Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 31 mei 2013
gepubliceerd op 08 juli 2013

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2007 houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met Gewestwaarborg voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van woningen

bron
vlaamse overheid
numac
2013203820
pub.
08/07/2013
prom.
31/05/2013
ELI
eli/besluit/2013/05/31/2013203820/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 MEI 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/06/2007 pub. 18/07/2007 numac 2007036162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met Gewestwaarborg voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van woningen sluiten houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met Gewestwaarborg voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van woningen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 29bis, ingevoegd bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 21 november 2008, en 29 april 2011, artikel 78, gewijzigd bij de decreten van 20 december 2002, 24 maart 2006, 22 december 2006, 29 april 2011;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/06/2007 pub. 18/07/2007 numac 2007036162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met Gewestwaarborg voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van woningen sluiten houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met Gewestwaarborg voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van woningen;

Gelet op het begrotingsakkoord, verkregen op 11 december 2012;

Gelet op advies 52.617/3 van de Raad van State, gegeven op 21 januari 2013 met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie en van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/06/2007 pub. 18/07/2007 numac 2007036162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met Gewestwaarborg voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van woningen sluiten houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met Gewestwaarborg voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van woningen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1,5°, wordt vervangen door wat volgt : « 5° ontlener : de particuliere persoon die de lening aangaat en de persoon met wie hij op de datum van de leningsaanvraag wettelijk of feitelijk samenwoont en die samen met de particuliere persoon de met de lening gefinancierde woning zal betrekken;»; 2° § 1,10°, wordt vervangen door wat volgt : « 10° persoon ten laste : a) de persoon die op de datum van de leningsaanvraag bij de ontlener gedomicilieerd is en die minderjarig is, of waarvoor kinderbijslag of wezentoelage wordt uitbetaald, of die door de minister op voorlegging van bewijzen als ten laste wordt beschouwd;b) de minderjarige kinderen van de ontlener die geplaatst zijn of waarvoor de ontlener een co-ouderschap of een omgangsrecht heeft en die daardoor niet permanent in de woning zullen verblijven;c) de ontlener of de persoon, vermeld in punt a) en b), die erkend is als ernstig gehandicapt onder de voorwaarden die de minister, op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, gesteld heeft;d) het ongeboren kind, vanaf de zesde maand zwangerschap van de ontlener;»; 3° § 1, 11°,wordt vervangen door wat volgt : « 11° verkoopwaarde van de woning : de overeenkomstig artikel 7 geraamde waarde bij vrijwillige verkoop, met inbegrip van de grond;»; 4° er wordt een 15° en 16° punt toegevoegd, die luiden als volgt : « 15° toekenning van de lening : de datum van ondertekening van de notariële leningsakte of van de onderhandse overeenkomst in het kader van een akte van kredietopening of van een akte van een hypotheek voor alle sommen;16° een sociale lening voor het behouden van een woning : een lening die voldoet aan de voorwaarden van een sociale lening en die aangegaan wordt ter financiering van vroeger aangegane schulden voor de renovatie, de koop of de bouw van een bescheiden woning.»; 5° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.Het maximumbedrag, vermeld in § 1, 9°, wordt op 1 januari aangepast aan de gezondheidsindex van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat met als basisindex deze van de maand november 2012. » Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2.Onder de voorwaarden in dit besluit verleent het Vlaamse Gewest zijn waarborg voor de aflossing van de hoofdsom van de inschuld vermeerderd met een bedrag aan intresten die zijn verschuldigd over een periode van ten hoogste twee jaren voor de leningen die voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van een bescheiden woning worden toegestaan door de uitlener.

Onder de voorwaarden in dit besluit verleent het Gewest, binnen de plafonds, vermeld in de begrotingsdecreten, tevens zijn waarborg voor de aflossing van de hoofdsom en de intresten van de kredieten die aan de kredietmaatschappijen zijn toegestaan, op voorwaarde dat de kredieten uitsluitend bestemd zijn voor de financiering van de leningen, vermeld in het vorige lid. De gewaarborgde funding kan uitsluitend worden opgenomen en toegestaan voor de financiering van de leningen die voldoen aan de voorwaarden in dit besluit. »

Art. 3.In artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "in uitzonderlijke gevallen" en de woorden "een afwijking toestaan" de woorden "wegens overmacht" ingevoegd.

Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De uitlener moet erop toezien dat de verbintenissen, vermeld in het eerste lid, 2°, nagekomen worden en dat die verbintenissen en de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 2, worden opgenomen in de leningsovereenkomst. »

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden het derde tot en met het vijfde lid vervangen door wat volgt : « Met instemming van de uitlener kan de leidend ambtenaar van het agentschap in uitzonderlijke gevallen een afwijking toestaan met betrekking tot de voorwaarden, vermeld in het eerste en tweede lid.

Gedurende de hele duur van de lening moet de ontlener over een brandverzekering beschikken voor de heropbouwwaarde of nieuwbouwwaarde van het goed waarop de lening betrekking heeft.

De lening mag maar worden toegestaan voor ten hoogste dertig jaar.

Voor een lening, toegestaan voor het behouden van een bescheiden woning, mag de totale periode waarin geleend wordt voor dezelfde woning, nooit meer dan 30 jaar bedragen. »

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het vierde lid worden de woorden ", inclusief de wederbeleggingsvergoeding" opgeheven;2° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Kredietopnames in het kader van leningen als vermeld in het eerste lid, 3°, kunnen alleen ter beschikking worden gesteld op voorwaarde dat de kredietnemer facturen of aankoopbewijzen voorlegt ter verantwoording van de uitgevoerde werkzaamheden.Een kredietmaatschappij kan een voorschot ten belope van ten hoogste 10 procent van het in pand gegeven bedrag, bestemd voor bouwwerken als opgenomen in de leenakte, ter beschikking stellen van de ontlener. Bij uitwinning van de waarborg wordt alleen het opgenomen gedeelte van de lening dat aan de hand van facturen of aankoopbewijzen bewezen wordt, voor de berekening van het gewaarborgde verlies in aanmerking genomen. »; 3° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « Het uitstaand saldo van de aangegane lening voor de aankoop of voor het bouwen, in voorkomend geval vermeerderd met het uitstaand saldo van de aangegane lening voor het verbouwen van een woning, mag nooit meer bedragen dan de verkoopwaarde van de woning, eventueel na uitvoering van de werken.»

Art. 7.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 7.De uitlener stelt een onafhankelijke deskundige aan, die de woning schat en de verkoopwaarde ervan raamt, in voorkomend geval rekening houdende met de geplande werkzaamheden alsook de kostprijs van de werkzaamheden.

De deskundige mag geen personeel, bestuurder, zaakvoerder of directeur zijn van de eigen of een andere erkende kredietmaatschappij en geen echtgenoot, samenwonende partner of familielid tot en met de derde graad van verwantschap zijn van een bestuurder, een zaakvoerder of de directeur van de eigen of van een andere erkende kredietmaatschappij. »

Art. 8.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De Gewestwaarborg, vermeld in artikel 2, eerste lid, slaat op dat gedeelte van de lening dat 80 procent van de verkoopwaarde van de woning overtreft.

De termijn van de Gewestwaarborg is beperkt tot de eerste tien jaar van de looptijd van de lening, en vangt aan op het moment van de toekenning van de lening. Alleen de verliezen, die voortvloeien uit een uitvoerend beslag op het onroerend goed waarvan het beslagexploot werd betekend binnen die termijn, vallen onder de waarborg.

Als het om een aanvullende lening voor de verbouwing van een bescheiden woning gaat, dan dekt de Gewestwaarborg alleen het gedeelte van die aanvullende lening dat 80 procent van de aangroei van de verkoopwaarde van de woning overtreft.

In afwijking van artikel 2, eerste lid, kan geen Gewestwaarborg worden gehecht aan een lening voor het behouden van een bescheiden woning. »; 2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Het kredietbedrag dat elke kredietmaatschappij jaarlijks met genot van de Gewestwaarborg kan opnemen, wordt in eerste instantie bepaald op basis van de productie nieuwe sociale leningen van de afgelopen drie jaren.De kredietmaatschappij die niet voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/04/2004 pub. 24/06/2004 numac 2004035970 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de voorwaarden waaronder kredietmaatschappijen erkend kunnen worden door de Vlaamse regering en ter bepaling van de kredietinstellingen erkend door de Vlaamse regering, ter uitvoering van artikel 78 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de voorwaarden waaronder kredietmaatschappijen erkend kunnen worden en ter bepaling van de kredietinstellingen erkend door de Vlaamse Regering, ter uitvoering van artikel 78 van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, komt niet in aanmerking voor die Gewestwaarborg. »

Art. 9.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 10.§ 1. De uitlener bezorgt binnen tien dagen na afloop van elke kalendermaand aan het agentschap een lijst van de leningen die hij met het voordeel van de Gewestwaarborg, vastgesteld in artikel 2, eerste lid, heeft toegestaan, aan de hand van een door het agentschap vastgesteld model.

De uitlener int ten laste van de ontleners die voorkomen op de lijst, vermeld in het eerste lid, een bijdrage van 0,20 procent op de geleende bedragen. § 2. De bijdrage, vermeld in paragraaf 1, wordt binnen tien dagen na afloop van de kalendermaand waarin de leningsakte werd verleden, gestort ten voordele van het Waarborgfonds Sociale Leningen, vermeld in artikel 78, § 1, tweede lid, van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode. § 3. Het bedrag dat overeenstemt met het gedeelte van de lening dat gedekt is door de waarborg, wordt betaald ten laste van het Waarborgfonds Sociale Leningen als de uitlener een beroep doet op de Gewestwaarborg. De kredietmaatschappij toont bij uitwinning van de waarborg het verlies aan dat overblijft nadat alle zekerheidstellingen en alle beschikbare uitvoeringsmaatregelen tegen een in gebreke blijvende ontlener zijn uitgeput. § 4. De kredietmaatschappijen die op 31 december van het jaar voor het begrotingsjaar waarop de gewestwaarborg, vastgesteld in artikel 2, tweede lid, betrekking heeft, een verhouding eigen vermogen op balanstotaal hebben die kleiner is dan 10 procent, leggen een provisie aan. Vanaf 1 januari 2017 geldt een verplichting tot aanleg van een provisie wanneer deze verhouding kleiner is dan 12 procent.

De aan te leggen provisie bedraagt 50 procent van het openstaande saldo van de leningen die op 31 december van voormeld jaar minstens drie maanden achterstallig zijn. De op die wijze vastgestelde provisie moet, voor winstverdeling, worden belegd in overheidspapier of in andere beleggingsvormen met kapitaalgarantie.

Als een kredietmaatschappij in gebreke blijft, zal eerst de opgebouwde provisie worden aangewend voor een beroep kan worden gedaan op de gewestwaarborg. »

Art. 10.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt : "Dit besluit valt onder de toepassing van het besluit van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economische belang belaste ondernemingen."

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, zijn, ieder wat haar of hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 31 mei 2013.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS

^