of aan een behoorlijk gemotiveerd geval van overmacht. Een verslag met de beslissingen tot toekenning of weigering van afwijking die door de administrateur-generaal van de "FOREm" genomen worden, wordt om de zes maanden aan de intersectorale opvolgingscommissie overgemaakt.

De "FOREm" gaat minstens één keer per jaar na of de verplichting bedoeld in artikel 8, eerste lid, 5°, van het decreet nagekomen wordt. § 3. Op verzoek van de "FOREm" moet de werkgever hem binnen hoogstens een maand de administratieve documenten overmaken op grond waarvan kan worden nagegaan of hij zijn verplichtingen nakomt, samen met een afschrift van de arbeidsovereenkomst gesloten na afloop van de overeenkomst opleiding-inschakeling.

Art. 9.De overeenkomst opleiding-inschakeling kan voortijdig eindigen, o.a. : 1° in geval van faillissement of van stopzetting van de activiteiten van de werkgever; 2° bij gemotiveerde beslissing van de administrateur-generaal van de "FOREm", o.a. : a) in geval van ongeschiktheid van de stagiair;b) als de werkgever niet voldoet aan de verplichtingen waarin artikel 8 van het decreet voorziet;c) voor de laaggeschoolde jonge stagiair, naar gelang van de resultaten van de beoordeling van de stage, zoals bepaald bij artikel 5, § 2.

Art. 10.In geval van samensmelting, splitsing, overdracht of opslorping worden de overeenkomst opleiding-inschakeling en de arbeidsovereenkomst onder dezelfde voorwaarden behouden door de nieuwe entiteit. HOOFDSTUK III. - Procedure voor de indiening van het verzoek en voorwaarden voor het sluiten van een overeenkomst opleiding-inschakeling

Art. 11.Het verzoek bedoeld in artikel 4 van het decreet wordt gericht aan de administrateur-generaal van de "FOREm" en bevat o.a : 1° de identificatiegegevens van de werkgever;2° de naam, de beroepservaring en de kwalificaties van de voogd(en) bedoeld in artikel 8, eerste lid, 2°, van het decreet;3° de kenmerken van de in te vullen betrekking; 4° de voorwaarden van indienstneming geboden na afloop van de overeenkomst opleiding-inschakeling, o.a. het type overeenkomst, de bezoldiging en het werkschema.

Het model van het verzoek wordt door de Ministers bepaald op vorstel van de "FOREm".

Art. 12.§ 1. Elk verzoek dat tot de "FOREm" gericht wordt, wordt door hem behandeld binnen de termijnen waarin dit artikel voorziet. § 2. De "FOREm" bericht ontvangst van het verzoek binnen tien dagen na ontvangst ervan.

Als het verzoek of het dossier onvolledig is, verwittigt de "FOREm" de werkgever en laat hij hem in hetzelfde schrijven weten dat de termijn bedoeld in de §§ 3 of 4 opgeschort wordt tot de inontvangstneming van de ontbrekende stukken of gegevens.

De werkgever dient de ontbrekende stukken of gegevens in volgens de modaliteiten die voor het verzoek gelden.

De "FOREm" stuurt binnen vijftien dagen na de datum van verzending van het bericht van ontvangst een rappelbrief met de lijst van de ontbrekende stukken naar de werkgever.

Als hij ze niet binnen vijftien na die rappelbrief ontvangen heeft, wordt het verzoek als ongedaan beschouwd. § 3. Met uitzondering van de procedure waarin § 4 voorziet, beslist de administrateur-generaal van de "FOREm" binnen dertig dagen na ontvangst van het volledige dossier door zijn administratie. § 4. Voor elk verzoek dat tegelijkertijd minstens tien vacante betrekkingen betreft, wordt het territoriaal bevoegde subregionaal comité voor tewerkstelling en vorming binnen tien dagen na ontvangst van het volledige verzoek om advies gevraagd door de administratie van de "FOREm".

Dat advies wordt uitgebracht binnen dertig dagen na ontvangst ervan door het territoriaal bevoegde subregionaal comité voor tewerkstelling en vorming. Na afloop van die termijn wordt het advies geacht gunstig te zijn.

De administrateur-generaal van de "FOREm" beslist binnen zestig dagen na ontvangst van het volledige dossier door zijn administratie. HOOFDSTUK IV. - Premies en vergoedingen

Art. 13.De door de werkgever gestorte aanmoedigingspremie stemt overeen met het bedrag van het verschil, bij het sluiten van de overeenkomst opleiding-inschakeling, tussen de belastbare bezoldiging betreffende de in te vullen betrekking en de uitkeringen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het decreet, desgevallend verhoogd met de compensatievergoeding bedoeld in artikel 7, tweede lid, 4°, van het decreet.

Deze aanmoedigingspremie bedraagt zestig, tachtig of honderd percent van het bedrag bedoeld in het eerste lid, gedurende respectievelijk het eerste, het tweede of het derde derde van de overeenkomst opleiding-inschakeling.

Als de overeenkomst opleiding-inschakeling langer duurt dan zesentwintig weken, wordt de progressiviteit bedoeld in het tweede lid berekend over de eerste zesentwintig weken en bedraagt de premie honderd percent van het bedrag bedoeld in het eerste lid voor de volgende periode.

