gepubliceerd op 11 maart 2003
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 28 januari 1997 houdende statuut en organisatie van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen en de regeling van de rechtspositie van het personeel inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 2001-2002 en andere bepalingen
31 JANUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 28 januari 1997 houdende statuut en organisatie van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen en de regeling van de rechtspositie van het personeel inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 2001-2002 en andere bepalingen
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 28 januari 1997 houdende statuut en organisatie van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van de directieraad van het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer, gegeven op 18 januari 2002;
Gelet op het feit dat het advies van de directieraden van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium, het Instituut voor Natuurbehoud, het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, geacht wordt gegeven te zijn met toepassing van artikel I6, derde lid, van het voornoemd besluit van 28 januari 1997;
Gelet op het akkoord van de Federale Minister, bevoegd voor de Pensioenen, gegeven op 22 mei 2002;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 mei 2002;
Gelet op het protocol nr. 181.549 van 31 juli 2002 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 15 juli 2002 betreffende de aanvraag tot advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 34.083/3, gegeven op 12 november 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel I 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 28 januari 1997 houdende statuut en organisatie van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen en de regeling van de rechtspositie van het personeel, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 maart 2001, 1 juni 2001 en 8 maart 2002, wordt een 31° toegevoegd, die luidt als volgt : « 31° volledige prestaties : prestaties die gemiddeld 38 uren per week bedragen. »
Art. 2.In artikel I 3 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 2001, worden de volgende wijzigingen doorgevoerd : - in 1° a) worden de woorden « voor verhoging in graad » geschrapt; - in 1°bis worden de woorden « voor de bevordering van de geslaagden voor de vergelijkende overgangsexamens en » geschrapt.
Art. 3.In artikel V 4, § 2, 1°, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 maart 2001 en 1 juni 2001 worden de woorden « en de Vlaamse openbare instellingen met een vergelijkbaar personeelsstatuut » geschrapt.
Art. 4.Aan artikel VI 5 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 23 juli 1998, 30 maart 2001 en 5 oktober 2001 en 8 maart 2002, wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. Bij schaarste op de arbeidsmarkt kan worden afgeweken van de vereisten inzake diploma of studiegetuigschrift, na advies van het Selectiebureau van de Federale Overheid. »
Art. 5.Artikel VIII 1 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 1. Zolang een entiteit niet over een personeelsplan, zoals omschreven in artikel VIII 2 beschikt, gebeuren de aanwervingen binnen de personeelsformatie of binnen een personeelsplan "huidige situatie", dat per entiteit opgesteld wordt en gelijk is aan de bezetting en de vacatures op 1 december 2001. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ambtenarenzaken, kan echter, bij geargumenteerde beslissing, afwijken.
Dit artikel houdt op uitwerking te hebben op 1 januari 2004. »
Art. 6.In artikel VIII 28 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 en § 3 worden de woorden « als titularis van een ambt met volledige prestaties » geschrapt;2° in § 4 worden de woorden « als titularis van een ambt of betrekking met volledige prestaties » geschrapt;3° in § 5, 2° worden de woorden « en van de Europese Economische Ruimte » toegevoegd;4° in § 5, 3° wordt het woord « Unie » vervangen door de woorden « Economische Ruimte »;5° in § 5, 5° wordt het woord « andere » vervangen door het woord « de »; 6° aan § 5 wordt een 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° de gemeenten, provincies en O.C.M.W.'s van België. »; 7° § 7 wordt vervangen door wat volgt : « De schaalanciënniteit bestaat uit de werkelijke diensten die de ambtenaar bij de diensten van de Vlaamse regering en de Vlaamse openbare instellingen met een vergelijkbaar personeelsstatuut heeft verricht in de hoedanigheid van stagiair en ambtenaar, in de betrokken salarisschaal.»
