gepubliceerd op 12 november 2015
Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij de realisatie van een nieuwe woning
30 OKTOBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij de realisatie van een nieuwe woning
De Vlaamse Regering, Gelet op het
decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
15/07/1997
pub.
19/08/1997
numac
1997036023
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende de Vlaamse Wooncode
sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 81, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2000, en artikel 83;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/10/2014 pub. 04/11/2014 numac 2014036791 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij het realiseren van een nieuwe woning sluiten tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/03/2007 pub. 21/03/2007 numac 2007035420 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning sluiten tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij het realiseren van een nieuwe woning;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 juni 2015;
Gelet op het advies 58.162/3 van de Raad van State, gegeven op 30 september 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op advies 58.258/3 van de Raad van State, gegeven op 28 oktober 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het agentschap Wonen-Vlaanderen, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005;2° aanvraagdatum: de datum van het bewijs van afgifte van het aanvraagformulier op een dienst van het agentschap, de postdatum bij verzending van het aanvraagformulier met de post of de datum van de digitale indiening van het aanvraagformulier;3° premiewoning: het onroerend goed, of het zelfstandig deel ervan, dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitsluiting van de kamer, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 10° bis, van de Vlaamse Wooncode;4° bewoner: de meerderjarige particulier die de premiewoning op de aanvraagdatum als hoofdverblijfplaats bewoont, op grond van een zakelijk recht, en, in voorkomend geval, de meerderjarige persoon met wie hij gehuwd is of wettelijk of feitelijk samenwoont, met uitzondering van de ascendenten en descendenten in rechte lijn van de bewoner, als die ascendenten en descendenten geen zakelijk recht op de premiewoning hebben;5° verhuurder: de meerderjarige particulier die de premiewoning op de aanvraagdatum voor de duur van minstens negen jaar verhuurt aan een SVK met het oog op de onderverhuring ervan;6° aanvrager: a) een bewoner;b) een verhuurder;7° SVK: een sociaal verhuurkantoor dat erkend is conform artikel 56 van de Vlaamse Wooncode;8° inkomen: het aan de personenbelasting onderworpen inkomen van het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan de aanvraagdatum;9° persoon ten laste: a) het kind dat op de aanvraagdatum inwoont, en dat ofwel jonger is dan achttien jaar, ofwel voor de bewoner het recht op kinderbijslag of wezentoelage doet ontstaan, ofwel, na voorlegging van de bewijzen, door de administrateur-generaal van het agentschap wordt beschouwd als persoon ten laste;b) de bewoner die of een op de aanvraagdatum inwonend gezinslid dat erkend is als persoon met een ernstige handicap;10° Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode;11° nieuwe premiewoning: een premiewoning die wordt gerealiseerd door werkzaamheden uit te voeren in een deel van een opgesplitste bestaande woning, of in een bestaand gebouw, zonder het oorspronkelijke volume van dat gebouw uit te breiden.
Art. 2.Binnen de kredieten die daarvoor zijn ingeschreven op de begroting van het Vlaamse Gewest, en onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit en het ministerieel besluit, vermeld in het tweede lid, wordt aan de bewoner of de verhuurder die daarvoor een aanvraag indient, een tegemoetkoming verleend in de kosten voor hetzij de renovatie van zijn bestaande premiewoning, hetzij de realisatie van een nieuwe premiewoning. De gerenoveerde of nieuwe premiewoning ligt in het Vlaamse Gewest.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, bepaalt welke renovatie-, verbeterings- en aanpassingswerkzaamheden voor de tegemoetkoming in aanmerking worden genomen in toepassing van artikel 5, § 1. Hij kan de voorwaarden, vermeld in dit besluit, nader preciseren met detailmaatregelen en met uitvoeringsmaatregelen van bijkomende aard. HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden voor de bewoner
Art. 3.Het inkomen van de bewoner mag niet meer bedragen dan: 1° 35.000 euro voor alleenstaanden; 2° 50.000 euro voor gehuwden en voor wettelijk of feitelijk samenwonenden, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste; 3° 50.000 euro voor alleenstaanden met één persoon ten laste, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste vanaf de tweede persoon ten laste.
De bedragen, vermeld in het eerste lid, en in artikel 8, § 1, tweede lid, 1°, worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer 104,32 van oktober 2006. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober, die voorafgaat aan de aanpassing, en afgerond op het hogere tiental.
In het tweede lid wordt verstaan onder gezondheidsindexcijfer: het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.
Art. 4.De bewoner mag op de aanvraagdatum naast de premiewoning geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben of gehad hebben in de periode van drie jaar vóór de aanvraagdatum.
De voorwaarde, vermeld in het eerste lid, geldt niet in de volgende gevallen: 1° het goed is op de aanvraagdatum gesloopt en de bewoner heeft op de aanvraagdatum geen perceel dat bestemd is voor woningbouw, volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik;2° de woning is op de aanvraagdatum volledig vervreemd en de bewoner bewoonde ze zelf tot hij verhuisd is naar de premiewoning;3° artikel 19 van de Vlaamse Wooncode is van toepassing op de woning en de bewoner heeft de woning als laatste bewoond. HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor de premiewoning en de in aanmerking te nemen werkzaamheden
Art. 5.§ 1. De premiewoning of het gebouw dat geheel of gedeeltelijk wordt herbestemd tot nieuwe premiewoning, moet minstens 25 jaar oud zijn op de aanvraagdatum van de eerste aanvraag, vermeld in artikel 6, § 1. Vanaf 1 januari 2017 moet de premiewoning of het gebouw dat geheel of gedeeltelijk wordt herbestemd tot nieuwe premiewoning, minstens dertig jaar oud zijn op de aanvraagdatum van de eerste aanvraag, vermeld in artikel 6, § 1.
De werkzaamheden moeten structurele of bouwfysische ingrepen omvatten die erop gericht zijn de premiewoning minstens te doen beantwoorden aan de normen, vastgesteld met toepassing van artikel 5 van de Vlaamse Wooncode. Ze moeten betrekking hebben op een of meer van de volgende categorieën: 1° de karkas van de woning die zich beperkt tot de funderingen, muren, draagvloeren en trappen;2° het dak;3° het buitenschrijnwerk;4° de technische installaties. De categorie, vermeld in het tweede lid, 4°, wordt opgedeeld in de volgende drie deelcategorieën. De deelcategorieën worden vermeld met het maximum in aanmerking te nemen investeringsbedrag, exclusief btw, per deelcategorie: 1° de elektriciteit tot 3.750 euro; 2° het sanitair tot 3.750 euro; 3° de centrale verwarming tot 7.500 euro. § 2. De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten. § 3. De totale kostprijs van de werkzaamheden die in aanmerking kunnen worden genomen, moet minstens 2.500 euro, exclusief btw, bedragen per categorie van werkzaamheden, vermeld in paragraaf 1, tweede lid. HOOFDSTUK 4. - Procedure en berekening van de tegemoetkoming
Art. 6.§ 1. De aanvraag van de tegemoetkoming wordt ingediend na de uitvoering van de werkzaamheden, vermeld in artikel 5, § 1. De tegemoetkoming wordt aangevraagd met een modelformulier dat het agentschap op papier en via elektronische weg ter beschikking stelt.
De minister bepaalt de vorm en de inhoud van het modelformulier.
De bewoner kan maximaal twee aanvragen indienen in een periode van tien jaar vanaf de aanvraagdatum van de eerste aanvraag. De tweede aanvraag kan op zijn vroegst na één jaar vanaf de aanvraagdatum van de eerste aanvraag worden ingediend en moet uiterlijk twee jaar na de aanvraagdatum van de eerste aanvraag worden ingediend. Per aanvraag kunnen maximaal twee categorieën van werken, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, worden aangevraagd. Elke categorie van werken, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, kan slechts eenmaal worden aangevraagd in de voormelde periode van tien jaar.
De verhuurder kan maximaal twee aanvragen indienen per premiewoning in een periode van tien jaar vanaf de aanvraagdatum van de eerste aanvraag. De tweede aanvraag kan op zijn vroegst na één jaar vanaf de aanvraagdatum van de eerste aanvraag worden ingediend en moet uiterlijk twee jaar na de aanvraagdatum van de eerste aanvraag worden ingediend. De verhuurder kan maximaal vier categorieën van werken, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, aanvragen per aanvraag, waarbij elke categorie van werken slechts eenmaal kan worden aangevraagd in de voormelde periode van tien jaar per premiewoning. De verhuurder kan de aanvraag niet indienen in de laatste drie jaar van zijn lopende huurovereenkomst met het SVK. De aanvraag wordt ingediend door afgifte bij het agentschap, door verzending per brief of via elektronische weg met digitale handtekening. Ze bevat: 1° het ondertekende en volledig ingevulde aanvraagformulier;2° een opsomming van de uitgevoerde werkzaamheden;3° een afschrift van de facturen voor de werkzaamheden die conform artikel 5, § 1, tweede lid, in aanmerking komen;4° als de bewoner de aanvraag indient, de verklaring waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4;5° als de verhuurder de aanvraag indient, het huurcontract met het SVK;6° een kopie van de goedgekeurde plannen en de stedenbouwkundige vergunning, die dateert van voor de aanvang van de werkzaamheden, als de aanvraag betrekking heeft op de realisatie van een nieuwe premiewoning. Door de aanvraag in te dienen geeft de aanvrager toestemming aan het agentschap om bij de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, bij het Rijksregister, bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en bij de lokale besturen digitaal de noodzakelijke gegevens te verkrijgen over het inkomen, de gezinssamenstelling en de patrimoniale voorwaarde, vermeld in de artikelen 3 en 4. § 2. Het agentschap bezorgt de aanvrager binnen een maand na de ontvangst van de aanvraag een ontvangstmelding met een brief of met een elektronisch bericht met vermelding van het verdere verloop van de procedure.
Art. 7.Binnen een termijn van acht maanden na de aanvraagdatum bezorgt het agentschap aan de aanvrager het overzicht van de facturen die in aanmerking worden genomen, en van de overige elementen die dienstig zijn voor de berekening van de tegemoetkoming of de beslissing tot weigering van de tegemoetkoming.
Als de aanvrager het niet eens is met het overzicht, vermeld in het eerste lid, kan hij binnen een maand na de ontvangst ervan met een aangetekende brief beroep instellen bij de administrateur-generaal van het agentschap, die een beslissing neemt over de berekeningselementen binnen een termijn van drie maanden. De beslissing bevat een verwijzing naar de bevoegde instantie bij betwisting.
De aanvrager kan een beslissing tot weigering van de tegemoetkoming betwisten door binnen een maand na de ontvangst ervan met een aangetekende brief beroep in te stellen bij de administrateur-generaal van het agentschap, die binnen een termijn van drie maanden, hetzij de weigering bevestigt, hetzij de berekeningselementen voor de tegemoetkoming aan de aanvrager bezorgt. De beslissing bevat een verwijzing naar de bevoegde instantie bij betwisting.
Als de aanvrager binnen een termijn van acht maanden na de aanvraagdatum noch een beslissing tot weigering, noch het overzicht heeft ontvangen, vermeld in het eerste lid, kan de aanvrager binnen een maand met een aangetekende brief beroep aantekenen bij de administrateur-generaal tegen het stilzitten van de administratie, die binnen een termijn van drie maanden hetzij de aanvraag weigert, hetzij de berekeningselementen voor de tegemoetkoming aan de aanvrager bezorgt. De beslissing bevat een verwijzing naar de bevoegde instantie bij betwisting.
Met behoud van de toepassing van artikel 2, eerste lid, en na de vastlegging van het benodigde krediet bezorgt het agentschap de definitieve beslissing tot het verlenen van de tegemoetkoming en betaalt de tegemoetkoming uit binnen twaalf maanden na de aanvraagdatum.
De tegemoetkoming wordt uitbetaald aan de aanvrager.