Art. 14.De in artikel 7, tweede lid, 2°, van het decreet bedoelde vergoeding voor verplaatsingskosten is gelijk aan de kosten van een dagelijkse verplaatsing (heen en terug) als de woonplaats van de stagiair en de plaats waar hij zijn opleiding hoofdzakelijk volgt minstens vijf kilometer van elkaar verwijderd zijn.

De terugbetaling van de gemaakte kosten wordt beperkt tot de kostprijs van het goedkoopste vervoermiddel, ongeacht het gebruikte vervoermiddel.

Art. 15.De compensatievergoeding bedoeld in artikel 7, tweede lid, 4°, van het decreet, bedraagt hoogstens 248 euro per maand. Dat bedrag wordt desgevallend verminderd met het bedrag van de uitkeringen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het decreet. HOOFDSTUK V. - Opvolging en evaluatie van het stelsel

Art. 16.§ 1. Behalve elke adviesverlening op eigen initiatief, wordt de intersectorale opvolgingscommissie bedoeld in artikel 10 van het decreet ermee belast jaarlijks een evaluatieverslag over de uitvoering van het decreet aan de Minister over te leggen, o.a. op basis van de gegevens verstrekt door de "FOREm".

Het jaarlijkse evaluatieverslag bevat een kwantitatief en een kwalitatief luik op grond waarvan de weerslag van de maatregel kan worden beoordeeld o.a. ten opzichte van de volgende indicatoren : 1° per regionale directie van de "FOREm", per paritaire commissie van de ondernemingen en per activiteitensector, het aantal gesloten en goed uitgevoerde overeenkomsten opleiding-inschakeling;2° per studieniveau, per leeftijd, per werkloosheidsduur, per geslacht en per categorie werkzoekenden, het aantal begunstigden;3° het percentage duurzame inschakeling in de betrekking, uitgedrukt door het aantal en het type arbeidsovereenkomsten gesloten na de duur van de overeenkomst opleiding-inschakeling; 4° wat betreft de afwijkingen toegestaan krachtens artikel 5, behalve bovenbedoelde gegevens, o.a. hun aantal en hun resultaat inzake de inschakeling in de betrekking. § 2. De intersectorale opvolgingscommissie is samengesteld uit : 1° twee gewone en twee plaatsvervangende leden die de representatieve werkgeversorganisaties vertegenwoordigen;2° twee gewone en twee plaatsvervangende leden die de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigen;3° twee gewone en twee plaatsvervangende leden die de "FOREm" vertegenwoordigen, van wie één het secretariaat waarneemt. Het voorzitterschap van de intersectorale opvolgingscommissie wordt jaarlijks beurtelings waargenomen door één van de vertegenwoordigers bedoeld onder de punten 1° en 2°, eerste lid. § 3. Het mandaat van de gewone en plaatsvervangende leden loopt vijf jaar en is hernieuwbaar.

Het verstrijkt : 1° in geval van ontslag;2° als de organisatie, die een lid heeft voorgedragen, om zijn vervanging vraagt;3° als een lid niet langer deel uitmaakt van de organisatie die hij vertegenwoordigt;4° als een lid de leeftijd van 67 jaar heeft bereikt, behalve afwijking toegestaan door de Ministers om behoorlijk gemotiveerde redenen;5° als een lid meer dan drie keer per jaar zonder rechtvaardiging afwezig is;6° als het de helft van de jaarlijkse vergaderingen niet bijwoont, behalve afwijking toegestaan door de Ministers om medische redenen. Het lid dat zijn mandaat vóór de verstrijkdatum neerlegt wordt vervangen door zijn plaatsvervanger, die het mandaat voleindigt.

De Ministers wijzen de in § 2, eerste lid, 1° en 2°, van dit artikel bedoelde leden van de intersectorale opvolgingscommissie aan op de voordracht van de organisaties die ze vertegenwoordigen en de leden bedoeld in § 2, eerste lid, 3°, op de voordracht van de "FOREm".

De intersectorale opvolgingscommissie stelt haar huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Regering.

Het huishoudelijk reglement van de intersectorale opvolgingscommissie voorziet o.a. in : 1° de regels voor de oproeping van de commissie, bij voorkeur langs de elektronische weg;2° de regels betreffende de inschrijving van de agendapunten;3° de regels die toepasselijk zijn bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter;4° de quorumregels opdat de intersectorale opvolgingscommissie rechtsgeldig kan beraadslagen;5° de periodiciteit van de vergaderingen van de intersectorale opvolgingscommissie;6° de werkingsmodaliteiten in geval van geschreven procedure, rekening houdend met de dringende noodzakelijkheid. De Ministers bepalen de modaliteiten betreffende het presentiegeld van de leden die de Regering noch de administratie of de onder het Waalse Gewest ressorterende instellingen van openbaar nut vertegenwoordigen, alsook de modaliteiten betreffende de verplaatsingskosten berekend overeenkomstig de bepalingen die toepasselijk zijn op het personeel van de Regeringsdiensten en met name overeenkomstig hoofdstuk I, titel II, van boek IV van de Ambtenarencode. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen.

Art. 17.Het besluit van 11 december 1997 tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien wordt opgeheven.

Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008.

Art. 19.De Ministers zijn gezamenlijk belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 14 november 2007.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, J.-C. MARCOURT De Minister van Vorming, M. TARABELLA

^