Art. 7.Artikel VIII 32 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 wordt vervangen door wat volgt : « Als werkelijke diensten » worden beschouwd : a) de perioden waarin krachtens dit besluit het salaris wordt doorbetaald, of bij ontstentenis van salaris, de aanspraak of bevordering tot een hoger salaris behouden blijft.b) voor de toepassing van §§ 2 tot 4 van artikel VIII 28 : 1° de perioden bij de diensten van de Vlaamse regering;2° voor de indiensttredingen vanaf 1 maart 2002 : de perioden bij de Vlaamse openbare instellingen met een vergelijkbaar personeelsstatuut;3° prestaties verricht na 1 juli 2002 bij de andere overheden opgesomd in § 4 van artikel VIII 5;c) voor de toepassing van § 7 van artikel VIII 28 : 1° de perioden bij de diensten van de Vlaamse regering;2° voor de indienstnemingen vanaf 1 maart 2002 : de perioden bij de Vlaamse openbare instellingen met een vergelijkbaar personeelsstatuut. »
Art. 8.In artikel VIII 87bis van hetzelfde statuut, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2001, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De ambtenaar kan tijdens zijn loopbaan eenmaal om functionele of persoonlijke redenen vragen te worden teruggezet in graad. De vrijwillige terugzetting in graad gebeurt : 1° voor de ambtenaar van rang A1, B1, C1 in de tweede rang van het lagere niveau;2° voor de ambtenaren met een andere graad in de onmiddellijk lagere rang dan die waarin de ambtenaar was benoemd.»
Art. 9.In het opschrift van Titel 8, Hoofdstuk 1 van hetzelfde statuut wordt het woord « ministerieel » geschrapt.
Art. 10.In artikel XI 64 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 maart 2001 en 8 maart 2002, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door één van de volgende instanties wordt aangewezen om een ambt uit te oefenen op hun kabinet, secretariaat, cel Algemene Beleidscoördinatie of cel Algemeen Beleid ». - een minister; - een staatssecretaris; - een regeringscommissaris; - een lid van de regering van een gemeenschap of gewest; - een gouverneur van een Vlaamse provincie; - de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad; - een bestendig afgevaardigde; - een burgemeester; - een schepen; - een O.C.M.W.-voorzitter; - een voorzitter van een districtsraad; - een Europees commissaris. »
Art. 11.In artikel XI 81, § 1, derde lid van hetzelfde statuut wordt het woord « ministerieel » geschrapt.
Art. 12.In artikel XI 87, 1° van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « volledige » wordt vervangen door de woorden « volledige of halve »;2° tussen de woorden « in » en « dagen » worden de woorden « volledige of halve » ingevoegd.
Art. 13.In artikel XI 89sexies , van hetzelfde statuut, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan 1° wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De voorzitters van de districtsraad van een district worden wat betreft het politiek verlof van ambtswege gelijkgesteld met een burgemeester van een gemeente waarbij de duur van het ambtshalve politiek verlof beperkt wordt tot het percentage van de vergoeding van de burgemeester die zij ontvangen.» 2° in 2° worden de woorden « of van de districtsraad van een district » geschrapt.3° aan 2° wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De leden van het bureau van de districtsraad van een district worden wat betreft het politiek verlof van ambtswege gelijkgesteld met een schepen van een gemeente waarbij de duur van het ambtshalve politiek verlof beperkt wordt tot het percentage van de vergoeding van de schepenen die zij ontvangen.»
Art. 14.In artikel XIII 8, van hetzelfde statuut worden de woorden « EU-lid-Staat » vervangen door de woorden « lid-Staat van de Europese Economische Ruimte ».
Art. 15.In artikel XIII 8 en XIII 10, van hetzelfde statuut worden de woorden « van de Europese Unie, een lidstaat van de Europese Unie » vervangen door de woorden « van de Europese Unie, van de Europese Economische Ruimte, een lid-Staat van de Europese Economische Ruimte ».
Art. 16.In artikel XIII 9, § 1, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998, wordt het woord « voltijds » geschrapt.
Art. 17.In artikel XIII 10, § 1, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2001, worden de woorden « met volledige prestaties » geschrapt.
Art. 18.In artikel XIII 10, § 1, 2°, b), van hetzelfde statuut wordt het woord « ministerieel » geschrapt.
Art. 19.In artikel XIII 11 § 1, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2001, wordt het woord « voltijdse » geschrapt.
Art. 20.In artikel XIII 13 wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « De vanaf 14 december 2001 verrichte deeltijdse prestaties worden in aanmerking genomen a rato van het prestatieregime ».
Art. 21.In artikel XIII 14, van hetzelfde statuut wordt het woord « voltijdse » geschrapt.
Art. 22.In artikel XIII 15, § 1, 4°, a) , van hetzelfde statuut worden na de woorden « de Europese Unie, » de woorden « de Europese Economische Ruimte, » toegevoegd.
Art. 23.In artikel XIII 29, van hetzelfde statuut worden de woorden « 13.103,17 euro » vervangen door de woorden « 13.234,20 euro ».
Art. 24.In artikel XIII 42, van hetzelfde statuut worden de woorden « op een hele frank » vervangen door de woorden « op de hogere eurocent ».
Art. 25.In Deel XIII, Titel II, van hetzelfde statuut wordt Hoofdstuk 8, bestaande uit de artikelen XIII 74 en XIII 89, vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk 8. - Vakantiegeld en eindejaarstoelage Afdeling I. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. XIII 74. § 1. Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage zijn een percentage van het brutosalaris zoals hierna bepaald. § 2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder : 1° brutosalaris : het geïndexeerd jaarsalaris;2° brutomaandsalaris : het brutosalaris gedeeld door 12. § 3. Als niet tijdens de ganse referteperiode volledige prestaties werden verricht, wordt het vakantiegeld en de eindejaarstoelage herleid pro rata van het verdiende brutosalaris tegenover het brutosalaris bij volledige prestaties voor de volledige referteperiode. § 4. In afwijking van de artikelen XIII 75, § 2 en XIII 76, § 2, wordt bij vervroegde beëindiging van de tewerkstelling het vakantiegeld en de eindejaarstoelage berekend op het brutosalaris voor volledige prestaties van de laatste maand van tewerkstelling. § 5. In afwijking van de artikelen XIII 75, § 2 en XIII 76, § 3, wordt bij vervroegde beëindiging van de tewerkstelling het vakantiegeld en de eindejaarstoelage uitbetaald tijdens de maand volgend op het einde van de tewerkstelling. Afdeling 2. - Vakantiegeld
Art. XIII 75. § 1. Onder « referteperiode » wordt verstaan het kalenderjaar dat voorafgaat aan het vakantiejaar. § 2. Het vakantiegeld bedraagt 92 % van het brutomaandsalaris van de maand april van het vakantiejaar. Het wordt betaald tijdens de maand mei van het vakantiejaar. § 3. In afwijking van § 2 is het vakantiegeld voor 2002 en 2003 gelijk aan het hierna bepaalde percentage : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. Voor het vakantiegeld voor jonge werknemers wordt de periode vanaf 1 januari van de referteperiode tot de dag voor de datum waarop de ambtenaar tot de stage werd toegelaten eveneens in aanmerking genomen, op voorwaarde dat de ambtenaar : 1° minder dan 25 jaar oud is op het einde van de referteperiode;2° uiterlijk in dienst is getreden op de laatste werkdag van de vier maanden die volgen op het einde van zijn studies als rechtgevende op kinderbijslag, of de leerovereenkomst. § 5. Er wordt een inhouding verricht van 13,07 % op het vakantiegeld ten belope van 85 % van het brutomaandsalaris. Indien het vakantiegeld maximum 85 % van het brutomaandsalaris bedraagt, gebeurt de inhouding op het volledig bedrag. Afdeling 3. - Eindejaarstoelage
Art. XIII 76 § 1. Onder « referteperiode » wordt verstaan de periode van 1 januari tot en met 30 september. § 2. De eindejaarstoelage bedraagt vanaf het kalenderjaar 2001 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De eindejaarstoelage wordt uitbetaald tijdens de maand december. »
Art. 26.In artikel XIII 102 van hetzelfde statuut worden de woorden « op een hele frank » vervangen door de woorden « op de hogere eurocent ».
Art. 27.In artikel XIII 106quater , § 2, van hetzelfde statuut, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse regering van 8 maart 2002, worden de woorden « 5 BEF » vervangen door de woorden « de helft ».
Art. 28.In het opschrift van Titel 5bis , Hoofdstuk 1 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2000, wordt het woord « werkgeversbijdrage » vervangen door het woord « tegemoetkoming ».
Art. 29.In artikel 11bis van hetzelfde statuut, wordt het woord « werkgeversbijdrage » vervangen door het woord « tegemoetkoming ».
Art. 30.Artikel XIII 110septies van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2001, wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 110septies . Bij gebrek aan dienstvervoer heeft de ambtenaar die met een privé vervoermiddel naar het werk komt, recht op een tegemoetkoming ten bedrage van de volledige (maandelijkse) kostprijs van een treinkaart 2e klas voor dezelfde afstand. Ook de eventuele passagiers hebben recht op deze tegemoetkoming ».
Art. 31.In titel 5bis , hoofdstuk 3, van hetzelfde statuut wordt een artikel XIII 110undecies toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. XIII 110undecies . Het personeelslid dat ten minste 66 % arbeidsongeschikt is, ontvangt een tegemoetkoming voor de woon-werkverplaatsing met de eigen wagen.
Deze tegemoetkoming is gelijk aan de kostprijs van een treinkaart tweede klasse over dezelfde afstand. »
Art. 32.In Deel XIII, Titel 6, van hetzelfde statuut wordt een artikel XIII 118 toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. XIII 118. De personeelsleden die in de loop van het jaar 2001 uit dienst zijn getreden, krijgen een aanvulling op hun reeds toegekend vakantiegeld bij uitdiensttreding tot het percentage, vermeld in artikel XIII 75, § 3. »
Art. 33.Aan artikel XIV 7, 5°, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998, wordt een lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Bij schaarste op de arbeidsmarkt kan worden afgeweken van de aanwervingsvoorwaarden inzake diploma of studiegetuigschrift. »
Art. 34.In artikel XIV 7, tweede lid, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 worden de woorden « eerste lid, 5° », vervangen door de woorden « eerste lid, 5°, eerste lid, ».
Art. 35.In artikel XIV 42, §§ 1 en 2, van hetzelfde statuut wordt het woord « ministerieel » geschrapt.
Art. 36.Artikel XIV 42ter van hetzelfde statuut, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 8 maart 2002, wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIV 42ter . De uitvoering van de arbeidsovereenkomst van het contractuele personeelslid wordt geschorst : 1° als het bij de diensten van de Vlaamse regering met een hoog gekwalificeerde functie als bedoeld in artikel XIV, 2, 4°, wordt belast;2° in geval van tijdelijke contractuele tewerkstelling bij een werkgever waartoe reglementair de mogelijkheid bestaat.»
Art. 37.In artikel XIV 47 van hetzelfde statuut worden de woorden « 12.354,55 euro » vervangen door de woorden « 12.478,10 euro ».
Art. 38.In Deel XIV, Hoofdstuk 4 van hetzelfde statuut wordt afdeling 4 vervangen door wat volgt : « Afdeling 4. - Vakantiegeld en eindejaarstoelage Art. XIV 49. Het contractuele personeelslid ontvangt een vakantiegeld en een eindejaarstoelage volgens dezelfde regeling als de ambtenaar.
Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage van het contractueel personeelslid worden niet verminderd bij bevallings- en ziekteverlof. »
Art. 39.In Deel XIV, Hoofdstuk 4, van hetzelfde statuut wordt afdeling 5 opgeheven.
Art. 40.In artikel XIV 51 van hetzelfde statuut, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 2 februari 2001 en 8 maart 2002 wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4. Indien de totaliteit van de moederschapsuitkeringen, uitbetaald tijdens het bevallingsverlof, minder bedraagt dan het nettosalaris dat overeenstemt met dezelfde periode, verkrijgt het contractuele personeelslid een aanvulling, die gelijk is aan het verschil. »
Art. 41.Dit besluit treedt heden in werking, met uitzondering van de hierna vermelde artikelen die uitwerking hebben met ingang van de ernaast vermelde datum : 1° artikel 2 en 3 : 1 juni 2001;2° artikel 5 : 1 juli 2001;3° artikel 6, 7 a) , 7 b) 1°, 7 b) 3°, 7 c) 1°, 16, 17, 19, 20 en 21 : 1 juli 2002;4° artikel 7 b) 2° en 7 c) 2° : 1 maart 2002;5° artikel 9, 10, 11, 18 en 35 : 1 september 2001;6° artikel 12, 23, 28, 29, 30, 31 en 37 : 1 januari 2002;7° artikel 24 en 26 : 1 januari 2002;8° de artikelen 25, 32, 34, 36 en 38 : 1 november 2001;9° artikel 27 : 1 september 2001;10° artikel 40 : 1 januari 2001.
Art. 42.De Vlaamse minister, bevoegd voor Ambtenarenzaken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 31 januari 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN