gepubliceerd op 23 juni 2017
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2016 betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven
24 MEI 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2016 pub. 07/11/2016 numac 2016205562 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven sluiten betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven
De Waalse Regering, Gelet op het
decreet van 20 november 2008Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
20/11/2008
pub.
31/12/2008
numac
2008204798
bron
waalse overheidsdienst
Decreet betreffende de sociale economie
sluiten betreffende de sociale economie, inzonderheid op artikel 6;
Gelet op het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende de integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van het Waalse Gewest, inzonderheid op artikel 3, 2°;
Gelet op het decreet van 20 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2016 pub. 07/11/2016 numac 2016205562 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven sluiten betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 1, 10°, 2, 2° en 3°, 5, 6, 10 tot 14, 17, eerste lid, 18, 19, 21 tot 23, 25, 26 en 38;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 31 januari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 31/01/2013 pub. 07/03/2013 numac 2013201331 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 19 december 2012 houdende erkenning en subsidiëring van de inschakelingsbedrijven sluiten tot uitvoering van het decreet van 19 december 2012 houdende erkenning en subsidiëring van de inschakelingsbedrijven;
Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de Wallonie" (Sociaal-economische raad van Wallonië), gegeven op 29 juni 2015;
Gelet op het advies van de "Conseil wallon de l'économie sociale" (Waalse raad voor sociale economie), gegeven op 8 juli 2015;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 mei 2015 en 10 maart 2017;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 mei 2015;
Gelet op het advies nr. 61.172/2 van de Raad van State, gegeven op 13 april 2017, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeenheden
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 20 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2016 pub. 07/11/2016 numac 2016205562 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven sluiten betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven;2° Minister : de Minister bevoegd voor Sociale Economie;3° administratie : de Directie Sociale Economie van het Departement Economische Ontwikkeling van het Operationele directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;4° gemachtigd ambtenaar: één van de ambtenaren bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 8 oktober 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 08/10/2009 pub. 28/10/2009 numac 2009204848 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de overdrachten van bevoegdheden aan de statutaire personeelsleden van de Waalse Overheidsdienst sluiten betreffende de overdrachten van bevoegdheden aan de statutaire personeelsleden van de Waalse Overheidsdienst;5° Inspectie : het Departement Inspectie van het Operationele Directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;6° loonkost : het totaalbedrag dat effectief ten laste valt van het erkende bedrijf, zoals opgenomen in de individuele rekeningen gevalideerd door een erkend sociaal secretariaat of van een interne dienst voor sociaal secretariaat die de garanties geeft dat hij in staat is om de nodige bewijskrachtige gegevens te verstrekken voor het behoud en het betalen van de toelagen.
Art. 2.Overeenkomstig artikel 2, 2°, wordt gelijkgesteld met de personen die "in het bezit zijn van een beslissing van het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals Agentschap voor de integratie van gehandicapte personen) tot toekenning van een steun voor vorming of tewerkstelling, genomen krachtens de bepalingen van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid of krachtens een gelijksoortige beslissing inzake steun voor vorming of tewerkstelling van de gehandicapte personen door de "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung" opgericht bij het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 2 juni 2° houdende oprichting van een " Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung " (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap)", elke persoon die, hetzij : 1° geniet van een beslissing tot toekenning van een steun voor vorming of tewerkstelling, genomen door : a) de "Service bruxellois pour l'intégration des Personnes handicapées" (Phare) (de Franstalige Brusselse Dienst voor de sociale integratie van de gehandicapten) b) de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB);2° slachtoffer geworden is van een arbeidsongeval en een attest voorlegt afgeleverd door het Fonds voor Arbeidsongevallen of door het Bestuur van de Medische Expertise waarmee een permanente ongeschiktheid van minstens 30 % aangetoond wordt;3° slachtoffer geworden is van een beroepsziekte en een attest voorlegt afgeleverd door het Fonds voor Arbeidsongevallen of door het Bestuur van de Medische Expertise waarmee een permanente ongeschiktheid van minstens 30 % aangetoond wordt;4° slachtoffer geworden is van een ongeval van gemeen recht en een afschrift van het vonnis of van het arrest voorlegt afgeleverd door de griffie van de rechtbank of van het hof waarmee aangetoond wordt dat de handicap of de permanente ongeschiktheid minstens 30 % bereikt;5° slachtoffer geworden is van een huishoudelijk ongeval en een afschrift van de beslissing van de verzekeringsinstelling voorlegt waarmee aangetoond wordt dat de permanente ongeschiktheid minstens 30 % bereikt;6° de medische voorwaarden vervult om een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietoelage op grond van de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten te genieten en een attest van de Federale Overheidsdienst Sociale zekerheid voorlegt;7° definitief ongeschikt is verklaard voor de uitoefening van zijn gewoonlijke activiteiten maar geschikt voor bepaalde specifieke functies door de interne dienst preventie en bescherming, ingesteld overeenkomstig de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, of door de externe dienst preventie en bescherming waarbij het inschakelingsbedrijf aangesloten is, overeenkomstig de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Art. 3.De opdrachten toevertrouwd, krachtens artikel 1, 7°, van het decreet, aan de sociale begeleiders heeft voornamelijk betrekking op wat volgt : 1° individuele en collectieve gesprekken regelmatig voeren, minstens halfjaarlijks, met de kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers, zoals bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van het decreet, met het oog op, enerzijds, de bevordering van de inschakeling van de bedoelde werknemers in duurzame en kwaliteitsvolle banen binnen het inschakelingsbedrijf of elk ander bedrijf en, anderzijds, hun autonomie op de arbeidsmarkt en hen helpen, in het kader van een psychosociale begeleiding, om de moeilijkheden en de obstakels te overwinnen die zij tegenkomen tijdens hun inschaling in de tewerkstelling of die hun kansen om hun baan te behouden in het gedrang zouden kunnen brengen;2° zorgen voor de opvolging en de uitvoering, in voorkomend geval, van de overeenkomst voor sociale begeleiding afgesloten tussen het erkende inschakelingsbedrijf en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn waaronder de werknemers bedoeld in artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ressorteren en die actief zijn in het erkend inschakelingsbedrijf;3° de persoonlijke beroepsbalans van de werknemers bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van het decreet opmaken en hun beroepsdoelen op korte, middellange en lange termijn bepalen;4° met de werknemers bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van het decreet en in nauwe samenwerking met de "FOREm", een plan voor beroepsopleiding ontwerpen 5° zorgen voor de bemiddeling tussen de werknemers bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van het decreet en de bedrijven waarin deze werknemers een andere betrekking zouden willen bekomen, en de werknemers in hun stappen begeleiden;6° de werknemers bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van het decreet informeren en begeleiden in hun persoonlijke stappen met het oog op de erkenning of de validering van hun beroepsvaardigheden;7° voor elk van de werknemers bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van het decreet een individueel opvolgingsdossier opmaken en actualiseren, bestaande uit de kenmerkende gegevens van de rechthebbende, de met hem opgestelde individuele balans, de synthese van de gevoerde acties, de stappen ondernomen door of met elk van de werknemers bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van het decreet en de opvolgingsgesprekken;8° de persoonsgegevens die nuttig zijn voor het zoeken naar werk meedelen aan de "FOREm" in het geval van het zoeken naar werk voor de werknemers bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van het decreet, die niet-tewerkgestelde werkzoekenden geworden zijn, en dit met de toestemming van laatstgenoemden;9° de werknemers bedoeld in artikel 1, 4° en 5°, van het decreet sensibiliseren voor de ontwikkelingsdoelstellingen en strategieën van het erkend inschakelingsbedrijf en, in voorkomend geval, ze betrekken bij het beheer van het erkend inschakelingsbedrijf;10° aan het bedrijfshoofd, in overleg met de interne of externe preventieadviseur, aanpassingen van de werktoestanden voorstellen die aan de behoeften van de gehandicapte werknemers voldoen;11° de werknemers sensibiliseren voor de principes bedoeld in artikel 1 van het decreet van 20 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/11/2008 pub. 31/12/2008 numac 2008204798 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de sociale economie sluiten betreffende de sociale economie. De sociale begeleider zorgt, minstens in het kader van een tewerkstelling met een halftijdse arbeidsovereenkomst, voor de sociale begeleiding en voert de opdrachten uit bedoeld in het eerste lid, met uitzondering van elke activiteit die de productie van goederen of diensten beoogt en elke activiteit die onder de administratie en het personeelsbeheer ressorteert en in ruimere zin, onder het inschakelingsbedrijf.
De sociale begeleider beschikt minstens over één van de volgende kwalificaties: 1° houder zijn van een diploma van het sociaal, psychologisch of pedagogisch hoger onderwijs;2° minstens drie jaar beroepservaring hebben in een begeleidingsfunctie in de sector van de socio-professionele inschakeling of in een functie van psychosociale begeleiding.
Art. 4.Overeenkomstig artikel 11 van het decreet, worden gelijkgesteld met periodes van voordeel van werkloosheidsuitkeringen, inschakelingsuitkeringen, of met inschrijvingsperiodes als werkzoekende om de hoedanigheid van kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers te verkrijgen: 1° de periodes die, in de loop van een periode van volledige werkloosheid die recht geeft op een uitkering, aanleiding gegeven hebben tot de betaling van een toelage met toepassing van de wettelijke of reglementaire bepalingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering of inzake zwangerschapsverzekering;2° de periodes van volledige werkloosheid die gedekt worden door vakantiegeld;3° de periodes van hechtenis, opsluiting of internering in de loop van een periode van volledige werkloosheid die recht geeft op een uitkering of van instapstage;4° de periodes van instapstage in de zin van artikel 36 van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II sluiten houdende de werkloosheidsreglementering;5° voor het statuut van uiterst kwetsbare werknemer uitsluitend, de periodes waarin de uiterst kwetsbare werknemer door een arbeidsovereenkomst verbonden is, met maximum dertig arbeidsdagen per periode van zes kalendermaanden tijdens de vierentwintig kalendermaanden die voorafgaan aan de datum van indienstneming door het erkend inschakelingsbedrijf 6° voor het statuut van de kwetsbare werknemer uitsluitend, de periodes waarin de kwetsbare werknemer door een arbeidsovereenkomst verbonden is, met maximum twintig arbeidsdagen binnen de zes kalendermaanden die voorafgaan aan de datum van indienstneming door het erkend inschakelingsbedrijf HOOFDSTUK.- Procedures tot erkenning en hernieuwing van de erkenning Afdeling 1. - Initiatieven van sociale economie
Art. 5.Het verzoek tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning, waarvan het model door de Minister wordt bepaald, wordt bij e-mail ingediend bij de administratie.
Het verzoek wordt ondertekend door minstens één persoon die gemachtigd is om één van de structuren bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, van het decreet, juridisch te binden en gaat vergezeld van een dossier dat de volgende documenten bevat : 1° de statuten van de aanvraagster;2° een beschrijving van het project;3° bij het eerste verzoek om erkenning, het bewijs van de registratie bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen of, desgevallend, het bewijs van de voorafgaande melding bedoeld in artikel 139 van de programmawet (I) van 27 december 2006;4° de samenstelling van de beheersorganen;5° de jaarrekeningen, bekendgemaakt bij de Nationale Bank van België, met betrekking tot het jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag;6° het bewijs van afwezigheid van schulden bij de RSZ, de BTW en, in voorkomend geval, bij het fonds voor bestaanszekerheid 7° het aantal reeds tewerkgestelde werknemers en het aantal werknemers voorzien voor het project, hun arbeidsregeling en hun statuut;8° een overzicht van het personeel dat voor de begeleiding van de weinig gekwalificeerde werknemers zal zorgen;9° in voorkomend geval, de bewijzen van erkenning door een andere overheid. In afwijking van het eerste lid, voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of de verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn in de zin van hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt het verzoek om erkenning of om hernieuwing van de erkenning, waarvan het model door de Minister wordt bepaald, bij de administratie ingediend bij e-mail en gaat ze vergezeld van een dossier dat de volgende documenten bevat : 1° een beschrijving van het project;2° het bewijs van de registratie bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen of, bij gebrek, het bewijs van de voorafgaande melding bedoeld in artikel 139 van de programmawet (I) van 27 december 2006;3° het aantal reeds tewerkgestelde werknemers en het aantal werknemers voorzien voor het project, hun arbeidsregeling en hun statuut;4° een overzicht van het personeel dat voor de begeleiding van de weinig gekwalificeerde werknemers zal zorgen; 5° het overzicht van de boekhoudkundige functie i.v.m. het project van het jaar dat voorafgaat aan de aanvraag; 6° in voorkomend geval, de bewijzen van erkenning door een andere overheid. De Minister kan de aanvraagster vrijstellen van het verstrekken van de documenten bedoeld de leden 2 en 3, als de informatie die ze bevatten in het bezit kunnen zijn van de Administratie of de Inspectie via de toegang tot het rijksregister, de Kruispuntbank van Ondernemingen en de Kruispuntbank van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Art. 6.Binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag tot toekenning of hernieuwing van de erkenning, stuurt de Administratie naar de aanvraagster hetzij: 1° een bericht van ontvangst met de melding dat het dossier volledig is;2° een bericht waarbij ze verzocht wordt het dossier aan te vullen binnen vijftien dagen na ontvangst van dit bericht. De termijn bedoeld in het eerste lid, 2°, kan maximaal met dertig dagen één enkele keer worden verlengd, mits een met redenen omklede aanvraag van de aanvraagster die door de Administratie moet worden aanvaard. Na afloop van die termijn of als het dossier onvolledig blijft, wordt er geen gevolg gegeven aan het dossier.
Art. 7.De administratie maakt de Minister, binnen dertig dagen te rekenen van de dag na ontvangst van het volledig dossier, een analyse van de verkiesbaarheid over.
De Minister spreekt zich uit over de aanvraag om erkenning of verlenging van de erkenning binnen de dertig dagen die volgen op de ontvangst van de analyse van de verkiesbaarheid overgemaakt door de administratie.
Binnen vijftien dagen na ontvangst van deze beslissing door de Administratie deelt de Administratie de beslissing van de Minister bij aangetekend schrijven aan de aanvraagster mee.
Art. 8.De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning, waarvan het model door de Minister wordt bepaald, wordt bij de administratie ingediend, op zijn vroegst tweehonderd veertig dagen en uiterlijk honderd tachtig dagen voor de verstrijkdatum van de lopende erkenning.
Art. 9.Een nieuwe aanvraag tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning mag niet worden ingediend door een aanvraagster van wie de erkenning als initiatief van sociale economie het voorwerp heeft uitgemaakt van een beslissing tot intrekking binnen de drie jaar na de beslissing. In geval van een beslissing van schorsing van de erkenning, mag een nieuwe aanvraag tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning niet worden ingediend tijdens de duur van de schorsing, behalve als de vervaldatum van de erkenning plaatsvindt tijdens de schorsingsperiode Afdeling 2. - Inschakelingsbedrijven
Art. 10.De aanvraagster dient de aanvraag tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning, waarvan het model door de Minister wordt bepaald, bij de administratie in per e-mail.
De aanvraag wordt ondertekend door het bedrijfshoofd en gaat vergezeld van een dossier dat de volgende documenten bevat : 1° een beschrijving van het project van duurzame en kwaliteitsvolle inschakeling van de kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers tot bevordering van de uitvoering van de principes bedoeld in artikel 1, eerste lid van het decreet van 20 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/11/2008 pub. 31/12/2008 numac 2008204798 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de sociale economie sluiten betreffende de sociale economie, en meer bepaald het werk boven het kapitaal bij de verdeling van de inkomsten, dat de aanvraagster leidt of gaat leiden, met inbegrip van de materiële en menselijke middelen, en meer bepaald de middelen die voorzien zijn voor de sociale begeleiding van de bedoelde werknemers, aangewend voor de uitvoering van dit inschakelingsproject;2° een voorstelling van de bevoegdheden en de ervaring van het bedrijfshoofd en, desgevallend, van de afgevaardigd bestuurder, zowel op het economische vlak als op het vlak van de human resources;3° een overzicht van het begeleidingspersoneel met, voor elk van de leden, de vermelding van zijn kwalificaties;4° het voorontwerp om de relevantie van de activiteit en de economische levensvatbaarheid van het inschakelingsbedrijf te evalueren op basis van een omschrijving van de activiteiten alsook van de goederen en diensten die worden verleend of gepresteerd.Het voorontwerp bevat : a) de algemene voorstelling van het project;b) de gedetailleerde ontvangsten en vooruitgeplande lasten voor het lopende jaar en de volgende drie boekjaren; 5° een bericht van ontvangst, afgeleverd door de "FOREm" of het "Arbeitsamt der D.G.",waarbij de indiening van een overeenkomstaanvraag wordt bevestigd, zoals bedoeld in artikel 7, § 1, 10°, van het decreet.
De Minister kan de aanvraagster vrijstellen van het verstrekken van de documenten bedoeld in het tweede lid als deze documenten in het bezit zijn van de Administratie of de Inspectie via de toegang tot het rijksregister, de Kruispuntbank van Ondernemingen en de Kruispuntbank van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Art. 11.De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning, waarvan het model door de Minister wordt bepaald, wordt bij de administratie per e-mail ingediend, op zijn vroegst tweehonderd veertig dagen en uiterlijk honderd tachtig dagen voor de verstrijkdatum van de lopende erkenning.
Art. 12.Een nieuwe aanvraag tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning mag niet worden ingediend door een aanvraagster van wie de erkenning als inschakelingsbedrijf het voorwerp heeft uitgemaakt van een beslissing tot intrekking binnen de drie jaar na de beslissing. In geval van een beslissing van schorsing van de erkenning, mag een nieuwe aanvraag tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning niet worden ingediend tijdens de duur van de schorsing, behalve als de vervaldatum van de erkenning plaatsvindt tijdens de schorsingsperiode.
Art. 13.§ 1. Binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag tot toekenning of hernieuwing van de erkenning, stuurt de Administratie naar de aanvraagster hetzij: 1° een bericht van ontvangst met de melding dat het dossier volledig is;2° een bericht waarbij de aanvraagster verzocht wordt het dossier aan te vullen binnen vijftien dagen na ontvangst van dit bericht De termijn bedoeld in het eerste lid, 2°, kan maximaal met dertig dagen één keer worden verlengd, mits een met redenen omklede aanvraag van de aanvraagster die door de Administratie moet worden aanvaard.Na afloop van die termijn of als het dossier onvolledig blijft, wordt er geen gevolg gegeven aan het dossier. § 2. De administratie stuurt het volledig dossier naar de advies- en erkenningscommissie van de sociale economiebedrijven, zoals ingesteld bij het artikel 6 van het decreet van 20 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/11/2008 pub. 31/12/2008 numac 2008204798 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de sociale economie sluiten betreffende de sociale economie en hierna "de commissie" benoemd, binnen zestig dagen te rekenen van de ontvangst van het volledig dossier. De Commissie kan bijkomende inlichtingen vragen aan de aanvraagster en/of aan de Administratie.
De aanvraagster kan de Commissie verzoeken om gehoord te worden.
De Commissie kan vorderen dat de aanvraagster wordt gehoord. In dit geval zal de aanvraagster binnen vijftien dagen vóór de hoorzitting een oproeping ontvangen waarin de punten worden vermeld waarover ze gehoord zal worden alsook de desbetreffende stukken.
Art. 14.De Commissie brengt haar advies uit aan de Minister binnen dertig dagen na de overmaking van het volledig dossier door de Administratie. Deze termijn kan evenwel op zestig dagen worden gebracht in geval van een hoorzitting zoals bedoeld in artikel 13, § 2, tweede lid.
De Minister kan, op gemotiveerd verzoek van de commissie, een verlenging van de termijn toestaan waarin de commissie advies zal uitbrengen.
Art. 15.De Minister spreekt zich uit over de aanvraag om erkenning of hernieuwing van de erkenning binnen de dertig dagen die volgen op de ontvangst van het volledig dossier.
Binnen vijftien dagen na ontvangst van deze beslissing door de Administratie deelt de Administratie de beslissing van de Minister bij aangetekend schrijven aan de aanvraagster mee.
De administratie geeft de Commissie kennis, ter informatie, van de beslissing van de Minister bij gewone post of per e-mail. HOOFDSTUK III. - Subsidies van de inschakelingsbedrijven Afdeling 1. - Subsidie werknemer
Art. 16.Overeenkomstig artikel 18 van het decreet, maakt het erkend inschakelingsbedrijf dat om een subsidie bedoeld in artikel 19 van decreet verzoekt, per e-mail en op basis van een voorgedrukt formulier waarvan het model door de Minister wordt bepaald, een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer over alsook het attest bedoeld in artikel 13 van het decreet, waarvan de Minister het model bepaald, dat de bewijsstukken van zijn statuut van kwetsbare werknemer of van uiterst kwetsbare werknemer bevat.
Art. 17.Het maximumbedrag van de subsidie bedoeld in artikel 19 van het decreet wordt, per kwetsbare werknemer, vastgesteld als volgt : 1° als het gaat om een inschakelingsbedrijf bepaald in artikel 7, § 1, 6°, a) en b) van het decreet : a) 18.000 euro, als de werknemer is tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid en dat hij ressorteert onder één van de paritaire comités nummers 121, 124, 145 of 302; a) 15.000 euro, als de werknemer is tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid en dat hij ressorteert onder een ander paritaire comité dan die met de nummers 121, 124, 145 of 302; 2° als het gaat om een inschakelingsbedrijf bepaald in artikel 7, § 1, 6°, c) van het decreet : a) 10.800 euro, als de werknemer is tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid en dat hij ressorteert onder één van de paritaire comités nummers 121, 124, 145 of 302; b) 9.000 euro, als de werknemer is tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid en dat hij ressorteert onder een ander paritaire comité dan die met de nummers 121, 124, 145 of 302.
De bedragen bepaald in het eerste lid moeten worden vermenigvuldigd door twee als de aangeworven werknemer geacht wordt als uiterst kwetsbaar
Art. 18.§ 1. Vanaf de ontvangst en de validering van het volledig elektronisch aanvraagformulier, betaalt de administratie een voorschot van vijftig percent van het bedrag van de subsidie. Deze vijftig percent komen overeen met de helft van de subsidie bedoeld in artikel 17.
Na vierentwintig maanden te rekenen van de aanwerving van de werknemer, gaat de administratie over tot de berekening van de effectieve subsidie van de werknemer op basis van zijn individuele rekening en betaalt ze daarna het saldo van de subsidie.
Het bedrag van de effectieve subsidie mag niet vijftig percent van de loonkosten overschrijden over een maximale periode van twaalf maanden te rekenen van de aanwerving van de kwetsbare werknemer of over een maximale periode van vierentwintig maanden te rekenen van de aanwerving van de uiterst kwetsbare werknemer. § 2. De bewijzen van de besteding van honderd percent van de subsidie komt overeen met de betaling van de loonkost over een periode van een jaar te rekenen van de aanwervingsdatum voor een kwetsbare werknemer en over een periode van twee jaar voor een uiterst kwetsbare werknemer. § 3. De subsidie wordt toegekend als de werknemer wordt aangeworven in het kader van een overeenkomst dat minstens halftijds wordt afgesloten en naar rato van de arbeidstijd dat contractueel wordt bepaald voor de aanwerving van de werknemer in het inschakelingsbedrijf. § 4. De subsidie wordt één enkele keer toegekend per werkgever voor éénzelfde werknemer.
Art. 19.Bij overplaatsing van een werknemer van een inschakelingsbedrijf naar een ander inschakelingsbedrijf, wordt de subsidie verdeeld tussen de inschalingsbedrijven in functie van de arbeidsperiodes die de werknemer heeft gepresteerd in elk inschakelingsbedrijf. Afdeling 2. - Subsidie bestemd voor een opdracht van sociale
begeleiding
Art. 20.Het jaarlijks maximum bedrag van de subsidie bedoeld in artikel 21 van het decreet wordt vastgesteld als volgt : 1° 100.000 euro als het inschakelingsbedrijf minstens zestig werknemers telt die bij hun indienstneming door het erkend inschakelingsbedrijf het statuut van kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers hadden, en voor zover het bedrijf kan bewijzen dat er personen worden aangeworven om uitsluitend sociale begeleidingsopdrachten uit te voeren in de zin van artikel 3, ten belope van minimum een halftijdse arbeid per sociale begeleider; 2° 75.000 euro als het inschakelingsbedrijf minstens vijfenveertig werknemers telt die bij hun indienstneming door het erkend inschakelingsbedrijf het statuut van kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers hadden, en voor zover het bedrijf kan bewijzen dat er personen worden aangeworven om uitsluitend sociale begeleidingsopdrachten uit te voeren in de zin van artikel 3, ten belope van minimum een halftijdse arbeid per sociale begeleider; 3° 50.000 euro als het inschakelingsbedrijf minstens zesentwintig werknemers telt die bij hun indienstneming door het erkend inschakelingsbedrijf het statuut van kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers hadden, en voor zover het bedrijf kan bewijzen dat er personen worden aangeworven om uitsluitend sociale begeleidingsopdrachten uit te voeren in de zin van artikel 3, ten belope van minimum een halftijdse arbeid per sociale begeleider; 4° 25.000 euro als het inschakelingsbedrijf minstens acht werknemers telt die bij hun indienstneming door het erkend inschakelingsbedrijf het statuut van kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers hadden, en voor zover het bedrijf kan bewijzen dat er personen worden aangeworven om uitsluitend sociale begeleidingsopdrachten uit te voeren in de zin van artikel 3.
De subsidie bedoeld in het eerste lid is bestemd om de loonkost van de sociale begeleider(s) te dekken, met inbegrip van hun verplaatsingskosten, alsook hun werkingskosten ten belope van maximum vijftien percent van de loonkost.
Art. 21.De uitbetaling van de subsidie bedoeld in artikel 21 van het decreet gebeurt als volgt : 1° vanaf de ontvangst van de arbeidsovereenkomst van de sociale begeleider wordt een voorschot van tachtig percent van het bedrag van de subsidie bedoeld in artikel 21 van het decreet uitbetaald aan het inschakelingsbedrijf;2° na twaalf maanden te rekenen van het begin het lopende erkenningsjaar, maakt het inschakelingsbedrijf, per e-mail, de bewijsstukken bepaald door de Minister overeenkomstig artikel 3, § 1, van Verordening (EU) nr.360/2012, betreffende de sociale begeleiders, waarbij de bestemming van de volledige jaarlijkse subsidie kan worden bewezen, namelijk voorschot en saldo.
Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald alsook, in voorkomend geval, het voorschot van het volgend jaar. Afdeling 3. - De subsidie voor de uitvoering van de principes van de
sociale economie
Art. 22.§ 1. De jaarlijkse subsidie bedoeld in artikel 22 van het decreet wordt samengesteld, in functie van de criteria die erin zijn voorzien, als volgt : 1° wat betreft de evolutie van het bestand, met dien verstande dat het gaat om het gemiddelde aantal loonarbeiders berekend in voltijdse equivalenten, die binnen het erkende inschakelingsbedrijf gewerkt hebben, op grond van de vier kwartalen van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd door het erkend inschakelingsbedrijf: a) 2.500 euro als het inschakelingsbedrijf minstens een kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemer telt; b) 5.000 euro als het inschakelingsbedrijf minstens elf kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers telt; c) 7.500 euro als het inschakelingsbedrijf minstens zesentwintig kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers telt; 2° wat de invoering van een participatief proces binnen het erkend inschakelingsbedrijf betreft, bedraagt het bedrag van de daarvoor bestemde subsidie 15.000 euro voor zover het inschakelingsbedrijf ten minste aan drie van de vijf volgende criteria voldoet : a) een categorie van aandelen hebben, van maximum vijftig euro, die toegankelijk is voor de werknermers b) minstens twee keer per jaar, een vergadering van minstens zestig minuten organiseren waarop alle werknemers worden uitgenodigd in het kader van hun verrichte arbeid en tijdens dewelke de projecten van het bedrijf worden besproken en waarvan minstens één de voorstelling van de rekeningen en de begroting betreft; c) minstens zes keer per jaar, specifieke commissies organiseren i.v.m bijzondere thematieken en die, in het kader van hun verrichte arbeid, minstens tien percent van de kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers verenigen; d) zorgen voor de aanwezigheid binnen de beslissingsorganen van het inschakelingsbedrijf van minstens een lid afkomstig uit het doelpubliek; e) opleidingen organiseren i.v.m. het bedrijfsbeheer van minimum zes uur per jaar en per werknemer en betreffende minstens vijf percent van de kwetsbare of uiterst kwetsbare werknemers. 3° wat betreft het beleid inzake besteding van de opbrengsten dat zo dicht mogelijk aanleunt bij het sociaal oogmerk van het bedrijf, bedraagt het bedrag van de daarvoor bestemde subsidie 15.000 euro voor zover het inschakelingsbedrijf ten minste aan twee van de vier volgende criteria voldoet: a) als het bedrijf winst maakt, zullen minstens vijfenzeventig percent van de opbrengsten hetzij in de reserves worden opgenomen, hetzij geplaatst in voorzieningen bestemd voor een investering i.v.m. de verbetering van de arbeidsomstandigheden; b) geen dividenden uitkeren; c) na advies van de commissie, significante voordelen toekennen t.o.v. de voorwaarden bedoeld in de verschillende collectieve overeenkomsten van het ad hoc Paritair comité, zoals onder meer een betere bezoldiging, de toekenning van maaltijdcheques niet voorzien in de ad hoc collectieve arbeidsovereenkomst, een betere terugbetaling van de verplaatsingskosten of nog de toekenning van bijkomende verlofdagen; d) een aantal opleidingsuren organiseren per VTE dat het aantal uren voorzien in de ad hoc collectieve arbeidsovereenkomsten vertegenwoordigt, vermenigvuldigd door 1.5. § 2. De subsidie bedoeld in paragraaf 1, 1°, wordt toegekend aan het erkend inschakelingsbedrijf voor zover het bedrijf zijn bestand met één percent verhoogd t.o.v. het bestand van het vorige jaar. Ze wordt verdubbeld voor zover het erkend inschakelingsbedrijf zijn bestand met twee percent verhoogd t.o.v. het bestand van het vorige jaar.
Art. 23.De uitbetaling van de subsidie bedoeld in artikel 22 van het decreet wordt jaarlijks uitgevoerd door de de gemachtigd ambtenaar toegekend aan de openbaarmaking van de jaarrekeningen het erkende inschakelingsbedrijf en na goedkeuring van de bewijsstukken overgemaakt per e-mail, volgens de modaliteiten bepaald door de Minister. HOOFDSTUK IV. - Controle, toezicht en terugvordering
Art. 24.De modaliteiten en de modellen van de activiteitenverslagen, zoals bedoeld in de artikelen 6 en 14 van het decreet, worden bepaald door de Minister.
Art. 25.§ 1. De erkenning kan door de Minister worden geschorst of ingetrokken, overeenkomstig de artikelen 5 en 9, derde lid, van het decreet.
De Minister mag de erkenning niet langer dan zes maanden opschorten.
Na afloop van die termijn wordt de erkenning ingetrokken als het initiatief van sociale economie of het inschakelingsbedrijf de in de schorsingsbeslissing bedoelde voorwaarden niet vervult.
De Administratie verzoekt de Commissie om advies vooraleer het dossier in verband met de opschorting of intrekking van de erkenning van een initiatief van sociale economie of een inschakelingsbedrijf naar de Minister te sturen.
De Commissie brengt haar advies uit binnen zestig dagen na de aanvraag bedoeld in het derde lid, nadat ze de vertegenwoordigers van het initiatief van sociale economie of het inschakelingsbedrijf gehoord heeft.
Het bedrijfshoofd en de voorzitter van het beheersorgaan of hun behoorlijk gemandateerde vertegenwoordigers worden tenminste dertig dagen vóór hun verhoor op de hoogte gebracht van: 1° de verhoordatum en de redenen die dit verhoor motiveren;2° de mogelijkheid voor het bedrijfshoofd en de voorzitter van het beheersorgaan om zich te laten vertegenwoordigen door een mandataris;3° het feit dat het dossier betreffende de hoorzitting ter inzage ligt. Binnen dertig dagen na ontvangst van de beslissingen tot schorsing en intrekking bedoeld in het eerste lid, worden deze beslissingen door de Administratie aan het initiatief van sociale economie of aan het inschakelingsbedrijf bij aangetekend schrijven meegedeeld.
De administratie stuurt de beslissing van de Minister naar de commissie. § 2. Als de commissie de niet-naleving van de gematigde loondruk in een verhouding van 1 tot en met 4 vaststelt, met dien verstande dat voor de berekening alle soorten bezoldigingen en allerhande voordelen worden bedoeld, kan ze aan de Minister de intrekking van de erkenning van het inschakelingsbedrijf voorstellen.
Art. 26.De subsidies kunnen door de Minister worden geschorst of ingetrokken.
Het bedrijfshoofd en de voorzitter van het beheersorgaan of hun behoorlijk gemandateerde vertegenwoordigers worden eerst gehoord door de Commissie.
Minstens dertig dagen voor hun verhoor worden zij op de hoogte gebracht van: 1° de verhoordatum en de redenen die dit verhoor motiveren;2° de mogelijkheid voor het bedrijfshoofd en de voorzitter van het beheersorgaan om zich te laten vertegenwoordigen door een mandataris;3° het feit dat het dossier betreffende de hoorzitting ter inzage ligt. De Minister beslist, op voorstel van de commissie, over één van de maatregelen bedoeld in artikel 23, § 1, van het decreet binnen een termijn van honderd twintig dagen te rekenen van de hoorzitting.
De beslissing wordt meegedeeld aan het inschakelingsbedrijf binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de ontvangst van de beslissing door de administratie.
Art. 27.Overeenkomstig de artikelen 61 en 62 van het decreet van 15 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011027237 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering sluiten houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering worden de onterecht gestorte toelagen bij elk rechtsmiddel teruggevorderd, bij schuldvergelijking inbegrepen.
Art. 28.De Inspectie is belast met het toezicht op en de controle van het decreet en van dit besluit. HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 29.Uiterlijk op 31 maart van elk jaar dient de Minister bij de "Conseil wallon de l'économie sociale" (Waalse Raad voor Sociale Economie) en het Waals Parlement een verslag in over de uitvoering van het decreet en van dit besluit. Dit verslag wordt eerst door de Regering goedgekeurd.
Overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. 651/2014, dient hij ook een jaarlijks verslag in bij de Europese Commissie over de toepassingsvoorwaarden van Verordening (EU) nr. 651/2014 in de uitvoering van het decreet en van dit besluit.
Art. 30.In het kader van dit besluit worden de termijnen in dagen berekend. De dag van de akte waarop de termijn ingaat, wordt niet meegerekend. De vervaldag wordt meegerekend in de termijn. Wanneer die dag evenwel een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de vervaldag naar de eerstkomende werkdag verschoven.
De maanden juli en augustus worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de termijnen.
Art. 31.Het besluit van de Waalse Regering van 31 mei 2013, zoals gewijzigd op 8 mei 2014, tot uitvoering van het decreet van 19 december 2012 betreffende de voorwaarden waaronder de inschakelingsbedrijven erkend en gesubsidieerd worden, wordt opgeheven.
Art. 32.Het decreet van 20 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2016 pub. 07/11/2016 numac 2016205562 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven sluiten betreffende de erkenning van de initiatieven van sociale economie en de erkenning en de subsidiëring van de inschakelingsbedrijven alsook dit besluit treden in werking op 30 juni 2017.
Art. 33.De Minister bevoegd voor Sociale Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 24 mei 2017.
De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Economie, Industrie, Innovatie en Digitale Technologieën, J-Cl. MARCOURT