Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 04 oktober 2007
gepubliceerd op 18 oktober 2007

Besluit van de Waalse Regering betreffende de zoogkoeienpremie

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007203152
pub.
18/10/2007
prom.
04/10/2007
ELI
eli/besluit/2007/10/04/2007203152/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2007. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de zoogkoeienpremie


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten, laatst gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, meer bepaald gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 13 juli 2001 en 12 augustus 2003;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot opheffing van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001;

Gelet op verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 30 maart 2004 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale overheid op 24 juli 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 augustus 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 4 oktober 2007;

Overwegende dat de nieuwe regels voor de toekenning aan de producenten van rechten op de zoogkoeienpremie gelden vanaf 1 januari 2007;

Overwegende dat de producenten zo spoedig mogelijk over die modaliteiten ingelicht dienen te worden;

Overwegende dat er in boetes voorzien is in geval van niet-naleving van de termijnen die bij de Europese regelgeving opgelegd zijn om de betrokken steun te storten aan de landbouwers of bij vertraging in de tenuitvoerlegging van de betrokken regelgevingen of bij slechte uitvoering;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 2000;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen

Artikel 1.Overeenkomstig artikel 125 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 wordt er een zoogkoeienpremie verleend aan de landbouwers die de vereiste voorwaarden vervullen.

Voor de toepassing van dit besluit worden onder : "landbouwer", "landbouwactiviteit", "bedrijf", "productie-eenheid", "zelfstandig beheer", "zone", "bestuur" en "Minister" de begripsomschrijvingen verstaan van artikel 1, punten 1° tot 5°, 18°, 20° en 21°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006 tot invoering van de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Daarnaast wordt verstaan onder : "fonds voor de rechten op de zoogkoeienpremie" : het systeem dat het bestuur gebruikt om de overdrachten van rechten op de zoogkoeienpremie tussen landbouwers te beheren. HOOFDSTUK II. - Zoogkoeienpremie

Art. 2.§ 1. Overeenkomstig artikel 125, § 2, punt b), van verordening (EG) nr. 1782/2003 kan de minister beslissen om de beperking tot 120 000 kilogram van de totale individuele referentiehoeveelheid melk of zuivelproducten te veranderen of niet toe te passen. § 2. Overeenkomstig artikel 125, § 5, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 kan er per in aanmerking komende zoogkoe een bijkomende premie van 50 EUR aan de landbouwers worden toegekend.

Art. 3.§ 1. Overeenkomstig artikel 128, § 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 legt de Minister de jaren vast waarvoor de rechten op de zoogkoeienpremie uit de reserve herverdeeld worden. § 2. Overeenkomstig artikel 128, § 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bepaalt de Minister de categorieën landbouwers die rechten op de zoogkoeienpremie uit de reserve kunnen krijgen. § 3. Overeenkomstig artikel 108, § 4, van verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 deelt de minister het minimumpercentage van gebruik van de rechten op de zoogkoeienpremie mee.

Art. 4.§ 1. Bij overdracht van een bedrijf aan een andere landbouwer wegens erfopvolging, krachtens een akte tot overdracht of verklaring van eigendom of vruchtgebruik van een onroerend goed, evenals een akte houdende huurovereenkomst, onderverhuur of afstand van huurovereenkomst en bij het samenleggen van bedrijven door twee of meerdere landbouwers kan de landbouwer die overeenkomstig artikel 5 de zoogkoeienpremie voor het lopende jaar nog niet heeft aangevraagd gelijktijdig al zijn rechten op de premie aan een andere landbouwer overdragen zonder inhouding voor de reserve. § 2. In toestanden ander dan die bedoeld in § 1 kan de landbouwer zijn rechten op de zoogkoeienpremie geheel of gedeeltelijk overdragen aan andere landbouwers, als volgende voorwaarden vervuld zijn : 1° de overdracht moet geschieden tussen landbouwers uit dezelfde zone;2° de overdracht moet geschieden via het fonds voor de rechten op de zoogkoeienpremie. § 3. Bij een overdracht als bedoeld in § 2 wordt een door de Minister vastgesteld percentage van de over te dragen rechten voor de reserve ingehouden overeenkomstig artikel 127, § 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003. § 4. De Minister bepaalt de categorieën landbouwers die in aanmerking mogen komen voor de herverdeling van het fonds voor de rechten op de zoogkoeienpremie. § 5. De Minister bepaalt de voorwaarden en de modaliteiten voor de overdracht en de afstand als bedoeld in de § § 1 en 2.

Art. 5.De Minister bepaalt de modaliteiten voor de aanvraag en de toekenning van de zoogkoeienpremie. HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen

Art. 6.Het Bestuur is belast met de uitbetaling van de premies alsmede met de terugvordering van de ten onrechte betaalde premies.

Art. 7.De overtredingen van dit besluit en diens uitvoeringsbesluiten worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

De overtredingen van dit besluit en diens uitvoeringsbepalingen kunnen het voorwerp uitmaken van een administratieve geldboete overeenkomstig artikel 8 van de wet van 28 maart 1975. Als bevoegd ambtenaar voor het verrichten van de handelingen en het treffen van de beslissingen betreffende de administratieve geldboeten bedoeld in lid 1 wordt de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest of, bij afwezigheid of verhindering, de hem vervangende ambtenaar aangewezen.

Art. 8.elke overtreding betreffende het gebruik of het onwettelijk bezit van bij voormelde regelgeving niet toegelaten stoffen of producten in de veeartsenij, in de zin van artikel 140, § 1,van verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt gestraft overeenkomstig artikel 129 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004.

In geval van niet-conformiteit van de verplichtingen, normen of vereisten van de randvoorwaarden of in geval van bepaalde onregelmatigheden op het gebied van de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening worden de geldboetes toegepast overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 22 juni 2006 tot bepaling van de richtsnoeren voor de randvoorwaarden bepaald bij artikel 27 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2006 tot invoering van de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Art. 9.Op straffe van verval moet elk beroep tegen een genomen beslissing op straffe van nietigheid bij aangetekend schrijven ingediend worden bij het bestuur binnen de maand volgend op de kennisgeving van de beslissing.

De indiening van een beroep is van generlei invloed op de opschorting van een eventuele aanvraag tot terugbetaling van de ten onrechte betaalde bedragen.

Art. 10.De inspecteur-generaal van de Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest of, bij afwezigheid of verhindering, de hem vervangende ambtenaar is gemachtigd om de uitgaven met betrekking tot de premies en de betalingen bedoeld bij dit besluit vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren.

Art. 11.Het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2007.

Art. 13.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 4 oktober 2007 De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^