Art. 8.§ 1. Naargelang het geval, vermeld in het tweede lid, wordt het bedrag van de tegemoetkoming vastgesteld op 30 % of 20 % van de kostprijs, exclusief btw, van de in aanmerking genomen werkzaamheden als vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, van dit besluit. Het wordt berekend op basis van de facturen die daarvoor voorgelegd zijn, en die: 1° betrekking hebben op werkzaamheden die uitgevoerd zijn door een aannemer die daarvoor facturen op naam van de bewoner, de verhuurder of het SVK aflevert volgens het koninklijk besluit nr.1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting op de toegevoegde waarde of op werkzaamheden uitgevoerd door een dienst die erkend is voor de lokale diensteneconomie conform artikel 4 van het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 23/02/2007 numac 2007035250 bron vlaamse overheid Decreet houdende de lokale diensteneconomie sluiten houdende de lokale diensteneconomie; 2° betrekking hebben op de aankoop van materialen of uitrustingsgoederen die door de aanvrager zelf zijn verwerkt of geplaatst en die passen binnen de in aanmerking genomen werkzaamheden;3° niet dateren van voor de verkrijging van een zakelijk recht op de premiewoning, noch van meer dan twee jaar voor de aanvraagdatum, noch van na de aanvraagdatum. Het percentage, vermeld in het eerste lid, bedraagt: 1° 30 % voor de bewoner van wie het inkomen niet meer bedraagt dan 25.000 euro, te verhogen met 1.300 euro per persoon ten laste, en voor de verhuurder; 2° 20 % in de andere gevallen dan het geval, vermeld in punt 1°. De tegemoetkoming wordt afgerond op het hogere tiental. De tegemoetkoming bedraagt maximaal 2.500 euro per categorie van werkzaamheden, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, als het percentage van 20 %, vermeld in het tweede lid, wordt toegepast. De tegemoetkoming bedraagt maximaal 3.333 euro per categorie van werkzaamheden, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, als het percentage van 30 %, vermeld in het tweede lid, wordt toegepast. De totale tegemoetkoming die wordt uitbetaald aan de aanvrager gedurende tien jaar vanaf de aanvraagdatum van de eerste aanvraag, kan nooit meer bedragen dan 10.000 euro. § 2. Als de aanvrager een of meer verbeteringspremies heeft verkregen met toepassing van hoofdstuk III van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen, wordt het bedrag van de tegemoetkoming, berekend conform paragraaf 1 van dit artikel, verminderd met de som van de verbeteringspremies die zijn aangevraagd binnen een termijn van tien jaar voor de aanvraagdatum van de tegemoetkoming, vermeld in paragraaf 1 van dit artikel, als de verbeteringspremie werd verkregen voor een onderdeel dat overeenstemt met de aangevraagde categorie van werken, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, van dit besluit. HOOFDSTUK 5. - Cumulatiebeperking, controle en sancties
Art. 9.Binnen tien jaar na de aanvraagdatum van de aanvraag die geleid heeft tot uitbetaling van een tegemoetkoming die is toegekend met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/03/2007 pub. 21/03/2007 numac 2007035420 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning sluiten tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij het realiseren van een nieuwe woning, kan noch voor dezelfde woning, noch door dezelfde bewoner een aanvraag van een tegemoetkoming als vermeld in dit besluit, ingediend worden.
Per premiewoning kunnen maximaal twee aanvragen worden ingediend, volgens dit besluit, in een periode van tien jaar vanaf de aanvraagdatum van de eerste aanvraag. Per premiewoning kan elke categorie van werken, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, slechts eenmaal worden aangevraagd in de voormelde periode van tien jaar.
Art. 10.Het agentschap is belast met de controle op de voorwaarden, vermeld in dit besluit, en moet onterecht uitbetaalde tegemoetkomingen terugvorderen.
De teruggevorderde bedragen worden met toepassing van artikel 59 van de Vlaamse Wooncode toegewezen aan het Fonds voor de Huisvesting. Als de begunstigde het bedrag van de tegemoetkoming niet vrijwillig terugbetaalt, wordt de invordering toevertrouwd aan het agentschap Inspectie RWO. HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepalingen
Art. 11.Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en verbeteringspremie voor woningen, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/03/2007 pub. 21/03/2007 numac 2007035420 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 10.Voor dezelfde woning kan geen verbeteringspremie als vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, a), worden verleend binnen een periode van tien jaar na de aanvraag die geleid heeft tot de uitbetaling van een tegemoetkoming in de kosten van werkzaamheden als vermeld in: 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/03/2007 pub. 21/03/2007 numac 2007035420 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning sluiten tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning; 2° het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij de realisatie van een nieuwe woning.".
Art. 12.Aan artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/10/2014 pub. 04/11/2014 numac 2014036791 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij het realiseren van een nieuwe woning sluiten tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/03/2007 pub. 21/03/2007 numac 2007035420 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning sluiten tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij het realiseren van een nieuwe woning wordt een derde punt toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° de aanvragen die worden ontvangen vóór 1 februari 2016, voor zover die betrekking hebben op gesloten aannemingsovereenkomsten en/of de bestellingen voor materialen voor de uit te voeren werkzaamheden, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/03/2007 pub. 21/03/2007 numac 2007035420 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning sluiten tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een bestaande woning of bij het realiseren van een nieuwe woning, die dateren van vóór 1 december 2014. Hij voegt de originele bewijsstukken van de aannemingsovereenkomsten en/of de bestellingen bij het aanvraagformulier, samen met de originele facturen voor uitgevoerde werkzaamheden of leveringen die het gevolg zijn van de gesloten aannemingsovereenkomsten en/of bestellingen." HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2015.
Art. 14.Artikel 12 heeft uitwerking met ingang van 1 december 2014.
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 oktober 2015.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS