gepubliceerd op 29 januari 2021
Besluit van de Waalse Regering tot invoeging van bepalingen m.b.t. de overlegplatforms voor palliatieve zorg, hun federatie en de multidisciplinaire begeleidingsequipes in het reglementair Deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid
16 DECEMBRE 2020. - Besluit van de Waalse Regering tot invoeging van bepalingen m.b.t. de overlegplatforms voor palliatieve zorg, hun federatie en de multidisciplinaire begeleidingsequipes in het reglementair Deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, de artikelen 491/4, § 1, 7°, en § 2, 491/14, 491/17, § 1, tweede lid, c), 491/18, 491/19, 491/21, § 2, 491/23, vierde lid, 491/25, derde lid, en 491/26, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/05/2019 pub. 11/10/2019 numac 2019204515 bron waalse overheidsdienst Decreet tot invoeging van bepalingen betreffende de palliatieve zorg in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/06/1997 pub. 28/06/1997 numac 1997022450 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend type koninklijk besluit prom. 19/06/1997 pub. 28/06/1997 numac 1997022449 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en diensten sluiten houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/06/1997 pub. 28/06/1997 numac 1997022450 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend type koninklijk besluit prom. 19/06/1997 pub. 28/06/1997 numac 1997022449 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en diensten sluiten waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en diensten;
Gelet op het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juli 2020;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juli 2020;
Gelet op de beslissing van 27 mei 2019 van het inter-Franstalig overlegorgaan;
Gelet op het rapport opgesteld op 26 juni 2020 overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;
Gelet op advies 67.866/2/V van de Raad van State, gegeven op 3 september 2020, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de "Commission wallonne des Aînés" (Waalse commissie voor senioren), gegeven op 25 april 2019;
Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128 ervan.
Art. 2.In het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, tweede deel, Boek VII, Titel I, wordt een hoofdstuk VII ingevoegd, dat de artikelen 1607/11 tot 1607/29 omvat, luidend als volgt : "HOOFDSTUK VII. - Palliatieve zorg, multidisciplinaire begeleidingsequipes, overlegplatforms voor palliatieve zorg en hun federaties Afdeling 1. - Definities
Art. 1607/11.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° platform: het overlegplatform voor palliatieve zorg bedoeld in artikel 491/3, 3°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;2° federatie: de federatie bedoeld in artikel 491/3, 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;3° multidisciplinaire begeleidingsequipe: de begeleidingsequipe bedoeld in artikel 491/13 van het decreetgevend deel van het Wetboek;4° werkdagen: alle andere dagen dan zaterdag, zondag en feestdagen. Afdeling 2. - Uitvoering van de opdrachten van de platforms
Art. 1607/12.§ 1. De statistische gegevens worden verstrekt via het in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde activiteitenverslag. § 2. De jaarlijkse gegevensverzameling omvat ten minste de volgende indicatoren : 1° voor de informatie-, bewustmakings- en opleidingsactiviteiten bedoeld in artikel 491/4, § 1, 1° tot 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek: het uurvolume, het aantal betrokkenen en het soort publiek;2° voor de psychologische begeleiding bedoeld in artikel 491/4, § 1, 5°, van het decreetgevend deel van het Wetboek: het aantal gevolgde situaties.
Art. 1607/13.§ 1. De platforms kunnen de opleidingen bedoeld in artikel 491/4, § 1, 1° tot 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek zelf organiseren of verstrekken, op voorwaarde dat ze voldoen aan de opleidingsniveaus vermeld in bijlage 128/1. De opleidingsactiviteiten bedoeld in artikel 491/4, § 1, 1° tot 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek kunnen worden gericht aan alle beroepsbeoefenaars die betrokken zijn bij het levenseinde van een patiënt of zijn naasten. Afdeling 3. - Verplichtingen van de platforms
Art. 1607/14.De platforms beschikken over of gebruiken lokalen die aangepast zijn aan de uitvoering van hun opdrachten en aan de opvang van personen, waarbij vertrouwelijke gesprekken mogelijk zijn, indien nodig, met name in het geval van psychologische opvolging.
De lokalen zijn gemakkelijk te identificeren en gemakkelijk toegankelijk zowel voor beroepslui als voor particulieren. Bovendien beschikken de platforms over een vergaderzaal. Afdeling 4. - Modaliteiten m.b.t. de erkenning van de platforms
Art. 1607/15.De erkenningsaanvraag wordt door het platform bij het Agentschap ingediend, dat de ontvangst ervan bevestigt.
De aanvraag omvat : 1° overeenkomstig artikel 491/17, § 2, van het decreetgevend Wetboek, een vragenlijst, opgesteld door de Minister en ingevuld door het platform;2° de samenstelling van het personeel bedoeld in artikel 491/17, 5°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, dat de namen, titels, diploma's en functies van elk personeelslid van het platform moet bevatten. Elke wijziging in een van de elementen van de erkenningsaanvraag wordt onverwijld aan het Agentschap meegedeeld.
Als het dossier onvolledig is, eist het Agentschap de ontbrekende documenten op binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst ervan.
Het Agentschap bericht ontvangst van elke erkenningsaanvraag binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het volledige dossier en stuurt bedoelde aanvraag aan de Minister binnen dezelfde termijn.
De Minister beschikt over twee maanden, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het volledige dossier door het Agentschap, om te beslissen.
De Minister geeft kennis van zijn beslissing aan de aanvrager bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend. Afdeling 5. - Actieplan
Art. 1607/16.Het model van het actieplan bedoeld in artikel 491/7 van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt in bijlage 128/2 opgenomen. Afdeling 6. - Controle van de erkenning van de platforms
Art. 1607/17.Wanneer het Agentschap vaststelt dat een platform de erkenningsvoorwaarden niet of niet meer vervult of zijn verplichtingen niet meer nakomt, stuurt het een ingebrekestelling aan bedoeld platform waarin het wordt herinnerd aan zijn verplichtingen en waarin het wordt meegedeeld binnen welke termijn het aan de voorwaarden moet voldoen. De termijn wordt door het Agentschap bepaald op basis van de te wijzigen elementen.
Indien het platform na het verstrijken van deze termijn de hem ter kennis gebrachte tekortkomingen niet heeft verholpen, zendt het Agentschap hem een voorstel tot intrekking van de erkenning.
Het informeert het platform gelijktijdig dat het met ingang van de datum van ontvangst van de kennisgeving over een termijn van vijftien dagen beschikt om zijn schriftelijke opmerkingen toe te sturen.
Daartoe roept het Agentschap het platform op bij aangetekend schrijven of bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, en vermeldt het de plaats, de dag en het uur van het verhoor. De oproeping vermeldt de mogelijkheid om zich door een raadsman van zijn keuze te laten bijstaan.
De weigering te verschijnen of zijn verweermiddelen aan te voeren wordt in het proces-verbaal van verhoor geacteerd.
Het Agentschap vult het dossier aan met de schriftelijke opmerkingen van het platform en de notulen van het verhoor, waaraan eventuele nieuwe informatie wordt toegevoegd.
Het dossier wordt aan de Minister overgemaakt binnen een termijn van één maand, te rekenen van de datum van het verhoor.
De Minister beslist binnen twee maanden na ontvangst van het dossier.
De beslissingen tot intrekking van de erkenning worden bij aangetekend schrijven of bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, aan het platform medegedeeld. Afdeling 7. - Subsidiëring van de platforms
Art. 1607/18.§ 1. Overeenkomstig artikel 491/18 van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt een jaarlijkse subsidie toegekend ter dekking van de personeels- en werkingskosten.
Het bedrag van de subsidie wordt bepaald als volgt : 1° het vaste gedeelte omvat: a) een toewijzing voor de financiering van de basisploeg, bestaande uit een VTE-coördinator en 0,5 VTE psycholoog, met een salaris dat wordt berekend op basis van een anciënniteit van 15 jaar en dat is vastgesteld op 121 500 euro;; b) een toewijzing met de werkingskosten en loontoeslagen in verband met de aanwerving van een voltijds equivalent (VTE) coördinatiefunctie voor arbeidsondersteuning en een 0,5 VTE psycholoog, vastgesteld op 42.500 euro; 2° een variabel deel omvat een aanvullende toewijzing berekend op grond van het aantal inwoners van het geografische gebied dat door het platform wordt bestreken: a) een bedrag van 8.000 euro dat overeenkomt met 0,125 VTE (niveau bachelor) voor elke extra 50.000 inwoners ten opzichte van de basis van 200.000 inwoners; b) een bedrag van 1.300 euro toegekend voor de werkingskosten voor elke extra 50.000 inwoners ten opzichte van de basis van 200.000 inwoners.
De aard van de in aanmerking komende uitgaven wordt per omzendbrief gespecificeerd. § 2. De in dit artikel bedoelde bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen 107,20 (basis 2013=100) overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale tegemoetkomingen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen. § 3. De bevolkingscijfers die worden gebruikt om rekening te houden met de berekening van de aanvullende toewijzing bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, zijn de laatste beschikbare cijfers van de Federale Overheidsdienst Economie en worden elk jaar geactualiseerd.
Art. 1607/19.Krachtens artikel 491/18 van het decreetgevend deel van het Wetboek bestaat de basisploeg uit: 1° een VTE belast met de coördinatiefunctie, die ten minste op het moment van aanwerving een diploma bachelor heeft behaald;2° 0,5 VTE belast met de functie van psycholoog, die ten minste op het moment van aanwerving een diploma master psychologie heeft behaald. De psychologische functie is slechts toegankelijk voor de houder van de titel van psycholoog overeenkomstig de wet van 8 november 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/11/1993 pub. 30/08/2012 numac 2012000536 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bescherming van de titel van psycholoog. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bescherming van de titel van psycholoog.
De persoon belast met de functie van psycholoog staat op de officiële lijst van psychologen die door de Commissie van Psychologen wordt bijgehouden. Afdeling 8. - Federatie
...Art 1607/20. De federatie ontwikkelt de volgende activiteiten: 1° groepen of personen die palliatieve zorg aan patiënten aan het einde van hun leven verlenen, bijeenbrengen;2° een goede communicatie en een doeltreffende samenwerking tussen hen bevorderen;3° haar ervaring in de palliatieve zorg delen en ze op verschillende manieren verspreiden: informatie, beroepsopleiding, onderzoek;4° een plaats zijn voor uitwisseling, overleg en evaluatie van de ervaringen met de werking van dergelijke platforms en zo actief deelnemen aan de evolutie ervan en aan de bevordering van gemeenschappelijke en geharmoniseerde acties op het terrein;5° de bevoorrechte gesprekspartner zijn van de platforms en de woordvoerder van de realiteit van de palliatieve zorg in Wallonië bij de provinciale, gewestelijke, federale en internationale overheden, in samenwerking met de andere Federaties Palliatieve Zorg in België.
Art. 1607/21.Overeenkomstig artikel 491/24 van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt het verzoek om erkenning naar het Agentschap gestuurd, dat de ontvangst ervan bevestigt.
Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende documenten op binnen een termijn van vijftien werkdagen, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.
Het Agentschap bericht ontvangst van elke erkenningsaanvraag binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het volledige dossier en stuurt bedoelde aanvraag aan de Minister binnen dezelfde termijn.
Art. 1607/22.De Minister beschikt over twee maanden, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het volledige dossier door het Agentschap, om te beslissen.
De Minister geeft kennis van zijn beslissing aan de aanvrager bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend.
Art. 1607/23.De Minister kent de erkende federatie een jaarlijkse subsidie van 175.000 euro toe voor de uitvoering van haar opdrachten.
De in dit artikel bedoelde bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen 107,20 (basis 2013=100) overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale tegemoetkomingen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen.
Art. 1607/24.Er is een aanvullende subsidie voorzien voor platforms die zich aansluiten bij een federatie. Dat bedrag wordt berekend als volgt: 4 euro per duizend inwoners van het door het platform bestreken gebied.
Deze aanvullende subsidie wordt binnen dezelfde termijn als het in artikel 12/1 bedoelde voorschot in één keer aan de bij een federatie aangesloten platforms betaald.
Deze aanvullende subsidie wordt door het platform binnen een maand na ontvangst door het platform uitbetaald aan de federatie waarbij het is aangesloten.
De in dit artikel bedoelde bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen 107,20 (basis 2013=100) overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale tegemoetkomingen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen.
Art. 1607/25.De uitgaven die de federatie doet voor de uitvoering van haar activiteitenprogramma, komen in aanmerking voor subsidies, overeenkomstig artikel 491/24, § 1, 3°, van het decreetgevend deel van het Wetboek.
De aard van de in aanmerking komende uitgaven wordt per omzendbrief gespecificeerd.
Art. 1607/26.Als de federatie erkend is, onderwerpt ze zich aan de evaluatie die jaarlijks door het Agentschap georganiseerd wordt.
De evaluatie wordt op basis van het activiteitenverslag verricht met inachtneming van de volgende elementen : 1° de middelen uitgetrokken voor de opdrachten en de inhoud van de verwezenlijkte acties;2° de behaalde en niet behaalde doelstellingen op grond van de indicatoren opgenomen in het activiteitenprogramma. Afdeling 9. - Multidisciplinaire begeleidingsequipes
Art. 1607/27.De overeenkomst betreffende elke begeleidingsequipe omvat minstens de volgende elementen : 1° het doel van de overeenkomst;2° de doelgroep; 2° de samenstelling van de equipe;3° de basisopdrachten van de equipe;4° de financiële modaliteiten;5° de werkingsvoorwaarden.".
Art. 3.In hetzelfde Wetboek wordt een bijlage 128/1 ingevoegd die bij dit besluit als bijlage 1 wordt gevoegd.
Art. 4.In hetzelfde Wetboek wordt een bijlage 128/2 ingevoegd die bij dit besluit als bijlage 2 wordt gevoegd.
Art. 5.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 19 juni 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/06/1997 pub. 28/06/1997 numac 1997022450 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend type koninklijk besluit prom. 19/06/1997 pub. 28/06/1997 numac 1997022449 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en diensten sluiten houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 december 1997, 19 april 1999 en 4 oktober 2001;2° het koninklijk besluit van 19 juni 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/06/1997 pub. 28/06/1997 numac 1997022450 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend type koninklijk besluit prom. 19/06/1997 pub. 28/06/1997 numac 1997022449 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en diensten sluiten waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en diensten.
Art. 6.De Minister van Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 16 december 2020.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE
Bijlage 1 bij het besluit van de Waalse Regering tot invoeging van bepalingen m.b.t. de overlegplatforms voor palliatieve zorg, hun federatie en de multidisciplinaire begeleidingsequipes in het reglementair Deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid "Bijlage 128/1 bij het Waals reglementair Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid Opleidingsniveaus Niveau 1. Informatie Interactieve sessie van 1 tot 3 uur, waarvoor alle leden van dezelfde equipe of dezelfde sector zijn uitgenodigd. Algemene informatie geeft de definitie van palliatieve zorg, het net van palliatieve zorgactoren op lokaal en regionaal niveau en de specifieke rol van de begeleidingsequipe in de palliatieve zorg weer. Er bestaan andere soorten informatie: informatie over palliatieve zorg voor studenten, informatie over het gebruik van specifieke palliatieve zorg apparatuur en de conferentie voor het grote publiek.
Niveau 2. Bewustmaking Ze vormt het eerste opleidingsniveau en beslaat 8 tot 20 uur.
Het algemene doel van de palliatieve zorg is om de palliatieve cultuur in de zorg te introduceren. Ze moedigt medewerkers die zich in een bevoorrechte positie bevinden naast patiënten en families aan om over dit thema na te denken. Er zijn bewustmakingsopleidingen beschikbaar speciaal voor het personeel van rustoorden of huisvestingsinrichtingen voor personen met een handicap.
Niveau 3. Basisopleiding Dit tweede niveau, dat tot 40 uur of meer opleiding omvat, is een essentiële stap in het opleidingsproces over palliatieve zorg.
Theoretische kennis is slechts een deel van het onderwijs dat tijdens de opleiding wordt gegeven, waarbij de nadruk ligt op participatie, interactiviteit, zelfkennis en interpersoonlijke communicatie.
Niveau 4. Verdieping Sommige platforms bieden verdiepingsmodules aan. Een grondige opleiding ontwikkelt de concepten die in de basisopleiding aan bod komen.
Niveau 5. Specifieke opleiding Deze specifieke verdiepingsmodules in de palliatieve zorg maken het mogelijk om verder te gaan in het opleidingsproces over palliatieve zorg door het aanspreken van een specifiek thema of door het aanspreken van een specifiek publiek. ".
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering tot invoeging van bepalingen m.b.t. de overlegplatforms voor palliatieve zorg, hun federatie en de multidisciplinaire begeleidingsequipes in het reglementair Deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid.
Namen, 16 december 2020.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE Bijlage 2 bij het besluit van de Waalse Regering tot invoeging van bepalingen m.b.t. de overlegplatforms voor palliatieve zorg, hun federatie en de multidisciplinaire begeleidingsequipes in het reglementair Deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid "Bijlage 128/2 bij het Waals reglementair Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid Actieplan 1° de omgeving van het platform in termen van grondgebied en institutioneel netwerk, met inbegrip van : a) a) de geografische ligging van het platform, de troeven ervan inzake toegankelijkheid en mobiliteit;b) de bevolking die het platform bezoekt of waarschijnlijk zal bezoeken c) de soorten verzoeken die het platform wil beantwoorden;d) de complementariteit van het platform met andere dichtbij gevestigde terreinactoren;e) een beschrijving en een plan van de lokalen;f) de omschrijving van het institutioneel netwerk waarin het platform evolueert;2° de algemene organisatie van het platform, uitvoerig omschreven voor elke opdracht;a) de organisatie van de opdrachten;b) de menselijke hulpkrachten;c) het beheer van het personeel;d) de ligging ervan;e) de financiële toestand ervan;3° de operationele doelstellingen : a) de definitie ervan;b) de strategische en operationele declinatie ervan; 4° de acties i.v.m. de operationele doelstellingen : a) de beschrijving van de handelingen en middelen;b) de planning ervan;5° de middelen die voor de acties bestemd worden : a) het personeel en de middelen bestemd voor de acties;6° de evaluatie in de vorm van kwantitatieve of kwalitatieve indicatoren : a) de beschrijving van de zelfbeoordelingsmethode van het actieplan van het platform;b) de definitie van de kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren." Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering tot invoeging van bepalingen m.b.t. de overlegplatforms voor palliatieve zorg, hun federatie en de multidisciplinaire begeleidingsequipes in het reglementair Deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid.
Namen, 16 december 2020.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE