Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 13 oktober 2022
gepubliceerd op 24 november 2022

Besluit van de Waalse Regering houdende diverse bepalingen betreffende de melding van een onregelmatigheid binnen een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut waarop het decreet van 22 januari 1998 betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, toepasselijk is

bron
waalse overheidsdienst
numac
2022034178
pub.
24/11/2022
prom.
13/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 OKTOBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering houdende diverse bepalingen betreffende de melding van een onregelmatigheid binnen een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut waarop het decreet van 22 januari 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/01/1998 pub. 04/02/1998 numac 1998027050 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren sluiten betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, toepasselijk is


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;

Gelet op het rapport van 15 juni 2021 opgesteld artikel 3, 2°, overeenkomstig het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 2014 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 november 2021;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 10 maart 2022;

Gelet op het advies nr. 90/2022 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 13 mei 2022;

Gelet op onderhandelingsprotocol nr. 824 van Sectorcomité nr. XVI, opgesteld op 3 juni 2022;

Gelet op advies 71.765/2/V van de Raad van State van 8 augustus 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2° , van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen

Artikel 1.§ 1. Dit besluit zet Richtlijn 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, voor het in lid 2 bedoelde personeel, gedeeltelijk om.

Het is van toepassing op de personeelsleden, de stagiairs en de voormalige personeelsleden van de diensten van de Waalse Regering en de instellingen van openbaar nut waarop het decreet van 22 januari 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/01/1998 pub. 04/02/1998 numac 1998027050 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren sluiten houdende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren, toepasselijk is.

Het voert het systeem in van interne melding van informatie over een of meerdere vermoedelijke onregelmatigheden begaan of in wording binnen de diensten van de Waalse Regering of de in punt 2 bedoelde instellingen van openbaar nut, en stelt minimumnormen vast voor de bescherming van het personeel dat dergelijke informatie meldt. § 2. Dit besluit doet geen afbreuk aan de regels betreffende de uitoefening door het personeel van het recht om zijn vakbondsorganisatie te raadplegen en het recht op bescherming tegen ongerechtvaardigde benadeling als gevolg van deze raadpleging.

Dit besluit laat het recht van ieder personeelslid onverlet om, indien hij dit nuttig acht, zijn vakbondsorganisatie te raadplegen alvorens een melding op te nemen of in plaats daarvan. De bepalingen van dit besluit zijn niettemin van toepassing voor zover zij gunstiger zijn voor de melder. § 3. Dit besluit is niet van toepassing op : 1° het gebied van de nationale veiligheid, behalve wat betreft meldingen van onregelmatigheden in verband met voorschriften inzake overheidsopdrachten op het gebied van defensie en veiligheid, voor zover deze voorschriften vallen onder de titels 1 en 2 van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied type wet prom. 13/08/2011 pub. 14/09/2011 numac 2011009623 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling type wet prom. 13/08/2011 pub. 05/09/2011 numac 2011009606 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan sluiten inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, de titels 2 en 3 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten of de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten.Bij wijze van uitzondering is dit besluit niet van toepassing op meldingen van onregelmatigheden in het kader van overheidsopdrachten die onder de bovengenoemde wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied type wet prom. 13/08/2011 pub. 14/09/2011 numac 2011009623 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling type wet prom. 13/08/2011 pub. 05/09/2011 numac 2011009606 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan sluiten vallen, indien zij onder artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen; 2° gerubriceerde gegevens;3° informatie die onder de geheimhouding van rechterlijke beraadslagingen valt;4° strafprocesrecht. Op deze informatie blijven de desbetreffende bepalingen van het recht van de Unie of het nationale recht van toepassing.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° melder: het personeelslid dat informatie over onregelmatigheden die hij in het kader van zijn beroepsactiviteiten heeft verkregen, meldt of openbaar maakt, of, bij toepassing van hoofdstuk VIII, de natuurlijke of rechtspersoon die informatie over onregelmatigheden meldt die hij in een werkgerelateerde context bij een dienst van de Regering of een instelling van openbaar nut heeft verkregen;2° personeelslid: het statutaire personeelslid of het personeelslid met een arbeidsovereenkomst binnen een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut, met inbegrip van personen die op grond van hun statuut of beroep in het bezit zijn van geheimen die hun zijn toevertrouwd, met inbegrip van vakbondsvertegenwoordigers;3° stagiair : de persoon die, zonder personeelslid te zijn in de zin van punt 1°, een stage loopt bij een van de diensten van de Waalse Regering of bij een instelling van openbaar nut;4° voormalig personeelslid : de in punt 1° bedoelde persoon die niet meer in dienst is;5° instelling van openbaar nut: de instelling van openbaar nut bedoeld in het decreet van 22 januari 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/01/1998 pub. 04/02/1998 numac 1998027050 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren sluiten betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren;6° vakbondsorganisatie: een vakbondsorganisatie erkend in de zin van artikel 15 van de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;7° melding of melden: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden;8° interne melding: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden aan een integriteitsreferent;9° externe melding: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden aan de ombudsman van het Waalse Gewest;10° informatie over onregelmatigheden: informatie, waaronder redelijke vermoedens, over feitelijke of mogelijke onregelmatigheden, die hebben plaatsgevonden of zeer waarschijnlijk zullen plaatsvinden binnen een dienst van de Regering of een instelling van openbaar nut waar de melder werkt of heeft gewerkt of, voor de toepassing van hoofdstuk VIII, waarmee de melder uit hoofde van zijn werk in contact is geweest, alsmede over pogingen tot verhulling van dergelijke onregelmatigheden;11° onregelmatigheid: a) het verrichten of nalaten van een handeling door een personeelslid in de uitoefening van zijn ambt of door een beheersorgaan van een instelling van openbaar nut, waardoor de belangen, in de ruime zin van het woord, van het Waalse Gewest of het openbaar belang worden aangetast of in gevaar worden gebracht en dat: - een schending inhoudt van een rechtstreeks toepasselijke Europese norm, wet, decreet, besluit, omzendbrief, interne regel of procedure, of - een onaanvaardbaar risico inhoudt voor het leven, de gezondheid of de veiligheid van de mens of voor het milieu, b) het feit dat een personeelslid of een beheersorgaan van een instelling van openbaar nut willens en wetens het begaan van een onregelmatigheid zoals bedoeld onder a) heeft gelast of geadviseerd;12° integriteitsreferent : het personeelslid dat in de interne component van het systeem is aangewezen als contactpunt voor het melden van informatie over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording, krachtens dit besluit;13° ambtenaar-generaal: het personeelslid dat is aangewezen als mandataris van rang A1 voor de Waalse Overheidsdienst, of het personeelslid dat is aangewezen als verantwoordelijke voor een andere dienst van de Waalse Regering of, indien het een instelling van openbaar nut betreft, de leidend ambtenaar-generaal die deze instelling beheert;14° werkgerelateerde context: de huidige of vroegere arbeidsactiviteiten uitgeoefend binnen een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut of, voor de toepassing van hoofdstuk VIII, verricht in verband met een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut, waardoor, ongeacht de aard van die activiteiten, personen informatie kunnen verkrijgen over onregelmatigheden en waarbij die personen te maken kunnen krijgen met represailles indien zij dergelijke informatie zouden melden;15° opvolging: elke maatregel die door de integriteitsreferent wordt genomen om de juistheid van de beweringen in de melding te beoordelen en die, indien nodig, door hem wordt voorgesteld om de gemelde onregelmatigheid te verhelpen;16° facilitator: het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat een melder bijstaat of heeft bijgestaan in het meldingsproces en wiens bijstand vertrouwelijk moet zijn;17° de bij het onderzoek betrokken persoon: het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat, overeenkomstig artikel 13 van dit besluit, door de integriteitsreferent wordt verzocht een verklaring af te leggen om objectieve informatie te verzamelen en wiens betrokkenheid vertrouwelijk is;18° betrokkene: het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat in de melding of bij de openbaarmaking wordt genoemd als persoon aan wie de onregelmatigheid wordt toegeschreven of met wie die persoon in verband wordt gebracht;19° represailles: een directe of indirecte handeling of nalatigheid die in een werkgerelateerde context plaatsvindt naar aanleiding van een interne melding of openbaarmaking, van een bij een melding verleende ondersteuning, van een in het kader van het onderzoek van een melding afgelegde verklaring of van de uitoefening van de functie van integriteitsreferent, en die, naar gelang van het geval, tot ongerechtvaardigde benadeling van de melder, de facilitator, de verbonden persoon of de integriteitsreferent ongerechtvaardigde leidt of kan leiden;20° openbaarmaking: de openbaarmaking van informatie over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording, binnen de diensten van de Waalse Regering of instellingen van openbaar nut. De definitie van 11° heeft geen betrekking op het verrichten of nalaten van een handeling die uitsluitend de individuele rechten van een personeelslid raakt en waarvoor andere meldingskanalen of -procedures bestaan, met name: a) morele intimidatie, geweld op het werk en seksuele intimidatie op het werk ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun arbeid;b) discriminatie op grond van : - leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, vakbondsovertuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst in de zin van artikel 4, 4°, van de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 22/05/2009 numac 2009000347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002115 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie; - geslacht, zwangerschap, bevalling of moederschap in de zin van de artikelen 3 en 4 van de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 22/05/2009 numac 2009000347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002115 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen; - nationaliteit, vermeend ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afkomst in de zin van artikel 3 van de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 22/05/2009 numac 2009000347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002115 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestrijding van bepaalde door racisme en vreemdelingenhaat ingegeven handelingen. HOOFDSTUK 2. - Benoeming van de integriteitsreferenten en hun onafhankelijkheid

Art. 3.§ 1. De Minister van Ambtenarenzaken wijst de integriteitsreferenten volgens de volgende modaliteiten aan, namelijk: 1° één gewoon referent en één plaatsvervangend referent voor het geheel van de diensten van de Waalse Regering, op de voordracht van het Strategisch Comité van de Waalse Overheidsdienst;2° één referent per instelling van openbaar nut, op de voordracht van het College van de leidende ambtenaren-generaal. Bij gebrek aan een integriteitsreferent in een instelling van openbaar nut is de gewone of plaatsvervangende integriteitsreferent van de diensten van de Waalse Regering de integriteitsreferent van deze laatste. § 2. Het bestaan, de identiteit, de beschikbaarheid, de toegankelijkheid en de opdracht van de integriteitsreferent worden ter kennis gebracht van het personeel dat onder dit besluit valt. § 3. De in paragraaf 1 bedoelde integriteitsreferenten worden benoemd op basis van een vergelijkende selectie.

Om deel te nemen aan een vergelijkende selectie voor de functie van integriteitsreferent moeten de kandidaten personeelsleden van niveau A zijn en minimaal tien jaar ervaring in een overheidsdienst hebben.

Van de in lid 2 bedoelde eis van tien jaar ervaring, met een minimum van vier jaar, kan worden afgezien indien geen enkele kandidaat voor de functie van integriteitsreferent aan deze eis voldoet.

Voor de berekening van de in lid 2 bedoelde ervaring wordt de werkelijke diensttijd in aanmerking genomen die het personeelslid, in welke hoedanigheid dan ook en zonder vrijwillige onderbreking, als lid van een overheidsdienst heeft vervuld in een functie die volledige prestaties inhoudt. § 4. § 4. Kandidaten voor de functie van integriteitsreferent moeten beschikken over het diploma en de specifieke technische en gedragsvaardigheden die in de desbetreffende functiebeschrijving staan, zoals gevalideerd door de Waalse Regering. § 5. De kandidaturen worden ingediend bij de ambtenaar-generaal van de dienst of de instelling van openbaar nut waar de functie van integriteitsreferent zal worden uitgeoefend. Deze ambtenaar-generaal onderzoekt de ontvankelijkheid van de kandidaturen in het licht van de in § 3 genoemde voorwaarden.

Elke beslissing tot niet-ontvankelijkheid wordt schriftelijk en met redenen omkleed aan de betrokken kandidaat meegedeeld.

De kandidaturen die ontvankelijk zijn verklaard, worden aan de bevoegde selectiecommissie overgemaakt. § 6. Er is voorzien in twee selectiecommissies: 1° het Strategisch Comité van de Waalse Overheidsdienst als selectiecommissie voor de integriteitsreferent van alle diensten van de Waalse Regering;2° het College van de leidende ambtenaren-generaal als selectiecommissie voor de integriteitsreferenten van de instellingen van openbaar nut. § 7. Kandidaten wier aanvraag ontvankelijk is verklaard, leggen voor de selectiecommissie een test af ter beoordeling van de competenties en vaardigheden die vereist zijn voor de uitoefening van de functie van integriteitsreferent. De selectie beslist over het type test. § 8. Na de proef stelt de selectiecommissie een rangorde op van de geslaagde kandidaten. De geslaagde kandidaten worden in een wervingsreserve geplaatst die twee jaar geldig is.

Deze rangschikking wordt aan de Minister van Ambtenarenzaken toegezonden.

Art. 4.§ 1. De integriteitsreferent wordt op basis van een naar behoren gemotiveerd voorstel van het Strategisch Comité of het College van de leidende ambtenaren-generaal benoemd voor een periode van zes jaar, die eenmaal met dezelfde periode kan worden verlengd, door de Minister van Ambtenarenzaken. § 2. De integriteitsreferent moet de voor de functie vereiste opleiding binnen drie maanden na de datum van benoeming hebben voltooid. § 3. De benoeming van de integriteitsreferent eindigt automatisch aan het einde van de in paragraaf 1 bedoelde termijn, die kan worden verlengd, of indien de integriteitsreferent de in § 2 bedoelde opleiding niet binnen de gestelde termijn heeft voltooid.

De integriteitsreferent kan ook verzoeken zijn aanwijzing te beëindigen; in dat geval is een overgangsperiode van zes maanden vereist. Deze periode kan in onderling overleg worden ingekort.

De Minister van Ambtenarenzaken kan de aanwijzing van een integriteitsreferent beëindigen op basis van een naar behoren gemotiveerd voorstel van het Strategisch Comité of het College van de leidende ambtenaren-generaal.

Art. 5.De Minister van Ambtenarenzaken stelt richtlijnen op voor de werkwijze van de integriteitsreferent.

Art. 6.Om zijn onafhankelijkheid te waarborgen, is de integriteitsreferent bij de uitoefening van dit ambt administratief verbonden aan de Secretaris-generaal in het geval van de diensten van de Regering of, in het geval van een instelling van openbaar nut, aan de ambtenaar-generaal van deze instelling.

De ambtenaar-generaal heeft geen hiërarchisch of functioneel gezag over de integriteitsreferent wanneer laatstgenoemde optreedt binnen het kader van zijn ambt.

Art. 7.De ambtenaar-generaal zorgt ervoor dat de integriteitsreferent zijn ambt onafhankelijk en doeltreffend kan uitvoeren: 1° door hem te beschermen tegen elke ongepaste beïnvloeding en/of druk vanwege om het even welke persoon en op om het even welke manier, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het bijzonder tegen elke druk om informatie te bekomen die betrekking heeft of kan hebben op de uitoefening van zijn ambt;2° door de nodige middelen ter beschikking te stellen om hem in staat te stellen zijn ambt in alle vertrouwelijkheid uit te voeren;3° door hem in staat te stellen alle contacten te onderhouden die nodig zijn voor de uitoefening van zijn ambt;4° door hem in staat te stellen de vaardigheden en kennis die nodig zijn voor de uitoefening van zijn ambt te verwerven en/of te verbeteren.

Art. 8.De integriteitsreferent ondervindt geen represailles die geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op handelingen die hij in de uitoefening van zijn functie heeft verricht, met inbegrip van bedreigingen of pogingen tot represailles.

De in het vorige lid bedoelde represailles zijn in het bijzonder, voor zover zij geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op handelingen die zijn verricht in het kader van de functie van integriteitsreferent : 1° het ontslag;2° alle disciplinaire maatregelen;3° elke negatieve beoordeling van de melding in het kader van een bevorderingsprocedure;4° de overplaatsing van ambten of verandering van arbeidsplaats;5° de weigering of schorsing van de opleidingen;6° een negatieve evaluatie of een negatieve beoordeling van de feiten in verband met de melding;7° dwang, intimidatie, pesterijen en uitsluiting;8° discriminatie, nadelige of ongelijke behandeling.

Art. 9.§ 1. De integriteitsreferent geniet de rechtsbijstand zoals bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 15/07/2016 numac 2016027226 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging en tot opheffing van sommige bepalingen van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid, Tweede deel, Boek V, Titel XI, betreffende de residentiële diensten en dagopvangdiensten voor gehandicapte personen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2010 betreffende de subsidiëring van de maatregelen van de driedelige overeenkomst voor de Waalse privé non-profitsector sluiten betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen. § 2. Ter dekking van de kosten in verband met een door een ander personeelslid tegen de integriteitsreferent ingediende klacht of ingestelde rechtsvordering wegens feiten die verband houden met de uitoefening van zijn functie, sluit het Gewest ten behoeve van de referent een verzekering af ter dekking van de kosten van rechtsbijstand - civielrechtelijke en strafrechtelijke verdediging.

De in lid 2 bedoelde verzekering dekt de tenlasteneming door de verzekeraar : 1° tegen het gebruikelijke uurtarief van de advocaat en met een maximum van 150 euro exclusief btw per uur, van het honorarium van de door het personeelslid gekozen advocaat, alsmede de door de advocaat gemaakte kosten voor zover deze noodzakelijk zijn voor de verdediging van de belangen van het personeelslid;2° van de in de loop van de procedure te betalen gerechtskosten en de proceskostenvergoeding waartoe het personeelslid in voorkomend geval wordt veroordeeld;3° van de eventuele kosten voor de raadpleging van deskundigen, voor zover ze nodig zijn om de belangen van het personeelslid te verdedigen. Het in lid 1, 1°, bedoelde bedrag wordt op 1 januari van elk jaar geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkeling van de gezondheidsindex. De referentie-index is die van 1 januari 2013.

De in lid 2 bedoelde verzekering dekt geen grove nalatigheid of gebruikelijke lichte nalatigheid. HOOFDSTUK 3. - Interne melding door een personeelslid, stagiair of voormalig personeelslid

Art. 10.§ 1. Tenzij hij zich in een van de in § 6 bedoelde situaties bevindt, kan een personeelslid of stagiair die in een werkgerelateerde context informatie verkrijgt over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording binnen een dienst van de Waalse Regering of een orgaan van openbaar nut, dit melden aan zijn hiërarchieke meerdere of aan de integriteitsreferent. Indien het personeelslid of de stagiair eerst contact opneemt met zijn leidinggevende, zorgt deze er op de dag van de melding voor dat het dossier ongewijzigd aan de integriteitsreferent wordt doorgegeven.

Tenzij hij zich in een van de in § 6 bedoelde situaties bevindt, kan een voormalig personeelslid dat in een werkgerelateerde context informatie heeft verkregen over een vermoede onregelmatigheid binnen een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut, dit melden aan de ambtenaar-generaal of aan de integriteitsreferent.

Indien het voormalig personeelslid eerst contact opneemt met de ambtenaar-generaal, zorgt deze ervoor dat het dossier op de dag van de melding ongewijzigd aan de integriteitsreferent wordt toegezonden.

Voor de toepassing van de leden 1 en 2 moet de vermoedelijke onregelmatigheid waarop de melding betrekking heeft in de tien jaar voorafgaand aan de dag van de melding zijn begaan. § 2. Anonieme meldingen van vermoedelijke onregelmatigheden worden niet in aanmerking genomen. § 3. De integriteitsreferent die rechtstreeks of via een tussenpersoon een melding ontvangt, volgt de in de artikelen 12 en 13 vastgestelde opvolgingsprocedure.

De hiërarchische meerdere of de ambtenaar-generaal die een melding ontvangt, eerbiedigt de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder en van elke persoon die in de melding wordt genoemd of ermee in verband wordt gebracht, en ziet erop toe dat er geen represailles tegen hem worden genomen, overeenkomstig artikel 14. § 4. De melding aan de integriteitsreferent of, in voorkomend geval, aan de hiërarchische meerdere of de ambtenaar-generaal geschiedt schriftelijk, mondeling of beide.

Bij een mondelinge melding wordt een proces-verbaal opgesteld.

Een mondelinge melding kan worden gedaan per telefoon, via andere elektronische communicatiemiddelen of, op verzoek van de melder, door middel van een persoonlijk gesprek binnen een redelijke termijn. § 5. De schriftelijke melding of het proces-verbaal van de mondelinge melding wordt ondertekend door de melder en bevat de volgende informatie: 1° de datum van de melding;2° de naam en de contactgegevens van het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat de melding stuurt;3° de naam van de dienst van de Waalse Regering van de instelling van openbaar nut waar de melder in dienst is of was;4° de naam van de dienst van de Waalse Regering of van de instelling van openbaar nut betrokken bij de vermoede onregelmatigheid;5° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid.Deze beschrijving beperkt zich tot de aanduiding van de feiten en alleen tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn voor het nagestreefde doel.

Binnen een termijn van zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke of mondelinge melding stuurt de integriteitsreferent de melder een ontvangstbewijs van de melding. Tegelijkertijd kan de integriteitsreferent, indien hij dit nuttig acht, de melder verzoeken hem binnen een redelijke termijn alle aanvullende informatie te verstrekken die nodig is voor het vooronderzoek van het dossier overeenkomstig artikel 12. § 6. Een personeelslid, een stagiair of een voormalig personeelslid dat in een werkgerelateerde context informatie verkrijgt over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording binnen een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut, kan zijn melding rechtstreeks aan de Ombudsman sturen, volgens de procedure voorzien in het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende een gemeenschappelijke Ombudsdienst van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest, indien hij zich in een van de volgende situaties bevindt: 1° indien hij op grond van het voorwerp van de vermoede onregelmatigheid of de hoedanigheid van de persoon die ervan wordt verdacht de onregelmatigheid te hebben begaan, kan vrezen dat het inlichten van de integriteitsreferent de doeltreffendheid van de procedure in gevaar kan brengen;2° indien hij is aangewezen om de interne melding te verzekeren;3° indien geen enkele referent aangewezen is voor de betrokken dienst of instelling van openbaar nut. § 7. De modaliteiten voor interne melding, met inbegrip van de regels inzake vertrouwelijkheid, worden ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt. HOOFDSTUK 4. - Opdracht van de integriteitsreferenten

Art. 11.§ 1. De integriteitsreferent: 1° luistert naar, informeert en adviseert de melder, eenieder die een melding overweegt of een melder helpt;2° onderzoekt alle meldingen en onderzoekt ze zo nodig;3° moet informeren over het bestaan en de voorwaarden van het beroep op externe melding. In voorkomend geval : 1° stelt de integriteitsreferent de melder in kennis van het bestaan en de voorwaarden van andere meldingskanalen en van de daaruit voortvloeiende beschermingsmodaliteiten;2° verwijst de integriteitsreferent de melder naar de bevoegde instantie indien de waarschuwing niet onder haar bevoegdheid valt. § 2. De integriteitsreferent is gebonden aan het beroepsgeheim. § 3. De integriteitsreferent eerbiedigt de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder, de facilitators, de bij het onderzoek betrokken personen, de betrokken personen en, in voorkomend geval, alle andere in de melding genoemde derden. Dit geldt ook voor alle andere informatie waaruit de identiteit van bovengenoemde personen direct of indirect kan worden afgeleid.

In afwijking van het eerste lid kunnen de identiteit van de melder, de facilitators, de bij het onderzoek betrokken personen, de betrokken personen of van alle andere in de melding genoemde derden alle andere informatie waaruit de identiteit van bovengenoemde personen direct of indirect kan worden afgeleid, openbaar gemaakt worden : 1° indien de persoon uitdrukkelijk toestemming geeft tot de openbaarmaking ervan ;2° overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering ;3° indien dit noodzakelijk en evenredig lijkt, in het kader van onderzoeken door de bevoegde autoriteiten met het oog op het onderzoek naar strafbare feiten of in het kader van gerechtelijke procedures, teneinde de rechten van de verdediging van de betrokken personen te vrijwaren. Wanneer krachtens lid 2 de identiteit van een persoon, of enige andere informatie waaruit deze identiteit direct of indirect kan worden afgeleid, openbaar kan worden gemaakt, stelt de integriteitsreferent de persoon aan wie de informatie openbaar zal worden gemaakt, hiervan vooraf in kennis onder vermelding van de redenen voor de openbaarmaking, tenzij deze voorafgaande kennisgeving lopende onderzoeken of gerechtelijke procedures in gevaar zou brengen.

Eenieder die uit hoofde van dit besluit niet bevoegd is kennis te nemen van een schriftelijk document of de daarin vervatte informatie betreffende een krachtens dit besluit opgenomen melding en dat document of die informatie niettemin ontvangt, is onderworpen aan dezelfde geheimhoudingsplicht. § 4. Overeenkomstig de artikelen 16 en 17 ontvangt de integriteitsreferent verzoeken van een melder om ondersteunende maatregelen, met inbegrip van verzoeken om juridische bijstand of psychologische bijstand in het kader van een gerechtelijke procedure als bedoeld in artikel 17, en beslist hij daarover. In geval van een verzoek om een steunmaatregel past de integriteitsreferent de procedure van artikel 16, lid 3, toe. § 5. Ter wille van de transparantie stelt de integriteitsreferent een jaarlijks activiteitenverslag op, zodat zijn opdrachten regelmatig kunnen worden geëvalueerd. Dit verslag wordt uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het betrokken jaar aan de ambtenaar-generaal toegezonden.

Teneinde eenzelfde informatieniveau te waarborgen, stelt de Minister van Ambtenarenzaken een model vast voor het jaarlijkse activiteitenverslag dat door elke integriteitsreferent moet worden gebruikt. Dit modelverslag bevat ten minste de volgende informatie: a) het aantal ontvangen meldingen;b) het aantal onderzoeken en procedures dat naar aanleiding van deze meldingen is ingeleid en het resultaat daarvan, en c) indien vastgesteld, de geschatte financiële schade en de bedragen die zijn teruggevorderd na onderzoeken en procedures met betrekking tot de gemelde onregelmatigheden. HOOFDSTUK 5. - Opvolging van een melding

Art. 12.§ 1. De integriteitsreferent onderzoekt eerst de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de melding op basis van de verstrekte informatie en documenten.

De melding is gebaseerd op een redelijk vermoeden dat een onregelmatigheid in de zin van artikel 2, 11° heeft plaatsgevonden, plaatsvindt of kan plaatsvinden. § 2. Na het in paragraaf 1 bedoelde vooronderzoek zal de integriteitsreferent: 1° het onderzoek afsluiten indien hij vaststelt dat de melding niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is;2° het onderzoek afsluiten indien hij, na een behoorlijk onderzoek van het dossier, beslist dat de gemelde onregelmatigheid duidelijk gering is en geen verder gevolg vereist in het kader van dit besluit.Deze beslissing laat andere verplichtingen of procedures om de gemelde kleine onregelmatigheid te verhelpen of de door dit besluit geboden bescherming onverlet; 3° een onderzoek instellen overeenkomstig artikel 13, indien hij vaststelt dat de melding ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond is. Voor de toepassing van paragraaf 1, 2°, wordt onder een kennelijk geringe onregelmatigheid verstaan het verrichten of nalaten van een handeling zonder repetitief karakter, door een personeelslid in de uitoefening van zijn functie of door een bestuursorgaan, die een schending vormt van een besluit, een omzendbrief, een interne regel of een toepasselijke interne procedure en die voortvloeit uit een louter materiële of administratieve fout.

In geval van herhaalde meldingen die geen belangrijke nieuwe informatie bevatten met betrekking tot een eerdere afgesloten melding, kan de integriteitsreferent besluiten de behandeling van de melding onmiddellijk af te sluiten.

Indien een onderzoek wordt ingesteld, stelt de integriteitsreferent de ambtenaar-generaal die onder wie de dienst van de Waalse Regering of de instelling van openbaar nut waarop de vermoede onregelmatigheid betrekking heeft, ressorteert, daarvan in kennis, tenzij er voldoende aanwijzingen zijn om aan te nemen dat de ambtenaar-generaal betrokken is, in welk geval hij de Minister van Ambtenarenzaken daarvan in kennis stelt.

In alle gevallen zet de integriteitsreferent zijn bevindingen uiteen in een met redenen omkleed schriftelijk besluit, zo nodig met relevante aanbevelingen, dat hij aan de opsteller van het verslag doet toekomen. Wanneer hij het onderzoek overeenkomstig lid 1, 2° afsluit, informeert de integriteitsreferent de ambtenaar-generaal van de dienst of de instelling van openbaar nut waar de kennelijk geringe onregelmatigheid wordt vermoed, met het oog op een passende opvolging.

Art. 13.§ 1. In het kader van het onderzoek van de melding vervult de integriteitsreferent de volgende taken: 1° hij past de algemene beginselen van behoorlijk bestuur toe;2° hij eerbiedigt de rechten van de verdediging;3° hij documenteert en motiveert alle handelingen en beslissingen naar behoren;4° hij stelt een schriftelijke onderzoekopdracht op voor het onderzoek van de vermoede onregelmatigheid;5° hij stelt een gedetailleerd schriftelijk verslag op over het uitgevoerde onderzoek. § 2. De in § 1, 4°, bedoelde onderzoekopdracht wordt gedagtekend en ondertekend en bevat ten minste de volgende gegevens: 1° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid.Deze beschrijving beperkt zich tot de aanduiding van de feiten en alleen tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn voor het nagestreefde doel. 2° de naam van de dienst van de Waalse Regering of van de instelling van openbaar nut betrokken bij de vermoede onregelmatigheid;3° de onderzoekszaken;4° de mogelijkheid dat het onderzoek wordt uitgebreid tot feiten en omstandigheden die in de loop van het onderzoek aan het licht komen en die nuttig kunnen zijn om de omvang, de aard en de ernst van de vermoede onregelmatigheid vast te stellen. Eventuele wijzigingen in de onderzoekopdracht worden door de integriteitsreferent schriftelijk vastgelegd in een gedateerd en ondertekend addendum. § 3. In toepassing van de paragrafen 1 en 2 kan de integriteitsreferent elke controle ter plaatse in een dienst van de Waalse Regering of in een instelling van openbaar nut uitvoeren die hij nuttig acht, elk personeelslid, elke stagiair of elk voormalig personeelslid dat hij nuttig acht bij het onderzoek betrekken en van een dienst van de Waalse Regering of van een instelling van openbaar nut alle documenten en inlichtingen verkrijgen die hij noodzakelijk acht.

De integriteitsreferent kan dwingende termijnen opleggen voor antwoorden aan de dienst van de Waalse Regering of de instelling van openbaar nut waaraan hij vragen stelt.

Overeenkomstig paragraaf 1, 3°, moet elke beslissing van de referent om een vaststelling ter plaatse uit te voeren, iemand bij het onderzoek te betrekken of documenten en informatie te verstrekken, naar behoren worden gemotiveerd in het licht van het doel van het onderzoek. Deze rechtvaardiging toont de noodzaak en de relevantie aan van het vaststellen, het erbij betrekken of het verstrekken in het licht van het doel van het onderzoek, namelijk de vaststelling van de omvang, de aard en de ernst van de vermoede onregelmatigheid.

Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 1, § 3, mag een door de integriteitsreferent in het kader van een onderzoek gevraagd en overeenkomstig lid 2 naar behoren gemotiveerd vaststelling ter plaatse, een betrekken van iemand bij het onderzoek of een verzoek om documenten of informatie hem geenszins worden geweigerd. § 4. Elk personeelslid, elke stagiair of elk voormalig personeelslid dat (die) bij het onderzoek is betrokken, heeft het recht zich te laten bijstaan door een raadsman van zijn keuze.

De integriteitsreferent stelt de persoon die bij het onderzoek betrokken was, hiervan schriftelijk in kennis.

Deze kennisgeving bevat minstens de volgende informatie: 1° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid die wordt onderzocht.Deze beschrijving beperkt zich tot de aanduiding van de feiten en alleen tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn voor het nagestreefde doel; 2° de mogelijkheid dat het onderzoek wordt uitgebreid tot feiten en omstandigheden die in de loop van het onderzoek aan het licht komen en die nuttig kunnen zijn om de omvang, de aard en de ernst van de vermoede onregelmatigheid vast te stellen.3° het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman van zijn keuze. Deze kennisgeving is niet van toepassing wanneer het belang van het onderzoek zulks vereist.

De integriteitsreferent: 1° waarborgt dat eenieder die bij het onderzoek is betrokken, zijn verklaring in volle vrijheid kan afleggen, met inachtneming van de toepasselijke geheimhouding, overeenkomstig § 5 en artikel 1, § 3;2° verzamelt enige verklaring om objectieve informatie te verzamelen;3° maakt voor elke verklaring een proces-verbaal op. Iedere persoon die bij het onderzoek betrokken is, mag de schriftelijke vastlegging van zijn verklaring aanvullen.

Het schriftelijke verslag van elke verklaring, met eventuele aanvullingen, wordt door alle aanwezigen gedateerd en ondertekend.

Elke bladzijde van het verslag is genummerd.

Indien een bij het onderzoek betrokken persoon of, in voorkomend geval, zijn raadsman, weigert te tekenen, wordt deze weigering in de schriftelijke vastlegging opgenomen.

Aan het einde van het onderzoek ontvangt iedere bij het onderzoek betrokken persoon een ondertekend afschrift van zijn verklaring. § 5. Onverminderd artikel 1, § 3, kan het geheime of vertrouwelijke karakter van de documenten waarvan hij de openbaarmaking vraagt, niet worden ingeroepen. § 6. Indien de integriteitsreferent op enig moment van het onderzoek meent over voldoende elementen te beschikken om te concluderen dat hij kennis heeft gekregen van een misdrijf of overtreding, past hij onverwijld de procedure van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering toe en stelt hij de ambtenaar-generaal die verantwoordelijk is voor de dienst van de Waalse Regering of de instelling van openbaar nut waar het vermoede misdrijf of overtreding heeft plaatsgevonden, alsmede de melder, hiervan schriftelijk in kennis, tenzij deze bij het vermoede misdrijf of de vermoedelijke overtreding betrokken is. Indien er voldoende aanwijzingen zijn dat de ambtenaar-generaal betrokken is bij het vermoede misdrijf of de vermoedelijke overtreding, brengt de integriteitsreferent de Minister van Ambtenarenzaken op de hoogte.

De integriteitsreferent ziet erop toe dat alleen persoonsgegevens worden verstrekt die strikt noodzakelijk en relevant zijn voor het tijdig verstrekken van informatie aan de in lid 1 bedoelde personen. § 7. Aan het eind van het onderzoek stelt de integriteitsreferent, met inachtneming van de in paragraaf 9 genoemde maximumtermijn, een gedetailleerd, gedateerd en ondertekend verslag op met zijn vaststellingen, beoordeling en aanbevolen maatregelen.

De integriteitsreferent zendt dit verslag toe aan de betrokken ambtenaar-generaal of, indien er voldoende aanwijzingen zijn om aan te nemen dat de ambtenaar-generaal bij de gemelde onregelmatigheid betrokken is, aan de Minister van Ambtenarenzaken. De integriteitsreferent ziet erop toe dat alleen persoonsgegevens worden meegedeeld die strikt noodzakelijk en relevant zijn voor de zorgvuldige opvolging van de melding. In het bijzonder mogen persoonsgegevens van getuigen niet worden meegedeeld, tenzij dat naar behoren wordt gemotiveerd, evenmin als gegevens over personen die niet bij het onderzoek betrokken zijn.

Indien de integriteitsreferent van oordeel is dat het schriftelijk verslag van het in lid 1 bedoelde onderzoek voldoende elementen bevat om te concluderen dat de gemelde onregelmatigheid niet heeft plaatsgevonden, sluit hij het onderzoek definitief af.

Indien de integriteitsreferent van oordeel is dat het schriftelijk verslag van het in lid 1 bedoelde onderzoek voldoende elementen bevat om te concluderen dat de gemelde onregelmatigheid inderdaad heeft plaatsgevonden, maar hij niet over voldoende elementen beschikt om te concluderen dat hij kennis heeft gekregen van een strafbaar feit, wordt het schriftelijk verslag van het onderzoek overeenkomstig lid 2 ter kennis gebracht van de betrokkene, zodat passende maatregelen kunnen worden genomen. § 8. De integriteitsreferent stelt de melder en de bij het onderzoek betrokken personen in kennis van het resultaat van het onderzoek. § 9. Het onderzoek wordt voltooid binnen drie maanden na het verstrijken van de termijn van zeven dagen na een schriftelijke of mondelinge melding. Op verzoek van de integriteitsreferent kan de in lid 1 bedoelde termijn van drie maanden om naar behoren gemotiveerde redenen eenmaal met maximaal drie maanden worden verlengd. De integriteitsreferent stelt de melder in kennis van de verlenging van de termijn.

Indien binnen de in lid 1 bedoelde termijn van drie maanden, die kan worden verlengd, geen passend gevolg is gegeven door de integriteitsreferent, kan de melder zich overeenkomstig het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende een gemeenschappelijke Ombudsdienst van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest tot de bemiddelaar wenden. HOOFDSTUK 6. - Bescherming van de melder

Art. 14.§ 1. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid is niet het slachtoffer van represailles, met inbegrip van bedreigingen of pogingen tot represailles, die geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op een krachtens dit besluit gedane melding, indien hij ten tijde van de melding te goeder trouw handelt, dat wil zeggen indien hij op het tijdstip van de melding redelijke gronden heeft om aan te nemen dat de gemelde informatie gegrond is en wijst op een vermoeden van onregelmatigheid en binnen de werkingssfeer van dit besluit valt. Deze toestand wordt beoordeeld ten opzichte van een persoon in een soortgelijke situatie met vergelijkbare kennis.

Dezelfde bescherming geldt voor: 1° de facilitator indien hij gegronde redenen had om aan te nemen dat de gemelde informatie gegrond is en wijst op een vermoede onregelmatigheid en dat zij binnen het toepassingsgebied van dit besluit valt.Deze toestand wordt beoordeeld ten opzichte van een persoon in een vergelijkbare situatie en met vergelijkbare kennis; 2° de persoon die door de integriteitsreferent bij het onderzoek is betrokken, tenzij deze de integriteitsreferent bewust oneerlijke en kennelijk onvolledige informatie verstrekt. § 2. De in lid 1 bedoelde bescherming is van rechtswege van toepassing. Het voordeel van de bescherming gaat niet verloren om de enkele reden dat de te goeder trouw opgenomen melding onjuist of ongegrond is gebleken of dat de te goeder trouw verstrekte informatie onjuist of ongegrond is gebleken. § 3. De in § 1 bedoelde represailles zijn met name, voor zover zij geheel of gedeeltelijk gebaseerd zijn op de melding van het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid 1° het ontslag;2° alle disciplinaire maatregelen;3° elke negatieve beoordeling van de melding in het kader van een bevorderingsprocedure;4° de overplaatsing van ambten of de verandering van arbeidsplaats;5° de weigering of schorsing van de opleidingen van het personeelslid;6° een negatieve evaluatie of een negatieve beoordeling van de feiten in verband met de melding;7° dwang, intimidatie, pesterijen of ostracisme;8° discriminatie, nadelige of ongelijke behandeling;9° de niet-verlenging of vroegtijdige beëindiging van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. § 4. De in § 1 bedoelde bescherming wordt ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt.

Art. 15.Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat de procedure van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering toepast, geniet onder dezelfde voorwaarden de in artikel 14 bedoelde bescherming.

Art. 16.§ 1. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid bedoeld in artikel 14, § 1, geniet, zodra dit van toepassing is, de juridische bijstand voorzien in het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 15/07/2016 numac 2016027226 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging en tot opheffing van sommige bepalingen van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid, Tweede deel, Boek V, Titel XI, betreffende de residentiële diensten en dagopvangdiensten voor gehandicapte personen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2010 betreffende de subsidiëring van de maatregelen van de driedelige overeenkomst voor de Waalse privé non-profitsector sluiten betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen. § 2. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid bedoeld in artikel 14, § 1, kan een verzoek om ondersteunende maatregelen indienen, met inbegrip van juridische bijstand anders dan in toepassing van het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 15/07/2016 numac 2016027226 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging en tot opheffing van sommige bepalingen van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid, Tweede deel, Boek V, Titel XI, betreffende de residentiële diensten en dagopvangdiensten voor gehandicapte personen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2010 betreffende de subsidiëring van de maatregelen van de driedelige overeenkomst voor de Waalse privé non-profitsector sluiten bedoeld in paragraaf 1 of psychologische bijstand, bedoeld in artikel 17. § 3. Elk verzoek als bedoeld in lid 2 wordt schriftelijk bij de integriteitsreferent ingediend binnen twee maanden na de gebeurtenis die het verzoek rechtvaardigt.

De integriteitsreferent beslist binnen vijftien werkdagen na ontvangst van het verzoek of het al dan niet wordt ingewilligd. Het besluit wordt ter kennis gebracht van de melder.

In geval van weigering kan de melder binnen vijftien dagen na kennisgeving van de weigering beroep instellen bij de ambtenaar-generaal.

Art. 17.§ 1. Overeenkomstig artikel 16, § 2, kan het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid in het kader van een gerechtelijke procedure andere juridische bijstand genieten dan in toepassing van het in artikel 16, § 1, bedoelde besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 15/07/2016 numac 2016027226 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging en tot opheffing van sommige bepalingen van het Waals reglementair wetboek van sociale actie en gezondheid, Tweede deel, Boek V, Titel XI, betreffende de residentiële diensten en dagopvangdiensten voor gehandicapte personen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2010 betreffende de subsidiëring van de maatregelen van de driedelige overeenkomst voor de Waalse privé non-profitsector sluiten, bestaande uit de gehele of gedeeltelijke betaling van advocatenhonoraria en procedurekosten, alsmede psychologische bijstand bestaande uit de betaling van consultaties bij een psycholoog of psychiater. § 2. In het kader van de in § 1 bedoelde bijstandsmaatregelen is de vergoeding van de honoraria en de kosten van de advocaat, van de procedure en van de psychologische of psychiatrische raadpleging in beginsel beperkt tot een totaal gecumuleerd bedrag van 3718,40 euro.

In uitzonderlijke gevallen kunnen de kosten op een naar behoren gemotiveerd verzoek hoger zijn dan de in het eerste lid genoemde drempel. De melder of zijn vertegenwoordiger dient deze met redenen omklede aanvraag in bij de in § 3 bedoelde dienst. § 3. Indien een verzoek om juridische of psychologische bijstand als bedoeld in artikel 16, § 2, wordt ingewilligd, wordt het beheerd door de Directie Kanselarij en Juridische Expertise van het Secretariaat-Generaal indien de melder een personeelslid, een stagiair of een voormalig personeelslid van een dienst van de Waalse Regering is, of, indien het een instelling van openbaar nut betreft, door de dienst die door de ambtenaar-generaal van deze instelling is aangewezen.

Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid bedoeld in artikel 14, § 1, deelt aan de in het eerste lid bedoelde dienst de stukken mee die de uitgaven rechtvaardigen. Daartoe worden dagvaardingen, aanmaningen en alle gerechtelijke stukken binnen tien werkdagen na de bezorging of betekening ervan meegedeeld.

De kosten die geheel of gedeeltelijk worden vergoed of gedekt, hetzij op grond van een andere wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling, hetzij op grond van een door het slachtoffer of een derde gesloten verzekeringsovereenkomst, geven geen aanleiding tot interventie.

Art. 18.De in de artikelen 16 en 17 vastgestelde modaliteiten voor het aanvragen van steunmaatregelen worden ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt. HOOFDSTUK 7. - Bescherming van de persoonsgegevens

Art. 19.§ 1. De integriteitsreferent verwerkt persoonsgegevens ter uitvoering van de hem krachtens dit besluit opgedragen taken, en meer in het bijzonder wanneer hij kennis neemt van de melding, de ontvangst ervan bevestigt, deze onderzoekt en in voorkomend geval onderzoekt. § 2. Het secretariaat-generaal of de instelling van openbaar nut waar de integriteitsreferent zijn functie uitoefent, is de verantwoordelijke voor de verwerking.

De integriteitsreferent verwerkt de volgende persoonsgegevens: 1° de identiteit, dat wil zeggen de naam, de voornaam, de contactgegevens en de dienst waartoe de melder behoort;2° de identiteit van de bij de melding betrokken persoon of personen aan wie de onregelmatigheid wordt toegeschreven of die tot de onregelmatigheid hebben bijgedragen, alsmede hun contactgegevens en de dienst waartoe ze behoren;3° de identiteit van elke persoon die door een melding eventueel kan worden geraakt omdat hij mogelijk heeft bijgedragen tot, getuige is geweest van of het slachtoffer is geweest van een onregelmatigheid of omdat hij of zij informatie kan verstrekken in het kader van het door de integriteitsreferent verrichte onderzoek, alsmede zijn contactgegevens en de dienst waartoe hij behoort;4° alle andere noodzakelijke gegevens die door de melder zijn verstrekt of die zijn verzameld in het kader van de in artikel 11 omschreven opdrachten met betrekking tot de in de punten 1 tot en met 3 opgesomde personen, met dien verstande dat persoonsgegevens die duidelijk niet relevant zijn voor de behandeling van een specifieke melding niet worden ingezameld of, indien zij per ongeluk zijn ingezameld, onverwijld worden gewist. De integriteitsreferent kan de hierboven bedoelde gegevens opvragen bij de personeelsdiensten van de diensten van de Waalse Regering of bij een instelling van openbaar nut. § 3. De integriteitsreferent verzendt deze gegevens alleen in de volgende gevallen: 1° in geval van uitdrukkelijke toestemming van de bij de bekendmaking betrokken persoon ;2° overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering ;3° indien hij van oordeel is dat de ambtenaar-generaal in kennis moet worden gesteld van de identiteit van de betrokkene(n) teneinde de passende maatregelen te kunnen nemen;4° indien dit noodzakelijk en evenredig lijkt, in het kader van onderzoeken door de bevoegde autoriteiten met het oog op het onderzoek naar strafbare feiten of in het kader van gerechtelijke procedures, teneinde de rechten van de verdediging van de betrokken personen te vrijwaren. § 4. De integriteitsreferent stelt de betrokkenen ervan in kennis dat tegen hen een onderzoek loopt, tenzij deze informatie het goede verloop van het onderzoek in gevaar zou brengen. § 5. De krachtens dit besluit ontvangen meldingen, met inbegrip van alle verzamelde persoonsgegevens, worden vijf jaar na het verstrijken van de termijn van zeven dagen na een schriftelijke of mondelinge melding vernietigd, behalve in geval van strafvervolging of gerechtelijke vervolging, in welk geval de gegevens tot tien jaar na de beëindiging van de strafvervolging of gerechtelijke vervolging worden bewaard. § 6. Wanneer hij voor de ontvangst van meldingen gebruik maakt van computer- of telefoonkanalen, ziet de integriteitsreferent erop toe dat deze zodanig worden opgezet en beheerd dat de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder en van elke in de melding genoemde derde wordt gewaarborgd en toegang door onbevoegde personeelsleden wordt voorkomen. HOOFDSTUK 8. - Van de bredere interne melding naar de werkgerelateerde context

Art. 20.§ 1. Een melding betreffende een onregelmatigheid kan bij de integriteitsreferent worden ingediend door iedere natuurlijke persoon, met uitzondering van een personeelslid of stagiair als bedoeld in artikel 2, of iedere rechtspersoon die in het kader van zijn beroepsuitoefening bij een dienst van de Regering of een instelling van openbaar nut een onregelmatigheid vermoedt of vaststelt die is begaan door een personeelslid van een dienst van de Waalse Regering of een instelling van openbaar nut of door een beheersorgaan van een instelling van openbaar nut.

Voor de toepassing van paragraaf 1 moet de onregelmatigheid waarop de melding betrekking heeft, in de tien jaar voorafgaand aan de dag van de melding zijn begaan. § 2. Melding aan de integriteitsreferent kan schriftelijk, mondeling of beide gebeuren.

In geval van mondelinge melding wordt een proces-verbaal opgesteld.

Een mondelinge melding kan worden gedaan per telefoon, via andere elektronische communicatiemiddelen of, op verzoek van de melder, door middel van een persoonlijk gesprek binnen een redelijke termijn.

De schriftelijke melding of het proces-verbaal van de mondelinge melding wordt ondertekend door de melder en bevat de volgende informatie: 1° de datum van de melding;2° de naam en de contactgegevens van het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat de melding richt;3° de naam van de dienst van de Waalse Regering van de instelling van openbaar nut waar de melder in dienst is of was;4° de naam van de dienst van de Waalse Regering of van de instelling van openbaar nut betrokken bij de vermoede onregelmatigheid;5° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid.Deze beschrijving beperkt zich tot de aanduiding van de feiten en alleen tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn voor het nagestreefde doel.

Binnen een termijn van zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke of mondelinge melding stuurt de integriteitsreferent de melder een ontvangstbewijs van de melding. Tegelijkertijd kan de integriteitsreferent, indien hij dit nuttig acht, de melder verzoeken hem binnen een redelijke termijn alle aanvullende informatie te verstrekken die nodig is voor het vooronderzoek van het dossier overeenkomstig artikel 12.

Art. 21.De integriteitsreferent verwerkt de melding volgens de modaliteiten bepaald in de artikelen 11, 12, 13 en 19. HOOFDSTUK 9. - Openbaarmaking

Art. 22.§ 1. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat in een werkgerelateerde context informatie verkrijgt over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in uitvoering, binnen een dienst van de Waalse Regering of van een instelling van openbaar nut, en die deze informatie openbaar maakt, geniet de bescherming voorzien in dit besluit indien aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de openbaarmaking is onrechtstreeks, in die zin dat het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid vooraf de meldingsprocedures heeft nageleefd waarin dit besluit of, in voorkomend geval, het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende de gemeenschappelijke Ombudsdienst van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest voorziet;2° de vermoede onregelmatigheid die het voorwerp uitmaakt van de openbaarmaking beantwoordt aan de definitie van artikel 2, 5° van dit besluit;3° geen passend gevolg is gegeven aan de melding binnen de termijnen die van toepassing zijn door dit besluit of, in voorkomend geval, door het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende de gemeenschappelijke Ombudsdienst van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest. § 2. Dit artikel is niet van toepassing op gevallen waarin een persoon rechtstreeks informatie aan de pers verstrekt op grond van specifieke nationale bepalingen tot instelling van een stelsel voor de bescherming van de vrijheid van meningsuiting en informatie. HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen

Art. 23.Ten minste om de drie jaar worden de in dit besluit bedoelde procedures voor de ontvangst en de opvolging van de meldingen door de Minister van Ambtenarenzaken geëvalueerd, rekening houdend met de feedback, met inbegrip van de gegevens in de jaarlijkse activiteitenverslagen van de integriteitsreferenten, en zo nodig aangepast. Het uitgevoerde onderzoek wordt vastgelegd in een samenvattend verslag.

Art. 24.Van de rechten waarin dit besluit voorziet, is geen ontheffing of beperking mogelijk bij overeenkomst, door beleid, of door arbeidswijze of arbeidsvoorwaarden, en evenmin door aan geschillen voorafgaande arbitrageovereenkomsten.

Art. 25.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 26.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 13 oktober 2022.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE

^